We lichten de belangrijkste financiële afwijkingen per programma hieronder toe.
Programma 1 Vitaal en Sociaal Breda
Het verwachte resultaat bedraagt € -5,0 miljoen. Op hoofdlijnen zien we de volgende ontwikkelingen en afwijkingen:
- Familie/Jeugdhulp: € -6,5 miljoen. Doordat geplande beheersmaatregelen later zijn ingevoerd en het effect hiervan in 2025 nog niet zichtbaar is. Daarnaast zijn de jeugdhulptarieven sterker gestegen dan begroot, mede door hogere loon- en prijsontwikkelingen en de toepassing van reële tarieven, met name bij ambulante zorg. Ook is het aantal cliënten in dure, hoogspecialistische zorg via het Landelijk Transitiearrangement licht toegenomen. Mogelijk ontvangt Breda € 7 miljoen compensatie vanuit het Rijk voor tekorten in 2023 en 2024. Dit wordt bij de septembercirculaire bevestigd.
- Wmo - beschermd wonen: € 2,3 miljoen. Lagere kosten dan verwacht door afname cliëntaantallen en uitblijven risico’s uit begroting.
- Wmo – begeleiding en huishoudelijke ondersteuning: € -1,6 miljoen. Toename van het aantal Wmo begeleidingstrajecten en aantal cliënten voor huishoudelijke ondersteuning. Deze trend wordt verwacht door te zetten in 2025. Daarnaast zien we een eenmalige opbrengst uit de correctie gedeclareerde zorg over eerdere jaren.
- Verbouwing vrouwenopvang: € 1,9 miljoen. Op verzoek van de gemeente Breda hebben alle deelnemende gemeenten ingestemd met een financiële bijdrage aan de verbouwingskosten, naar rato van het aantal inwoners. Dit resulteert in een bijdrage van € 1,9 miljoen in 2025.
- Participatie & bestaanszekerheid: € -1,2 miljoen. Onder andere door de invoering van de Wet inburgering op 1 januari 2022 en een toename van inburgeraars is er meer FTE benodigd om nieuwe Bredanaars zo snel en zo volwaardig mogelijk te laten deelnemen in de samenleving. Inmiddels zijn incidentele middelen vanuit het Rijk uitgeput. Waarbij er ook geen uitzicht is op structurele bekostiging. Dit leidt tot een verwacht tekort van € 1,2 miljoen.
- Kleinschalig Collectief Vervoer (deeltaxi): € 0,9 miljoen. Daadwerkelijk gereden ritten ligt voor dit jaar lager dan begroot. Het resultaat wordt veroorzaakt door de positieve effecten van de Voor Elkaar Pas en door gewijzigde regels voor grootgebruikers.
- Wet BUIG: € -0,9 miljoen. Het BUIG-budget is met € 1,9 miljoen verlaagd naar € 82,8 miljoen. Door hogere instroom van statushouders stijgt het aantal uitkeringen licht. We houden rekening met een tekort van € 0,9 miljoen.
- Leerlingenvervoer: € 0,4 miljoen. Door de nieuwe aanbesteding werd oorspronkelijk extra budget gereserveerd, maar uiteindelijk bleek een gedeelte niet nodig. Hierdoor ontstaat in 2025 een resultaat van € 0,4 miljoen.
Programma 2 Ondernemend Breda
Het verwachte resultaat bedraagt € 2,4 miljoen. Op hoofdlijnen zien we de volgende ontwikkelingen en afwijkingen:
- Grondexploitaties CrossMark en werken: € 2,3 miljoen. Het verwacht resultaat ontstaat door herziening van de grondexploitaties binnen het programma.
- BredaRing: € 0,4 miljoen. De investering in de BredaRing gaat niet door omdat de businesscase niet meer rendabel is en de glasvezeldekking in Breda inmiddels voldoende is. In de kadernota 2025 is besloten om deze middelen vrij te laten vallen. De gereserveerde € 0,4 miljoen aan kapitaallasten valt hierdoor ook vrij. Wel blijven we deelnemen aan de BrabantRing, een regionaal glasvezelnetwerk.
- Inhuurbudget: € -0,4 miljoen. Door ziekte, werkdruk en krapte op de arbeidsmarkt was hoge externe inhuur nodig om de dienstverlening op niveau te houden. Er is gestart met het werven van vaste medewerkers om structurele bezetting te realiseren.
- Regio West-Brabant: € 0,2 miljoen. Het resultaat op de bijdrage aan de verbonden partij is ontstaan doordat de gemeenschappelijke regeling Regio West-Brabant een positief resultaat over de jaarrekening 2024 heeft uitgekeerd.
Programma 3 Duurzaam wonen in Breda
Het verwachte resultaat bedraagt € -1,5 miljoen. Op hoofdlijnen zien we de volgende ontwikkelingen en afwijkingen:
- Grondexploitaties wonen: € 1,2 miljoen. Bij de herziening van de grondexploitaties wonen voor de bestuursrapportage 2025 is de prognose bijgesteld.
- Stedelijke planning en programmering: € -0,9 miljoen. Een aantal projecten (zoals Kemelstede, Klokkenberg, UWV-locatie, HERO, Fokkema en Blossem) kent hogere kosten door langere doorlooptijden en complexiteit (€ -0,3 miljoen). Daarnaast ontstaat een resultaat van € -0,5 miljoen doordat minder uren geschreven zijn op rendabele investerings- en grondexploitatieprojecten.
- Panden en gronden: € -2,6 miljoen. Hogere sloop- en saneringskosten bij de Frankenthalerstraat leiden tot een resultaat van € -0,2 miljoen. Daarnaast dient voor de locatie de Hoven een duurzame waardevermindering getroffen te worden, waarvan het effect wordt ingeschat op € 2,4 miljoen.
- Parkeren: € 0,5 miljoen. Door hogere opbrengsten uit straatparkeren en kostenbeheersing wordt een positief resultaat verwacht. De uitbreiding van de parkeerregulering en de renovatie van de Barones zijn nog in uitvoering. Afronding volgt deels in 2026.
- Milieubeheer en duurzame stadsontwikkeling: € 0,4 miljoen. Het resultaat ontstaat door vertraging in de uitvoering van het OMWB-werkprogramma (€ 0,1 miljoen) en doordat naar verwachting minder aanvragen worden verstrekt voor het volkshuisvestingsfonds (€ 0,3 miljoen).
Programma 4 Basis op Orde in Breda
Het verwachte resultaat bedraagt € -4,8 miljoen. Op hoofdlijnen zien we de volgende ontwikkelingen en afwijkingen:
- Beheer openbare ruimte, wegen: € -1,7 miljoen. De kosten vallen hoger uit door calamiteiten en saneringswerkzaamheden (€ -0,9 miljoen) en hogere interne doorbelastingen (€ -0,4 miljoen). Daar komen lagere opbrengsten bij staangelden, hogere veiligheids- en schoonmaakkosten en hogere uitvoeringskosten en juridische kosten bij (€ totaal € -0,4 miljoen).
- Beheer openbare ruimte, groen: € -0,6 miljoen. Het resultaat op de kapitaalgoederen stedelijk groen en bomen is naar verwachting € 0,2 miljoen. Daarnaast wordt de taakstelling van € 0,2 miljoen uit de begroting 2025 naar verwachting niet volledig behaald. Uitgevoerde omvormingen leiden bovendien tot extra kosten (€ -0,1 miljoen) vanwege toename van areaal en contractuele afspraken. Daarnaast zorgen hogere uitvoeringskosten en een hogere interne doorbelasting van het wagenpark voor een aanvullend tekort van € 0,4 miljoen.
- Legesinkomsten: € -1,1 miljoen. De legesopbrengsten blijven in 2025 achter bij de verwachting, doordat enkele grote bouwprojecten uitblijven. Ontvangen middelen vanuit het Rijk zijn onvoldoende om het nadeel op te vangen.
- Evenementen: € -1,1 miljoen. Voor grote evenementen zoals Carnaval, Koningsdag en het Jazzfestival is het beschikbare budget ontoereikend. Daarnaast is extra personele inzet nodig geweest voor de uitvoering en ondersteuning van het vergunningenproces.
- Vastgoedbeheer: € -0,9 miljoen. De geplande verkoop van vastgoed is in 2025 nog niet gerealiseerd, waarmee de taakstelling van € 0,2 miljoen uit het bestuursakkoord onder druk staat. Daarnaast zijn er extra onderhoudskosten aan sportaccommodaties (€ -0,5 miljoen) en hogere personele lasten (€ -0,8 miljoen) door inhuur ter vervanging bij ziekte en vacatures. Een incidentele aanvullende sportuitkering (€ 0,5 miljoen) en lagere energielasten (€ 0,3 miljoen) zorgen voor enige compensatie.
- Gemeenschappelijke regelingen (Veiligheidsregio en Omgevingsdienst): € 0,7 miljoen. De bijdragen vallen lager uit als gevolg van onder andere lagere apparaatslasten bij de Omgevingsdienst en een herberekening van het functioneel leeftijdsontslag (FLO) bij de Veiligheidsregio. De Omgevingsdienst voert daarnaast meer werkzaamheden uit in opdracht van andere gemeentelijke programma’s.
- Afvalservice: € -0,5 miljoen. Er is sprake van hogere kosten voor inhuur, laadinfrastructuur en pictogramtegels, in combinatie met iets lagere opbrengsten uit de afvalstoffenheffing. De voorziening afvalservice is volledig ingezet voor dit jaar.
- Publieksservice: € 0,3 miljoen. Het positieve resultaat wordt vooral veroorzaakt door efficiëntere personeelsinzet, hogere opbrengsten uit de RNI en enkele incidentele meevallers. De kosten voor de organisatie van de Tweede Kamerverkiezingen drukken het resultaat. Mogelijk ontvangen gemeenten bij de septembercirculaire nog een rijksvergoeding voor de organisatie van de verkiezingen.
Programma 5 Organisatie en financiën van Breda
Het verwachte resultaat bedraagt € 1,6 miljoen. Op hoofdlijnen zien we de volgende ontwikkelingen en afwijkingen:
- Salarissen en inhuur overhead: € -2,7 miljoen. Hogere kosten voor salarissen en inhuur worden niet opgevangen door openstaande vacatures. De stijging in inhuur komt vooral door moeilijk vervulbare functies en ziektevervanging. Dit betreft een afwijking op de salarissen en inhuurkosten voor functies gericht op de sturing en ondersteuning van medewerkers in het primaire proces (overhead). De eventuele afwijkingen op de salarissen en inhuurkosten op functies in het primaire proces zijn opgenomen in de programma’s 1 tot en met 4.
- Treasury-resultaat: € 1,6 miljoen. De benodigde kortlopende financieringsmiddelen zijn naar beneden bijgesteld en de rentetarieven voor de kortlopende financieringsmiddelen zijn verlaagd.
- Saldo meerjarenperspectief: € 1,2 miljoen. Inclusief actualisaties onroerendezaakbelasting en vennootschapsbelastingen begrotingsbijstellingen (o.a. meicirculaire 2025). Na het zomerreces wordt een raadsvoorstel ingebracht om een bijdrage aan de nieuwbouw van de Ulvenhoutse verenigingsloods te dekken uit het meerjarenperspectief (€ 1,1 miljoen).
- Impuls digitalisering: € 0,5 miljoen. Van de € 1 miljoen die in 2025 beschikbaar is voor digitalisering, verwachten we € 0,5 miljoen niet te besteden. Dit komt doordat 2025 grotendeels in het teken staat van voorbereiding en verkenning. Vanaf 2026 verwachten we het volledige jaarlijkse budget van € 1 miljoen te benutten.
- Stelpost onvoorzien: € 0,6 miljoen. Een deel van de stelpost wordt naar verwachting niet benut dit jaar.
- Fee Flex West-Brabant (€ 0,3 miljoen). Voor 2025 wordt een resultaat van € 0,3 miljoen verwacht uit de fee van Flex West-Brabant (FWB). De tarieven voor ingehuurde medewerkers zijn verhoogd met een opslag van 2,5% ter dekking van de bedrijfsvoering van FWB. Omdat de opbrengsten naar verwachting hoger uitvallen dan de kosten, ontvangt Breda haar aandeel in het positieve resultaat.