Verantwoording bestuursperiode 2018-2022

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer

In dit document blikken we kort terug op de ambities die we hebben uitgesproken in het bestuursakkoord Lef en Liefde en in de voorjaarsnota’s en kaderbrieven. Daarbij leggen we verantwoording af over de behaalde resultaten. Dat doen we op basis van onze bevindingen, aangevuld met feiten en cijfers. Ons verhaal eindigt met een bondig financieel overzicht. Hierin laten we zien hoe we er op het moment van de overdracht financieel voor staan.

We beginnen deze verantwoording met een terugblik op de grootste ontwikkeling van de afgelopen bestuursperiode: covid-19. We zetten uiteen welke gevolgen de pandemie had voor onze inwoners, ondernemers en instellingen. Daarnaast laten we zien wat we er samen aan hebben gedaan om de consequenties hiervan zo veel mogelijk te beperken en te verlichten.

De impact van covid-19

Terug naar navigatie - De impact van covid-19

Na de verkiezingen van 2018 gingen we vol energie en ambities van start. We kregen alle opgaven goed op de rit. Het ging toen ook ongekend goed met Nederland en zo ook met Breda. Onze economie bloeide en we waren hard op weg om onze ambities waar te maken. Totdat … ergens in het zuiden van China een onbekend virus uitbrak. Dat waait wel weer over, dachten de meesten toen. Alles draaide zoals het moest draaien. Maar al vrij snel kwam het virus ook richting Europa, Italië, Nederland en onze eigen provincie. Brabant werd na carnaval de ‘brandhaard van Nederland’. 

Inmiddels weten we dat er geen ontkomen aan was, maar toen was er nog vrij weinig bekend over covid-19. De samenleving ging grotendeels op slot. We gingen massaal thuiswerken, kantoren kwamen leeg te staan en naarmate de besmettingen opliepen, nam de druk op de zorg steeds verder toe. Speciale corona-afdelingen werden ingericht en reguliere zorg werd uitgesteld. Het virus greep om zich heen en kostte meer dan 21.000 Nederlanders het leven. Nederlanders (en ook Bredanaars) die tot op de dag van vandaag gemist worden. De coronacrisis liet ons op een indringende manier zien hoe kwetsbaar onze gezondheid is. In de ziekenhuizen, waaronder ons eigen Amphia, was het alle hens aan dek om alle coronapatiënten op te vangen en de juiste zorg te bieden. In de verpleeghuizen ontstonden schrijnende situaties waarbij familieleden niet meer op bezoek mochten komen. 

Om het aantal besmettingen te laten afnemen en de druk op de zorg te verlichten, voerde het kabinet maatregelen in om ons te beschermen tegen het virus. We moesten onze handen vaker wassen, hoesten en niezen in onze elleboog en later ook 1,5 meter afstand van elkaar houden. Waar handen schudden en drie zoenen geven de normaalste zaak van de wereld waren, vragen we ons nu hardop af of die gebruiken ooit nog terug zullen komen. Wat wel het nieuwe normaal werd: testen, thuisquarantaine en het woord van het jaar: prikspijt. Zaken die we bij het optekenen van Lef en Liefde nooit hadden kunnen voorzien.

De hygiënemaatregelen bleken niet voldoende om het virus onder controle te krijgen en na lang wikken en wegen besloot het kabinet ook om een avondklok in te stellen. Later grepen zij nog drastischer in door onze horeca, culturele instellingen en winkels te sluiten. Onze bruisende binnenstad was leeg, onze sportvelden lagen er verlaten bij en evenementen werden geschrapt. Carnaval ging in 2021 – voor het eerst sinds mensenheugenis – niet door. Een leegte die voor veel van onze horecaondernemers, makers en winkeliers grote gevolgen heeft gehad. Maar ook op ons sociale leven hadden de maatregelen een ongekende impact. Velen van ons kampten met gevoelens van eenzaamheid en uitzichtloosheid, en het was ook voor ons moeilijk om binnen de beperkingen sociale contacten te organiseren. Een plek om samen te komen is voor een deel van de Bredanaars extra belangrijk, maar ook onze maatschappelijke voorzieningen, zoals bibliotheken en buurthuizen, moesten sluiten. We hebben alles op alles gezet om meer kwetsbare mensen dan normaal op te vangen in de doorstroomvoorziening.

Inmiddels zijn we twee jaar verder en hebben we meerdere versoepelingen en aanscherpingen van de maatregelen achter de rug. Vreugde en teleurstellingen wisselden elkaar af. In onze binnenstad, maar ook bij onze zorginstellingen, waar men de toegang tot dierbaren moest ontzeggen om besmettingen buiten de deur te houden. En bij onze scholen, die hun leerlingen naar huis moesten sturen en via een videoverbinding les moesten geven. Al onze sectoren, al onze inwoners zijn geraakt door het coronavirus. En toch, ondanks alles, kwamen we ook tot de kern van het DNA van de Bredanaars. Want hoe groot de tegenslagen ook waren, iedereen zette er telkens weer de schouders onder. Tal van acties en initiatieven werden gelanceerd. Om elkaar een hart onder de riem te steken, onze ondernemers te steunen, eenzaamheid tegen te gaan … noem maar op. Van voedselpakketten vanuit de horeca tot drive-thru’s om diezelfde horecaondernemers te steunen tijdens de sluiting. Van stoepkrijten en dansen voor bejaardenwoningen tot het inzamelen van laptops voor thuisonderwijs. Van Koop Lokaal tot de Breda Quiz. Van openluchtvoorstellingen tot lasergamen in het stadskantoor. We klapten voor de zorg, horeca- en gemeentepersoneel hielp mee bij Amphia en militairen van de KMA brachten Amphia in kerstsfeer. We waren goed in staat om kwetsbare kinderen in beeld te krijgen en daar een maatwerkprogramma voor aan te bieden, waarbij de kinderopvang, de scholen en de gemeente samenwerkten. En met Summervibes en Winterchills konden we alle kinderen in Breda een vakantieprogramma aanbieden. In de laatste zomer bundelden we diverse activiteiten onder de noemer ‘Breda Buiten’. Er werden meerdere websites gevuld met alles wat er ‘voor en door’ Bredanaars werd gedaan. Hun creativiteit en saamhorigheid was misschien wel het mooiste dat we als bestuur in de afgelopen jaren in onze stad hebben gezien.

Als bestuur kozen we voor een aanpak die was gericht op deze creativiteit en saamhorigheid. Onze uitgangspunten waren; kijken wat wel veilig kan, regels zijn geen doel op zichzelf maar dienen een doel en de crisis en de aanpak zijn van iedereen. Gaandeweg namen we verschillende rollen aan. Meestal waren we in gesprek met inwoners, instellingen en ondernemers om te bekijken wat er wél kon en soms was het nodig om op te treden als handhaver. We lanceerden verschillende lokale steunpakketten waaronder het broodnoodfonds. We spraken live op 1,5 meter afstand en digitaal via onder meer Facebook Live met onze inwoners en ondernemers. Daarbij gaven we antwoord op belangrijke vragen die er leefden. Samen met de GGD faciliteerden we een aanpak om moeilijk bereikbare groepen te vaccineren en openden we een priklocatie in het stadskantoor. Waar het kon, zochten we de ruimte op: om te recreëren, te ontmoeten en te ondernemen. Bij het verschijnen van de eerste zonnestralen wilde iedereen naar buiten. Daarom creëerden we nieuwe plekken en stimuleerden we onze inwoners om hier gebruik van te maken om zo het recreatiebezoek te spreiden over de stad. Daarnaast speelden we in op de behoefte van horecaondernemers en verruimden we hun terrassen. En als het nodig was, gaven we ruimte aan andere geluiden uit onze samenleving, want soms moest er wat lucht uit het ventiel om het voor iedereen draaglijk en uitvoerbaar te houden. Dat was mogelijk doordat we met vrijwel iedereen goede afspraken konden maken over wat er wel en niet kon. Deze manier van besturen heeft zijn vruchten afgeworpen, zo bleek ook uit het positieve beeld dat de Rekenkamer schetste in het rapport over onze aanpak.

Na ruim twee jaar is het coronavirus nog steeds onder ons. Dat vraagt om een structureel andere manier van denken en doen. Van het bestrijden van een pandemie gaan we over op het leren leven met het virus. We gebruiken bewust het woord leven, want we moeten er niet onder gebukt gaan. We verwachten dat het coronavirus ook de komende maanden nog veel invloed zal hebben op ons leven. Het is nog moeilijk te voorspellen of de mildere omikronvariant van covid-19 een griepsoort zal worden of dat er mogelijk nog ernstigere mutaties zullen ontstaan. Wat we wél weten, is dat we breder moeten kijken naar de gevolgen van eventuele maatregelen. Het kabinet keek vooral door een medische bril naar deze crisis en baseerde zijn aanpak op het aantal besmettingen, IC-opnames en de druk op de reguliere zorg. Inmiddels zien we, mede door de Bredase oproep tijdens het VNG-congres, een breder blikveld ontstaan. Ook sociale en economische aspecten en gevolgen van de maatregelen zijn nu beter in beeld voordat er besluiten worden genomen. Die bredere blik is hard nodig, want maatregelen nemen heeft alleen zin bij voldoende draagvlak, begrip en een gevoel van eerlijkheid. We zijn als maatschappij, ook in Breda, allemaal bereid om offers te brengen. Maar we willen wél snappen waarom die offers nodig zijn en we vinden dat de druk en de gevolgen van die offers gelijkmatig over onze samenleving moeten worden verdeeld.

De raad heeft richting gegeven aan de besluitvorming over de corona-aanpak en de verschillende steunpakketten. Dit samenspel hebben we als zeer prettig ervaren. Ook de komende maanden blijven we ons samen hard maken voor het wel en wee van onze stad. We werken het steunmaatregelenpakket voor Q1 en Q2 van 2022 uit en gaan ook met de raad en de sectoren in gesprek over de middellange en lange termijn. We bouwen voort op de Bredase aanpak en durven hierin voorop te lopen en waar nodig het goede gesprek te voeren. We zien bijvoorbeeld dat mensen de weg naar de Bredase horeca alweer weten te vinden, maar dat het terugwinnen van bezoekers in theaters en musea minder makkelijk is. Het goede gesprek hierover voeren biedt ook kansen om te vernieuwen. Met de cultuursector en alle andere sectoren die geraakt zijn door deze crisis willen we praten over het ‘businessmodel van de toekomst’. Wat in het verleden werkte, geeft geen garanties meer voor de komende jaren.

De afgelopen twee jaar hebben we ons ook continu afgevraagd wat de impact van covid-19 zou zijn op onze ambities. Uiteraard hebben sommige processen vertraging opgelopen, onder meer door het sluiten van toeleveranciers en het lastiger kunnen organiseren van fysieke bijeenkomsten. Desondanks kunnen we concluderen dat onze ambities tegen een stootje konden. Waar nodig hebben we onze werkwijze aangepast. In de volgende hoofdstukken van dit document staan we stil bij de negen lijnen uit Lef en Liefde, onze ambities en beloften, en in hoeverre we die hebben waargemaakt.


Aan de hand van de negen thema’s uit het bestuursakkoord Lef en Liefde blikken we kort terug op onze belangrijkste ambities, de zaken die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan en onze resultaten. Daarbij kijken we naar de periode van 2018 tot nu.

1/ Grootstedelijk Breda

Terug naar navigatie - Grootstedelijk Breda

Breda heeft zich de afgelopen vier jaar ontpopt tot een speler met grootstedelijke allure. Het is gelukt om de drie grote projecten Nieuwe Mark, Talentencentrum en de nieuwe doorstroomvoorziening in de steigers te zetten. En met het vaststellen van de Omgevingsvisie ligt er een plan om ook de komende jaren een flinke schaalsprong te maken. In de periode 2018-2022 is Breda actiever geworden op regionale en (inter)nationale schaal. De resultaten van deze samenwerkingen zijn op tal van gebieden in de stad merkbaar. De afgelopen jaren hebben we topkwaliteit aan de stad toegevoegd door de uitvoering van gebiedsontwikkelingen als het stationsgebied, met onder andere de iconische nieuwe rechtbank in het Havenkwartier, de ontwikkeling van Sterk West met Blossem, Cosun Park, Borgesius en de BUas-campus. Daarnaast voegen we met de aankoop van ’t Zoet (het voormalige CSM-terrein) een mooi nieuw deel binnenstedelijk Breda toe aan de stad. Deze aankoop is een buitenkans, die ons in staat stelt om de komende jaren een gebied te ontwikkelen met een onderscheidende, eigen identiteit die past bij Breda. Onze grootstedelijke ambities en aanpak hebben bijgedragen aan een sterk vestigingsklimaat; we kunnen trots zijn op onze acquisitie van nieuwe bedrijven en de groei van onze bestaande bedrijven. De ontwikkeling van de Triple-O Campus en het Rithmeester Park heeft veel bedrijven letterlijk de ruimte gegeven om zich in Breda te vestigen of uit te breiden. En dat willen bedrijven ook na deze periode blijven doen, want Breda is dankzij haar unieke ligging een internationaal knooppunt in Noordwest-Europa. Inmiddels weten ook internationale vervoersbedrijven Breda te vinden en rijden er treinen naar bestemmingen als Wenen, Praag en Verona. Met deze nieuwe aanwas geven we een impuls aan onze arbeidsmarkt en hebben we bijgedragen aan de ambitie voor meer werk in de stad. Meer bedrijven zorgen immers direct en indirect voor meer werkgelegenheid.

Niet alleen aan de randen van Breda bruist het. Ook in ons stadshart hebben we de kansen van ons verruimde centrum maximaal benut. In 2020 heeft onze historische binnenstad de Smart Tourism Award voor Accesability gewonnen. Deze prijs laat zien hoe vooruitstrevend we zijn op het gebied van toerisme en toegankelijkheid. En met het illuminatieplan hebben we alle winkelstraten en ons horecagebied extra aantrekkelijk gemaakt. Eind 2021 zijn we genomineerd voor de BNG Erfgoedprijs voor onze verbinding tussen cultuur en erfgoed. We blijven trots op onze ‘Beste Binnenstad’ en hebben daarnaast in de directe omgeving van het centrum gewerkt aan een internationaal woon- en werklandschap. Breda Marketing gaat onze stad en de dorpen nóg professioneler profileren en vermarkten, en daar plukken we ook de komende jaren de vruchten van. Dankzij goede afspraken is onze citymarketing nu goed geregeld. In de stad en daarbuiten draaiden we verschillende campagnes om de aantrekkelijkheid van Breda nog meer kracht bij te zetten. Daarnaast voerden we verkennende gesprekken over wat voor stad we willen zijn en hoe we daar vanuit ons evenementenbeleid aan kunnen bijdragen. Deze gesprekken lopen door in de komende bestuursperiode en leveren een extra bijdrage aan het evenementenbeleid. Dit beleid biedt onder meer kaders op het gebied van duurzaamheid, geluidsnormen, locaties en het aantal dagen. Deze afspraken helpen ons om evenementen te organiseren en te faciliteren en tegelijkertijd oog te houden voor het wel en wee van omwonenden, ondernemers en de omgeving.

Breda wordt ook steeds groener. We hebben grote stappen gezet om van Breda een stad in een park te maken. Met het doortrekken van de Nieuwe Mark brengen we het water en de bijbehorende biodiversiteit terug in ons historische centrum. De komende jaren varen mensen niet tot aan de haven, maar echt door de stad! Gebiedsontwikkelingen dragen bij aan de vergroening van Breda. Daarnaast is ons denken en doen op het gebied van ruimtelijke ordening en projectontwikkeling de afgelopen jaren in positieve zin sterk gekanteld. Waar groen voorheen vaak een puntje op de i was, is vergroening nu eerder de regel dan de uitzondering. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn hét middel geworden om onze stad te vergroenen. En met het vaststellen van het Groenkompas hebben we de kaders geschetst voor hoe we hier ook in toekomstige projecten mee om willen gaan.

De groei van Breda heeft echter ook een keerzijde. De druk op onze bestaande infrastructurele netwerken neemt toe en dat vraagt om aanpassingen op het vlak van de energietransitie, mobiliteit en klimaatadaptatie. Tegelijkertijd biedt het ook kansen om zaken slimmer te doen, bijvoorbeeld door Smart City-toepassingen. Vanaf het begin hebben we deze uitdagingen omgezet in kansen voor het verder ontwikkelen van Breda. Zo hebben we geïnvesteerd in ons energienetwerk met de aanleg van onder meer de Bavelse Berg. We durfden groots te denken als het gaat om het beter ontsluiten van onze stad en onderzochten de mogelijkheid van een tunnel in de noordelijke rondweg. Inmiddels hebben we de eerste stappen gezet om deze ontwikkeling in de toekomst mogelijk te maken.

Grote ambities bereik je samen. Daarom hebben we bestaande partnerschappen met het bedrijfsleven en andere overheden de afgelopen jaren verder verstevigd. Ook hebben we actief geïnvesteerd in nieuwe samenwerkingen en verschillende sleutelposities ingenomen. Binnen de VNG trokken onze bestuurders bijvoorbeeld meerdere voorzittersrollen naar zich toe voor onder andere de Taskforce Duurzaam Economisch Herstel (Boaz Adank) en de commissie Sociale Impact covid-19 (Paul Depla). Daarnaast waren we lid van de VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs (Miriam Haagh) en de commissie Ruimte, Wonen en Mobiliteit (Lieke Hendrix). Voor het G40-netwerk leverden we de voorzitter van het stedennetwerk zelf (Paul Depla) en de voorzitter van de themagroep Zorg, Jeugd en Onderwijs (Miriam Haagh) binnen de Sociale Pijler. Door onze actieve deelname aan deze netwerken hebben we de landelijke zichtbaarheid van Breda vergroot en onze belangen als negende stad van Nederland extra naar voren kunnen brengen. Dit leverde onder andere extra middelen op, zoals de MKB-deal en deelname aan het programma Leefbaarheid en Veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Doordat Breda daarin is opgenomen als een van de zestien stedelijke vernieuwingsgebieden, krijgen onze aandachtwijken bij verschillende aanvragen prioriteit. Zo heeft de Rijksoverheid ons ruim € 26 miljoen uit het Volkshuisvestingsfonds toegekend voor het verduurzamen van 1500 particuliere woningen in de Hoge Vucht en Doornbos Linie. Daarnaast delen we onze kennis en ervaring met andere gemeenten via een leerkring. Ook waren we een assertieve en proactieve speler in regionaal en (inter)nationaal verband. We hebben met onze versterkte lobby stevig ingezet op het werven van externe fondsen om Breda extra kwaliteitsimpulsen te geven. Bijvoorbeeld door samen met de provincie ’t Zoet aan te kopen, waarmee we op termijn een nieuw stuk Breda toevoegen aan de bestaande stad.

In Lef en Liefde beloofden we met een masterplan digitalisering te komen. We zijn hier vanaf nul aan begonnen, hebben geleerd van de aanpak in andere steden en hebben zelf geëxperimenteerd binnen lokale projecten. Met de komst van het masterplan Bredata hebben we een belangrijk traject in gang gezet, want het denken vanuit digitale innovatie vraagt om een andere blik op vraagstukken en problemen. Ineens zijn alle uitdagingen ook grote kansen! Juist de combinatie van optimaal verbonden zijn en tegelijkertijd ook even offline kunnen gaan, bleek daarin een succesvolle balans. Bredata heeft ons inzicht gegeven in de prioriteiten die we moeten stellen om mee te kunnen met de exponentiële groei van technologische ontwikkelingen. Met de beslissing om Breda aan te sluiten op de Brabantring en door de aanleg van de Bredaring leggen we de basis voor een top of the bill digitale infrastructuur. Die stelt ons in staat om in de toekomst bedrijven en instellingen aan te sluiten en maakt nieuwe digitale diensten mogelijk. Ook hebben we de afgelopen jaren hard gewerkt aan het vernieuwen van processen rondom data-uitwisseling en de ontwikkeling van een digitale ‘kopie’ van Breda. Dankzij deze virtuele tweeling van onze stad hebben we nu en in de nabije toekomst realtime inzicht in wat er speelt.

Grootstedelijkheid geeft een extra dimensie aan het karakter van onze stad; een groeiende stad die toegankelijk is en blijft voor iedereen en waarin ook iedereen zichtbaar zichzelf kan zijn. In de periode 2018-2022 hebben we ons hard gemaakt voor een inclusief en toegankelijk Breda, want in een grote stad moet iedereen zich welkom en thuis voelen. Als Regenbooggemeente zijn we aan de slag gegaan met de agendapunten uit het Regenboogakkoord. Het regenboogbankje in het Valkenberg blijft! In 2020 werden onze inspanningen beloond en won Breda de Smart Tourism Award voor Accessibility. Maar daarmee zijn we niet klaar – toegankelijk en inclusief blijven, vraagt om doorlopende aandacht. We moeten als stad, ook na de overdracht, het gesprek blijven voeren en elkaar blijven opzoeken. 

2/ Leren, werken en ondernemen in Breda

Terug naar navigatie - Leren, werken en ondernemen

In Lef en Liefde waren we helder over onze doelstellingen: ruimte voor ondernemers en ondernemerschap in Breda en economische voorspoed verzilveren. Met de komst van onze economische visie hebben we keuzes gemaakt en ons profiel verder aangescherpt op Toegepaste Technologie en Creativiteit. Onze visie is integraal, met een directe aansluiting op onderwijs, cultuur, het vestigingsklimaat en internationalisering. We spelen hiermee in op nieuwe en veelbelovende sectoren die in de toekomst zorgen voor werk en vooruitgang.

Mensen actief aan werk helpen, vergroot hun bestaanszekerheid. Dat heeft onze aanpak van de bijstand aangetoond. Door onze inzet op opleidingen hebben we barrières naar werk weggenomen: we zorgden voor Bredaficaten (Aanpak Werkend Leren) en investeerden in de aanpak van laaggeletterdheid en digitale vaardigheden. Ook sloten we een convenant met scholen en bedrijven voor een betere aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Werk draagt bij aan de bestaanszekerheid van onze inwoners en we hebben bij ons aantreden de tegenprestatie geïntroduceerd. Ondanks de coronapandemie leverden 724 mensen in de afgelopen jaren een tegenprestatie. De evaluatie van onze aanpak was zeer positief: mensen voelden zich weer gezien en gehoord, en zijn blij met de waardering die ze krijgen. In de bijstand wisten we de aantallen terug te dringen. Ons streven was 1000 bijstandsuitkeringen minder. Netto staat de teller inmiddels op 778 en daarmee zijn we dus goed op weg. In totaal hielpen we ruim 2700 mensen aan werk. Deze aantallen laten zien dat werken inderdaad loont. Daarnaast zijn we er door de integratie van de bedrijfsvoering van ATEA in geslaagd om onze SW'ers op te nemen binnen onze gemeentelijke organisatie en in Bredase bedrijven. Hiermee is ‘participatie’ van een financieel zorgenkindje omgebogen naar een financieel beheersbare zaak waar we onder de streep nu zelfs een plus zien.

Werken, wonen en recreëren speelt zich voor veel van onze inwoners af in en rond Breda. Voldoende werkgelegenheid staat of valt met de ruimte om te kunnen ondernemen: ruimte voor bedrijven om zich in Breda te vestigen en ruimte om te groeien. De afgelopen vier jaar zijn we doorgegaan met de uitgifte van bestaande werklocaties, zoals het Rithmeester Park (fase 1), en de uitgifte van losse kavels bij onder andere Mark Park en de Van Rijckevorselstraat. In deze periode is ook de laatste kavel van de Triple-O Campus ontwikkeld en hebben we gewerkt aan een plek om startups met groeipotentieel te begeleiden met de transformatie van gebouw C naar incubator B’WISE. Deze is dit jaar in gebruik genomen. Verder zijn we goed bezig met het terugdringen van de overcapaciteit op de kantorenmarkt. Toch blijft de vraag naar nieuwe en doorstroom(groei)locaties voor bedrijven zeer hoog. Bedrijven vestigen zich namelijk graag in Breda. Dat komt door onze aantrekkelijke ligging, het aanbod aan goed opgeleid personeel én onze ondernemerscultuur. Door het versterken van de afdeling Economische Zaken verbeterden we de dienstverlening aan bestaande bedrijven. We hebben daarvoor onder meer ons accountmanagement uitgebreid en gemeentelijke procedures vereenvoudigd. Bij het zoeken naar de balans tussen wonen en werken heeft een volgend college de uitdaging om ruimte te blijven maken voor nieuwe en groeiende bedrijven.

In mei 2020 stelde de gemeenteraad het lokale beleidsplan voor armoede en schulden vast: ‘Werken (aan geldzorgen) Loont’. Voor ons was dit een belangrijke mijlpaal, omdat we hiermee de ondersteuning aan werkende armen hebben bestendigd. Vanaf de start hebben we ons steeds hard gemaakt voor preventie, vroegsignalering en nazorg bij dreigende schulden en armoede. Een belangrijke koerswijziging was ook de nieuwe norm om aanspraak te kunnen maken op onze minimaregelingen: die ging van 110 naar 120 procent van het wettelijk minimumloon. Daarnaast hebben we onze inwoners actief bijgestaan tijdens de afwikkeling van de toeslagenaffaire. Verder hebben we de Bredapas omgevormd door duidelijke kaders op te stellen. Ook hebben we de zorgverzekering voor onze minima omgevormd.

Met het programma Held met Geld gooiden we landelijk hoge ogen. Het programma Wijzer in Geldzaken van de Rijksoverheid nam onze aanpak letterlijk over en in 2019 was Breda het toneel van de koninklijke opening van de Week van het Geld. Naast dit preventieprogramma voor onze jeugd hebben we ons aangesloten bij de Nederlandse Schuldhulp Route en Geldfit. Hiermee helpen we onze inwoners om hun inkomsten en uitgaven inzichtelijk te maken, hun schulden weg te werken en hulp te zoeken. Ook zijn we bezig om een financieel expertisecentrum op te richten. Daarnaast hebben we contact met werkgevers gezocht om te kijken hoe we medewerkers met financiële problemen kunnen helpen. Met het Schulden Afkoopfonds namen we als gemeente de schuldenlast van een aantal inwoners over en hielpen we hen om een nieuwe start te maken; een start die op een andere manier niet mogelijk was geweest. Dit jaar stellen we twee gemeentelijke bewindvoerders aan en kunnen we onze inwoners mede hierdoor beter begeleiden.

Onderwijs vormt een belangrijke basis in de bestaanszekerheid en het toekomstperspectief van onze jongeren. Jongeren die een startkwalificatie halen (mbo 2) hebben meer kans op een baan en verdienen structureel beter dan jongeren zonder diploma. Uit de cijfers blijkt daarnaast dat deze jongeren gezonder leven, minder snel afglijden richting criminaliteit en een hogere mate van geluk ervaren. Hoewel onderwijs primair een taak van het Rijk is, vinden we dit als gemeente net zo belangrijk als al onze andere taken. Door een integrale aanpak kunnen we het onderwijs in Breda onder andere beter laten aansluiten bij de behoeften van de arbeidsmarkt. Ook kunnen we zo onderwijsachterstanden tegengaan, gelijke kansen voor onze jeugd en jongeren bevorderen, een brede ontwikkeling van jong tot oud stimuleren en laaggeletterdheid voorkomen. We hebben onze strategische onderwijsagenda herijkt en hebben deze speerpunten verankerd in onze beleidsuitvoering. We zijn verschillende projecten gestart die hier direct en indirect aan bijdragen. Zo zijn we gestart met het Actieplan Taal en Laaggeletterdheid 18+: ‘Wij Begrijpen Elkaar’. Ook hebben we via verschillende programma’s een bijdrage geleverd aan het tegengaan van laaggeletterdheid onder Bredanaars met Nederlands als moedertaal (NT1’ers). Daarnaast hebben we met de inzet van vroege voorschoolse educatie (VVE) en projecten als Plein3, Kleine Kapitein en Kwadrantgesprekken de overgangen en schakelmomenten versoepeld tussen scholen, de kinderopvang en de buitenschoolse opvang. Via praktijkleerroutes, zoals praktijkverklaringen, de Zorgschool en de Horeca Academy hebben we stappen gezet om het onderwijs aan te laten sluiten bij onze economische visie en daarmee de afstand tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt te verkleinen.

De kwaliteit van het onderwijs in Breda is hoog. Met BUas en Avans staan we in de landelijke top van hbo-instellingen en een groot deel van hun opleidingen staat hoog aangeschreven. Zij leveren gewild jong talent af voor de arbeidsmarkt. Dat geldt ook voor onze mbo-opleiders Curio en de Rooi Pannen, die samen goed zijn voor 20.000 leerlingen. Met die laatste twee instellingen hebben we de afgelopen jaren stappen gezet in het doorontwikkelen van vakgericht naar competentiegericht onderwijs. Dat doen met hun leerlingen én met jongeren die nog geen opleiding hebben afgerond. We zijn doorlopend in gesprek geweest met deze jongeren, onder andere vanuit RBL, Werkpleinen en Breday. Die laatste is een schoolvoorbeeld geworden van hoe je als gemeente in gesprek blijft met jongeren vanuit hun eigen vragen en behoeften. Fysiek en digitaal hebben Bredase jongeren een plek waar ze terecht kunnen voor onder andere studiehulp en vragen over zorg en geld. Sinds de opening hebben we via Breday al veel jongeren geholpen. Dit zijn initiatieven en projecten die niet altijd een wettelijk taak zijn, maar waarvan we als gemeente wel het belang inzien. Wat sinds 1 januari van dit jaar wél onze wettelijke taak is, is de inburgering. In 2021 hebben we alles in het werk gesteld om ook hier een passende invulling aan te geven.

Breda heeft ervoor gekozen om de onderwijsgelden verder te decentraliseren. Hierdoor zijn scholen zelf verantwoordelijk voor hun huisvesting en worden veel schoolgebouwen door het onderwijs zelf vernieuwd. In de afgelopen twee jaar is ventilatie een belangrijk agendapunt geweest. We zijn blij dat het Rijk deze problematiek erkent en een regeling heeft opengesteld. De gemeente heeft € 3 miljoen extra beschikbaar gesteld voor nieuwe ventilatie voor de scholen die dit het hardst nodig hadden. We hopen dat deze middelen voor de komende bestuursperiode structureel worden. Het is aan een volgend college om met Building Breda en Breedsaam nieuwe afspraken te maken voor de noodzakelijke en gewenste huisvesting van scholen voor de komende tien jaar.

Een van de speerpunten uit het bestuursakkoord was het betrekken van jongeren om mee te denken, mee te doen en mee te beslissen over de toekomst van Breda. Met de Toekomststoel hebben we jongeren letterlijk een plek gegeven om hun stem te laten horen. De stoel maakte een reis door Breda en sloot aan bij onder andere de Kindertrendrede, de jongerendenktank rondom corona en het jeugdlintje. Ook tal van scholen gingen via de Toekomststoel met jongeren in gesprek over hun gedachten en ideeën over de toekomst van Breda.

3/ Meer woningen in Breda

Terug naar navigatie - Meer woningen in Breda

Onze ambitie om in de afgelopen bestuursperiode 6000 woningen te realiseren, werd aanvankelijk wat lacherig bekeken. Inmiddels is de vraag naar woningen niet alleen in Breda, maar in heel Nederland naar ongekende hoogten gestegen. We realiseerden er in de afgelopen vier jaar uiteindelijk meer dan beloofd: 6851. De geplande 1200 sociale huurwoningen werden er 1487 en in de vrije sector werden het er geen 3000 maar 3695. In de categorie ‘middelduur’ (voor mensen met een inkomen tussen de € 36.000 en € 45.000) bleek 1800 woningen te hoog gegrepen; het werden er 1062. Dat kwam onder andere doordat de prijs van deze woningen met rasse schreden omhoogschoot door de ongekende vraag naar personeel, grond en bouwmaterialen. Op CPO (collectief partciulier opdrachtgeverschap) lopen we achter op onze belofte, maar we hebben wel het beleid en een routeboekje opgesteld om een versnelling te bereiken van mogelijke projecten. We voorzien dat wonen ook de komende periode een belangrijk thema op de bestuurlijke agenda zal zijn. (cijfers per 1 januari 2021)

Het realiseren van 6851 woningen ging bepaald niet vanzelf, alleen al doordat de gemeente zelf niets bouwt. Door te inspireren, de markt uit te dagen en samen te werken aan snellere processen is het ons toch gelukt. Onze 100-dagen-aanpak, het 10-punten-plan en de versnellingsopgaven van 11 bouwlocaties zijn hier goede voorbeelden van. In het bestuursakkoord maakten we € 14 miljoen vrij die via het bestedingsplan ‘Impuls voor de Woonagenda’ is gekoppeld aan het versneld bouwen van vooral sociale en middeldure woningen. Hiervan kwam het grootste deel (€ 8,7 miljoen) ten goede aan locatiegebonden impulsen. Circa € 2,1 miljoen ging naar de versnelde realisatie van 350 sociale huurwoningen op de locaties van Blossem op het voormalige Harley-terrein. En € 6,6 miljoen ging naar de versnelling van circa 400 middeldure woningen in onder andere Bouverijen en Klavers-Jansen. Ook werd een deel van de middelen ingezet voor de 100-dagen-aanpak, actief grondbeleid, het actualiseren van ruimtelijke plannen – waaronder de Omgevingsvisie – en beleidsimpulsen, zoals voor het CPO-beleid.

We hebben onze woningbouwopgaven flink geprofessionaliseerd door maximaal in te zetten op datagedreven werken. Met Valtimo hebben we alle projectontwikkelingen digitaal in kaart gebracht en kunnen we bijna realtime bijsturen. Door te werken met gebiedsprofielen hebben we meer inzicht gekregen in welk type woning voor welke doelgroep in welk gebied het beste past en het hardst nodig is. Een volgend college kan op deze kennis voortbouwen.

Daarnaast stimuleerden we onze inwoners om hun woning toekomstbestendig te maken. We gaven subsidie voor het verduurzamen en aanpassen van woningen, zodat senioren er langer kunnen blijven wonen. In Breda staan we voor urgente maatschappelijke opgaven, zoals klimaatverandering, de energietransitie, de circulaire economie, de bereikbaarheid en woningbouw. Deze grote en complexe opgaven grijpen in elkaar en zullen Breda flink veranderen. Met de Omgevingsvisie Breda 2040 zoeken we een perspectief om deze opgaven aan te pakken, om samen onze stad, de dorpen en de regio mooier en sterker te maken.

De Omgevingsvisie Breda 2040 beschrijft onze integrale langetermijnvisie voor de fysieke leefomgeving. We schetsen daarin voor welke uitdagingen we de komende jaren staan en wat de lokale en regionale belangen zijn die daarbij spelen. We stelden kaders op die ons helpen om prioriteiten te stellen bij de inrichting van Breda en haar dorpen. Zo kunnen we keuzes maken die samenhangen met toekomstbeelden over de fysieke leefomgeving, maatschappelijke opgaven en de bijbehorende economische perspectieven. Sterk en veerkrachtig zijn daarbij sleutelbegrippen. We kijken naar samenhang in wat we doen, hebben oog voor het ontwikkelpotentieel van Breda en zorgen tegelijkertijd voor duurzame verbindingen tussen alle delen van onze stad, de dorpen en onze regio.

Bij de vorming van onze lokale omgevingsvisie nam ook de behoefte toe aan een regionale ambitie voor de lange termijn. Samen met de gemeenten Etten-Leur, Oosterhout, Moerdijk, Altena, Alphen­Chaam, Baarle­Nassau, Drimmelen, Geertruidenberg en Zundert stelden we de Regionale Investeringsagenda (RIA) op. Daarmee hebben we onze plannen en ambities voor het ruimtelijk domein op elkaar afgestemd voor een gezonde groei van onze regio. Hierdoor kregen we beter zicht op onze gezamenlijke ambities en voorkomen we in de toekomst ook onnodige concurrentie. De band tussen de gemeenten werd hierdoor sterker en beter.
 
Binnen de Stedelijke Regio Breda-Tilburg (SRBT) hebben 19 gemeenten, 4 waterschappen en de provincie Noord-Brabant zich verenigd. Het resultaat: een sterke propositie met ambities rondom de thema’s woningbouw, economie, ruimte, landschap, natuur en water, energie en klimaat, en mobiliteit. Daarmee willen we in 2022 een verstedelijkingsakkoord sluiten met het Rijk en de andere regionale partners. Deze ambities versterken de kracht van deze regio en leveren daarnaast een wezenlijke bijdrage aan brede welvaart in de hele regio en een leefbaar, sociaal en economisch sterk Nederland. Door samen op te trekken, vergroten we onze bestuurlijke slagkracht en hebben we een basis gelegd om de komende jaren intensiever samen te werken. Een volgend college kan straks maximaal profiteren van dit ‘voorwerk’ om het SRBT-akkoord te sluiten en uit te voeren. Daarbij moet het volgende college ook nadenken over de mogelijke consequenties voor andere samenwerkingen en hier keuzes in maken.

4/ Breda zorgt voor elkaar

Terug naar navigatie - Breda zorgt voor elkaar

We willen dat Breda een stad is waar je gezond, met plezier en in een veilige omgeving kunt wonen, werken en leven. Een stad waar mensen goed voor zichzelf zorgen, maar waar we, samen met familie, kennissen, vrijwilligers en zorgprofessionals oog hebben voor elkaar en de mensen die dat nodig hebben extra ondersteunen. Ons uitgangspunt in de afgelopen vier jaar was dat iedereen die in Breda zorg nodig had deze ook kon krijgen. Met de aankondiging van Lef en Liefde zeiden we het al: ‘wij hebben goud in handen!’, doordat Breda door zijn gastvrijheid een prettige stad is om in te vertoeven én doordat we in Breda voor elkaar klaarstaan. Onze mantelzorgers, vrijwilligers en zorgprofessionals zijn goud waard. We hadden ze de afgelopen jaren hard nodig om aan de groeiende zorg- en ondersteuningsvragen te kunnen voldoen. Daarnaast vinden we dat iedereen in Breda een dak boven het hoofd moet hebben. De voormalige doorstroomvoorziening was niet meer van deze tijd en daarom ging vorig jaar de nieuwbouw van de 24-uurs-opvang voor dak- en thuislozen van start. Daarnaast maakten we met Stichting Maatschappelijke Opvang (SMO) Breda afspraken over het beter geleiden van dak- en thuislozen naar bestaande voorzieningen. Dat laatste is ook de komende periode een uitdaging doordat er mogelijk onvoldoende woningen beschikbaar zijn, waardoor deze groep onnodig lang in dure locaties zoals de doorstroomvoorziening moet blijven zitten.

Via het netwerk van Zorg voor Elkaar kunnen mensen nu laagdrempelig zorgvragen stellen. Daarnaast creëerden we meer duidelijkheid door een centraal punt voor hulp en ondersteuning in te richten. Zo konden we beter inspelen op de behoefte van onze inwoners en passende zorg op maat leveren. In deze bestuursperiode rolden we bovendien onze goedwerkende aanpak Beweging naar de Voorkant uit over de hele stad. Alle vragen om zorg, hulp en ondersteuning bekeken we samen met de hulpvrager én partners uit het netwerk Zorg voor Elkaar, wijkverpleegkundigen en huisartsen. De focus lag daarbij op de vraag achter de vraag, wat leidde tot betere resultaten: lichtere vormen van zorg in plaats van Wmo-maatwerk. Cliënten bleken net zo tevreden én we bespaarden veel kosten. Die tevredenheid werd bevestigd in het cliënttevredenheidsonderzoek van 2020: vier van de vijf cliënten zijn heel tevreden over de verleende Wmo-zorg in Breda. We hebben keuzes gemaakt waarmee we de kwaliteit hoog hielden, maar tegelijkertijd wel bij konden sturen.

De zorgkosten in Breda zijn de afgelopen vier jaar gestegen, mede door demografische ontwikkelingen, de toenemende vraag naar complexe zorg en ondersteuning, en landelijke wet- en regelgeving, zoals het abonnementstarief voor de Wmo. We hebben er alles aan gedaan om dit binnen ons huishoudboekje op te lossen, maar als er niets verandert, neemt de groei van ons klantenbestand ook de komende jaren verder toe. Daarnaast bemoeilijkt de woningnood – net als bij de dak- en thuislozenopvang – ook bij de Wmo de doorstroom van cliënten uit beschermd wonen. Als cliënten klaar zijn om meer zelfstandig te gaan wonen, bijvoorbeeld na het afronden van een behandeltraject, zijn er vaak geen passende woningen beschikbaar. Een lastige opgave, want de concurrentie aan de onderkant van de woningmarkt is hoog en daardoor niet makkelijk op te lossen. Voor de komende periode vraagt dit daarom extra aandacht.

We hebben de afgelopen jaren ook een efficiencyslag gemaakt door in te spelen op nieuwe ontwikkelingen in de zorg en door slimme innovaties in te zetten op het gebied van aanpak en ondersteuning. Zo draaiden we een pilot met SENSARA, sensoren die ervoor zorgen dat ouderen veilig langer thuis kunnen blijven wonen. Ook maakten we de afgelopen twee jaar digitaal contact met ouderen mogelijk. We betrokken hen zelf in het proces en investeerden extra in Breda Senior. De zeven speerpunten van Breda Senior geven antwoord op de vraag hoe we – samen met ouderen – op een positieve manier kunnen omgaan met de toenemende vergrijzing. We kijken daarbij hoe senioren prettig oud kunnen worden en hoe we hun potentie voor de stad – meer dan ooit – kunnen benutten.

We koesteren de Bredase jeugd, want zij zijn onze toekomst. Daarom gaven we een stevige impuls aan het beleidskader jeugd en het uitvoeringsplan ‘Samen voor onze toekomst’. Deze impuls was alleen mogelijk doordat het Rijk extra middelen beschikbaar stelde. Voor de lange termijn is nog niet duidelijk of deze middelen structureel worden. Dit onderwerp blijft dus om aandacht vragen. We bleven keer op keer hameren op een herverdeling van het gemeentefonds, maar verwachten pas een uitspraak na de gemeenteraadsverkiezingen. Toch gaf deze eenmalige impuls ons in 2021 de kans om een paar extra stappen in de goede richting te zetten:
•    We hebben ingezet op onderwijszorg, waardoor we specialistische expertise beschikbaar konden stellen op scholen. 
•    We intensiveerden het jongerenwerk door hun capaciteit uit te breiden.
•    We ondersteunden kansrijke initiatieven als het TEJO-huis en @ease en verminderden daarmee de hoeveelheid ambulante ggz-behandeling. 
•    We zetten de komende tijd met Krypton de eerste stappen richting een totaalplan voor talentontwikkeling in de Hoge Vucht. 
•    In de Hoge Vucht en Tuinzigt starten we binnenkort met een pilot om te voorkomen dat jongeren al vroeg een criminele carrière ontwikkelen. 
•    Met KNOOOP investeren we de komende tijd in nieuw hulpaanbod bij scheidingsvraagstukken. 
•    Via Digibende bieden we straks meerdere dagdelen per week een uitdagend programma dat is gericht op ICT, technologie en creativiteit binnen de digitale wereld.
De familiesfeer was voor ons extra belangrijk en daarom hebben we een deel van de impulsen ingezet voor het Mockingbird Family Model. Dit is een pleegzorgmodel dat het doorplaatsen van jeugd helpt voorkomen. Daarnaast zorgt het voor stabiliteit en continuïteit bij pleeggezinnen en draagt het bij aan het tegengaan van uitval. We stelden een contactpersoon aan voor alle gecontracteerde gezinshuizen en versimpelden daarmee het aanmeldproces voor verwijzingen binnen de gezinshuiszorg. Verder konden we een financiële bijdrage leveren aan bijzondere kosten waar pleegouders soms mee te maken kregen. Daarnaast verbeterden we onze processen door meer datagestuurd te gaan werken.

Het jeugddossier is complex. Toch zijn we trots op de beweging die we de afgelopen jaren in gang hebben gezet; we zijn klaar voor volgende stappen. Daarnaast hebben we de kosten beheersbaar gehouden en hebben we verbindingen gelegd met onder andere het speelbeleid en preventieve jeugdzorg en veiligheid. Ook is de koppeling met het onderwijs verbeterd.

Het omvallen van Stichting Juzt was een grote zorg. Toch zijn we er – op één vastgoedobject na – in geslaagd om de zorgoverdracht succesvol af te ronden. Hiermee hebben we onze doelstellingen – continuïteit in de jeugdzorg en behoud van het zorgpersoneel – gerealiseerd. Tegelijkertijd hebben we ervoor gezorgd dat de betrokken gemeenten zo min mogelijk zijn geschaad. De lessen die we bij de reconstructie hebben geleerd, willen we toepassen in het inkoopproces dat we doorlopen voor 2023 en verder. We herijken de regiovisie naar aanleiding van het proces rondom de Norm voor Opdrachtgeverschap. Daarmee zorgen we voor een verbetering in onze inkoop en starten we een transitie in het bestaande zorglandschap. Voor de komende periode is de toegang tot de jeugdzorg een opgave. Ook moeten we opnieuw kijken naar het aantal aanbieders. Daar hebben we al een begin mee gemaakt. Ook zien we binnen de jeugdzorg problemen ontstaan op de arbeidsmarkt, net als in het onderwijs en de ouderenzorg.

Gaandeweg ontdekten we dat er uitdagingen ontstonden op het snijvlak van de Wmo en jeugd, ook wel 18-/18+ genoemd. Jongeren vallen vanaf hun 18e niet meer onder jeugdzorg, maar dat betekent niet dat hun zorgvraag dan ineens weg is. Juist in die cruciale fase van hun leven is extra aandacht soms hard nodig. Deze jongeren schoven dan van de jeugdzorg door naar de Wmo, een ander soort zorg die vaak ook duurder was. De afgelopen periode hebben we daarom beter passende voorzieningen getroffen. Bijvoorbeeld door de jeugdhulp met één of twee jaar te verlengen. Dankzij dit maatwerk gaven we onze jongeren een betere begeleiding, die bovendien op de lange termijn ook minder tijd en geld kost.

Of het nu gaat om de jeugdzorg of de Wmo, onze zorguitgaven blijven ook de komende jaren stijgen. Deze uitgaven staan allang niet meer in verhouding tot de middelen die we vanuit het Rijk krijgen. In de afgelopen vier jaar hebben we niet alleen zorg verleend, maar onder andere binnen de G40 en de VNG ook een vuist gemaakt naar de landelijke politiek om het huidige zorgstelsel opnieuw tegen het licht te houden. Er zijn constructieve gesprekken gevoerd over de mogelijk afschaffing van het abonnementstarief en de herverdeling van het gemeentefonds. Toch is er nog geen definitieve beslissing genomen. Daarom is het raadzaam om dit onderwerp ook de komende bestuursperiode actief te blijven aankaarten.

5/ Breda bereikbaar

Terug naar navigatie - Breda bereikbaar

Ons uitgangspunt was om Breda bereikbaar te houden op lokaal én (inter)nationaal vlak. Dat is een flinke uitdaging, omdat de stad blijft groeien en onze mobiliteit zich steeds verder ontwikkelt. Tegelijk lagen hier ook grote kansen. Van 2018 tot nu werkten we aan het verbeteren van bestaande vervoersmiddelen en mobiliteitsconcepten en het experimenteren met nieuwe. In januari 2021 stelde de gemeenteraad de mobiliteitsvisie vast. Vanuit het uitvoeringsprogramma werkten we vervolgens aan concrete oplossingen die zorgden voor een betere bereikbaarheid van Breda en de dorpen. Daarnaast voerden we mobiliteitsstudies en haalbaarheidsstudies uit om ons voor te bereiden op komende projecten.

De noordelijke rondweg had vanaf het begin prioriteit, omdat we zo veel mogelijk wilden voorbereiden om een grote ingreep mogelijk te maken. We reserveerden € 27 miljoen en inmiddels ligt er een gedegen onderzoek. Dit project zorgt voor een betere doorstroming in en rond de stad en levert daarbij meteen een flinke strook aan extra ontwikkelgebied op. De geplande ondertunneling vraagt om een forse investering. Daarom zijn we in gesprek met de provincie, het Rijk en private partners over de haalbaarheid en de mogelijkheden voor cofinanciering. Voor de aanpak van de zuidelijke rondweg hebben we naar middelen gezocht om de doorstroming te verhogen en daarmee te zorgen voor een betere leefbaarheid rond de grootste knelpunten. In 2019 hebben we onder meer de verkeersafwikkeling op een aantal kruisingen verbeterd. Ook hebben we maatregelen genomen die de leefbaarheid verbeteren, zoals de plaatsing van geluidsschermen en extra vergroening. Naast de ontsluiting van de binnenstad hebben we ook gekeken naar minder verkeersdruk in onze dorpen. Voor Teteringen en Prinsenbeek brachten we de mogelijkheden in kaart om opstoppingen in de spits te verminderen. Daarbij werkten we een aantal scenario’s uit. Om in de toekomst stappen te kunnen zetten, is de samenwerking met omliggende gemeenten cruciaal. Binnen de Regionale Investeringsagenda (RIA) hebben we al een link gelegd tussen woningbouw en problemen op het gebied van mobiliteit. Deze integrale aanpak trekken we nu door in ons voorwerk voor de verstedelijkingsstrategie via de Stedelijke Regio Breda-Tilburg (SRBT).

Breda ligt erg gunstig aan drie belangrijke snelwegen: de A16, de A27 en de A58. Het Rijk heeft de afgelopen jaren uitspraken gedaan over de mogelijke vernieuwing en verbreding van deze wegen. Wij hebben met een actieve lobby het Bredaas belang onder de aandacht gebracht en integraal gekeken naar een zo goed mogelijke inpassing. Bij een verbreding van de A27 is het voor ons bijvoorbeeld van belang dat er ook wordt gekeken naar kansen op het gebied van OV-verbindingen, onder meer richting Utrecht. Door een actieve lobby richting Den Haag en Brussel bleef Breda letterlijk op de kaart in de verschillende discussies over de mogelijke IC-verbindingen Breda–Utrecht, Breda–Eindhoven en internationale trajecten richting België en Duitsland. We hielden ons daarbij óók bezig met het hier en nu. Daarom maakten we extra geld vrij voor wegenonderhoud om de kwaliteit op het gewenste niveau te brengen. Toch blijft dit onderwerp ook de komende jaren om aandacht vragen. Vorig jaar hebben we de Willem van Oranjelaan en de Vijverstraat aangepakt, dit jaar zijn we gestart met de Lange Bunder en de wegen rond het Wilhelminapark en voor komend jaar staat de vernieuwing van de Brigidastraat en de Ruitersboslaan op de rol.

Toen we van start gingen, was de parkeerdruk in sommige delen van Breda te hoog, zoals in enkele wijken rondom het centrum. Als oplossing kozen we voor een systeem van gereguleerd parkeren binnen de ring rond de binnenstad. Dat leverde tijdens de voorbereidingen en de gefaseerde uitrol wat turbulentie op. We bleven daarbij in gesprek met de betreffende inwoners om samen tot oplossingen te komen. Om onnodige verkeersbewegingen in de binnenstad te voorkomen, starten we de komende jaren met de uitrol van mobiliteitshubs. Deze hubs vormen een knooppunt voor het wisselen van vervoermiddel en bieden ruimte aan lokale logistieke handelingen en andere kleinschalige bedrijvigheid, zoals het versturen en afhalen van pakketjes. Dit draagt weer bij aan minder pakketvervoer. Ook willen we met deze hubs een ruime keuze bieden aan (duurzame) vervoersopties en deelconcepten. We starten in 2022 met de voorbereiding van de aanleg van de eerste twee grootschalige hubs Oost en West bij de Claudius Prinsenlaan en het Rithmeester Park.

De afgelopen jaren hebben we niet alleen gekeken naar de auto, integendeel. We hadden veel aandacht voor voetgangers, fietsers en gebruikers van het openbaar vervoer. We keken integraal naar de veiligheid van alle verkeersdeelnemers. Zo zorgden we voor meer en veiligere oversteekplaatsen en plaatsten we silhouetten die helpen om het verkeer af te remmen. We trokken extra geld uit om de kwaliteit van onze wegen op niveau te brengen. Verder ontmoedigden we verkeer op bepaalde routes met de SMILEY-systemen. Het is belangrijk dat iedereen zich goed door Breda kan blijven bewegen. Daarom gaven we extra geld uit voor het onderhoud van stoepen. Doordat Breda compact is, leent de stad zich uitstekend voor lopen en fietsen. Inmiddels is de helft van de verkochte fietsen een e-bike en zijn ook lange(re) afstanden makkelijker per fiets af te leggen. Dit hebben we extra gestimuleerd door onder meer de aanleg van veilige (snel)fietsroutes en fietsstraten. Daarnaast zorgden we ervoor dat mensen hun fiets makkelijk en veilig kunnen stallen in de openbare ruimte. We traden op als dit leidde tot verrommeling. De bewaakte fietsenstallingen in het centrum bleven gratis. In ons busvervoer maakten we duurzame keuzes en zorgden we voor vraaggestuurd busvervoer en een betere aansluiting tussen onze bedrijventerreinen en het centrum.

 

6/ Bredase wijken en dorpen leefbaar, schoon, heel en veilig

Terug naar navigatie - Bredase wijken en dorpen leefbaar, schoon, heel en veilig

Sociale samenhang van onze wijken versterken door aan te sluiten bij de behoefte van onze inwoners en de initiatiefkracht van onze dorpen en wijken te versterken. Het klinkt logisch maar het vroeg en vraagt om constante aandacht voor wat er in onze wijken en dorpen leeft en speelt. En die informatie krijg je niet zomaar. De afgelopen jaren gingen we eropuit, de wijken en dorpen in. Samen met bewoners, initiatiefnemers en ambtenaren wandelden en fietsten we rond. Dat bevestigde aan de ene kant wat we al wisten. Aan de andere kant kregen we ook nieuwe inzichten in wat er zich achter de voordeur, bij de mensen thuis, afspeelt. De laatste jaren was de openbare ruimte in beweging. We hielden vast aan het verhaal van Breda en de Omgevingsvisie, en werkten aan een groene, grenzeloze en gastvrije invulling van de openbare ruimte. Zo hebben we nieuwe bomen geplant en gaven we voorrang aan projecten en initiatieven die een bijdrage leverden aan ontmoeten, gezond leven en bewegen. We zijn gestart met de evaluatie van onze kapitaalgoederen en zien dat we de komende jaren een uitdaging hebben wat betreft het onderhoud van onze infrastructuur, die mede door klimaatverandering sneller verloopt. 

We hebben ons de afgelopen vier jaar ingezet voor een leefbaar, schoon, heel en veilig Breda, met oog voor onze dorpen en wijken. Iedereen heeft een eigen verantwoordelijkheid in het sterker maken van de samenleving. Daarom kozen we voor een integrale aanpak, samen met de bewoners en ondernemers. We sloten daarbij aan bij hun behoeften wat betreft de sociale en fysieke aspecten van hun leefomgeving. We werkten met verschillende instrumenten om de bewonersparticipatie en initiatiefkracht te versterken, onder meer via initiatieven in de geest van Breda Begroot. Deze initiatieven droegen bijna allemaal bij aan onze ambities. Zo ondersteunden we vanuit de wijkdeals jaarlijks meerdere projecten rondom klimaatbestendigheid, zoals Groene Buurtjes of de vergroening van schoolpleinen. Verder breidde de groep vrijwilligers van Opgeruimd Breda zich de afgelopen jaren verder uit. 

Door bewonersparticipatie vooraan in het proces te plaatsen, speelden we in op bestuurlijk gevoelige en complexe vraagstukken in onze wijken en dorpen. Dat ging niet altijd zonder slag of stoot. Van projecten als Kemelstede en Bavel hebben we veel geleerd. Daarom hebben we in Bavel nu ook een groot participatieproces opgezet. Ook bij de invoering van gereguleerd parkeren en de herinrichting van pleinen en parken wisten we de bewoners te betrekken. De motie ‘straten en pleinen’ heeft ruimte gecreëerd voor extra investeringen. Zo hebben we het Willem Alexanderplein in Teteringen aangepakt en hebben we werk gemaakt van het Nelson Mandelaplein en het Erasmusplein. Wanneer we groot onderhoud uitvoeren, biedt dat kansen om samen met bewoners een plein opnieuw in te richten volgens hun behoeften. Die samenwerking zoeken we ook op bij vraagstukken rondom overlast en veiligheid, en bij grote opgaven, zoals de energietransitie. Ook daarbij denken onze inwoners mee. De wijk- en dorpsplatforms gaven vaak goed advies. Zij zijn voor ons een belangrijke partner. Voor de komende bestuursperiode werken we samen met hen aan een nieuw Uitvoeringsakkoord 2023-2026.

Tijdens de hele bestuursperiode werkten we intensief samen met politie en justitie bij de aanpak van criminaliteit en ondermijning. In de meeste gevallen begint ondermijning met vrij onschuldige zaken, die langzaam maar zeker uitmonden in steeds grotere vormen van criminaliteit. Vaak is de oorzaak een meervoudige problematiek. We stimuleerden jongeren om te stoppen door het makkelijker te maken om uit te stappen en afstand te nemen van criminaliteit. Daarnaast besteedden we meer aandacht aan het op jonge leeftijd afglijden naar ongewenst gedrag en daarmee vatbaarder worden voor criminaliteit. We hebben onderzocht hoe we binnen de wet- en regelgeving zo veel mogelijk ‘voordelen’ van criminaliteit kunnen wegnemen. Als je bijvoorbeeld snel kwijtraakt wat je met deze praktijken verdient, dan werkt dat ontmoedigend. We hebben ons gericht op preventie en het bestrijden van ondermijning, maar dat is niet voldoende. Als we echt willen voorkomen dat mensen criminaliteit verkiezen boven een normaal bestaan, dan moeten we nog meer inzetten op het versterken van onze samenleving. Daarvoor maken we ons samen met 37 andere gemeenten hard via het Manifest Ondermijning. Hierin pleiten we voor meer slagkracht om criminelen aan te pakken. Bijvoorbeeld door de rechtspraak te versnellen en de politie in onze wijken te verstevigen. We durfden in deze bestuursperiode bepaalde zaken ook uit het criminele circuit te trekken. Zo namen we bijvoorbeeld deel aan de wietproef, waarmee we wilden bewijzen dat het legaliseren van de achterkant van deze keten bij kan dragen aan het tegengaan van criminalisering.

Onze boa’s waren zichtbaar en aanwezig. We hebben hun manier van werken aangepast, zodat ze meer tijd kunnen doorbrengen in de wijken en dorpen. Hierdoor hebben we de leefbaarheid en veiligheid beter kunnen monitoren en hebben we meldingen van burgers sneller kunnen oppakken. Door extra inzet op buurtpreventie hebben we de afgelopen jaren een goede ontwikkeling doorgemaakt en ook op het gebied van de digitaal weerbare stad hebben we flinke stappen gezet. Deze bijna onzichtbare dreiging is in rap tempo toegenomen voor onze inwoners en bedrijven. Door mensen proactief te informeren over mogelijke risico’s, hebben we een bijdrage geleverd aan de digitale weerbaarheid en veiligheid van onze stad. Breda is hierin koploper geweest en ons voorbeeld wordt inmiddels door flink wat steden gevolgd. Toch voorzien we dat de online dreiging van onder meer phishing, het digitaal platleggen van systemen en het gijzelen van bestanden de komende jaren alleen maar zal toenemen.
Ook de fysieke veiligheid van onze inwoners heeft de afgelopen jaren meer aandacht gekregen. Huiselijk geweld kreeg letterlijk een stem tijdens Orange Day. We hebben ook vaker een huisverbod opgelegd en leverden betere hulpverlening door aan te sluiten bij de behoefte van slachtoffers. Verder kwamen we door de inzet van ervaringsdeskundigen beter in gesprek met de plegers van huiselijk geweld en konden we veel problemen oplossen en verdere escalatie vaak voorkomen. Voor de komende vier jaar is het regionaal Beleidskader Geweld in Afhankelijkheidsrelaties vastgesteld.

Sommige wijken en buurten hebben extra aandacht en ondersteuning nodig. Aanvankelijk hebben we ingezet op het versterken van de leefbaarheid en onderlinge netwerken. Maar al snel kwamen we tot de conclusie dat voor sommige wijken méér nodig was. In deze aandachtswijken woonden steeds meer Bredanaars met zorgen en problemen, onder meer op het gebied van armoede, werk, gezondheid en veiligheid. Het zijn wijken waarin veel speelt op het gebied van kansenongelijkheid, (gevoel van) veiligheid en een ongedeelde samenleving. In de kaderbrief 2020 zetten we daarom de V-gedachte uiteen; het verbinden van aandachtswijken met grote gebiedsontwikkelingen in de stad om ze hier actief van mee te laten profiteren. Later werd dit de aanpak Verbeter Breda. Om deze wijken extra aandacht te geven, moesten we het anders aanpakken dan voorheen, vanuit de kracht van de wijken zelf. Een externe kopgroep van inwoners (de Initiatiefgroep) voerde gesprekken en leverde het ‘Pact van Breda Deel 1’ op; een belofte aan de stad om tweedeling tegen te gaan met zes thema’s die ons helpen bij het uitwerken van een verbonden stad. In de tweede helft van 2021 werkten we samen aan deel 2, met als centrale vragen: ‘hoe kan Verbeter Breda de komende jaren het beste worden aangestuurd?’ (de governance) en ‘hoe kan de stem van de Bredanaars daarin een duidelijke plek krijgen?’ In 2022 heeft de kopgroep plaats gemaakt voor een interim-stuurgroep die dit jaar acties gaat uitvoeren waarvan we zeker weten dat ze nu al winst opleveren voor de twee wijken. Zo houden we de energie van bewoners en maatschappelijke partners vast en laten we concrete resultaten zien. Ook starten we met het verduurzamen van woningen. Hiervoor hebben we € 26 miljoen ontvangen vanuit het Volkshuisvestingsfonds. Naast deze quick wins werkt het programmateam van bewoners, maatschappelijke partners en de gemeente aan concrete uitvoeringsplannen voor de komende jaren. Verbeter Breda is nog maar net begonnen, met alle ruimte voor de stad en het volgende college om accenten aan te brengen voor de komende vier jaar.

 

7/ Duurzaam Breda

Terug naar navigatie - Duurzaam Breda

Breda put haar kracht uit haar inwoners en ondernemers, én uit de schoonheid van het groen in en rond de stad en de dorpen. We koesteren onze Nassau-geschiedenis, onze groene landschappen en de prachtige panden uit ons erfgoed en zijn ons bewust van onze kwaliteiten. Die kwaliteiten hebben we de afgelopen jaren verbreed en verstevigd. Als college hebben we ingezet op duurzaamheid in de breedte. Met ons Groenkompas zetten we koers naar een ambitieus doel: dat Breda in 2030 als eerste stad in Europa een stad in een park is. Groen in en rond de stad draagt bij aan de gezondheid van onze inwoners en vergroot de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de stad en de omliggende dorpen. Daarnaast is vergroenen essentieel om de gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan. Het Groenkompas zorgt voor helderheid in de koers die we de komende decennia moeten varen om het bestaande groen te beschermen en nieuw groen toe te voegen. Het kompas geeft de kaders mee om ervoor te zorgen dat ‘groen’ voor al onze inwoners op pantoffelafstand bereikbaar is. 

Daarnaast speelt ook ‘blauw’ een belangrijke rol in Breda. De verschillende beekdalen, de singels en de Mark zorgen voor natuurlijke verbindingen. In de aanpak van klimaatverandering speelt water een belangrijke rol. Met het Stedelijk Waterplan bereidden we Breda voor op periodes van droogte en hitte, en werken we actief aan klimaatadaptatie. Ook zetten we stappen om de kwaliteit van het oppervlaktewater en het drinkwater te verbeteren, bijvoorbeeld met de Pharmafilter Amphia. Ook op het gebied van waterrecreatie hebben we stappen gezet. Zo hebben we verschillende fonteinen aangelegd, waaronder die op de Grote Markt, de Markt in Prinsenbeek en het Nelson Mandelaplein in Tuinzigt. Verder hebben we het aantal ligplaatsen voor boten fors verhoogd en stellen we nog vóór de verkiezingen de bouwstenen vast voor de Strategie Varen.

We hebben een klimaatbegroting opgesteld met de stevige ambitie om in 2044 een CO2-neutrale stad zijn. De doelstellingen zijn helder: onze energiebehoefte beperken en de energie die nodig is duurzaam opwekken. Deze opgave raakt iedereen en we hebben iedereen hard nodig. Door data te bundelen, maakten we inzichtelijk welk deel van de CO2-uitstoot hoort bij welke sectoren en thema’s. Met het Uitvoeringsprogramma Klimaat werkten we onze doelstellingen verder uit in concrete maatregelen. Zo kregen water en groen ruim baan in en rond de stad en in het buitengebied. De schop ging de grond in om de Nieuwe Mark door te trekken en we werkten aan de ontwikkeling van Natuurpoort Wolfslaar. Daarmee zijn de eerste stappen gezet. Ook onze inwoners hebben van zich laten horen en samen zijn we een groen-community gestart; een club inwoners die bij wil dragen aan de ambitie om Breda verder te vergroenen en daarmee de eerste stad in een park te ontwikkelen.

Voor ons zijn groen en duurzaamheid leidend bij ruimtelijke ontwikkelingen. Bij nieuwbouw gaven we de voorkeur aan gasloos en groen bouwen. We gaven daarnaast subsidie aan inwoners en ondernemers om bestaande woningen en bedrijfspanden te verduurzamen, bijvoorbeeld door zonnepanelen of energiebesparende maatregelen. Natuurlijk gaven we ook zelf het goede voorbeeld: we hebben 86 van onze eigen vastgoedobjecten verduurzaamd door te investeren in isolatie en duurzame energie-installaties. Verder hebben we ons inkoopbeleid aangepast. De energietransitie komt landelijk op stoom en dat biedt nationaal, regionaal én lokaal grote economische kansen voor de advies-, bouw- en installatiebranche. We hebben actief deelgenomen aan de totstandkoming van de regionale energiestrategie (RES). Hierin keken we samen met onze regionale partners naar de beste mogelijkheden om ruimte te maken voor het opwekken van duurzame energie met zo min mogelijk impact op de leefomgeving. Om de stijgende vraag en het stijgende aanbod van stroom in goede banen te kunnen leiden, moeten we de komende jaren uitdagingen oplossen in het elektriciteitsnet. De Transitievisie Warmte geeft richting aan de energietransitie in verschillende wijken en dorpen. De komende periode gaan we hier samen met onze inwoners verder vorm aan geven. 

Naast onze CO2-doelstelling hebben we stappen gezet in de landelijke ambitie om in 2050 alle gemeenten volledig circulair te laten zijn. We maakten de begroting van onze Afvalservice sluitend en werkten aan de optimalisatie van onze eigen afvalscheiding. Daarbij hielden we vast aan VANG (van afval naar grondstof). Met de campagne Breda Doet Mee (als lokale variant op de landelijke campagne IedereenDoetWat) kozen we voor verleiding om inwoners en ondernemers bij te laten dragen aan een duurzamer Breda. Een goed voorbeeld is de boetiekwinkel PARELS in de Houtmarkt, waar sinds het najaar van 2020 tweedehands spullen worden verkocht. Zo worden producten die een tweede leven verdienen geëtaleerd in een setting die nieuwe doelgroepen aanspreekt. 

 

8/ Breda, sportief en cultureel

Terug naar navigatie - Breda, sportief en cultureel

De afgelopen twee jaar bleek meer dan ooit hoe belangrijk gezondheid is. Vanaf het begin hebben we sport en bewegen gestimuleerd en mogelijk gemaakt voor iedereen en daar kwam vanaf de zomer van 2020 nog eens extra focus op. We hadden specifiek aandacht voor de gevolgen van covid-19 op bewegen voor kwetsbare groepen en intensiveerden initiatieven voor een gezonde leefstijl. Daarnaast hebben we ruimte geboden om meer mogelijkheden voor buitensport te realiseren. Als gemeentebestuur hebben we de term ‘ruimtemakers’ geïntroduceerd om mensen te verleiden om elkaar de ruimte te geven en andere plekken op te zoeken voor buitensport en recreatie. Dat deden we onder andere door de aanleg van buitenfitness in park Vrederust, het basket-voetbalveld in Heusdenhout, het skatepark in de Haagse Beemden, de Smartwalk rond de singels en de reizende Sportcontainer. Met die laatste twee gingen we bewust het experiment aan en speelden we in op landelijke ontwikkelingen en digitale innovatie binnen de sport.

Binnen de thematafel Breda Beweegt hebben diverse partijen samengewerkt aan het uitvoeringsplan 2021-2022 met als hoofdthema's: vitale sportaanbieders, bewegen als basis, bewegen in de wijk, en pensioen inclusief sporten. Samen met partners boden we een aantrekkelijk en gevarieerd wijksportaanbod en hebben we ons extra ingezet voor wijken die om meer aandacht vroegen. Meer bewegen en sporten maakt deel uit van een gezonde levensstijl, net als gezonde voeding. Samen met JOGG (Jongeren op Gezond Gewicht) hebben we ons gericht op het aanleren van gezonde keuzes in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. Speerpunten hierbij waren: gezond eten, water drinken, meer bewegen en opgroeien in een rookvrije samenleving. We hebben de inkomensgrens van de Bredapas verhoogd. Daarnaast hebben we de groep die in aanmerking komt voor het Jeugdfonds Sport en Cultuur verruimd, waardoor we sport en cultuur toegankelijk hebben gehouden voor gezinnen die hier zelf onvoldoende middelen voor hebben.

Met het Lokaal Preventieakkoord hebben we de basis gelegd voor het langjarig stimuleren van de vitaliteit van volwassenen en ouderen. Het akkoord richt zich op gezond oud worden, gezonde werkgevers en werknemers. We verschuiven hiermee ons denken van zorg naar gezondheid. Specifieke aandacht gaat uit naar de wijk Hoge Vucht. We kozen voor een integrale aanpak met aansluiting op het Bredaas Sportakkoord en verbinding met JOGG. We pakten nieuwe projecten op, samen met partijen aan de thematafels, het onderwijs, sportverenigingen en zorgaanbieders. Zo ontwikkelden we de afgelopen vier jaar een stevig netwerk van onderwijspartners die samen met ons de focus legden op sport en bewegen. We werkten samen met Curio Sport en bewegen en Fontys Sporthogeschool Eindhoven in het Sportleerbedrijf Breda en in het partnership Sportkunde. Ook gingen we dit jaar met BUas aan de slag om samen met maatschappelijke partners een e-sports community op te zetten. Hiermee speelden we ook in op de digitale ontwikkelingen rondom sport.

Met het stimuleren van sport en bewegen jagen we ook de talentontwikkeling in de stad aan. Die talenten wilden we van jongs af aan vasthouden en binden aan onze regio. Daarom moesten ze een plek krijgen om door te kunnen groeien. In 2022 starten we met de bouw van het Talentencentrum, een hoogwaardige en aansprekende (top)sportvoorziening die in verbinding staat met de wijk. Daarnaast hebben we Breda op de kaart gezet met grote en kleine sportevenementen. Zo haalden we de Champions Trophy in de zomer van 2018 naar Breda. In 2021 waren we gaststad van het NK atletiek en als klap op de vuurpijl lopen de renners van de Vuelta 2022 na een mooie tocht door Breda en de regio met hun fiets aan de hand een stukje door de Grote Kerk. Ook hierin hebben we aandacht voor iedereen. Zo organiseerden we in 2021 het allereerste internationale EFDN Special Champions League-toernooi voor spelers met een verstandelijke beperking. Verder hebben we in 2021 de nieuwe huurovereenkomst voor het NAC-stadion getekend. Daarmee is de relatie tussen de gemeente en NAC Breda verder verzakelijkt, zoals eerder afgesproken. Dit biedt een volgend college de mogelijkheid om met NAC Breda het gesprek aan te gaan over de betekenis van de club voor de stad.

Daarnaast bruist Breda van de cultuur. Met ons vernieuwde cultuurbeleid In Verband met Cultuur gaven we een impuls aan het maken, presenteren en beleven van ons waardevolle en diverse aanbod van kunst en cultuur. Hiermee hebben we de aantrekkingskracht van Breda verder versterkt. Met de komst van meer dan 70 Blind Walls, een route langs het Boeimeer Park en een internationale trekker als Breda Photo heeft Breda zich ontpopt als een volwaardig openluchtmuseum. Dit gaf niet alleen een podium aan onze makers, maar nam ook drempels weg en maakte kunst en cultuur toegankelijk voor een breed publiek.

De afgelopen periode hebben we stappen gezet om het maken en tentoonstellen van kunst en cultuur meer ruimte te geven in de stad. Cultuur is belangrijk voor ons vestigingsklimaat en als sociale waarde. We zijn blij dat makers zich in Breda willen blijven vestigen in nieuwe delen van de stad. Op verschillende plekken komen er daarom culturele hotspots bij. Zo hebben we in de planning van de Strip, de 1e fase van het Havenkwartier, ruimte gemaakt voor een Creative District. We schreven een prijsvraag uit van € 1 miljoen voor het beste idee voor de invulling van een toekomstige Kunsthal. En ook met nieuwe gebiedsontwikkelingen maakten we ruimte voor creativiteit. Zo wordt het Klavers-Jansen-gebied de komende jaren een broedplaats voor kunst en cultuur, een plek waar wonen en elkaar ontmoeten straks samengaan en waar onze makers een eigen thuisbasis krijgen waar cross-overs mogelijk worden. Gesprekken over wat hier uiteindelijk moet komen, voerden we met Podium Bloos, de Nieuwe Veste en het Chassé Theater. Ook hebben we een akkoord gesloten met de carnavalsverenigingen.

We koesterden daarnaast onze historie. Met de totstandkoming van de erfgoedvisie 'Grondstof voor de toekomst' hebben we ons gericht op een brede benadering van erfgoed. We verbonden cultureel erfgoed en moderne kunst door de geschiedenis van de stad te koppelen aan de aantrekkingskracht van kunst in de openbare ruimte. Doordat we die verhalen hiermee een betere plek hebben gegeven, blijven ze beter hangen en zijn ze voor iedereen zichtbaar en voelbaar. Zo realiseerden we het Maczek Memorial, dat feestelijk werd geopend door de Poolse president tijdens 75 Jaar Vrijheid. Daarmee verrasten en verbaasden we het publiek én inspireerden we andere steden, die ons voorbeeld volgden. We deelden onze kennis over ons erfgoed en met verschillende subsidieregelingen gaven we extra geld uit aan het zorgvuldig behouden, beheren en beschermen van ons belangrijkste erfgoed.

 

9/ Breda financieel solide en met voorspelbare lastendruk

Terug naar navigatie - Solide financiën en voorspelbare lastendruk

We dragen een stad over die financieel solide is en waarvoor de lokale lastendruk de afgelopen jaren voorspelbaar was. Ons financieel meerjarenperspectief is sluitend, we hebben gewerkt aan een stevig en robuust (strategisch) meerjareninvesteringsplan en het weerstandsvermogen is op orde. Wel blijft de ruimte om aan de knoppen te draaien en nieuwe initiatieven te realiseren beperkt. Ook stijgen de uitgaven voor onder andere de zorg en het onderhoud van bestaande en nieuwe delen van de stad. Dit vraagt in de volgende bestuursperiode om keuzes, zeker in combinatie met de flinke ambities van het nieuwe kabinet. Het vraagt daarmee ook om extra compensatie en een reëel verdeelmodel vanuit de Rijksoverheid.

Meerjarenperspectief

Terug naar navigatie - Meerjarenperspectief

Het financiële meerjarenperspectief was de afgelopen jaren op orde. Hierdoor konden we de geplande impulsen vanuit het bestuursakkoord realiseren en hadden we daarnaast ruimte voor nieuwe impulsen. Ook voor de toekomst is het meerjarenperspectief positief:

 

Bedragen x € 1 miljoen
2022 2023 2024 2025
Actueel meerjarenperspectief 0,90 0,31 0,54 3,09
Terug naar navigatie - Vervolg meerjarenperspectief

De komende periode komen er echter ook (nieuwe) financiële opgaven op ons af, onder meer op het gebied van de zorg, het onderhoud van de stad en de energietransitie. Hierdoor moeten er keuzes worden gemaakt én kijken we naar de Rijksoverheid voor extra compensatie. Daarnaast vindt er per 1 januari 2023 een herverdeling plaats van de uitkering uit het gemeentefonds. Landelijk lopen er gesprekken om tot een definitief nieuw model te komen voor de invoering. Het voorlopige effect voor Breda is fors positief.  

Investeringen

Terug naar navigatie - Investeringen

De afgelopen jaren hebben we gewerkt aan een robuust meerjareninvesteringsplan. Grote investeringen in de stad zijn ingepast in het investeringsvolume en voor verdere investeringen hebben we over de periode 2023 tot en met 2032 het investeringsvolume uitgebreid met € 80 miljoen. Het afgelopen jaar stond in het teken van de ontwikkeling van ons meerjareninvesteringsplan naar een aanzet voor het strategisch investeringsplan. Hierdoor ontstaat beter inzicht in de grote financiële opgaven, waarvoor cofinanciering en eigen middelen nodig zijn. Dankzij dit verbeterde inzicht in plannen en faseringen brengen we flexibiliteit aan in deze strategische investeringsplanning en kunnen we investeren in de toekomstbestendigheid van de stad.

 

Bedragen x € 1.000
Fasering Verwachte uitgaven 2022 Verwachte uitgaven 2023 Verwachte uitgaven 2024 Verwachte uitgaven 2025 Totaal beschikbare middelen
Ambitie 8.489 4.560 25.858 20.800 59.707
Plan 16.043 18.819 18.400 53.262
Project 10.165 8.686 6.460 200 25.511
Uitvoering 59.075 29.442 1.000 89.517
Eindtotaal 93.772 61.507 51.718 21.000 227.997

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen
Bedragen x € 1 miljoen
2022 2023 2024 2025
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit 94,4 83,8 91,6 102,3
Risicoprofiel 54,6
Totaal beschikbare weerstandsvermogen 47,7
Terug naar navigatie - Vervolg weerstandsvermogen

Doordat het weerstandsvermogen op orde was en is, konden we de afgelopen jaren snel schakelen bij onverwachte ontwikkelingen, zoals met de lokale steunpakketten vanwege de coronapandemie. Door de beschikbare middelen konden we snel inspelen op wat de stad nodig had. We hoefden niet te wachten op keuzes van de Rijksoverheid. 

Lokale lasten

Terug naar navigatie - Lokale lasten

De lokale lasten zijn, op één afwijking na, jaarlijks conform de afspraken in het bestuursakkoord verhoogd of verlaagd. Concreet betekent dit dat:
•    de onroerendezaakbelasting (OZB) voor woningen jaarlijks met 1% is gedaald.
•    de OZB voor niet-woningen jaarlijks is geïndexeerd met 2%.
•    de rioolheffing en de afvalstoffenheffing jaarlijks zijn geïndexeerd met 2%. Alleen voor 2021 is de afvalstoffenheffing met 11% verhoogd.

Daarnaast is de hondenbelasting per 1 januari 2020 afgeschaft.

Organisatie

Terug naar navigatie - Organisatie

De gemeentelijke organisatie heeft ons de afgelopen jaren geholpen om onze ambities te realiseren. Daarbij had de pandemie natuurlijk ook effect op onze medewerkers. We zijn trots op de snelheid waarmee de organisatie volledig omschakelde naar thuiswerken en tegelijkertijd gewoon bleef doorwerken. Het was soms lastig, maar de meeste resultaten zijn behaald en we hebben in een korte periode veel geleerd. Zo hebben we een versnelling doorgemaakt in digitaal samenwerken. We lieten ook zien hoe creatief en innovatief we zijn. Mooie voorbeelden hiervan zijn de 100-dagen-aanpak, het verslimmen van de openbare ruimte met Smart City-toepassingen en nieuwe manieren van communiceren, zoals via livestreams op Facebook.

Met de komst van een nieuwe gemeentesecretaris (Lieke Hendrix) waait er een frisse wind door het stadskantoor. De organisatie ervaart dit als zeer prettig en dit zal ook de komende periode een positief effect hebben op onze processen en uitvoering. Zo is het kantoor verbouwd om het nieuwe werkconcept Werken Waar het Werkt te faciliteren en wordt er gewerkt aan een organisatieverhaal. De komende tijd werken we verder aan duurzame inzetbaarheid en vitaliteit. We richten ons daarin meer op preventie, onder andere in de samenwerking met onze nieuwe arbopartner. De krapte op de arbeidsmarkt wordt de komende periode een uitdaging, die ook voelbaar is binnen de muren van het stadskantoor. Hiervoor stellen we een arbeidsmarktstrategie op. Onze stad groeit hard en dat vraagt om digitale toepassingen binnen tal van processen. We gaan hierin van nice to have naar need to have, want we willen onze digitale innovatie een stap verder brengen. Dat is nodig om een toekomstgerichte organisatie te worden die wendbaar en adaptief is.

We hebben een Verbeterplan rechtmatigheid opgesteld na de verklaring met beperking op het gebied van rechtmatigheid van onze accountant en constructieve kritiek vanuit de raad. Dit plan was nodig om beter in control te komen. We gaan nu verder met het verbetertraject voor onze inkoop (ITB) en op het gebied van inhuur en subsidies zetten we ook stappen.