P1 Vitaal en Sociaal

Hoe staan we ervoor?

Terug naar navigatie - Hoe staan we ervoor?

In Breda vinden we het belangrijk dat hulp terechtkomt bij de inwoners die dit het hardst nodig hebben. We gaan uit van zelf- en samenredzaamheid,
wederkerigheid en kansen creëren. Dit is een antwoord op de vraag naar zorg die explosief blijft toenemen. We worden steeds ouder. Er is zelfs sprake van een driedubbele vergrijzing in Breda: zowel het aandeel 65-plussers als 80-plussers neemt toe, er is een dip in het aantal 20-minners én in 2040 zijn er meer senioren (65-plussers) dan jongeren (tot 20 jaar). De bevolking in Breda vergrijst sterker ten opzichte van de andere grootste gemeenten. De druk op de Wmo neemt steeds verder toe. Daarnaast zien we dat in 2024, na een stijgende trend in de periode van 2018-2023, het aantal jeugdigen in de jeugdhulp stabiliseert. Tegelijkertijd nemen de kosten van de jeugdzorg fors toe doordat hulptrajecten gemiddeld langer duren en tarieven sterk zijn gestegen. De middelen van het Rijk blijven structureel achter op de kostenontwikkeling in jeugdzorg en Wmo. Verder kent Breda een groeiend aantal inwoners met overgewicht, een stijgende vraag naar geestelijke gezondheidszorg, meer dak- en thuislozen, en meer statushouders die een beroep doen op een bijstandsuitkering. Dit alles leidt tot een hogere kosten en grotere zorgvraag. De Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft berekend dat in 2060 1 op de 4 mensen in de zorg zouden moeten werken om aan de zorgvraag te voldoen.

De transformatie van ons sociaal domein is daarom noodzakelijk. Onze inspanningen zijn gericht op een goede balans tussen een toenemende zorgvraag, beperkte middelen en een krappe arbeidsmarkt. Hiervoor hebben we in de begroting 2025 al ingrijpende keuzes op het sociaal domein gemaakt. We richten ons sociaal landschap opnieuw in met een focus op zelfredzaamheid, wederkerigheid en sociale rechtvaardigheid, waarbij we sterk inzetten op preventie. Onze beleidsmaatregelen zijn aangescherpt: we financieren alleen nog de daadwerkelijk geleverde zorg en ondersteuning. Tegelijkertijd borgen we het leveren van zorg en/of hulp voor diegenen dit het hardst nodig hebben. We hebben onze processen en producten geoptimaliseerd en we gaan steeds meer uit van gezamenlijke inkoop. We leggen meer nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners, vragen waar mogelijk een inkomensafhankelijke bijdrage, en hebben aandacht voor voorlichting en preventie op het gebied van drugs en een gezonde leefstijl.

We zijn hard bezig om deze keuzes uit te voeren en daar gaan we in 2026 mee door. Daarnaast maken we in aanloop naar de begroting 2026 enkele aanvullende keuzes (zie paragraaf ‘welke aanvullende keuzes maken we?’).

Waar zijn we mee bezig?

Terug naar navigatie - Waar zijn we mee bezig?

Hervorming jeugdzorg
Net als alle andere gemeenten werken we samen met onze regiogemeenten aan de Hervormingsagenda Jeugd. Niet alleen om de jeugdhulp te verbeteren, maar ook om het financiële stelsel gezond te maken. De onafhankelijke adviescommissie-Van Ark concludeert dat het Rijk hiervoor onvoldoende middelen aan de gemeenten geeft. De commissie adviseert om de besparingen voorlopig terug te draaien en gemeenten voldoende geld te geven om de jeugdzorgtaken gewoon uit te kunnen voeren. Het Rijk heeft in de voorjaarsnota structureel € 414 miljoen en incidenteel € 945 miljoen voor de jaren 2026 en 2027 beschikbaar gesteld voor jeugdhulp. Dit is echter onvoldoende voor de lange termijn. Vanaf 2028 komt er een nieuw ‘financieel arrangement’ voor jeugdzorg, waarbij de middelen opnieuw over de gemeenten verdeeld worden. Tot die tijd zijn er geen extra middelen toegevoegd vanaf 2028, wat betekent dat er nog geen permanente oplossing is gevonden. Daarnaast heeft de overheid de Hervormingsagenda Jeugd vanaf 2028 geïndexeerd, wat inhoudt dat de hervormingsmaatregelen meer opbrengsten moeten genereren dan oorspronkelijk afgesproken.

We willen dat specialistische jeugdhulp beschikbaar blijft voor jongeren die deze hulp het hardst nodig hebben. We streven ernaar lichtere vormen van ondersteuning en de eigen kracht van gezinnen sterker te benutten. Hiervoor hebben we de Verordening Jeugdhulp 2025 opgesteld, waarmee we meer sturen op doelmatigheid, minder trajecten stapelen, meer gebruikmaken van netwerken en hulp inzetten waarvan de werking is aangetoond (evidence based). Ook bakenen we hiermee duidelijker af welke hulp onder jeugdhulp valt, waardoor we onze middelen efficiënter kunnen inzetten. We stemmen de toegang tot jeugdhulp beter af op de specifieke situaties van gezinnen. Daarnaast normaliseren we bepaalde hobbels die bij het leven horen, zoals bijvoorbeeld dyslexie. Met het aanscherpen van de toegang tot ondersteuning zorgen we voor een nauwkeurigere beoordeling van aanvragen. Op deze manier bereiken we een meer doelmatige en beheersbare jeugdhulp.

Om de kosten beter te beheersen en de toegang van hulp te kunnen blijven garanderen gaan we vanaf 2027 werken met een nieuwe inkoopstrategie in de regio. Daarbij richten we ons op een meer integrale aanpak, betere samenwerking tussen de verschillende domeinen en een efficiënter en effectiever zorgaanbod. Ook bouwen we de komende jaren het Stevig Lokaal Team (SLT) uit van 1 naar 4, met als doel om per 1 januari 2027 compleet over te zijn naar SLT’s in Breda. Een SLT bestaat uit professionals die zich richten op vroege signalering van problemen bij jongeren, het voorkomen van problemen en het bieden van laagdrempelige hulp. We zijn in 2025 met het eerste SLT gestart in Breda Noordwest. In de rest van Breda gaan we de komende jaren dit voorbeeld volgen. Tot slot zijn we in de regio stap voor stap op weg naar een Gemeenschappelijke Regeling (GR) waarmee we onze samenwerking versterken. We werken naar een mogelijke invoering van deze GR per 1 januari 2027 of 2028.

Wmo: efficiënt, doelmatig en wederkerig
Net als onze jeugdhulp moeten ook onze Wmo-voorzieningen betaalbaar en beheersbaar blijven. Daarom hebben we een toekomstbestendig beleidskader Wmo gemaakt met als één van de uitgangspunten dat inwoners meer verantwoordelijkheid voor zichzelf en elkaar moeten nemen. Daarnaast zetten we ondersteuning efficiënt en doelmatig in. We richten ons meer op kortdurende en activerende ondersteuning, beperken langdurige hulp, en doen een groter beroep op wederkerigheid. Inwoners werken mee aan hun ondersteuningstraject en dragen waar mogelijk bij aan de Bredase samenleving. We gaan ook anders sturen: we stellen het strategisch partnerschap centraal en verminderen stap voor stap het aantal aanbieders. Hierdoor kunnen we de ondersteuning zo effectief mogelijk organiseren. We leggen nadrukkelijk de verbinding met de ontwikkeling van de SLT’s in het jeugddomein. Ook zijn we kritisch op de noodzaak van maatwerkvoorzieningen en houden controle over de toegang tot maatschappelijke ondersteuning. Kortom, we kiezen voor een koerswijziging: minder nadruk op individuele voorzieningen, meer nadruk op collectieve kracht, strategische samenwerking en zelfredzaamheid. Daarnaast intensiveren we onze regionale aanpak gericht op het verminderen van dak- en thuisloosheid. Ook implementeren we de aanpak om veiligheid in gezinnen vanuit één centraal meldpunt aan te pakken en bouwen we aan een centraal interventieteam.

Sneller aan het werk
Bij het overgrote deel van inwoners die een bijstandsuitkering ontvangen, zien we dat als gevolg van leeftijd, gezondheid, taalbarrières en sociaal economische omstandigheden de afstand tot de arbeidsmarkt toeneemt. Deze groep vindt steeds lastiger betaald werk. Daarnaast biedt Breda plaats aan meer statushouders, die in eerste instantie een bijstandsuitkering ontvangen. Werkgevers ervaren de taalachterstand als een groot struikelblok. Ook zijn startkwalificaties lager dan vorige jaren. We hebben oog voor deze ontwikkelingen en gaan onze aanpak hierop aanpassen. Voor statushouders gaan we bijvoorbeeld werken met duale trajecten van inburgering én begeleiding richting werk/participatie. Dit doen we om deze nieuwe Bredanaars zo snel mogelijk maatschappelijk, en waar mogelijk ook financieel, zelfredzaam te maken. Eerder volgde participatie pas na het inburgeringstraject, nu pakken we dit tegelijk op.

Voor het deel van de groeiende groep waarvoor een volledig dienstverband nog niet haalbaar is gaan we meer inzetten op deeltijdwerk. Mensen stromen hierdoor niet altijd de uitkering uit, maar kunnen deels wel in hun eigen levensonderhoud voorzien. Daarnaast willen we de uitstroom van mensen met een arbeidsbeperking verhogen door vaker loonkostensubsidie in te zetten. We gaan werkgevers hierbij meer ondersteunen en de mogelijkheden van SROI (social return on investment) beter benutten. Daarnaast kijken we ook naar de mogelijkheden binnen onze eigen gemeentelijke organisatie.
 
Minder schulden en armoede
We hebben een nieuwe aanpak om schulden en armoede te verminderen. Hierbij zetten we in op preventie, het doorbreken van de cirkel van armoede, en het vergroten van het bereik van hulp. We willen het stigma rondom armoede en schulden verminderen. Daarom moedigen we inwoners aan om open te praten over geldzorgen, voeren we publiekscampagnes en wordt de Bredapas beschikbaar voor alle Bredanaars. Tegelijkertijd streven we naar meer maatwerk en blijven we ons inzetten voor de groeiende groep werkenden die moeite heeft om rond te komen.

Organisatie sociaal domein
De vraag naar ondersteuning neemt de komende jaren toe, terwijl het aanbod, de beschikbaarheid van personeel en onze financiële middelen niet meegroeien. Daarnaast is het sociaal domein binnen de gemeentelijke organisatie versnipperd georganiseerd. Dit vraagt om een visie waarin we richting geven hoe we de gezamenlijke opgaven in dit domein slimmer en effectiever kunnen organiseren.

Aan de slag met gelijke kansen
Voor een vitaal en sociaal Breda gaan we verder met het uitvoeren van onze recente visies over gezondheid, onderwijs, en diversiteit, gelijkwaardigheid en inclusie. Met onze gezondheidsvisie maken we ons hard voor gelijke kansen in een stad waar iedereen zich gezond en gelukkig voelt. Samen met inwoners en onze partners hebben we de drie belangrijkste thema’s bepaald: voedsel(omgeving), beweging en ontspanning. Daarnaast blijven we ons samen met het onderwijs de komende jaren sterk inzetten op het realiseren van gelijke kansen, toekomstvaardig en praktijkgericht opleiden, en burgerschap. We willen dat alle kinderen de mogelijkheid hebben hun dromen na te jagen en het best passende onderwijs te volgen. Ook bouwen we samen met onze inwoners en partners in de stad aan een inclusieve toekomst. We pakken discriminatie actief aan, bevorderen gelijke kansen, creëren ontmoetingsplekken en versterken sociale netwerken, nemen fysieke, sociale en digitale drempels weg en geven als gemeentelijke organisatie het goede voorbeeld.

Verbeter Breda
De ambities van Verbeter Breda om kansengelijkheid te vergroten hebben we steeds meer in onze beleidsplannen geïntegreerd. Centraal hierbij staan de drie bouwstenen (kunnen worden wie je wilt zijn, goed wonen in een fijne buurt en leefbaar inkomen) waar we samen met partners aan werken. We richten ons op het versterken van de sociale cohesie en het verbeteren van de leefbaarheid in de wijken door integrale wijkplannen te ontwikkelen in samenwerking met bewoners en partners. Dit omvat duurzame oplossingen voor wonen, veiligheid en voorzieningen, evenals het creëren van ontmoetingsplekken en het bevorderen van gemeenschapsvorming. Ook verbeteren we de leefomgeving door verloedering tegen te gaan en de openbare ruimte aantrekkelijker en veiliger te maken. Op het gebied van onderwijs en jeugd breiden we de voor- en vroegschoolse educatie en het programma ‘Ontdek je Talent’ samen met onze partners verder uit, zodat kinderen en jongeren zich optimaal kunnen ontwikkelen. We zorgen voor een aantrekkelijk aanbod van activiteiten die bijdragen aan talentontwikkeling en burgerschapsvaardigheden. Daarnaast is veiligheid in de wijken van groot belang. We grijpen in als nodig en voeren preventieve activiteiten uit om te voorkomen dat jongeren op het criminele pad belanden.

Welke aanvullende keuzes maken we?

Terug naar navigatie - Welke aanvullende keuzes maken we?

Wmo
We werken toe naar één sociaal domein, waarbij we meer en beter samenwerken. Een belangrijke stap hierin is het verminderen van de afhankelijkheid van arbeidsmatige dagbesteding via de Wmo. Dit doen we door voor een deel van deze doelgroep nadrukkelijker te kijken naar alternatieve mogelijkheden via Breda Werkt. Op deze manier stimuleren we dat meer mensen actief deelnemen aan het arbeidsproces, wat resulteert in een lagere vraag naar uitkeringen en Wmo- voorzieningen.

Daarnaast verbeteren we het contractmanagement in de Wmo. We gaan in de gesprekken met zorgaanbieders strakker sturen op de gemiddelde duur van trajecten en op afschalings- en uitstroomdoelstellingen, waardoor we de doelmatigheid van de ondersteuning versterken en de kosten verlagen.

Participatie
Er zijn diverse locaties en loketten waar onze inwoners kunnen aankloppen om ondersteuning bij het zoeken naar werk. Denk bijvoorbeeld aan Breday, Meet&Match, Breda Werkt en de partners van de Arbeidsmarktregio. We willen dit efficiënter en doelmatiger organiseren en gaan onderzoeken hoe we deze loketten en functies het beste kunnen combineren. Als voorzitter en centrumgemeente van de Arbeidsmarktregio West-Brabant pakken we onze rol in het opzetten van een regionaal werkcentrum (RWC). We zoeken de synergie op en besparen daarmee kosten.

We gaan daarnaast minder inkoopcontracten op het terrein van participatie afsluiten. We besteden bepaalde taken niet langer uit aan een externe partij, maar pakken dit zelf in de gemeentelijke organisatie op. Denk bijvoorbeeld aan jobcoaches, arbeidsdeskundigen en het uitvoeren van de banenafspraak (creëren van extra banen voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt).

Via de bijzondere bijstand kunnen onze inwoners met een bijstandsuitkering aanspraak maken op middelen voor het inrichten van hun woning. Hierbij sluiten we voortaan aan bij het halen van de landelijke doelstelling om een volledige circulaire economie te worden. Daarom stappen we over op het vergoeden van tweedehands meubels. Hiervoor gaan we samenwerken met het kringloopwarenhuis Vindingrijk.
 
Onderwijs
Vorig jaar kampte onze leerlingenvervoerder met een tekort aan chauffeurs. Deze problemen hebben we aangepakt. In dat opzicht lijkt het misschien opmerkelijk dat we in 2026 en 2027 met minder middelen kunnen toekomen. Daarom lichten we dit toe. In de begroting voor 2024 zijn structureel en incidenteel extra middelen toegekend voor leerlingenvervoer. Deze werden toegekend vanwege een aanbesteding, waarbij de eerste ramingen uitkwamen op een aanzienlijke overschrijding van het vorige contract. Een deel van deze extra middelen bleken achteraf niet nodig te zijn binnen het huidige contract. Daarom hielden we in 2024 middelen over. Als we realistisch naar de begroting kijken dan houden we deze middelen ook de komende 2 jaren over, voordat in 2028 een nieuw contract in zal gaan. Dat maakt het mogelijk om het huidige contract voor leerlingenvervoer te blijven uitvoeren, flexibel te kunnen blijven meebewegen met recente ontwikkelingen en voorbereidingen te treffen voor de nieuwe aanbesteding vanaf 2028.