Paragraaf Verbonden partijen

Een verbonden partij is een rechtspersoon buiten onze eigen organisatie, waarin we een bestuurlijk en een financieel belang hebben. Het is één van de manieren waarop we onze taken uit kunnen (laten) voeren. Vrijwel alle gemeenschappelijke regelingen waar de gemeente aan deelneemt, zijn een verbonden partij, net als de nv's en bv's waarvan de gemeente aandeelhouder is.

Het besturen van verbonden partijen kan ingewikkeld zijn vanwege de bestuurlijke en klantrelatie die de gemeente met hen heeft. Bovendien zijn er vaak meerdere partijen betrokken bij een verbonden partij, waardoor wij niet de enige bestuurder en klant zijn. We moeten onze bestuurlijke doelen en wensen afstemmen met de andere deelnemers, wat de aansturing soms tot een uitdaging maakt.

Toch biedt het werken met verbonden partijen vele voordelen, zoals schaalvergroting en een regionale aanpak van regionale kwesties. Sinds de begroting 2017 nemen we informatie over de verbonden partijen op bij het programma waaraan die partij bijdraagt. In deze paragraaf vindt u een totaaloverzicht van de verbonden partijen.

De gemeente neemt ook deel aan de gemeenschappelijke regelingen ‘Beschermd wonen regio Breda’ en ‘Geweld in afhankelijkheidsrelaties (GIA) en Meldpunt Crisiszorg West-Brabant’. Dit zijn zogeheten centrumregelingen en dat zijn geen aparte rechtspersonen - en dus geen verbonden partijen. Het gewest RWB (voorheen MARB), waar Breda onderdeel van is, is lid van de VVC. De VVC is geen verbonden partij. Er is geen financieel risico meer, omdat de rechtszaken met Attero, over betalen naheffing, zijn afgerond. 

Een wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) per 1 juli 2022 zorgt onder meer voor een betere positie voor gemeenteraadsleden, een meer actieve informatieplicht aan de gemeenteraad, een versterkte controlerende rol voor de gemeenteraad en verankering van de burgerparticipatie. 

Voor Midden- en West-Brabant hebben we een vernieuwde nota Verbonden Partijen opgesteld. Deze ligt in lijn met de nieuwe Wgr en de aanbevelingen bij de evaluatie van de eerdere nota. Hierbij hebben we de financiële beleidsregels voor de gemeenschappelijke regelingen zo veel mogelijk gelijk getrokken. Bij het actualiseren van de nota hebben we natuurlijk rekening gehouden met de belangen van de gemeente Breda. Ook hebben we specifiek aandacht besteed aan de verschillende soorten verbonden partijen. Het niveau waarop de gemeenteraden betrokken zijn, kan variëren en is afhankelijk van het type verbonden partij. Een verbonden partij die zich enkel richt op de bedrijfsvoering heeft mogelijk een andere mate van betrokkenheid van de gemeenteraden dan een verbonden partij waarin beleid wordt voorbereid en (strategische) beleidskeuzes aan de orde zijn.

Financiële richtlijnen voor de begroting 2025 van de gemeenschappelijke regelingen 
Voor de begroting 2025 geven we financiële richtlijnen mee aan iedere gemeenschappelijke regeling (GR):

1. We verwachten van het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling dat zij uiterlijk 15 april 2024, maar bij voorkeur vóór 1 april 2024, een structureel sluitende meerjarenbegroting voor de komende vier jaar aanbiedt aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling vermeldt duidelijk de inhoudelijke en financiële uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting voor het komende jaar. In de begroting neemt de gemeenschappelijke regeling ook een overzicht op met de bijdragen voor de komende vier jaar per deelnemer. 
2. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreidingen van bestaande taken in de begroting opgenomen, behalve als dit eerder is besloten door het Algemeen Bestuur.
3. De begroting bevat een overzicht met het verloop van de reserves. In dit overzicht is te zien wanneer de reserve wordt ingezet en voor welk bedrag per jaar. Hierin wordt ook het doel van de reserve omschreven. Wanneer een reserve 2 jaar of langer niet wordt ingezet, dan legt de GR de instandhouding of vrijval hiervan voor bij de besluitvorming over de ontwerpbegroting. Het uitgangspunt is dat deze reserve op dat moment vrijvalt. Wordt er niet besloten tot vrijval, dan geeft de GR in de ontwerpbegroting de planning en het doel van de uitgaven voor deze reserve opnieuw aan. Via de ontwerpbegroting krijgen de gemeenteraden de gelegenheid om een zienswijze in te dienen.
4. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting voor het komende jaar stijgt maximaal met de geldende CAO-indexering, overige CAO afspraken en de prijsontwikkeling uit de meest recente circulaire. Voor het opstellen van zowel de kaderbrief als de begroting gebruikt de gemeenschappelijke regeling de dan meest recente Rijkscirculaire voor zowel de loon- als de prijsindex.
5. Voor het opvangen van afwijkingen tussen de indexeringen die in de begroting zijn opgenomen en de werkelijke CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de werkelijke prijsontwikkeling houdt de verbonden partij een beperkte algemene reserve aan om de bedrijfsvoering in het lopende boekjaar te kunnen continueren zonder dat hiervoor een beroep moet worden gedaan op de deelnemers en een zienswijzenprocedure moet worden gevolgd.
6. Uiteraard wijzigt de deelnemersbijdrage ook wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen.
7. Een positief jaarrekeningresultaat wordt uitgekeerd aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling kan hier alleen van afwijken door een duidelijk en gemotiveerd voorstel voor resultaatbestemming voor te leggen aan het Algemeen Bestuur. Over een dergelijk voorstel besluit het Algemeen Bestuur.
8. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft de gemeenschappelijke regeling de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen. Ook geeft de gemeenschappelijke regeling inzicht in de benodigde weerstandscapaciteit.

De Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord (RAV) heeft een afwijkende financiering, omdat zij wordt betaald vanuit de ziektekostenverzekeringen. Daarom gelden de bovenstaande richtlijnen niet voor hen.

Een uitgebreidere beschrijving van de verbonden partijen vindt u bij de programma's.

Vitaal en Sociaal Breda Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Thema Leren, ontwikkelen en werken Marike de Nobel Carla Kranenborg-van Eerd 100% Vennootschappen en coöperaties

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Omdat Neovita een vast percentage op de loonsom ontvangt, is er nauwelijks sprake van risico’s. Voor het risico van hogere loonkosten door een nieuwe cao hebben we al eerder een voorziening gevormd. Deze is onderdeel van de doorbelaste loonkosten en komt niet ten laste van het resultaat van Neovita.

Vitaal en Sociaal Breda Website GGD West-Brabant: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Thema Leven GGD West-Brabant Arjen van Drunen Boaz Adank 24,07% Gemeenschappelijke regeling

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij

• Het (financiële) risico door corona was in 2023 niet meer te vergelijken met de situatie in 2020 en 2021.
• Er blijft een risico op het gebied van informatiebeveiliging en privacy, doordat de GGD steeds afhankelijker is geworden van de beschikbaarheid van systemen en de betrouwbaarheid van informatie. Een goede beveiliging is essentieel, zodat de persoonsgegevens van onze inwoners niet openbaar worden.
• De GGD heeft last van de krapte op de arbeidsmarkt. Er is een risico dat de dienstverlening aan onze inwoners daardoor in het geding komt.

Inhoudelijke richtlijnen voor de begroting 2025

• De GGD geeft in de kaders en de beleidsbegroting 2025 duidelijk weer met welke concrete plannen zij invulling gaat geven aan de 4 ambities en 3 gezonde geluiden uit het beleidsplan 2023-2026 ‘Wij maken samen gezond gewoon’.
• Via prestatie-indicatoren brengt de GGD de resultaten in beeld die zij bereikt. De GGD start in de 2e helft van 2023 met het formuleren van deze indicatoren, samen met een afvaardiging van de gemeenten. De GGD neemt deze indicatoren volgens afspraak op in de begroting 2024 en laat deze ook (eventueel met uitbreiding) terugkomen in de beleidsbegroting 2025.
• In het kader van GALA versterkt de GGD haar (regionale) kennis- en adviesfunctie. Daarnaast gaat de GGD aan de slag met de coördinatie. De coördinerende rol van de GGD wordt later uitgewerkt, waarbij gekeken wordt welke regionale thema’s zij gaat oppakken. Ook de precieze rol binnen de ketenaanpakken (vanuit het IZA) wordt hierin uitgewerkt.
• De GGD heeft binnen het basispakket haar diensten in het kader van de Omgevingswet in 2024 uitgebreid. De algemene bijdrage is met € 0,13 per inwoner verhoogd. In de begroting geeft de GGD aan wat zij gemeenten in 2025 binnen het basispakket biedt aan advisering in het kader van de Omgevingswet, waarbij het uitgangspunt is dat binnen het basispakket zo veel mogelijk tegemoet wordt gekomen aan de vraag van gemeenten. De genoemde aantallen en termijnen dienen indicatief te zijn zodat voor (harde) afspraken eerst ervaring opgedaan wordt in de eerste jaren van de Omgevingswet.

Specifieke financiële richtlijnen voor de begroting 2025
De GGD start in het najaar van 2023 met de analyse van de bestemmingsreserves. De uitkomsten hiervan worden vertaald naar uitgangspunten, die in 2024 door het algemeen bestuur worden vastgesteld bij de kadernota. In de beleidsbegroting 2024 worden deze uitgangspunten verwerkt, zodat ze aanvullend inzicht geven in het nut en de noodzaak van de bestemmingsreserves. Dit moet ook gebeuren voor de P&C-cyclus 2025. Zo kan de GGD ook voldoen aan financiële richtlijn 4.

Vitaal en Sociaal Breda Website Regionale Ambulancevoorziening: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Thema Leven Regionale Ambulancevoorziening Arjen van Drunen Boaz Adank 2,4% Gemeenschappelijke regeling

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Voor de gemeente is er geen (financieel) risico.

Inhoudelijke richtlijnen voor de begroting 2025

• De RAV waarborgt de kwaliteit en continuïteit van de ambulancezorg in haar hele werkgebied. De ambulancezorg dient blijvend te worden uitgevoerd zonder gemeentelijke financiële bijdragen. 
• Het Landelijk Kwaliteitskader Ambulancezorg 1.0 bevat 26 indicatoren waarmee het niveau van de zorg wordt gemeten. Tijdigheid in het spoedvervoer is er hier één van. De indicatoren zijn onderverdeeld in 7 segmenten: Bereikbare en beschikbare zorg, Patiënt centraal, Veilige zorg, Professionaliteit, Samenwerken, Continu verbeteren en Basis op orde. De RAV informeert de gemeenten hoe zij voldoet aan het landelijke kwaliteitskader.
• Naar verwachting is in 2025 de nieuwe urgentie-indeling ambulancezorg ingevoerd. Deze indeling heeft 7 urgentieniveaus in plaats van 3. De RAV verwerkt de nieuwe urgentie-indeling in haar begroting, waarbij de inzage in de responstijden op A1- en A2-ritten behouden blijft. Uitgangspunt blijft dat in het hele werkgebied de responstijd voor A1-ritten in niet meer dan 5% van de gevallen wordt overschreden (melding-aankomst meer dan 15 minuten).
• In haar begroting geeft de RAV aan wat de landelijke Beleidsagenda Toekomstbestendige Acute Zorg van het ministerie van VWS betekent voor de ambulancezorg in haar werkgebied. De beleidsagenda heeft 3 kernpunten: Kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg, Zorgcoördinatie en Samenwerking in de regio.

Vitaal en Sociaal Breda Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Opgroeien Arjen van Drunen Boaz Adank 45,7% Gemeenschappelijke regeling

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Het belangrijkste risico binnen deze GR is het vertrek van één van de deelnemende gemeenten. Vanwege de stijgende lasten bekijken alle gemeenten of de voordelen van de samenwerking nog toereikend zijn om deel te blijven nemen. Dit risico lijkt vooralsnog beperkt, omdat deelname aan de GR de kosten beperkt. Ook is de GR de afgelopen jaren effectief gebleken om de wettelijk verplichte regelingen uit te voeren.

Inhoudelijke richtlijnen voor de begroting 2025
We hebben geen inhoudelijke richtlijnen meegegeven.

Ondernemend Breda Website Rewin: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Stimuleren economische ontwikkeling Rewin Carla Kranenborg–van Eerd Jeroen Bruijns 10,3% Vennootschappen en coöperaties

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij

• Uiteenlopende zienswijzen over de bijdragen vanuit de gemeenten in de regio West-Brabant zorgen ervoor dat (delen van) de ambities mogelijk niet uitkomen.
• Er is steeds meer vraag naar cofinanciering bij subsidieoproepen vanuit het Rijk en de EU. De Regio West-Brabant heeft geen cofinancieringsfonds. Hierdoor kost het veel tijd en inspanning om op korte termijn alsnog geld beschikbaar te hebben voor onverwachte kansrijke projecten.

Ondernemend Breda Website Chassé: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Dynamische stad Chassé Theater Marike de Nobel Carla Kranenborg-van Eerd 100% Vennootschappen en coöperaties

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
De coronacrisis is voorbij, maar ijlt nog na. Ondertussen zijn er een kostencrisis en een energiecrisis overheen gekomen, die het Chassé Theater opnieuw voor grote uitdagingen stellen. Daarbovenop komen er in de nabije toekomst kosten voor het onderhoud van het pand en de installaties. Het bijna 30 jaar oude gebouw is op een aantal punten toe aan omvangrijke vervangingen en investeringen.

 

Ondernemend Breda Website Stadsherstel: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Thema Dynamische stad Stadsherstel Breda Marike de Nobel Carla Kranenborg-van Eerd 13,05% Vennootschappen en coöperaties

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Het voormalige Klapkot is verhuurd aan de brouwerij. Sinds het faillissement van restaurant Binnen is dit pand nog steeds niet in gebruik. Er lopen gesprekken met een nieuwe exploitant over de Huiskamer, het voormalige Klapkot, de Vishal en de buitenruimte. Er ligt nog geen concreet plan.

Ondernemend Breda Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Stimuleren economische ontwikkeling Carla Kranenborg-van Eerd Marike de Nobel 100% Vennootschappen en coöperaties

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Er zijn geen belangrijke risico's te melden.

Ondernemend Breda Website BrabantRing: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Stimuleren economische ontwikkeling BrabantRing Daan Quaars tot 1 oktober 2023. Carla Kranenborg-van Eerd na 1 oktober 2023. 5,2% Vennootschappen en coöperaties

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Er zijn geen belangrijke risico's te melden.

 

Ondernemend Breda Website RWB Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Verbindend Bestuur RWB Jeroen Buijs Carla Kranenborg-van Eerd 26,04% Gemeenschappelijke regeling

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij

• De afhankelijkheid van de (vaak personele) inzet van gemeenten bepaalt de slagingskans van regionale projecten.
• Het aantrekken van personeel in combinatie met langdurige ziektes zorgt voor een capaciteitstekort.
• Uiteenlopende zienswijzen over het commitment vanuit de gemeenten zorgen dat de basisfinanciering van de RWB onder (toenemende) druk staat.
• Er is steeds meer vraag naar cofinanciering bij subsidieoproepen vanuit het Rijk en de EU. De Regio West-Brabant is geen cofinancieringsfonds. Het kost daarom veel tijd en inspanning om op korte termijn geld beschikbaar te hebben voor onverwachte kansrijke projecten.
• Een groot deel van de inkomsten bij de RWB komt vanuit subsidies. Als de mogelijkheden voor subsidies verminderen, heeft dit financiële consequenties.
• Om aan subsidie-eisen te voldoen, worden er activiteiten uitgevoerd. Daarbij wordt rekening gehouden met het voorlopig toegekende bedrag. Er bestaat een kans dat de subsidieverstrekker aan het eind van het project het bedrag lager vaststelt.
• Voor de activiteiten van het Mobiliteitscentrum en Regioarcheologie is de RWB afhankelijk van de vraag. Er bestaat een kans dat deze afneemt.
• De grootste risico’s bij KCV betreffen het faillissement van de huidige vervoerder en een capaciteitstekort.

Specifieke financiële richtlijn voor de begroting 2025
Bij de uitvoeringsgerichte taak Kleinschalig Collectief Vervoer geldt voor de vervoersprijs per eenheid een aanpassing aan de hand van de branchegerichte NEA-index. Verder worden de vervoerslasten begroot aan de hand van het geprognosticeerde gebruik van de vervoersvoorziening. Doorbelasting van kosten aan gemeenten en provincie vindt plaats op basis van realisatie.

Inhoudelijke richtlijnen voor de begroting 2025 
In de begroting 2025 wordt aangegeven:

• Welke resultaten uit het actieprogramma 2024–2028 in 2025 worden behaald en welke resultaten in de periode 2026-2028 worden beoogd.
• Wat de financiële en personele inzet van de RWB hierbij is en welke aanvullende middelen (capaciteit en financiën) er worden gevraagd van de gemeenten.
• Op welke manier de verbinding wordt gelegd met het onderwijs en het bedrijfsleven bij de uitvoering van het actieprogramma.
• Of en zo ja op welke wijze er voor de uitvoering van de actieagenda samenwerking nodig is met de Stedelijke Regio’s en Rewin en hoe deze samenwerking wordt vormgegeven.

Ondernemend Breda Website Benego: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Verbindend bestuur BENEGO Paul Depla Jeroen Bruijns 9,52% Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Voor het functioneren als lerend netwerk zijn bestuurlijk draagvlak en de inzet van ambtelijke capaciteit essentieel.

Duurzaam wonen in Breda Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Bereikbaar Breda Daan Quaars tot 1 oktober 2023. Boaz Adank na 1 oktober 2023.  Peter Bakker 0% Gemeenschappelijke regeling

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Niet van toepassing.

Basis op Orde in Breda Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Beheer van de openbare ruimte Peter Bakker n.v.t. 39,84% Gemeenschappelijke regeling

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Tot en met 2026 is de deelnemersbijdrage redelijk zeker. De rekenrente wordt tot en met 2029 gehandhaafd op 5,06%. Hierdoor vervalt dit risico (voorlopig).

Lopende risico's:

• Verlenging van de afschrijvingstermijn van het afdekfolie van 50 naar 100 jaar. We wachten op de resultaten van het onderzoek.
• Een herziening van het juridisch kader (Leemtewet).

Inhoudelijke richtlijnen voor de begroting 2025
We hebben geen inhoudelijke richtlijnen meegegeven.

Basis op Orde in Breda Website VRMWB: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Veilig Breda VRMWB   Paul Depla Boaz Adank 16,44% Gemeenschappelijke regeling

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij

• De nieuwe cao en de inflatie hebben een groot effect op begroting van de VRMWB. Dit heeft uiteindelijk ook effect op de gemeentelijke bijdragen aan de GR.
• Het kost de VRMWB moeite om voldoende vrijwilligers te vinden en te binden aan de (brandweer)organisatie. De beschikbaarheid van vrijwilligers staat in sommige gemeenten onder druk. 
• De gespannen arbeidsmarkt vormt een risico voor het opvullen van vacatures en het verloop van het vaste personeel van de veiligheidsregio.
• Door de stelselherziening omgevingsrecht veranderen de taken van veiligheidsregio’s op het gebied van risicobeheersing. Er komen nieuwe taken bij, terwijl de taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) aandacht blijven eisen vanwege de complexiteit van veiligheidsvraagstukken. De taak ‘risico-gerichte advisering aan de voorkant’ groeit sterk, bijvoorbeeld door de deelname aan omgevingstafels en bij gebiedsontwikkelingstrajecten, nog vóór er een vergunning is aangevraagd.
• Nieuwe risico’s hebben gevolgen voor de manier waarop de VRMWB moet functioneren. Denk aan de risico’s van cybercrime op vitale infrastructuur of de risico’s op natuurbranden en overstromingen door klimaatverandering.  
• Chemie-Pack: de gemeente Moerdijk, de VRMWB en onderdelen van de Staat der Nederlanden worden door de verzekeringsmaatschappijen van omliggende bedrijven van Chemie-Pack in Moerdijk verantwoordelijk gehouden voor de schade die zij zouden hebben geleden door de brandbestrijding in 2011. 

Inhoudelijke richtlijnen voor de begroting 2025
De VRMWB stelt een begroting 2025 op waarbij inzichtelijk is wat de beleidsmatige gevolgen zijn van de diverse onderdelen. Daarbij besteden zij minimaal aandacht aan de volgende zaken:

• De VRMWB zorgt voor crisisbeheersing, risicobeheersing, brandweerzorg, bevolkingszorg en geneeskundige hulpverlening bij rampen en crises. Daarmee borgt zij de fysieke veiligheid en maatschappelijke continuïteit in de regio. De VRMWB draagt bij aan een veilige omgeving. In het beleidsplan 2024-2028 staat hoe de veiligheidsregio de komende jaren omgaat met de risico’s die zij ziet.
• In de kaderbrief 2025 en de begroting 2025 besteedt de VRMWB beleidsmatig aandacht aan de doorvertaling van de landelijke discussies over de toekomst van de brandweer. 
• In de kaderbrief 2025 geeft de veiligheidsregio aan welke activiteiten in 2025 centraal staan. In de begroting geeft zij aan op welke manier deze actiepunten worden ingevuld. Daarbij wordt gespecificeerd welke activiteiten generiek zijn en welke activiteiten specifiek zijn voor de gemeente Breda. Deze specificatie draagt bij aan een efficiëntere samenwerking tussen de gemeenten en de veiligheidsregio.

Specifieke financiële richtlijnen voor de begroting 2025
De VRMWB stelt een begroting 2025 op waarbij inzichtelijk is wat de financiële gevolgen zijn van de diverse onderdelen. Daarbij besteden zij minimaal aandacht aan de volgende zaken:

• De doorvertaling van de landelijke discussies over de toekomst van de brandweer naar mogelijke gevolgen voor de begroting van de VRMWB.
• Een transparante financiële doorvertaling van het regionaal beleidsplan VRMWB 2024-2028 naar de begroting 2025.
• Inzicht in de financiële consequenties van de invoering van de Omgevingswet.

 

Basis op Orde in Breda Website OMWB Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Veilig Breda OMWB Paul Depla Peter Bakker 7% Gemeenschappelijke regeling

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij

• Inhuur versus vast personeel: door een stijging van het aantal declarabele uren blijft dure inhuur van derden nodig voor de uitoefening van de taken.
• Transitie mens en systeem: de kans bestaat dat niet alle medewerkers aan de nieuwe eisen binnen de organisatie kunnen voldoen.
• Problematiek arbeidsmarkt: de vaste formatie is nog niet op peil. Het opleiden van trainees en net afgestudeerden door eigen personeel van de OMWB zorgt voor een tijdelijk productietekort.
• Invoering Omgevingswet: ondanks goede voorbereidingen blijft de exacte impact nog onduidelijk.
• Kosteneffectiviteit: in de jaren 2022 tot en met 2024 zijn verschillende maatregelen doorgevoerd in de begroting en meerjarenraming met een besparingspotentieel van € 1,7 miljoen. Door de afhankelijkheid van derden is het onzeker of die maatregelen volledig uitgevoerd kunnen worden.

Specifieke financiële richtlijnen voor de begroting 2025
De OMWB stelt een begroting 2025 op waarbij inzichtelijk is wat de financiële gevolgen zijn van de diverse onderdelen. Daarbij besteden zij minimaal aandacht aan de volgende zaken:

• inzicht in de financiële consequenties van de invoering van de Omgevingswet
• de effecten van de werkgebonden personenmobiliteit op de begroting
• de effecten rondom de stikstofproblematiek
• de effecten van de krapte op de arbeidsmarkt
• de effecten van het project Van Goed naar Beter en in hoeverre deze concrete besparingen opleveren

Basis op Orde in Breda Website Zorg- en Veiligheidshuis Breda: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Veilig Breda ZVH Boaz Adank Arjen van Drunen 54,93% Overige verbonden partijen

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Het personeel van het ZVH is in dienst bij de gemeente Breda. Daar ligt ook deels het financiële risico. Dit is voor ziekte en arbeidsongeschiktheid over de deelnemers verdeeld met een convenant. Dit verlaagt het risico van de gemeente Breda. Daarnaast hebben de gemeenten Alphen-Chaam en Baarle-Nassau hun samenwerking per 1 januari 2023 beëindigd. Daardoor stijgt de bijdrage van de overige deelnemende gemeenten.

Basis op Orde in Breda Website Midwaste: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Beheer van de openbare ruimte Midwaste Peter Bakker Jeroen Bruijns 7,7% Vennootschappen en coöperaties

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij

• De prijzen, debiteuren en de beschikbare verwerkingscapaciteit vormen een risico.
• De prijsrisico’s zijn het grootst in markten die beheerst worden door wereldmarktprijzen, zoals bij papier.

Organisatie en financiën in Breda Website Enexis: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Solide financiën Enexis Peter Bakker Jeroen Bruijns 0,016% Vennootschappen en coöperaties

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij

• een tekort aan netwerkcapaciteit voor de energietransitie
• de effecten van de energietransitie en reguleringsmethodiek op de financiële positie
• ongeautoriseerd gebruik van data en/of systemen

Organisatie en financiën in Breda Website Brabant Water: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Solide financiën Brabant Water Peter Bakker Jeroen Bruijns 8,6% Vennootschappen en coöperaties

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij

• de klimaatveranderingen
• de kwaliteit van het grondwater
• de veroudering van het netwerk
• de informatie- en fysieke beveiliging

Organisatie en financiën in Breda Website BNG: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Solide financiën BNG Carla Kranenborg-van Eerd Marike de Nobel 0,46% Vennootschappen en coöperaties

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij

• debiteurenrisico
• ICT
• toenemende regelgeving en de impact daarvan op de organisatie

Organisatie en financiën in Breda Website BWB: Verantwoordelijk bestuurder: Bestuurlijk vervanger: Belang Breda in verbonden partij in %: Soort verbonden partij:

Solide financiën BWB Carla Kranenborg-van Eerd Peter Bakker 19,9% van de bijdragen aan de BWB is voor rekening van de gemeente Breda Gemeenschappelijke regeling

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij

• De NCNP-bureaus (no cure, no pay) zorgen voor een onzekere factor qua bezwaar- en proceskosten. Het berekend risico is € 225.000.
• De krapte op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat het moeilijker is en meer tijd kost om cruciale functies in te vullen. Het berekend risico is € 150.000.
• Uitvoering van de AVG is extra risicogevoelig voor een data-gestuurde organisatie als de BWB. Ondanks maatregelen blijft het risico aanwezig van bijvoorbeeld een datalek. Het berekende risico is € 56.250.

Inhoudelijke richtlijnen voor de begroting 2025
Van de BWB wordt verwacht dat ze op de hoogte blijft van nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden om de werkzaamheden zo efficiënt mogelijk uit te voeren. In dit kader wordt de BWB verzocht in de begroting aan te geven welke moderne ontwikkelingen er zijn, wat deze kunnen betekenen voor de BWB, welke daarvan daadwerkelijk ingezet gaan worden en wat het verwachte effect ervan is.

Specifieke aanvullende financiële richtlijnen begroting 2025
De reserve zoals aangegeven bij punt 5 van de financiële richtlijnen mag alleen worden gevormd uit een positief resultaat bij de jaarrekening (en dus niet uit een verhoging van de deelnemersbijdrage).
In afwijking van punt 7 van de financiële richtlijnen en in aanvulling op punt 1 van deze aanvullende richtlijnen mag de BWB een eventueel positief resultaat bij de jaarrekening aanwenden voor het vormen van een algemene reserve.
In de begroting 2025 wordt een volledige set kritische prestatie indicatoren opgenomen waarover vooraf met de deelnemers overeenstemming is bereikt.