Vitaal en Sociaal Breda

Thema Opgroeien

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het te verwachten resultaat voor dit thema bedraagt € 2 miljoen negatief.

Voor de reguliere activiteiten in de begroting zijn daarvoor de volgende ontwikkelingen als voornaamste oorzaken aan te wijzen:

  • € 1,1 miljoen tekort bij de verstrekking van niet vrij toegankelijke jeugdhulp vanwege:
    • een tariefstijging van 2,31% op de niet vrij toegankelijke jeugdhulpcontracten door cao ontwikkelingen;
    • een groter beroep en toenemende kosten van verblijfszorg. Dit komt voornamelijk door een grotere instroom van jeugdigen met een lichtverstandelijke beperking (LVB) en een prijseffect i.v.m. hogere risicomarges op tarieven van jeugdhulp die vanuit Juzt naar andere marktpartijen is overgedragen;
    • de geïmplementeerde beheersmaatregelen om de terugloop in de Rijksuitkering op te vangen (in 2020 € 3 miljoen minder t.o.v. 2019) leveren nog onvoldoende op.
  • € 0,25 miljoen bedrijfsvoeringkosten voor tijdelijke extra inzet op verschillende functies ten behoeve van de implementatie en intensivering van beheersmaatregelen.  Deze investering is nodig om het tekort over 2020 met € 1 miljoen terug te dringen. Omdat de acties reeds zijn ingezet is in bovenstaande prognose hier al rekening mee gehouden.
  • € 0,14 miljoen kosten ten behoeve van implementatie van zorg- en financiële administratie van de Jeugdhulp voor de gehele regio WBO. Deze eenmalige (investerings)kosten verdienen zich over de looptijd van 3 jaar terug, en leiden tot een structureel voordeel op deze activiteit.
  • Naar verwachting moet voor € 0,45 miljoen extra kosten worden gemaakt ten behoeve van extra inzet op de casus Juzt. Dit betreft specifieke kennis om monitoring en sturing op het proces mogelijk te maken zoals gemeld in het raadsbesluit van 22 oktober 2019.
  • € 0,5 miljoen tekort voor de bekostiging van leerlingenvervoer vooral ten gevolge van een prijseffect. De in de begroting opgenomen indexering van 2% is niet overeenkomstig de werkelijke NEA-indexering voor taxivervoerders vastgesteld voor 2020 op 6,6%. Om het tekort terug te dringen volgt een voorstel om de verordening aan te passen.
  • € 0,15 miljoen van de beschikbare middelen uit de pilot “Jeugdprofessional bij de huisarts” zullen naar verwachting niet besteed worden in 2020 en leidt daarmee tot een financieel voordeel voor 2020. De pilot is later gestart dan geprognotiseerd en daardoor verschuiven de planning en activiteiten waardoor de uitgaven in 2021 zullen plaatsvinden.

Naar aanleiding van het eerste financiële beeld in 2020 zijn er aanvullende maatregelen genomen ten aanzien van het reeds ingezette Actieplan Jeugd 2019/2020, zoals eerder gedeeld in de raadsbrief van 16 juli 2020. Alhoewel het Actieplan effect sorteert op de uitgaven van de jeugdhulp, is een intensivering noodzakelijk om naar het werken binnen beschikbare middelen te komen. Hierbij wordt het volledig terugdringen van de tekorten zonder een verhoging van de rijksbijdrage voor jeugdhulp niet mogelijk geacht. Daarover worden de gesprekken met het Rijk gevoerd in verschillende gremia.
De intensivering op het Actieplan 2019/2020 bestaat in hoofdlijn uit de volgende maatregelen voor de 2e helft 2020:

  • Verscherping van wat onder de definitie Jeugdhulp valt en nodig is, op basis van een voorstel tot aanpassing van de verordening. Een maatregel gericht op het aanscherpen van de kaders van jeugdhulp en het vergroten van de mogelijkheid om tot sturing over te gaan.
  • Kwaliteitsonderzoeken bij zorgaanbieders te hervatten en te intensiveren.
  • Door datagedreven werken inzicht en sturing geven op het verloop van zorgtrajecten. Hierdoor werken naar een effectievere inzet van jeugdhulp met minder vervolgtrajecten. Daarnaast directere sturing op duur en intensiteit van trajecten en een verbetering van de aansluiting van het aanbod van het voorliggend veld.

Naast de afwijkingen van de reguliere activiteiten in de begroting zijn er tevens afwijkingen ontstaan als gevolg van de Coronacrisis:

  • € 0,1 miljoen van het budget leerlingenvervoer zal niet besteed worden door vervallen ritten leerlingenvervoer periode maart t/m mei 2020 en dempt daarmee het tekort op leerlingenvervoer.

Inzet steunmaatregelenpakket

  • Van de € 0,3 miljoen beschikbaar gesteld ten behoeve van zomerschool om onderwijsachterstanden te voorkomen zal vermoedelijk € 0,1 miljoen besteed worden. Middelen komen uit algemene reserve waardoor niet volledige uitnutting niet leidt tot een positief resultaat, maar tot een lagere onttrekking uit de algemene reserve. Samen met schoolbestuurders is afgesproken de activiteiten in de zomermaanden In te zetten op sociaal emotionele ontwikkeling. Kinderen en jongeren hebben tijdens de lockdown met name sociale contacten gemist, door middel van bewegen, creëren en creativiteit met elkaar is het programma SummerviBes Breda 2020 voor en door jongeren opgezet. Voor en na de zomer wordt op de scholen bezien of en op welke onderdelen eventuele cognitieve onderwijsachterstanden zijn ontstaan en vindt extra begeleiding plaats op scholen.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's
  • Het afronden van Juzt met de huidige inzichten brengt een financiële uitkomst tussen de € 1 miljoen positief en € 3 miljoen negatief met zich mee. In het risicoprofiel, en daarmee in het weerstandsvermogen, wordt hier rekening mee gehouden. Doordat het proces van vereffening van de Stichting Juzt op dit ogenblik uitgevoerd wordt is het nog te vroeg om een concreet bedrag te kunnen noemen.
  • Omwille van de continuïteit van jeugdhulp tijdens coronamaatregelen en voor continuïteit van het stelsel zijn maatregelen genomen in de vorm van continuïteitsbijdragen voor jeugdhulpaanbieders. Het Rijk compenseert inhaalzorg en directe meerkosten. Voor de inhaalzorg is een bedrag van € 0,32 miljoen door het Rijk beschikbaar gesteld. We verwachten dat bedrag volledig uit te geven en dit is meegenomen in de prognose. In de komende maanden zal bij de zorgaanbieders de uitvraag plaatsvinden van de meerkosten. Over de omvang hiervan en de concrete compensatie vanuit het Rijk zijn geen harde gegevens te duiden. Vooralsnog gaan we ervan uit dat deze niet zullen leiden tot een tekort voor de gemeente.
  • Het risico bestaat dat de noodzaak van veiligheids- en jeugdbeschermingsmaatregelen van en voor jeugdigen toenemen doordat de leefwereld van jeugdigen in brede zin impact heeft ondervonden van de maatregelen als gevolg van de Coronacrisis. De inschatting (landelijk) is dat de kosten mogelijk toenemen met 5 - 25%. Dit betekent een bedrag tussen de € 0,14 miljoen en € 0,68 miljoen. Het intensieve contact in de afgelopen maanden met de jeugdzorgaanbieders in onze regio bevestigt dit (nog) niet, en tevens is dit nog niet significant zichtbaar in de beschikbare data.

Thema Betrokken zijn

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het te verwachten resultaat voor dit thema bedraagt € 3,3 miljoen negatief.

  • Begin 2020 zien we de druk op sociale voorzieningen verder toenemen. Oorzaken liggen in de aanzuigende werking door de invoering van het abonnementstarief voor de eigen bijdrage door het Rijk, door demografische ontwikkelingen (vergrijzing) en door de toenemende vraag naar (steeds) complexere zorg.
    Mede door deze ontwikkelingen groeide de noodzaak voor meer personele capaciteit. Op de bedrijfsvoering verwachten we een tekort van € 1,4 miljoen.
    Voor de vervoers- en woonvoorzieningen wordt over 2020 een tekort verwacht van ca € 0,5 miljoen. Dit komt mede door een tariefsverhoging van 2,7%.
  • De aanzuigende werking van het abonnementstarief is inmiddels een gegeven. Met name voor huishoudelijke verzorging zien we een stijging in de meldingen en ook in de uiteindelijke toekenningen, en die stijging vlakt niet af. Onze lobby in G40 en VNG verband is om te stoppen met het abonnementstarief. De toename in aanvragen gaan gepaard met een gestegen HV tarief als gevolg van de door het Rijk bindend verklaarde cao afspraken (7,3% kostenindexering). Het verwachte tekort over 2020 bedraagt € 1,4 miljoen.
  • Enkele speerpunten van de Vervolgagenda Toegankelijkheid 2019-2020 hebben in 2020 vertraging opgelopen. Bijna alle bij de agenda betrokken ervaringsdeskundigen zijn mensen met beperkingen en zij behoorden vanaf half maart tot de groepen met een verhoogd risico. Ook hebben enkele vertraagde speerpunten grote raakvlakken met bijvoorbeeld de horeca (toegankelijk uitgaansleven) en evenementen (toegankelijkheid evenementen); beide sectoren hebben lange tijd stil gelegen. Wij blijven het uitgangspunt “Niets over ons, zonder ons” waarmaken, waardoor een deel van de ambities uit de agenda naar verwachting pas in 2021 kan worden gerealiseerd. Mogelijk blijft hierdoor een beperkt deel van het budget in 2020 onbenut (naar schatting € 0,05 miljoen).
  • Het hervormen van de oude collectieve ziektekostenpolissen naar een zorgpolis en een armoedepolis is conform het maatregelenpakket Wmo afgerond. De polissen zijn teruggebracht naar hun oorspronkelijke bedoeling. Dit heeft geleid tot een forse vermindering van de uitgaven. Tevens zijn de verwachte uitgaven voor de extra noodzakelijke medisch gerelateerde kosten lager dan het begrote bedrag, en leiden tot een voordelig resultaat van € 0,1 miljoen.
  • Voor de deeltaxi is alles anders geworden door de coronacrisis. Er is een regeling getroffen voor de vervoerders, waarvan de effecten over de eerste 6 maanden in beeld zijn. Op basis hiervan is een prognose gemaakt voor de uitgaven en klantbijdragen in 2020. De regeling voor de vervoerders wordt in de maanden juli en augustus vooralsnog voortgezet. Afspraken over de periode na 1 september zijn in voorbereiding, maar nog niet duidelijk. De aanname is dat op de verreden ritten een voordelig resultaat van € 0,4 miljoen verwachten. De klantbijdragen zullen € 0,1 miljoen lager zijn door het lagere aantal ritten. Per saldo een voordelig resultaat van € 0,3 miljoen.
  • Als gevolg van een faillissement van een aanbieder van hulpmiddelen nemen de uitgaven in de tweede helft van 2020 extra toe. Ongeveer 450 cliënten zijn onder voor hen gelijkblijvende voorwaarden overgegaan naar een nieuwe aanbieder. Om de hiermee gepaarde gaande kosten te dekken wordt een beroep gedaan op de post onvoorzien van € 0,11 miljoen in 2020.
  • De minister heeft besloten dat over de maanden april en mei geen eigen bijdrage aan cliënten zal worden opgelegd . In de septembercirculaire zullen de gemeenten hiervoor worden gecompenseerd. Dit houdt een risico in voor gemeenten, want het is altijd de vraag of gemeenten voldoende gecompenseerd worden. Op basis van een inschatting van het aantal aangeleverde cliënten bij het CAK en het risico van een te lage compensatie door het Rijk, is de aanname dat de eigen bijdragen ca. € 0,2 miljoen lager zullen zijn dan het in de begroting opgenomen bedrag.
  • Bij de algemene voorzieningen volwassenen verwachten we een nadelig resultaat van € 0,1 miljoen doordat we een lager bedrag aan subsidies kunnen terugvorderen bij de definitieve afrekeningen.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's
  • In eerdere rapportages hebben we aangegeven dat er mogelijk een toename in zorgvraag zou komen na de coronacrisis. Hiervoor zijn echter geen concrete aanwijzingen en het lijkt dan ook realistischer om hiervoor geen risico op te nemen. Van het Rijk is een voorlopig bedrag ontvangen van € 0,12 miljoen voor inhaalzorg. We verwachten dat dit bedrag voldoende is. Dit is als zodanig ook verwerkt in de prognose van het resultaat voor het thema Betrokken zijn.
  • In de komende maanden zal bij de zorgaanbieders de uitvraag plaatsvinden van de meerkosten als gevolg van Corona. Over de omvang hiervan en de concrete compensatie vanuit het Rijk zijn geen harde gegevens te duiden. Vooralsnog gaan we ervan uit dat deze niet zullen leiden tot een tekort voor de gemeente.

Thema Leren, ontwikkelen en werken

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het resultaat voor dit thema bedraagt € 0,9 miljoen negatief.

  • Bij Atea werd voor 2020 vóór Corona een resultaat voorzien van € 0,5 miljoen negatief. De omzetderving van ATEA door de Coronacrisis voor de periode maart tot en met mei bedroeg € 0,7 miljoen en is met € 1,1 miljoen door het Rijk gecompenseerd. We verwachten ook voor de toekomstige schade, naar verwachting circa € 1,4 miljoen, ook door het Rijk zal worden gecompenseerd. Omdat hiervoor nog geen duidelijkheid is vanuit het Rijk, is deze in de prognose niet opgenomen. Het resultaat van Atea bedraagt daarmee € 1,4 miljoen negatief. 
  • De coronacrisis heeft gezorgd voor een forse terugval in de werkgelegenheid. De Economische crisismonitor Breda prognosticeert een werkloosheidstoename van 5% in 2020. Waar we vóór de crisis profiteerde van de economische hoogconjunctuur zijn de accenten voor de rest van het kalenderjaar nog meer verschoven naar preventief handelen.

    We trachten zo goed als mogelijk grip te krijgen op de potentiele instroom zodat we – preventief –bijstandsaanvragen kunnen voorkomen. Daarnaast blijft de focus op het continueren van onze primaire dienstverlening; de bemiddeling van bijstand naar werk. Onderstaand de aanvullende interventies voor 2020;
    • Instroom: grip en interventie op potentiele instroom vanuit WW en TOZO om toename bijstand zo goed als mogelijk te voorkomen.
    • Inzet vooral op uitstroom naar werk in WW periode.
    • Aanvragen die binnenkomen vanuit UWV zijn al gescreend, en hoeven niet uitgebreid gescreend te worden op rechtmatigheid. Er is vaak al recht op bijstand. Naderhand kan getoetst worden op rechtmatigheid middels steekproef. We beogen deze klanten dan gelijk naar werk te begeleiden.
    • Koersvast; we blijven ons focussen op verschillende doelgroepen uit het huidig bestand zodat we onze aandacht evenredig verdelen.

Het kalenderjaar 2020 staat in het teken van preventie en continuering dienstverlening zodat we in 2021 – bij economische herstel conform prognoses– hopelijk weer de beoogde stappen voorwaarts kunnen maken.

Op het onderdeel Buig/Participatiebudget werd voor de Coronacrisis nog een positief resultaat verwacht van minimaal € 3,5 miljoen. Hierbij werd onder andere uitgegaan van een gemiddelde daling van 200 uitkeringen in 2020. We zien in het 1e halfjaar echter al een lichte stijging. Als gevolg van Corona zal deze stijging zich verder doorzetten. Omdat werklozen eerst een beroep doen op WW zal het grootste effect naar verwachting pas vanaf het vierde kwartaal zichtbaar worden. Het is niet realistisch om het positieve resultaat van minimaal € 3,5 miljoen nu te handhaven, daarom wordt vooralsnog een neutraal resultaat geprognosticeerd.

Door het rijk is inmiddels een korting opgelegd op het Buig-budget, voor Breda is het effect € 2,5 miljoen. Signalen zijn er ook dat deze korting bij definitieve vaststelling zal worden teruggedraaid. Om deze reden is met de korting in de huidige prognose geen rekening gehouden. Divosa en VNG zijn in gesprek met het ministerie van SZW over hoe te komen tot een goed macrobudget waarin de effecten van corona wél zijn meegenomen, en hoe deze middelen in deze uitzonderlijke situatie te verdelen onder gemeenten. De inzet is dat gemeenten de (financiële) middelen krijgen om te doen wat nodig is.

Als gevolg van het minder uitvoeren van fraudeonderzoeken door gemeenten uit de Regio verwachten we een tekort op de inkomsten van circa € 0,1 miljoen. De afgelopen jaren bleven de inkomsten achter bij de begroting en daarom wordt onderzocht hoe e.e.a. in de toekomst kostendekkend te maken.

  • Regionaal is er in het WSP West-Brabant een mobiliteitscentrum gevormd om werkgevers te helpen bij hun personeelsvraagstukken. De verwachting is dat door inzet op van-werk-naar-werk, de instroom in WW en uiteindelijk bijstand verminderd wordt. Ook wordt er een regionaal online platform gecreëerd waarbij scholing en matchen centraal staan. Hiermee kunnen werkgevers en werknemers sneller tot een match komen. Beide inzetten worden mogelijk gemaakt vanuit provinciale financiering. Voor “Perspectief op Werk” heeft Breda als centrumgemeente regionale middelen ontvangen van in totaal twee maal € 1 miljoen. De inzet van deze middelen is gelieerd aan “gebroken” boekjaren. De verwachting is dat voor het seizoen 2020-2021 een bedrag van circa € 0,8 miljoen wordt uitgegeven. 
  • Op 28 mei 2020 heeft de gemeenteraad het beleidsplan armoede- en schulden 2020-2023 “werken (aan geldzorgen) loont” vastgesteld. De ambitie en de activiteiten zoals genoemd in de begroting 2020 zijn gehandhaafd. Door de latere besluitvorming is wel de start van uitvoering van de activiteiten vertraagd met ongeveer een half jaar. De eerste activiteiten en maatregelen worden uitgevoerd vanaf het 3e kwartaal 2020.
    De financiële doelstelling zal door de vertraging niet in zijn geheel worden behaald. Er resteert naar verwachting een nog te behalen bedrag van € 0,08 miljoen. 
    Als gevolg van de Coronacrisis zal ook het gebruik van armoederegelingen toenemen. Op dit moment zien we nog niet echt een toename van het aantal aanvragen bijzondere bijstand. De grote effecten verwachten we vooral vanaf het 4e kwartaal 2020 met een doorwerking in 2021. Als we uitgaan van een gemiddelde stijging van 10% in het 4e kwartaal dan geeft dit voor 2020 een negatief resultaat van circa € 0,1 miljoen.
  • Gemeenten worden volledig door het Rijk gecompenseerd voor de uitkeringslasten én uitvoeringskosten voor de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Breda heeft een bedrag van € 27,4 miljoen als voorschot ontvangen. Voor uitvoeringskosten geldt een vast bedrag per genomen besluit. De vergoeding houdt rekening met eventuele herstelacties in verband met de rechtmatigheid en voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik in toekomstige jaren.
    Op basis van het aantal aanvragen tot nu toe en een inschatting van de aanvragen tot 1 oktober (einde TozoII) zou de vergoeding door het Rijk voor uitvoeringskosten een bedrag van ongeveer € 2,9 miljoen bedragen (bij 6.380 aanvragen). De werkelijke uitvoeringskosten in 2020 worden naar verwachting € 0,9 miljoen en in 2021 vooralsnog € 0,2 miljoen. Dit is een voorzichtige eerste inschatting. Op dit moment liggen er al circa 110 dossiers bij beroep&bezwaar en vindt er een check plaats op de rechtmatigheidsanalyse. Afhankelijk van die uitkomsten zal er mogelijk meer personele inzet nodig zijn de komende periode. Ook zien we als bijkomend effect van Tozo een hogere instroom in de reguliere Bbz doordat men meer wil lenen dan het maximale bedrag van € 0,01 miljoen in de Tozo-regeling. Deze toename kan niet binnen de huidige formatie worden opgevangen.
    Vanaf de inwerkingtreding van de Wet Tozo is een deel van de ambtelijke capaciteit ingezet om de enorme toestroom van aanvragen te kunnen verwerken. Dit was mogelijk omdat “eigen” werkzaamheden stilvielen als gevolg van de crisis. Naast eigen personeel was ook externe inhuur noodzakelijk. Omdat gemeentelijk personeel al is opgenomen in de begroting ontstaat er op de vergoeding van het Rijk nu een positief resultaat. Een gedeelte hiervan is nodig voor de inzet in 2021. Vooralsnog wordt er tegemoetkoming verwacht van € 2 miljoen.  Nadrukkelijk dient te worden opgemerkt dat hierbij nog geen rekening is gehouden met de hierboven genoemde aandachtspunten/ onzekerheden. Het  resultaat wordt gerapporteerd in Programma 5 omdat het de bedrijfsvoering van de gehele organisatie behelst.

Inzet steunmaatregelenpakket

  • Binnen participatie is vanuit de middellange termijnaanpak effecten coronavirus € 0,6 miljoen beschikbaar gesteld ten behoeve van reservering extra inzet en werkzaamheden. Er zal worden geprobeerd om met beperkte uitbreiding van capaciteit de te verwachte hoos aan aanvragen (bijzondere) bijstand, schuldhulpverlening en ook klachten/ bezwaren af te behandelen. Op dit moment is het nog niet zeker of het beschikbare budget voldoende is.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's
  • De omzetderving voor ATEA als gevolg van Corona is voor de periode maart tot en mei meer dan volledig gecompenseerd. Alhoewel de verwachting is dat ook de periode juni tot en met december wordt gecompenseerd is dit nog niet zeker op dit moment. In de prognose wordt rekening gehouden met het negatief resultaat als gevolg van de inkomstenderving. 
  • Als gevolg van Corona wordt er een aanzienlijke toename verwacht van het aantal aanvragen Schuldhulpverlening. De omvang is nog niet in te schatten op dit moment.

Thema Thuis

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het resultaat voor dit thema bedraagt € 2,3 miljoen positief.

  • Per april 2020 is de verantwoordelijkheid voor de vrouwenopvang in West-Brabant overgedragen van Juzt naar de nieuw opgerichte stichting Vrouwenopvang Safegroup.
    Vanuit verleende subsidies voor vrouwenopvang (rijksmiddelen DUVO) over de jaren 2015-2017 had Juzt toestemming om € 2,1 miljoen te reserveren voor de noodzakelijke vernieuwing van de opvangvoorziening aan de Assumburgstraat in Breda. Door omstandigheden zijn de oorspronkelijke plannen niet gerealiseerd. Inmiddels zijn in 2020 deze middelen teruggevloeid naar de gemeente en worden gesprekken gevoerd met de nieuwe Stichting Vrouwenopvang Safegroup over de inzet en voorwaarden waaronder de middelen verstrekt kunnen worden voor de ver- / nieuwbouw van de opvangvoorziening. Het moment van uitvoering is nog niet bekend. Om de middelen te behouden voor dit doel wordt voorgesteld een bestemmingsreserve te vormen, en het bedrag van € 2,1 miljoen te storten in de reserve.
  • Het programma GHNT (Geweld hoort nergens Thuis) voorziet in training van honderden medewerkers van de 16 regiogemeenten (klantmanagers maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen, jeugdprofessionals) Door de Coronamaatregelen zijn geplande trainingssessies deels omgezet naar online-activiteiten en deels verschoven naar de 2e helft van 2020.
    Naar verwachting wordt er bij de septembercirculaire voor Huiselijk geweld € 1,5 miljoen aan extra middelen toegekend. Hiervoor zal op dat moment de begroting worden aangepast.
  • We werken momenteel aan het ontwerp voor de nieuwe Doorstroomvoorziening en we starten de bouwvoorbereidingen. De daadwerkelijke bouw start in het tweede kwartaal van 2021. Naar verwachting wordt de nieuwbouw in de tweede helft van 2022 in gebruik genomen.
  • We hebben in de afgelopen maanden specifieke coronamaatregelen moeten nemen voor de doelgroep dak- en thuislozen. Hierbij waren en zijn de richtlijnen van het Rijk het uitgangspunt. Extra maatregelen waren en blijven daarbij nodig om voldoende afstand te kunnen bieden in opvanglocaties, en om andere doelgroepen tijdelijk op te vangen. Kijkend naar de extra kosten voor de genomen maatregelen tot nu toe, is de inschatting voor de omvang van coronagerelateerde uitgaven in 2020 vooralsnog een bedrag van ca. € 0,7 miljoen. In het compensatiepakket van het kabinet voor corona is een bedrag van € 1,6 miljoen beschikbaar gesteld via een verhoging van de rijksbijdrage voor Maatschappelijke opvang. Deze compensatie lijkt voldoende voor de te maken kosten, er resteert maximaal € 0,9 miljoen in 2020.
  • In januari hebben we voor onze regio het “Versterkingsplan tegen dak- en thuisloosheid regio Breda 2020” ingediend bij het ministerie. Inmiddels is duidelijk dat we als gemeente Breda voor de regio totaal € 1,9 miljoen ontvangen voor 2020 en 2021. Ook de regiogemeenten ontvangen middelen voor de bestrijding van dak- en thuisloosheid. Met dit versterkingsplan maken we onze huidige integrale aanpak van dak- en thuisloosheid op onderdelen nog effectiever. We investeren in preventie en vroegsignalering, het verstevigen van de mogelijkheid voor dak- en thuislozen om mee te doen in de samenleving en een kwaliteitsimpuls in het aanbod van woningen en opvangvoorzieningen in de regio Breda.
  • Bij het product Beschermd wonen is er een negatief resultaat van € 0,08 miljoen inclusief de toerekening van € 0,46 miljoen vanwege de overschrijding op de bedrijfsvoering als gevolg van meer benodigde personele capaciteit.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's
  • Ook bij dit thema laten we de aanname los dat er na de coronacrisis een mogelijke toename in de zorgvraag zal komen. Hiervoor zijn geen concrete aanwijzingen en het lijkt dus realistisch om hier geen risico voor op te nemen.
  • In de komende maanden zal bij de zorgaanbieders de uitvraag plaatsvinden van de meerkosten als gevolg van Corona. Over de omvang hiervan en de concrete compensatie vanuit het Rijk zijn geen harde gegevens te duiden. Vooralsnog gaan we ervan uit dat deze niet zullen leiden tot een tekort voor de gemeente.

Thema Leven

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het te verwachten resultaat voor dit thema bedraagt € 0,1 miljoen positief.

  • Als gevolg van Corona is de start van de Vuelta in Nederland niet doorgegaan. Op dit moment wordt onderzocht of een start van de Vuelta in 2022 in Nederland mogelijk is en welke financiële consequenties dit heeft.
  • Een ander gevolg van Corona is dat een aantal geplande gesubsidieerde sportevenementen niet is doorgegaan. Hierdoor zal waarschijnlijk een bedrag van circa € 0,05 miljoen niet uitgegeven worden. Ook hebben alle sportaanbieders als gevolg van de maatregelen hun sportaanbod moeten staken of aanpassen.

Inzet steunmaatregelenpakket:

  • Vanuit het steunpakket coronamaatregelen is € 0,25 miljoen toegevoegd aan de begroting van sportbeleid. Steunpakket betreft: Waar de bestaanszekerheid van verenigingen in het geding komt leveren we maatwerk. Eventueel maatwerk wordt toegepast als middel om bestaanszekerheid te garanderen, niet als compensatie voor gederfde inkomsten. Medio juli zijn er nog geen concrete aanvragen ontvangen. De verwachting is dat deze mogelijk dit najaar nog gaan volgen, ook afhankelijk van de ontwikkelingen.

 

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's
  • De coronacrisis heeft grote financiële impact op de GGD. De GGD werkt met verschillende scenario's om inzicht te krijgen in de gevolgen voor de uitvoering van haar (opgelegde) taken in relatie tot het geld. Het Rijk geeft aan financiële compensatie te verstrekken voor alle meerkosten en vraaguitval i.v.m. corona. Onzekerheid bestaat over de omvang en duur van kosten, de hoogte van de uiteindelijk compensatie vanuit het Rijk, maar ook over hoe deze compensatie uiteindelijk wordt verstrekt. Het verzoek aan het Rijk vanuit de GGD'en is om direct te compenseren, en niet via de gemeenten met behulp van het gemeentefonds. Compensatie via het gemeentefonds zou herverdelingseffecten veroorzaken die negatief kunnen uitpakken voor gemeente Breda dan wel de GGD.
  • Omdat de GGD maximaal prioriteit heeft gegeven aan het bestrijden en indammen van het coronavirus zijn minder inspanningen en activiteiten ontplooit op andere beleidsterreinen, zoals toezicht op voorzieningen Kinderopvang en jeugdgezondheidszorg. Hiermee ontstaat een risico op achterstallig werk.

Thema Ontmoeten

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het te verwachten resultaat voor dit thema bedraagt € 0,2 miljoen positief.

  •  In de periode medio maart tot begin juni zijn de wijkplatforms in beperkte vorm doorgegaan. De eerste stappen naar digitaal vergaderen zijn gezet om aanvragen voor initiatieven door te laten gaan. In deze periode zijn er minder aanvragen bij wijkplatforms binnengekomen dan afgelopen jaren.
    Vanaf juni nemen de aanvragen weer toe en lijkt een voorzichtige inhaalslag gemaakt te worden. Het is nu nog te vroeg om aan te geven welke financiële consequenties dit precies zal hebben op de uitnutting. Kans is zeker aanwezig dat niet in alle wijk- en dorpsplatforms budgetten volledig besteed worden, de eerste indicatie is dat er € 0,1 miljoen resteert.
  • De aanpak kwetsbare wijken loopt ondanks coronacrisis beleidsmatig door. Wijkfoto’s en wijkagenda’s zijn gemaakt en in uitvoering. In enkele projecten is enige vertraging opgelopen. Voorzichtige inschatting is dat niet alle projecten uit de wijkagenda’s volledig uitgevoerd kunnen worden dit jaar en er budget overblijft van ca. € 0,1 miljoen.
    Vanuit het Rijk is begin dit jaar de voorbereiding gestart van het Interbestuurlijke Programma Leefbaarheid en Veiligheid, waarbij Breda-Noord aangemerkt is als stedelijk vernieuwingsgebied. De start is naar verwachting in 2021. We leggen hierbij verbinding met de uitvoeringsaanpak ‘Een plus op kwetsbare wijken en vroegsignaleringswijken'.
  • We bieden aantrekkelijke en veilige speelplekken in iedere wijk. Op speelplekken kunnen verschillende leeftijdsgroepen elkaar ontmoeten, samen spelen en bewegen. Om bij de speelvoorzieningen binnen de beschikbare middelen te blijven is de keuze gemaakt om onveilige toestellen te verwijderen en voorlopig niet te vervangen. Tevens wordt voor de toekomst bekeken hoe het beleid en/of financiën moeten worden aangepast, zodat beleid en financiële middelen in balans zijn.

Inzet Steunmaatregelenpakket

  • Vanaf medio maart zijn de wijk- en dorpscentra gesloten. Met de verruimingen vanaf begin juni kunnen ze langzaam weer open en moeten ze werken met de maatregelen die landelijk voorgeschreven zijn, zoals de 1,5 meter afstand. De maatregelen voor de dorps-en wijkcentra zijn inhoudelijk uitgewerkt in een protocol, er is intensief begeleiding vanuit de gemeente geweest voor de vrijwillige besturen en voor de financiële tegemoetkoming zijn subsidieregels uitgewerkt als onderdeel van het gemeentelijke steunpakket. Hiervoor is een budget begroot van € 0,5 miljoen om het bestaansrecht te garanderen van deze wijk- en dorpscentra.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's
  • Het risico bestaat dat voor wijk- en dorpscentra een sluitende exploitatie niet haalbaar is bij een nieuwe sluiting of langdurige voortzetting van de maatregelen 1,5 meter samenleving. Voor enkele wijk- en dorpscentra komt hierdoor hun bestaansrecht direct in gevaar, en wordt voor vele centra de financiële situatie wederom op langere termijn niet houdbaar. Extra aandacht hiervoor blijft nodig.