Organisatie en financiën van Breda

Het te verwachte resultaat van het thema bedraagt € 2,8 miljoen negatief.

Dit resultaat bestaat voor een groot deel uit het tweede deel van de ombuigingstaakstelling van € 2,8 miljoen die in 2022 nog niet gerealiseerd zal worden. Vanaf 2023 is dit structureel opgelost door compensatie met het vervallen van de VPL premie (inkoop voorwaardelijk pensioen). 

Daarnaast zijn er nog overige afwijkingen binnen de overhead die per saldo tegen elkaar wegvallen:

• Vanuit de decembercirculaire 2021 zijn middelen toegekend aan het thema een toekomstbestendige organisatie in het kader van versterking dienstverlening gemeenten. In 2022 betreft het een bedrag van € 1,9 miljoen. De inzet van deze middelen wordt nog uitgewerkt. We prognosticeren voor 2022 dat € 1 miljoen niet wordt uitgegeven, waarvan € 0,2 miljoen niet wordt onttrokken uit de exploitatiereserve.
• Hogere kosten van salarissen en inhuur overhead (- € 0,7 miljoen).
• In de tweede helft van het jaar wordt de verantwoording en goedkeuring van de ureninzet van inhuurkrachten in lijn met de ontwikkelingen op het vlak van ‘Inkoop tot Betalen’ (ITB) verder geoptimaliseerd. Dit zijn stappen die uiteindelijk ook een kostenreductie moet opleveren. In de praktijk zien we echter sterk stijgende inhuurtarieven, die de verwachte kostenreductie overtreft. De ambitie om tot een besparing van 3% op inhuurkosten te komen is daardoor helaas niet reëel meer en wordt dan ook niet gerealiseerd.
• Lagere doorbelasting van overhead naar projecten als gevolg van lagere investeringen door capaciteitstekort (- € 0,5 miljoen).
• Hogere detacheringsopbrengsten (+ € 0,2 miljoen).
• Hogere opbrengst op WAO-gedifferentieerde premies (+ € 0,1 miljoen).
• Op het budget voor advertentiekosten wordt een overschrijding verwacht (- € 0,1 miljoen), omdat het werven van medewerkers in bepaalde vakgebieden lastig is.
• Diverse onder- en overschrijdingen op overige overheadkosten (per saldo + € 0,2 miljoen).

Het te verwachten resultaat van het thema bedraagt € 4,9 miljoen positief.

• Het saldo van het meerjarenperspectief bedraagt na de meicirculaire € 4,6 miljoen positief en is in bovenstaand positief saldo opgenomen.
• Door het lager uitvallen "van de productieve waardebezwaren" is de definitieve bijdrage over 2021 van Breda aan de BWB € 0,2 miljoen lager dan begroot. Deze lagere bijdrage komt ten gunste van het resultaat 2022.
• In de stelpost nominale kostenontwikkeling resteert € 0,1 miljoen. We gaan ervanuit dat deze € 0,1 miljoen niet meer wordt uitgegeven.