Na de verkiezingen van 2018 gingen we vol energie en ambities van start. We kregen alle opgaven goed op de rit. Het ging toen ook ongekend goed met Nederland en zo ook met Breda. Onze economie bloeide en we waren hard op weg om onze ambities waar te maken. Totdat … ergens in het zuiden van China een onbekend virus uitbrak. Dat waait wel weer over, dachten de meesten toen. Alles draaide zoals het moest draaien. Maar al vrij snel kwam het virus ook richting Europa, Italië, Nederland en onze eigen provincie. Brabant werd na carnaval de ‘brandhaard van Nederland’.
Inmiddels weten we dat er geen ontkomen aan was, maar toen was er nog vrij weinig bekend over covid-19. De samenleving ging grotendeels op slot. We gingen massaal thuiswerken, kantoren kwamen leeg te staan en naarmate de besmettingen opliepen, nam de druk op de zorg steeds verder toe. Speciale corona-afdelingen werden ingericht en reguliere zorg werd uitgesteld. Het virus greep om zich heen en kostte meer dan 21.000 Nederlanders het leven. Nederlanders (en ook Bredanaars) die tot op de dag van vandaag gemist worden. De coronacrisis liet ons op een indringende manier zien hoe kwetsbaar onze gezondheid is. In de ziekenhuizen, waaronder ons eigen Amphia, was het alle hens aan dek om alle coronapatiënten op te vangen en de juiste zorg te bieden. In de verpleeghuizen ontstonden schrijnende situaties waarbij familieleden niet meer op bezoek mochten komen.
Om het aantal besmettingen te laten afnemen en de druk op de zorg te verlichten, voerde het kabinet maatregelen in om ons te beschermen tegen het virus. We moesten onze handen vaker wassen, hoesten en niezen in onze elleboog en later ook 1,5 meter afstand van elkaar houden. Waar handen schudden en drie zoenen geven de normaalste zaak van de wereld waren, vragen we ons nu hardop af of die gebruiken ooit nog terug zullen komen. Wat wel het nieuwe normaal werd: testen, thuisquarantaine en het woord van het jaar: prikspijt. Zaken die we bij het optekenen van Lef en Liefde nooit hadden kunnen voorzien.
De hygiënemaatregelen bleken niet voldoende om het virus onder controle te krijgen en na lang wikken en wegen besloot het kabinet ook om een avondklok in te stellen. Later grepen zij nog drastischer in door onze horeca, culturele instellingen en winkels te sluiten. Onze bruisende binnenstad was leeg, onze sportvelden lagen er verlaten bij en evenementen werden geschrapt. Carnaval ging in 2021 – voor het eerst sinds mensenheugenis – niet door. Een leegte die voor veel van onze horecaondernemers, makers en winkeliers grote gevolgen heeft gehad. Maar ook op ons sociale leven hadden de maatregelen een ongekende impact. Velen van ons kampten met gevoelens van eenzaamheid en uitzichtloosheid, en het was ook voor ons moeilijk om binnen de beperkingen sociale contacten te organiseren. Een plek om samen te komen is voor een deel van de Bredanaars extra belangrijk, maar ook onze maatschappelijke voorzieningen, zoals bibliotheken en buurthuizen, moesten sluiten. We hebben alles op alles gezet om meer kwetsbare mensen dan normaal op te vangen in de doorstroomvoorziening.
Inmiddels zijn we twee jaar verder en hebben we meerdere versoepelingen en aanscherpingen van de maatregelen achter de rug. Vreugde en teleurstellingen wisselden elkaar af. In onze binnenstad, maar ook bij onze zorginstellingen, waar men de toegang tot dierbaren moest ontzeggen om besmettingen buiten de deur te houden. En bij onze scholen, die hun leerlingen naar huis moesten sturen en via een videoverbinding les moesten geven. Al onze sectoren, al onze inwoners zijn geraakt door het coronavirus. En toch, ondanks alles, kwamen we ook tot de kern van het DNA van de Bredanaars. Want hoe groot de tegenslagen ook waren, iedereen zette er telkens weer de schouders onder. Tal van acties en initiatieven werden gelanceerd. Om elkaar een hart onder de riem te steken, onze ondernemers te steunen, eenzaamheid tegen te gaan … noem maar op. Van voedselpakketten vanuit de horeca tot drive-thru’s om diezelfde horecaondernemers te steunen tijdens de sluiting. Van stoepkrijten en dansen voor bejaardenwoningen tot het inzamelen van laptops voor thuisonderwijs. Van Koop Lokaal tot de Breda Quiz. Van openluchtvoorstellingen tot lasergamen in het stadskantoor. We klapten voor de zorg, horeca- en gemeentepersoneel hielp mee bij Amphia en militairen van de KMA brachten Amphia in kerstsfeer. We waren goed in staat om kwetsbare kinderen in beeld te krijgen en daar een maatwerkprogramma voor aan te bieden, waarbij de kinderopvang, de scholen en de gemeente samenwerkten. En met Summervibes en Winterchills konden we alle kinderen in Breda een vakantieprogramma aanbieden. In de laatste zomer bundelden we diverse activiteiten onder de noemer ‘Breda Buiten’. Er werden meerdere websites gevuld met alles wat er ‘voor en door’ Bredanaars werd gedaan. Hun creativiteit en saamhorigheid was misschien wel het mooiste dat we als bestuur in de afgelopen jaren in onze stad hebben gezien.
Als bestuur kozen we voor een aanpak die was gericht op deze creativiteit en saamhorigheid. Onze uitgangspunten waren; kijken wat wel veilig kan, regels zijn geen doel op zichzelf maar dienen een doel en de crisis en de aanpak zijn van iedereen. Gaandeweg namen we verschillende rollen aan. Meestal waren we in gesprek met inwoners, instellingen en ondernemers om te bekijken wat er wél kon en soms was het nodig om op te treden als handhaver. We lanceerden verschillende lokale steunpakketten waaronder het broodnoodfonds. We spraken live op 1,5 meter afstand en digitaal via onder meer Facebook Live met onze inwoners en ondernemers. Daarbij gaven we antwoord op belangrijke vragen die er leefden. Samen met de GGD faciliteerden we een aanpak om moeilijk bereikbare groepen te vaccineren en openden we een priklocatie in het stadskantoor. Waar het kon, zochten we de ruimte op: om te recreëren, te ontmoeten en te ondernemen. Bij het verschijnen van de eerste zonnestralen wilde iedereen naar buiten. Daarom creëerden we nieuwe plekken en stimuleerden we onze inwoners om hier gebruik van te maken om zo het recreatiebezoek te spreiden over de stad. Daarnaast speelden we in op de behoefte van horecaondernemers en verruimden we hun terrassen. En als het nodig was, gaven we ruimte aan andere geluiden uit onze samenleving, want soms moest er wat lucht uit het ventiel om het voor iedereen draaglijk en uitvoerbaar te houden. Dat was mogelijk doordat we met vrijwel iedereen goede afspraken konden maken over wat er wel en niet kon. Deze manier van besturen heeft zijn vruchten afgeworpen, zo bleek ook uit het positieve beeld dat de Rekenkamer schetste in het rapport over onze aanpak.
Na ruim twee jaar is het coronavirus nog steeds onder ons. Dat vraagt om een structureel andere manier van denken en doen. Van het bestrijden van een pandemie gaan we over op het leren leven met het virus. We gebruiken bewust het woord leven, want we moeten er niet onder gebukt gaan. We verwachten dat het coronavirus ook de komende maanden nog veel invloed zal hebben op ons leven. Het is nog moeilijk te voorspellen of de mildere omikronvariant van covid-19 een griepsoort zal worden of dat er mogelijk nog ernstigere mutaties zullen ontstaan. Wat we wél weten, is dat we breder moeten kijken naar de gevolgen van eventuele maatregelen. Het kabinet keek vooral door een medische bril naar deze crisis en baseerde zijn aanpak op het aantal besmettingen, IC-opnames en de druk op de reguliere zorg. Inmiddels zien we, mede door de Bredase oproep tijdens het VNG-congres, een breder blikveld ontstaan. Ook sociale en economische aspecten en gevolgen van de maatregelen zijn nu beter in beeld voordat er besluiten worden genomen. Die bredere blik is hard nodig, want maatregelen nemen heeft alleen zin bij voldoende draagvlak, begrip en een gevoel van eerlijkheid. We zijn als maatschappij, ook in Breda, allemaal bereid om offers te brengen. Maar we willen wél snappen waarom die offers nodig zijn en we vinden dat de druk en de gevolgen van die offers gelijkmatig over onze samenleving moeten worden verdeeld.
De raad heeft richting gegeven aan de besluitvorming over de corona-aanpak en de verschillende steunpakketten. Dit samenspel hebben we als zeer prettig ervaren. Ook de komende maanden blijven we ons samen hard maken voor het wel en wee van onze stad. We werken het steunmaatregelenpakket voor Q1 en Q2 van 2022 uit en gaan ook met de raad en de sectoren in gesprek over de middellange en lange termijn. We bouwen voort op de Bredase aanpak en durven hierin voorop te lopen en waar nodig het goede gesprek te voeren. We zien bijvoorbeeld dat mensen de weg naar de Bredase horeca alweer weten te vinden, maar dat het terugwinnen van bezoekers in theaters en musea minder makkelijk is. Het goede gesprek hierover voeren biedt ook kansen om te vernieuwen. Met de cultuursector en alle andere sectoren die geraakt zijn door deze crisis willen we praten over het ‘businessmodel van de toekomst’. Wat in het verleden werkte, geeft geen garanties meer voor de komende jaren.
De afgelopen twee jaar hebben we ons ook continu afgevraagd wat de impact van covid-19 zou zijn op onze ambities. Uiteraard hebben sommige processen vertraging opgelopen, onder meer door het sluiten van toeleveranciers en het lastiger kunnen organiseren van fysieke bijeenkomsten. Desondanks kunnen we concluderen dat onze ambities tegen een stootje konden. Waar nodig hebben we onze werkwijze aangepast. In de volgende hoofdstukken van dit document staan we stil bij de negen lijnen uit Lef en Liefde, onze ambities en beloften, en in hoeverre we die hebben waargemaakt.
Aan de hand van de negen thema’s uit het bestuursakkoord Lef en Liefde blikken we kort terug op onze belangrijkste ambities, de zaken die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan en onze resultaten. Daarbij kijken we naar de periode van 2018 tot nu.