Organisatie en financiën van Breda

Thema Een toekomstbestendige organisatie

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het te verwachten resultaat van het thema bedraagt € -2,5 miljoen.

Financiële afwijkingen

  • Opleidingsbudget: € -0,4 miljoen
    Het percentage opleidingsbudget in verhouding tot het personeel is niet marktconform. Dit jaar ontstaat een tekort van € 0,4 miljoen op het opleidingsbudget binnen de overhead. Hiervan heeft € 0,25 miljoen betrekking op het budget leren en ontwikkelen (verplichte vakgerichte opleidingen).
  • WGA-uitkeringen: € -0,3 miljoen 
    We verwachten een tekort op de Werkhervatting Gedeeltelijke Arbeidsgeschikten (WGA) uitkeringen. Meer mensen hebben recht op een dergelijke uitkering dan begroot.
  • WAO-gedifferentieerde premies en Fee Flex West-Brabant: € 0,5 miljoen
    We prognosticeren een hogere opbrengst vanuit de WAO-gedifferentieerde premies en de fee van Flex West-Brabant.
  • Salarissen en inhuur overhead: € -2,4 miljoen
    Er is sprake van hogere kosten van zowel salarissen medewerkers als inhuur (beide binnen bedrijfsvoering) die niet gecompenseerd worden door niet ingevulde vacatureruimte. De hogere inhuurkosten worden met name veroorzaakt doordat een aantal vacatures zich moeilijk laten invullen en door ziektevervangingen.
  • Huurkosten gebouwenbeheer: € -0,1 miljoen
    Voor het beheer van gebouwen is er een overschrijding op de huurkosten wat leidt tot een tekort van € -0,1 miljoen.
  • Diverse onder- en overschrijdingen: € 0,2 miljoen
    Op de overige onderdelen van onze bedrijfsvoering leiden diverse onder- en overschrijdingen tot een verwacht resultaat van € 0,2 miljoen.

Toelichting investeringen

Wagenpark
Het krediet dat beschikbaar is gesteld voor de aanschaf van 11 afvalinzamelvoertuigen (4 elektrische en 7 Euro-6-vrachtwagens) schuift door naar 2025. De levertijd van voertuigen met opbouw is lang. De levering van de 7 diesel Euro-6 wagens zal in 2025 plaatsvinden. De elektrische voertuigen worden verwacht in 2026.

Thema Solide financiën

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het te verwachten resultaat van dit thema bedraagt € 11,1 miljoen.
 
Saldo meerjarenperspectief: € 10,5 miljoen
Het saldo van het meerjarenperspectief bedraagt na de meicirculaire en na de compensatie CAO 2024 € 10,5 miljoen. Het positief saldo wordt met name veroorzaakt door het reëel begroten van onderstaande onderwerpen en door de meicirculaire 2024 (€ 4,7 miljoen).

  • Door een stijging van de inkomsten straat parkeren is de begroting van parkeren positief bijgesteld met € 2 miljoen. 
  • Het treasury resultaat is € 1,2 miljoen hoger dan geraamd. Dit komt met name door ontvangen subsidies in 2023 en 2024 die nog niet zijn uitgegeven waardoor de geraamde kortgeldbehoefte in 2024 aanzienlijk lager zal zijn dan begroot.
  • De opbrengst vanuit de OZB is € 0,7 miljoen hoger. Dit wordt vooral veroorzaakt door een hogere waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen.
  • De bijdrage aan de BWB is € 0,4 miljoen lager dan begroot doordat het aantal ingediende bezwaarschriften lager is. 
  • Door een hogere bezettingsgraad van de Bredase hotels in 2023 is de eindafrekening toeristenbelasting over 2023 € 0,6 miljoen hoger dan begroot.

Dividend: € 0,1 miljoen
De inkomsten aan dividend vanuit de BNG zijn € 0,1 miljoen hoger dan verwacht, doordat de BNG een hogere nettowinst heeft gerealiseerd over 2023. 
 
Stelpost nominale kostenontwikkeling: € 0,1 miljoen
In de stelpost nominale kostenontwikkeling resteert € 0,1 miljoen. We gaan ervanuit dan deze € 0,1 miljoen niet meer wordt uitgegeven. 
 
Stelpost onvoorzien: € 0,4 miljoen
De stelpost onvoorzien is nu nog niet volledig benut. Voor een bedrag van € 0,3 miljoen zijn voorstellen besloten. Omdat we nu halverwege het jaar zitten, verwachten we over het restant van € 0,7 miljoen een resultaat van € 0,4 miljoen.

Vennootschapsbelasting
De Belastingdienst is aan het onderzoeken of zij het ‘terreinparkeren’ als een belaste activiteit kunnen aanmerken. De eventuele belasting van het terreinparkeren zal gevolgen hebben voor de aangiften vanaf het jaar 2022 (deze aanslagen zijn nog niet definitief opgelegd). Het resultaat van het terreinparkeren wordt ingeschat op 35,2% van het totaal straatparkeren. Op basis van deze berekening wordt de vpb-last over de jaren 2022 en 2023 geschat op € 1,6 miljoen. Over het jaar 2024 gaat het om een vpb-last van € 0,7 miljoen. Bij een correctie van de aanslagen, wordt de belastingrente ingeschat op € 0,2 miljoen. In totaal bedraagt het risico € 2,5 miljoen. Naast het terreinparkeren heeft de gemeente de mogelijkheid om kosten toe te rekenen aan de reclameactiviteiten. Het verwachte voordeel wordt geschat op € 0,3 miljoen. 

Algemene reserve
Naar aanleiding van actualisatie van de verwachte uitgaven voor SaaS-oplossingen (Software-as-a-Service) in 2024 schuift € 2,7 miljoen door van 2024 naar 2025.