Vitaal en Sociaal Breda

Het te verwachten resultaat van dit programma bedraagt € 0,85 miljoen negatief.

Thema Opgroeien

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het te verwachten resultaat bedraagt € 0,2 miljoen positief.

Algemeen

  • Voor 2021 verwachten wij een voordeel van € 3,16 miljoen op onze Rijksinkomsten vanuit het gemeentefonds. In de begroting hadden we reeds een claim opgenomen op het Rijk van € 1,6 miljoen. In de meicirculaire 2021 is gepubliceerd dat we voor 2021 € 4,35 miljoen extra ontvangen voor jeugdhulp, en in latere Rijkscirculaires verwachten we daar aanvullend nog € 0,43 miljoen op te ontvangen. De hogere Rijksinkomsten worden hoofdzakelijk veroorzaakt doordat het demissionaire kabinet voor 2021 € 613 miljoen beschikbaar heeft gesteld aan gemeenten voor het oplossen van de acute problematiek in de jeugdzorg. Die afspraak hebben het kabinet en de VNG in april 2021 gemaakt. Met dit geld komt er onder andere ruimte om de crisiscapaciteit in de jeugd-ggz uit te breiden, wachttijden aan te pakken, en voor de aanpak praktijkondersteuning bij de huisarts. Daarnaast is afgesproken dat gemeenten en Rijk aan de slag gaan met maatregelen om de structurele houdbaarheid van de uitvoering van de Jeugdwet te verbeteren. Op genoemde onderwerpen zijn reeds plannen en activiteiten in Breda in uitvoering. Er is proactief gehandeld en er is niet gewacht op de Rijksmiddelen om deze problematiek op te pakken. 

Beheersmaatregelen

  • Vooruitlopend op de vanuit het Rijk aangekondigde extra middelen, is bij het toegangsteam van de gemeente geïnvesteerd in extra personele capaciteit (6 fte) om meer grip te krijgen op de in te zetten jeugdhulp en de wachttijden voor de gemeentelijke toegang. Hierdoor ontstaat een extra kostenpost in de bedrijfsvoering van € 0,5 miljoen. Focus ligt daarbij op het inzetten van passende zorg, het verkorten van doorlooptijden, een uniforme werkwijze, meer gebruik maken van beschikbare data en meer samenwerking met het voorliggend veld en zorgaanbieders. Deze investering is nodig om de kwaliteit verder te verbeteren en op termijn ook de kosten van jeugdzorg naar een acceptabel niveau te krijgen (een landelijk vraagstuk). Momenteel is er sprake van een toename van het aantal meldingen van ongeveer 30% in de maanden januari tot en met mei ten opzichte van dezelfde maanden vorig jaar. De wachttijden zijn daarmee, ondanks de extra investering op inzet van extra personeel, nog niet teruggedrongen. De oorzaak van de toename van de meldingen wordt verder onderzocht, maar er kan aangenomen worden dat dit te maken heeft met de coronapandemie. In het eerder verschenen AEF-rapport werd al benoemd dat we rekening moeten houden met een toename van specialistische jeugdhulp. Diezelfde wachttijden zien we terug bij de inzet van jeugdhulp-ggz door gecontracteerde aanbieders als gevolg van een stijging van het aantal kinderen en jeugd wat deze zorg nodig heeft.
  • De nieuwe verordening Jeugdhulp is ingegaan per 29 januari jl. Een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, die betrekking heeft op de inkomenstoets, geeft aanleiding om de verordening aan te passen. Het is te vroeg om eventuele financiële effecten hiervan te duiden.
  • De in 2021 afgeronde administratieve onderzoeken bij jeugdhulpaanbieders hebben een bedrag van ongeveer € 0,48 miljoen onrechtmatig gedeclareerde (en dus terug te vorderen) zorgkosten opgeleverd. Een deel hiervan is al gecorrigeerd bij de ingediende productieverantwoordingen over 2020. Met de inzet van deze beheersmaatregel verwachten we € 0,9 miljoen te realiseren in 2021.

Familie/Jeugdhulp

  • Steeds meer aanbieders voldoen aan de verplichting om maandelijks te declareren. Dit heeft geleid tot een meer actueel beeld van de declaraties. Desondanks blijft het maken van een betrouwbare inschatting van de kostenontwikkeling een uitdaging. Het open einde karakter van jeugdhulp speelt in dit verband ook een rol. Binnen de ambulante jeugdhulp zien we een toename van het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van jeugdhulp. Ook zien we dat jeugdigen gemiddeld genomen gebruik maken van meer jeugdhulptrajecten. Instroom en uitstroom uit jeugdhulp zijn nog niet in balans waardoor kosten toenemen. De coronapandemie lijkt hier een rol in te spelen, echter laten gevolgen zich moeilijk kwantificeren. Voor het onderdeel familie/Jeugdhulp verwachten we een tekort van € 3,1 miljoen. Gelet op de autonome groei verwachten we met de inzet van het beheersmaatregelenpakket € 0,6 miljoen in de 2e helft van 2021 alsnog om te kunnen buigen.
  • Sinds eind 2020 is – in aanvulling op de pijlers Recreëren en Ontmoeten uit ‘Samen tegen corona’ - gestart met een aanpak die specifiek gericht is op het beperken van de negatieve gevolgen van corona voor jongeren in onze stad. Op vier aandachtsgebieden zijn activiteiten gestart: Kwetsbaarheid en sociaal welbevinden, Onderwijs, Activiteiten en Innovatie. In de raadsbrief van 7 juni 2021 over dit onderwerp informeerden wij u over de resultaten tot op dat moment.

Onderwijs-zorg

  • Met het project Plein 3 wordt gewerkt aan een in de onderwijssetting ingepast hulpaanbod voor jongeren die volledig zijn vastgelopen in het (speciaal) onderwijs of na een periode van gesloten jeugdzorg of jeugddetentie nergens anders terecht kunnen. Gelet op het feit dat deze ontwikkeling na de vaststelling van de begroting heeft plaatsgevonden, kan dit worden gezien als een aanvullende uitgave op de begroting.

Veiligheid

  • De kosten voor jeugdbescherming en jeugdreclassering (JB/JR) zijn gestegen. We verwachten op de maatregelen JB/JR 2021 een tekort van € 0,6 miljoen. Dit heeft te maken met een stijging van het aantal maatregelen, maar ook met de jaarlijkse indexatie van het tarief. Op basis van een lopend kostprijsonderzoek en een onderzoek naar de bedrijfsvoering van Jeugdbescherming Brabant (door de 5 Brabantse jeugdhulpregio’s gestart) is mogelijk nog een verdere kostenstijging te verwachten. Tussen de Jeugdhulpregio’s, Gecertificeerde instellingen (GI’s) en Jeugdautoriteit (JA) is een principeakkoord bereikt over de tarieven voor alle GI’s vanaf het jaar 2020. Basis was het rapport van de JA aangaande het traject kostprijsonderzoek dat was afgesproken in de aanbesteding en contractueel was vastgelegd. Daarnaast is een transitievergoeding overeengekomen voor Jeugdbescherming Brabant. Deze ontwikkelingen leveren een aanvullend tekort op van € 0,2 miljoen.
  • Crisisinterventies worden door Jeugdbescherming Brabant uitgevoerd. Deze taak werd door de jeugdhulpregio’s West-Brabant Oost (WBO) en West-Brabant West (WBW) gezamenlijk ingekocht. Beide regio’s oriënteerden zich op een alternatief. De jeugdhulpregio WBW heeft al voor een alternatief gekozen en de overeenkomst met ingang van 1 juli 2021 beëindigd. De regio WBO heeft het onderzoek nog niet afgerond en continueert vooralsnog de overeenkomst. 
  • JBB heeft per 21 juni 2021 een cliëntenstop aangekondigd. Om goed gecoördineerd en efficiënt te werken aan alle consequenties hiervan (en in plaats van reactief ook vooral proactief te kunnen zijn vanuit de rol van gemeenten, alsook de bovenregionale samenwerking en invloed te borgen) wordt een regionaal (WBO) “crisisprojectteam” opgezet. Dit team zal naar verwachting tot het eind van het jaar operationeel zijn en – afhankelijk van de fase in het proces - naar verwachting bestaan uit 6-10 fte. Het proces zit momenteel in de opstartfase, waardoor het te vroeg is om een goede inschatting te maken van de kosten. Momenteel wordt bezien waar en hoe de kosten kunnen worden verdeeld tussen de regiogemeenten. Voorlopig verwachten we dat door deze ontwikkeling een tekort optreedt in 2021 van € 0,1 miljoen.

Regionaal Bureau Leerplicht

  • Vanwege het positieve resultaat van het RBL bij haar jaarrekening 2020 ontstaat voor de gemeente Breda een voordeel van € 0,06 miljoen. Voornamelijk vanwege een eenmalige afrekening van regionale ESF actieve inclusief 2e tranche 2017-2019.

Gevolgen corona

Terug naar navigatie - Gevolgen corona

De gevolgen van corona op de jeugdhulp zijn niet volledig te destilleren. Een direct causaal verband tussen inzet van jeugdhulp en de omstandigheden gecreëerd door de coronacrisis is moeilijk te leggen. De volgende specifieke ontwikkelingen zijn te melden:  

  • In de jaarrekening 2020 zijn er middelen overgeheveld voor de uitvoering van de subsidieregeling tegemoetkoming vrijwilligersorganisaties Jeugd Covid-19 in 2021. Hier resteert € 0,04 miljoen van. Met daartegenover een lagere onttrekking van de algemene reserve. 
  • Voor geheel 2021 is volledige compensatie afgesproken tussen Rijk en VNG gemeenten voor de meerkosten van jeugd en Wmo. Hiervoor hebben we een regeling getroffen. In de septembercirculaire 2021 verwachten we hier meer duidelijkheid over de compensatie vanuit het Rijk.

Er is een aanpak preventie jongeren, met een onderdeel corona. Deze is en wordt aangevuld met middelen vanuit Rijk in relatie tot onderwijs (Slob middelen) en het Nationaal onderwijs programma (NPO, aangekondigd voor de periode t/m 2023). Met de schoolbesturen is afstemming over de inzet en afstemming over de extra impuls. Naast de gemeenten ontvangen de afzonderlijke schooltypen ook een impuls. Centrale en gezamenlijke thema’s zijn daarbij versterken veerkracht, kansengelijkheid en talentontwikkeling. De hoogte van de NPO gelden zijn voor 2021-2023 zijn € 3,6 miljoen en zijn naar schatting voor 2021 € 0,76 miljoen.  

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

De toenemende (psychische) problematiek bij de jeugd door de gevolgen van de coronapandemie kunnen nog verder toenemen (later manifesteren) en leiden tot meer instroom, dan wel lagere uitstroom in de jeugdhulp, waardoor hogere lasten kunnen ontstaan. Dit maakt het prognosticeren moeilijk.  

Thema Betrokken zijn

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het te verwachten resultaat bedraagt € 5,7 miljoen negatief.

  • Implementatie van de eerder aangekondigde Huishoudelijke Verzorging (HV) 3.
    In 2021 zouden we met de eerste HV3-ers gaan werken.
    De praktijk rondom een combinatie van HV en lichte begeleiding in één maatwerkvoorziening laat inmiddels een ander beeld zien. Met de introductie van ‘de klantreis’ als onderdeel van de beweging naar de voorkant zien we dat vooral lichte begeleiding ondervangen kan worden vanuit een voorliggende oplossing (tijdelijk maatschappelijk werk, inzet van vrijwilliger). Dit maakt dat klanten met een gecombineerde vraag voor huishoudelijke ondersteuning en lichte begeleiding minder vaak gebruik zouden maken van HV3 wanneer dit beschikbaar is. Een gedeelte van de vraag wordt namelijk voorliggend opgelost waardoor aanvullend alleen nog huishoudelijke hulp nodig is vanuit een maatwerkvoorziening. Daarnaast zien we uit een bestandsanalyse dat het aantal huidige cliënten met een combinatie van HV en lichte begeleiding kleiner is dan we eerder aannamen. Om zicht te krijgen op de vraag of de introductie van HV3 nu nog meerwaarde biedt loopt hier eerst een onderzoek naar.
  • Het negatieve resultaat voor Wmo begeleiding en HV is voor € 4,9 miljoen toe te schrijven aan de volgende ontwikkelingen: aanzuigende werking door invoering van het abonnementstarief door het Rijk voor eigen bijdragen, demografische ontwikkelingen (vergrijzing) en door de toenemende vraag van complexere zorg (mede door de coronacrisis). De belangrijkste verschillen betreffen:
    • Door de aanzuigende werking van het abonnementstarief hebben wij een claim van € 3,9 miljoen neergelegd bij het Rijk ter compensatie voor de ontstane hogere kosten o.a. bij huishoudelijke verzorging. In een kamerbrief is door het Rijk aangegeven dat aanvullende compensatie voor WMO niet aan de orde is. Er worden momenteel door VWS wel aanpassingen van het abonnementstarief voorbereid ten behoeve van een volgend kabinet. De mogelijke terugkeer van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage maakt daar onderdeel van uit. Helderheid hierover komt met een nieuw regeerakkoord. De claim op het Rijk is opgenomen in het risicoprofiel. De verwachte toename van het aantal cliënten op HV1 blijft licht achter in de eerste maanden van het jaar ten opzichte van de opgestelde begroting. De verwachte afname van het aantal cliënten op HV2 loopt voor op de verwachting. Hierop hebben wij de prognose aangepast waardoor het tekort op huishoudelijke verzorging € 3,3 miljoen bedraagt.
    • Het project bewegen naar de voorkant is van start gegaan (beheersmaatregel). Hiervan verwachten wij dat de post begeleiding in kosten gaat afnemen ten opzichte van het vorig boekjaar (totale kosten 2020 € 15 miljoen). Voorzichtigheidshalve hebben we in deze bestuursrapportage de prognose gebaseerd op de huidige afgegeven indicaties, waardoor er een negatief resultaat van € 2 miljoen is geprognosticeerd. Mede omdat we bij begeleiding een toename zien bij de doelgroep jongeren/jongvolwassenen in de leeftijd van 18 t/m 27 jaar, zal dit het verwachte effect van het project bewegen naar de voorkant neutraliseren. De toename bij de doelgroepen 18 t/m 27 jaar lijkt toe te schrijven aan de coronacrisis. Klantmanagers van de Wmo geven aan, dat ze meer jongeren zien die vastlopen met studie, die zoekende zijn naar passend werk, en/of structuren van dag, die terugvallen in oud/ongewenst gedrag, middelengebruik en die psychisch vastlopen. We hebben extra oog voor deze doelgroep, onder andere via Breday, maar ook door te verkennen of zij geholpen zijn met andere hulp dan de ‘reguliere’ begeleiding.
    • Daarnaast verwachten wij op de post capaciteit een negatief resultaat van € 0,4 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door inzet van inhuurkrachten. Deze inzet is nodig om de capaciteit bij piekwerkzaamheden en langdurige afwezigheid door ziekte/zwangerschapsverlof van vast personeel op te vangen. De ontvangen vergoeding/ZW-gelden dekken niet de volledige kosten van inhuurkrachten.
    • Op de posten zorgverzekering en Persoons Gebonden Budget (PGB) begeleiding/huishoudelijke verzorging is er een positief resultaat van € 0,8 miljoen. Dit positieve resultaat is toe te schrijven aan de beheersmaatregelen versobering bijdrage zorgverzekering en sturen op PGB.
  • Het resultaat wordt voor € 1,1 miljoen negatief veroorzaakt door de posten woon- en vervoersvoorzieningen binnen de Wmo.
    • Door het gevolg van langdurige afwezigheid van passende woonruimte verwachten we op de post woonvoorzieningen grote incidentele uitgaven aan noodzakelijke woningaanpassingen.
    • In de begroting 2021 is per abuis twee keer een beheersmaatregel van € 0,3 miljoen opgenomen op collectief Vervoer (Wmo deeltaxi en algemene bezuiniging). Deeltaxi lijkt realistisch en realiseerbaar, algemeen collectief Vervoer is naar verwachting budgetneutraal en verdere kostenbeheersing is niet realistisch.
    • Vanuit het Rijk is aangegeven dat Wmo-klanten met een (geldige) Wmo deeltaxipas met deeltaxi kunnen reizen naar een geregistreerde vaccinatie locatie. De klanten betalen voor de heen- en terugrit geen klantbijdrage.
  • Het resultaat wordt positief beïnvloed door de post terugvordering subsidies. Hierop wordt een resultaat verwacht van € 0,3 miljoen.

Gevolgen corona

Terug naar navigatie - Gevolgen corona

In het kader van corona worden maatregelen voorbereid ter compensatie van zorgaanbieders in de meerkosten en inkomstenderving. De VNG doet daarbij de oproep aan gemeenten om maatwerk te verlenen als de continuïteit van een instelling in het geding is. Vooralsnog gaan we ervan uit dat we hiervoor volledig gecompenseerd worden door het Rijk.

Thema Leren, ontwikkelen en werken

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het te verwachten resultaat bedraagt € 4,6 miljoen positief.

Bijstandsuitkeringen
Het kalenderjaar 2021 staat - zoals verwacht - in het teken van stabilisatie. Het uitgangspunt is de coronacrisis zo goed als mogelijk weerstand bieden. Zowel online als offline wordt de dienstverlening gecontinueerd en dit heeft tot nu toe geresulteerd in een stabilisatie van het aantal bijstandsuitkeringen. We kunnen concluderen dat in het eerste halfjaar – mede door de landelijke en lokale steunmaatregelen – er geen massieve stroom van Bredanaars is die bij ons moeten aankloppen. Het herstel van de economie en de daarmee gepaarde werkgelegenheid is rooskleuriger dan in eerste instantie werd verwacht.

Het gemiddeld aantal uitkeringen in het 1e halfjaar 2021 bedraagt ca. 4.450 (in de begroting is rekening gehouden met een gemiddeld aantal uitkeringen van 4.500-4.600). Bij gelijkblijvende omstandigheden gedurende de 2e helft van dit jaar en het realiseren van 150 fte. baanafspraken en 91 fte. nieuw beschut werk verwachten we een positief resultaat op Buig van circa € 2,5 miljoen.
Eind april is het budget Buig nader voorlopig vastgesteld. Voor Breda is dit een verlaging van het budget met € 0,6 miljoen (budget was € 72,4 miljoen dit wordt € 71,8 miljoen). In september aanstaande wordt het budget Buig pas definitief vastgesteld.

Als gevolg van het minder afnemen van fraudeonderzoeken door gemeenten uit de Regio verwachten we een tekort op de inkomsten van circa € 0,16 miljoen. De afgelopen jaren blijven de inkomsten achter bij de begroting en daarom wordt onderzocht hoe één en ander in de toekomst kostendekkend te maken.

Tegenprestatie
Vanwege de coronamaatregelen is de uitvoering van de tegenprestatie eerder tot 1 oktober 2020 opgeschort. Vervolgens kwamen er opnieuw lockdowns. Naar verwachting kan de uitvoering van de tegenprestatie per 1 juli 2021 weer opgepakt worden. 350 mensen zijn vooralsnog niet geplaatst in 2021. De raad is hierover geïnformeerd.

Regionale samenwerking
Voor de regionale samenwerking WerkgeversServicePunt (WSP) komt jaarlijks € 0,38 miljoen beschikbaar. Deze middelen worden op basis van regionale plannen uitgegeven. Voor 2021 zijn de inhoudelijke plannen nog niet gereed (focus ligt nu op crisisdienstverlening) waardoor er waarschijnlijk een bedrag van € 0,3 miljoen overblijft.

Voor het regionale project Perspectief op Werk (PoW) is in 2021 een bedrag van € 1 miljoen beschikbaar.  Mogelijk dat niet alle middelen (circa € 0,25 miljoen) dit jaar worden uitgegeven .

Armoede en schulden
Door de corona pandemie zijn meerdere activiteiten ter uitvoering van het beleidsplan uitgesteld. Dit uitstel komt deels ook doordat capaciteit, die bedoeld was om bepaalde activiteiten in 2021 vorm te geven, wordt ingezet bij het vormgeven van steun aan gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire.

Conform het beleidsplan is in 2020 gestart met een schuldenafkoopfonds. Aan dit fonds is een bedrag van € 0,32 miljoen toegevoegd (€ 0,1 miljoen structureel en € 0,22 miljoen eenmalig). Aan het einde van dit jaar resteert in dit fonds naar verwachting een bedrag van ca. € 0,16 miljoen.  

Sportclubs, sportverenigingen en culturele instellingen en wijkcentra zijn veelal dicht geweest in 2020 en daarom zijn er minder vergoedingen gedaan aan BredaPashouders. Daarom is bij de jaarrekening 2020 een bedrag van € 0,13 miljoen overgeheveld naar 2021. Dit om, zodra het kan, meer mensen te laten sporten en gezond te krijgen, en een eventuele toeloop op het aantal BredaPashouders a.g.v. de crisis op te kunnen vangen. Door de lockdown zijn in het 1e halfjaar nog steeds minder vergoedingen gedaan aan BredaPashouders. De verwachting is dat de nog resterende uitgaven gedaan kunnen worden uit het reguliere budget voor de BredaPas en de restantmiddelen uit 2020 niet meer nodig zijn.

Kinderopvangtoeslagenaffaire
Ook gemeenten gaan gedupeerden van de kinderopvangtoeslag ondersteunen. Zo heeft Breda begin 2021 een digitaal meldpunt geopend. Hier kan iedereen die denkt gedupeerd te zijn contact opnemen met de gemeente Breda om een persoonlijk gesprek aan te vragen met een gemeentelijke hulpverlener.
De informatievoorziening vanuit de Belastingdienst richting gemeenten is niet optimaal. Wel hebben we in de loop van 2021 diverse lijsten gehad met namen van Bredase inwoners die zich hebben gemeld bij de Belastingdienst. De gemeente mag op basis van die lijsten proactief eenmalig contact opnemen met melders om te inventariseren of er behoefte is aan een gesprek met gemeentelijke vertegenwoordigers en/of te vragen of er sprake is van een hulpvraag.
Inmiddels hebben meer dan 150 personen een of meerdere gesprekken gehad met gemeentelijke hulpverleners. Daarbij waren veel hulpvragen, veelal betrekking hebbend op voorzieningen voor kinderen. In het voorjaar is een landelijk moratorium van kracht geworden, welke ook betrekking had op diverse soorten gemeentelijke vorderingen. Dit heeft ertoe geleid dat in Breda diverse gemeentelijke vorderingen op melders zijn gepauzeerd.
Vanaf september is Breda begonnen met het kwijtschelden van daartoe aangewezen gemeentelijke publieke vorderingen op gedupeerden. Hiermee is geanticipeerd op een wetswijziging die naar verwachting op 1 januari 2022 in werking treedt.
Voor al de door de gemeente gemaakte kosten geldt dat deze via nacalculatie worden vergoed door het Rijk. Hierover bent u regelmatig geïnformeerd met raadsbrieven.

Gevolgen corona

Terug naar navigatie - Gevolgen corona

De gevolgen van corona op de onderwerpen met betrekking tot participatie zijn niet volledig te destilleren. Een direct causaal verband tussen inzet van participatie en de omstandigheden gecreëerd door de coronacrisis is moeilijk te leggen. De volgende specifieke ontwikkelingen zijn te melden:  

TONK
De TONK (Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten) is bedoeld om terugval van inkomen a.g.v. corona op te kunnen vangen. Gemeentes voeren de regeling uit. De regeling liep in eerste instantie tot en met 30 juni maar is onlangs verlengd tot 1 oktober 2021. De VNG en het Rijk roepen gemeenten op om de TONK ruimhartig uit te voeren. Voor de gehele periode is landelijk € 260 miljoen beschikbaar. Dit bedrag is inclusief kosten voor de uitvoering. In de aanvullende brief gemeentefonds maart 2021 is de eerste tranche van € 65 miljoen beschikbaar gekomen. Voor Breda  is dit een bedrag van € 0,8 miljoen. De tweede tranche van € 195 miljoen komt beschikbaar in de septembercirculaire van het gemeentefonds, voor Breda naar verwachting een bedrag van circa € 2,4 miljoen. In werkelijkheid is er per begin juli een bedrag van € 0,95 miljoen uitgegeven. De verwachting is dat de uitgaven richting 1 oktober 2021 zullen stijgen i.v.m. de dreigende vierde golf en het verhogen van de maximale eenmalige bijdrage van € 6.000 naar € 9.000. Dit om huishoudens beter te kunnen ondersteunen en gehoor te geven aan de roep om de regeling ruimhartig uit te voeren. Ook zal het College in september 2021 voorstellen een fonds op te richten met een deel van de middelen om bijvoorbeeld zzp-ers tijdelijk financieel te ondersteunen. Mocht in de periode tot 1 oktober 2021 anders blijken, dan zal de gemeente daarop nog anticiperen.

TOZO
Gemeenten worden volledig door het Rijk gecompenseerd voor de uitkeringslasten én uitvoeringskosten voor de tijdelijke overbruggingsregeling TOZO (Tijdelijke Ondersteuning Zelfstandige Ondernemers). Breda heeft voor 2021 inmiddels een voorschot ontvangen van € 8,5 miljoen. Voor uitvoeringskosten geldt een vast bedrag per genomen besluit. Tot en met juni zijn er 1.624 en 41 aanvragen ontvangen voor respectievelijk levensonderhoud en bedrijfskapitaal. Een bedrag van € 7,9 miljoen is uitbetaald (€ 7,7 miljoen levensonderhoud en € 0,3 miljoen kapitaalverstrekking). De oorspronkelijke Tozo-regeling is onlangs verlengd tot en met september 2021 (TOZO 5). Daar de uitvoering van Tozo dit jaar voornamelijk door externe inhuur geschied en er veel extra beheershandelingen moeten worden verricht is de verwachting dat de vergoeding van het Rijk, dit jaar en voor afwikkelingskosten in het volgend jaar, volledig benodigd zal zijn.

Aanvullend sociaal pakket Rijk
Bij het aanvullend sociaal pakket van het Rijk zijn extra middelen beschikbaar gekomen voor 2020 en 2021 om de gevolgen van de coronacrisis op te kunnen vangen. Dit op het gebied van armoede- en schuldenbeleid, re-integratie en crisisdienstverlening arbeidsmarktregio’s. Ook voor 2022 zouden er middelen komen, maar omdat dit niet is aangekondigd in de afgelopen meicirculaire van het gemeentefonds is het nog maar de vraag of deze middelen nog komen (mogelijk in de septembercirculaire hierover meer duidelijkheid).

Onder andere door de aanhoudende lockdown in het eerste halfjaar 2021 blijven er op onderdelen middelen over in 2021:

  • Voor crisisdienstverlening in de regio is voor 2021 een bedrag van € 2,1 miljoen beschikbaar. Voor nog niet alle projecten is planvorming door de Regio gereed. Bij met name "Samenwerking t.b.v. zelfstandigen" en "Coördinatie aanpak jeugdwerkloosheid" zal niet het gehele budget dit jaar worden uitgegeven. Een eerste voorzichtige inschatting hiervoor is een bedrag van € 0,8 miljoen.
  • Naast extra middelen voor re-integratie van € 1,3 miljoen is er ook nog € 0,5 miljoen beschikbaar gesteld als tijdelijke impuls. Deze € 0,5 miljoen zal dit jaar niet meer worden uitgegeven. Mogelijk dat ook een gedeelte van de extra € 1,3 miljoen niet meer in 2021 kan worden ingezet omdat projecten/activiteiten vertragen als gevolg van Corona. Het is nu nog lastig om hier een concreet bedrag  aan te geven.

Inzet steunmaatregelenpakket

Terug naar navigatie - Inzet steunmaatregelenpakket

Voor het onderdeel Werken/Arbeidsmarkt betreft dit de volgende 3 projecten:

  • Jongerenloket/Breday (€ 250.000)
  • Werkgeversondersteuning personeel (€ 250.000)
  • Voedselbank Heuvel (€ 10.000).

De projecten zullen naar verwachting volgens begroting worden uitgevoerd. Bij Werkgeversondersteuning personeel zal naar verwachting € 0,05 miljoen resteren i.v.m. de inzet van een regionale subsidie.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

Het herstel van de economie en de daarmee gepaarde werkgelegenheid is rooskleuriger dan in eerste instantie werd verwacht. Toch zullen er nog gevolgen zijn voor armoedebestrijding, schuldhulpverlening en extra capaciteit om mensen weer naar werk te leiden. Speciale aandacht hierbij voor de te verwachte extra instroom in de Bbz na afloop van de Tozo-regeling. Er zal moeten worden gewerkt aan een goede exit/ overgangsstrategie voor de huidige (tijdelijke) ondernemersregelingen naar nieuwe business-modellen.  Daarbij blijft de onzekerheid over de compensatie door het Rijk. Bijvoorbeeld dat er op dit moment nog geen duidelijkheid is over het aanvullend sociaal pakket voor 2022 (die wel was toegezegd).

Thema Thuis

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het te verwachten resultaat bedraagt € 0,3 miljoen negatief.

Het thema bestaat grotendeels uit drie onderwerpen: Maatschappelijke opvang, Huiselijk geweld en Beschermd wonen waarin de gemeenten Breda als regio gemeente fungeert.

  • Op het onderwerp maatschappelijke opvang verwachten wij een negatief resultaat van € 0,1 miljoen. Dit wordt veroorzaakt doordat de maatstaven voor de maatschappelijke opvang zijn geactualiseerd in de meicirculaire 2021 waardoor de uitkering maatschappelijke opvang is verlaagd met € 0,1 miljoen.
  • Een negatief resultaat van € 0,2 miljoen wordt verwacht op het onderwerp Huiselijk geweld. Dit wordt veroorzaak door een knelpunt inzake de bijdrage aan de GR Huiselijk geweld.
  • Vanaf 2021 worden de eventuele tekorten bij Beschermd wonen naar rato van inwoneraantallen over de regio verdeeld. Met de regiogemeenten is afgesproken dat de werkelijke cijfers worden afgezet tegen alle beschikbare middelen van Beschermd wonen. Dit zijn de uitkeringen vanuit het Rijk, de inkomsten uit eigen bijdrage van cliënten en de inzet LVB-gelden. Omdat in het verleden middelen van Beschermd wonen deels zijn ingezet voor andere onderwerpen ontstaat hier een knelpunt van € 0,4 miljoen. Echter met de huidige begroting, inclusief het knelpunt, verwachten wij budgetneutraal uit te komen.

Gevolgen corona

Terug naar navigatie - Gevolgen corona

De gevolgen van corona op dit thema zijn niet volledig te destilleren. Een direct causaal verband tussen inzet van middelen en de omstandigheden gecreëerd door de coronacrisis is moeilijk te leggen. Voor extra begeleiding van dak- en thuislozen is door het Rijk € 0,17 miljoen beschikbaar bijgesteld. Dit bedrag zal worden ingezet ten behoeve van SMO in de periode 1 juli 2021 tot 1 juli 2022. 

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

Een onzekerheid is er nog over de uitname van het budget van € 9 miljoen ten opzichte van 2020 inzake overgang cliënten Wlz. Daarnaast is er vertraging in de afhandeling van de GGZ Wlz aanvragen 2020. Door de vertraging hebben wij extra uitgaven vanwege de Wmo ondersteuning die langer wordt gecontinueerd. Wij worden gecompenseerd voor deze vertraging, de hoogte van deze compensatie is nog niet bekend. In het derde kwartaal verwachten wij de definitieve uitname van het budget en de hoogte van de compensatie te ontvangen.

Thema Ontmoeten

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het te verwachten resultaat bedraagt € 0,35 miljoen positief. 

In het kader van de processen Breda Begroot valt te melden dat in het eerste halfjaar Bavel2030 is afgerond in de visievorming en dat een start kan worden gemaakt met de uitvoering via werkgroepen. Voor Heusdenhout loopt het proces van verkenning met bewoners.

Gevolgen corona

Terug naar navigatie - Gevolgen corona

Vanwege corona beperkingen zien we nog een lager aantal activiteiten en initiatieven bij de wijkplatforms in het eerste half jaar ten opzichte van voorgaande jaren (uitgezonderd 2020). Naar verwachting zal dit in het tweede halfjaar weer gaan toenemen als er weer meer mogelijkheden zijn en bewoners zich weer veiliger voelen om deel te kunnen nemen. Niet alle activiteiten kunnen worden “ ingehaald” omdat deze seizoensgebonden zijn, denk daarbij aan carnaval en Koningsdag.

In december 2020 moesten de Wijkcentra weer sluiten vanwege het toenemende aantal corona besmettingen. Vanaf juni 2021 zijn de Wijkcentra wederom heropend om de exploitatie, binnen beperkingen, te herstarten. De noodzaak om extra steunmaatregelen aan te bieden heeft zich ook in het eerste en tweede kwartaal 2021 voortgezet. Voor de volgende kwartalen in 2021 wordt gemonitord op wat nodig is om deze infrastructuur te ondersteunen en weer een goede herstart te geven om elkaar te ontmoeten in wijk en dorp. De financiële ondersteuning is geborgd via het programma Ontmoeten.

Er is een onderuitnutting te verwachten op de wijkplatforms, Breda begroot, kwetsbare wijken en wijk- en dorpsraden van  € 0,35 miljoen. Als gevolg van de coronamaatregelen is er minder interactie in de wijken en dorpen, minder interactie met de wijkbeheerders en zijn er minder mogelijkheden om keuzes te maken.

Inzet steunmaatregelenpakket

Terug naar navigatie - Inzet steunmaatregelenpakket

Voor 2021 is een extra corona steunpakket door de gemeente in het leven geroepen om weer naar een normale samenleving terug te keren als coronabeperkingen opgeheven worden. Voor wijkzaken zijn hier 2 onderdelen in opgenomen in het programma Ontmoeten. Extra activiteiten om weer de energie te stimuleren die in de wijken en dorpen aanwezig is en om een nieuwe impuls te geven aan het bereiken van actieve bewoners voor de wijk- en dorpsplatforms met hun activiteiten. De voorbereiding loopt en de uitvoering ervan vindt plaats vanaf medio 2021.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

Corona: Afhankelijk van het verloop van corona in 2022 kan het voortbestaan van de wijk- en dorpscentra opnieuw in gevaar komen door terugvallende inkomsten. Als gemeente houden we daarom korte lijnen met de centra.