Reserves en voorzieningen

Reserves

Terug naar navigatie - Reserves
Bedragen x € 1.000
Reserves Stand 1-1-2024 Bij Af Stand 31-12-2024
Algemene reserve 98.154 4.489 9.360 93.283
Begrotingsreserve 1.209 209 0 1.418
Bodemfonds 3.093 0 537 2.556
Exploitatiereserve 6.886 255 5.991 1.150
Investeringen sportverenigingen 0 800 800 0
Investeringsreserve 10.732 2.903 1.026 12.608
Klimaatfonds 1.049 304 162 1.190
Reserve bovenwijkse voorzieningen 1.781 273 40 2.015
Reserve Toekomst bestendig wonen 1.000 0 0 1.000
Versnellingsopgave Wonen 5.845 0 2.580 3.265
Vrouwenopvang 1.072 1.600 0 2.672
Totaal 130.820 10.833 20.496 121.157

Toelichting reserves

Terug naar navigatie - Toelichting reserves

Algemene reserve
De Algemene reserve heeft een bufferfunctie voor het opvangen van schommelingen en onvoorziene gebeurtenissen. De reserve maakt deel uit van de weerstandscapaciteit. Het is de financiële buffer van de begroting. In de reserve is een bedrag van € 16,5 miljoen geblokkeerd voor de Noordelijke Rondweg. Dit geblokkeerde bedrag wordt niet meegerekend met de weerstandscapaciteit. Jaarlijks wordt een deel van het treasuryresultaat (bespaarde rente) aan de reserve toegevoegd. De rekening resultaten vloeien in principe naar de algemene reserve. In de begroting 2024 zijn de volgende dotaties aan en onttrekkingen uit de algemene reserve begroot.

Bedragen x € 1.000
Onttrekkingen Toevoegingen
Rentetoevoeging 3.489
Extra dotatie 800
Terugstorten voorfinanciering dotatie voorziening VRI's 200
Co financiering subsidie volkshuisvesting 3.200
Saas oplossing 3.975
Tussenvoorziening (tijdelijke uitbr. soc woningvoorraad) 400
GameHub Breda 185
Verbouwing vrouwenopvang 1.600
Totaal 9.360 4.489

Bestemmingsreserves
Naast de algemene reserve zijn de overige reserves zogenaamde bestemmingsreserves. De bestemmingsreserves maken onderdeel uit van het eigen vermogen. Bestemmingsreserves zijn ingesteld middels een raadsbesluit ten behoeve van specifieke bestemmingen. Bestemmingsreserves zijn in wezen vrij besteedbaar vermogen, omdat de door de raad opgelegde beperking ook door de raad kan worden opgeheven.

Begrotingsreserve
De begrotingsreserve is in het verleden gevoed uit winstuitkeringen en afkoopsommen, en wordt aangewend om het wegvallen van jaarlijks grote winstuitkeringen geleidelijk in de begroting op te vangen. Het betreft resultaten die over meerdere jaren zijn gereserveerd voor specifieke doelen. Jaarlijks vindt rentetoevoeging plaats om met behulp van dit extra volume de afloop van de bijdrage aan de exploitatie zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen. De begrotingsreserve wordt vanaf 2016 ook ingezet voor het oplossen van een dekkingsverschil voor de NS-fietsenstallingen. Het saldo op de begrotingsreserve (€ 1,2 miljoen begin 2024) betreft de beschikbare middelen voor de exploitatie van de NS-Fietsenstallingen. De basis voor deze stortingen en onttrekkingen vormen de afspraken die hierover aan de hand van de business case met de NS zijn gemaakt voor de periode tot en met 2027. De bijdrage van de gemeente Breda bedraagt in totaal maximaal € 6 miljoen gedurende de gehele looptijd. In hoeverre de gereserveerde middelen in de begrotingsreserve beschikbaar moeten blijven voor de NS-fietsenstallingen wordt bekeken tijdens de voorziene evaluatie in 2023 van de business case.

Exploitatiereserve
Via de exploitatiereserve worden geoormerkte bedragen zoals budgetoverhevelingen tijdelijk vastgehouden om in volgende jaren te worden ingezet. Bij de bestuursrapportage wordt aangeven welke bedragen voor overheveling in aanmerking komen. Vooruitlopend op de resultaatbestemming neemt het college hierover een besluit. De definitieve bedragen worden bij de jaarrekening en resultaatbestemming vastgesteld. Daarnaast dient de reserve voor de egalisatie van de uitgaven voor de organisatie van diverse verkiezingen (landelijk, gemeentelijk, waterschappen). In de begroting 2024 zijn de volgende dotaties aan en onttrekkingen uit de exploitatiereserve begroot.

Bedragen x € 1.000
Onttrekkingen Toevoegingen
Egalisatie kosten verkiezingen 225
Vrijval budgetoverhevelingen voorgaande jaren 5.991
Totaal 5.991 225

Investeringsreserve
Deze reserve dient ter financiering van kapitaallasten voor toekomstige investeringen. Bij besluitvorming is het van belang dat bij aanvang van de kredietvotering voor het specifieke project het volledige bedrag van de investering dat gedekt wordt uit de reserve in de reserve beschikbaar moet zijn. Onttrekking aan de reserve vindt gedurende de gehele afschrijvingsperiode plaats. Bij Voorjaarsnota en/of Begroting worden middelen beschikbaar gesteld voor dekking kapitaallasten van toekomstige investeringen. Daarnaast wordt aan deze reserve rente toegevoegd in verband met de door deze reserve te dekken rentelasten van de meerjarige kapitaallasten. In de begroting 2024 zijn de volgende dotaties aan en onttrekkingen uit de investeringsreserve begroot.

Bedragen x € 1.000
Onttrekkingen Toevoegingen
Rentetoevoeging 103
Dekking omkatting (cf. besluit BBV-2019-2803) 300
Storting veiligheidsaanpassingen en veiligheid scholen (fonds) 800
Storting infrastructuurfonds 2.000
Omkatting investeringsmiddelen Verbeter Breda 200
Dekking kapitaallasten investeringen 526
Totaal 1.026 2.903

Reserves bodemfonds
Het bodemfonds is een reserve ter versterking van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. Bodemsanering wordt via de exploitatie verwerkt, omdat dit niet is aan te merken als een investering. De ontwikkelingen in de stad zijn onzeker, de inzet is maatwerk en is niet elk jaar hetzelfde. Met het vormen van deze reserve worden de pieken en dalen in de uitgaven opgevangen. De reserve is in het verleden gevormd middels de doeluitkering-gelden tot en met 2021. Vanaf 2021 wordt de reserve afgebouwd met onttrekkingen ter dekking van tekorten van exploitatielasten in het kader van bodemsaneringen. Voor de jaren 2024-2027 zijn onttrekkingen voorzien voor diverse projecten voor een bedrag van ruim € 2,1 miljoen.

Reserve klimaatfonds
Ook het klimaatfonds is een reserve ter versterking van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. Er wordt een register bijgehouden van de inkomsten en uitgaven uit de reserve Klimaatfonds, onder verwijzing naar de overeenkomsten die zijn gesloten. 
De reserve Klimaatfonds wordt gevoed door de Gemeentelijke participatie in project windturbines Hazeldonk. Hieruit ontvangt de gemeente Breda éénmalig een bijdrage van € 225.000 in 2014 (waarvan € 75.000 voor bedrijvenvereniging LCHM) en vervolgens 20 jaar lang jaarlijks € 0,3 miljoen (waarvan € 43.500 bestemd voor het grondbedrijf). Met eventuele inkomsten uit toekomstige revolverende projecten kan de reserve een groter investeringsvolume genereren, wat ingezet kan worden voor de grote investeringsopgave op het gebied van klimaat. Voor de jaren 2024-2027 worden onttrekkingen voorzien voor diverse projecten voor een bedrag van € 0,5 miljoen.

Reserve bovenwijkse voorzieningen
In juli 2020 is door de raad naar aanleiding van de vastgestelde Nota bovenwijkse voorzieningen een reserve bovenwijkse voorzieningen ingesteld. Doel van de reserve is om werkelijk ontvangen bijdragen te bestemmen voor de realisatie van minimaal één van de bovenwijkse voorzieningen uit de nota bovenwijkse voorzieningen. De reserve wordt gevoed door bijdragen bij alle nieuwe bouwplannen een bijdrage te vragen aan de partij die de grondexploitatie voert. Voor 2024 zijn toevoegingen uit diverse nieuwbouwprojecten voorzien van € 0,27 miljoen. Aan onttrekkingen is voor begrotingsjaar 2024 voor diverse projecten € 0,04 miljoen voorzien.

Reserve Toekomst bestendig wonen
Deze regeling brengt € 1 miljoen kapitaallasten met zich mee. De reserve toekomstbestendig wonen is bestemd ter dekking van deze kapitaallasten. In 2021 is conform besluit bestuursrapportage 2021 zaaknummer 1528103, € 1 miljoen gedoteerd aan de reserve.

Reserve investeringen sportverenigingen
In het Bestuursakkoord 2022-2026 hebben we besloten om door te gaan met de 1/3-regeling. Hiervoor is in totaal € 1,8 miljoen vrijgemaakt. Voor 2024 gaat het om € 0,8 miljoen. Dit bedrag is afhankelijk van de aanvragen die (sport)verenigen bij ons indienen in 2024.

Reserve Versnellingsopgave Wonen
Bij het coalitieakkoord zijn incidentele middelen voor de Versnellingsopgave wonen beschikbaar gesteld (€ 14 miljoen). Deze middelen worden voor € 13,2 miljoen gedekt uit incidentele winstnemingen van het Grondbedrijf. De rest uit het meerjarenperspectief en de algemene reserve. Het doel van de bestemmingsreserve is om de te realiseren middelen beschikbaar te houden voor de Versnellingsopgave Wonen. De winstnemingen van het grondbedrijf worden in deze reserve gestort, de bestedingen worden uit de reserve onttrokken.
In 2024 verwachten we voor de versnellingsopgave wonen € 2,58 miljoen in te gaan zetten. Dit doen o.a. aan locatiegebonden impulsen sociale huur, incl. woonzorg eenheden en tijdelijke woningen.

Reserve vrouwenopvang
Met deze reserve renoveren we de vrouwenopvangvoorziening aan de Assumburgstraat in Breda. In 2022 is de eerste fase van de renovatie van start gegaan en hebben we een deel (€ 1 miljoen) van het oorspronkelijke gereserveerde bedrag van € 2,1 miljoen uitbetaald. Om de totale renovatie te financieren is er in 2024 € 1,6 miljoen toegevoegd aan de reserve. Zodra de volgende fase van de renovatie begint, stellen we het resterende bedrag beschikbaar. 

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen
Bedragen x € 1.000
Voorzieningen Stand 1-1-2024 Bij Af Stand 31-12-2024
Centrale personeelsvoorziening 532 0 176 356
Onderhoud parkeerbedrijf 1.095 864 914 1.045
Onderhoud Vastgoedbeheer 18.748 5.498 8.484 15.762
Planmatig onderhoud Vastgoedontwikkeling 4.095 19 486 3.629
Voorziening afvalservice 803 0 227 576
Voorziening openbare ruimte onderhoud 793 6.109 6.502 400
Voorziening riolering 3.470 0 2.461 1.009
Voorziening van derden verkregen middelen (44.2) 514 15 34 495
Voorziening verkeersregelinstallaties 506 747 452 801
Voorziening wet AppA 6.230 250 873 5.606
Vrz archivering Juzt 1.301 0 69 1.231
Vrz verlofsparen 4.493 0 0 4.493
Totaal 42.580 13.502 20.678 35.405

Toelichting voorzieningen

Terug naar navigatie - Toelichting voorzieningen

De post voorzieningen op de balans bestaan uit drie groepen, te weten voorzieningen voor groot onderhoud aan vastgoed en kapitaalgoederen, voorzieningen voor personeel en overige voorzieningen. Hieronder worden deze drie groepen nader toegelicht.

De voorzieningen verkeersregelinstallaties, onderhoud parkeerbedrijf, en planmatig onderhoud VO zijn opgenomen in programma 3. De voorzieningen onderhoud vastgoedbeheer, openbare ruimte onderhoud, achterstallig onderhoud verhardingen, afvalservice, riolering en de voorziening wet AppA zijn opgenomen in programma 4. De centrale personeelsvoorziening is opgenomen in programma 5. De voorziening van derden verkregen middelen is deels opgenomen bij programma 1 en deels bij programma 3.

Onderhoudsvoorzieningen
Deze onderhoudsvoorzieningen bestaan uit voorzieningen voor groot onderhoud aan de openbare ruimte en gebouwen. Aan de onderhoudsvoorzieningen dienen onderhoudsplannen ten grondslag te liggen, die niet ouder dan vijf jaar zijn. Jaarlijks wordt de toereikendheid van de onderhoudsvoorzieningen getoetst op basis van het verloop van het geplande onderhoud, de stand van de voorziening en de jaarlijkse (gelijkmatige) toevoegingen over de periode van het begrotingsjaar plus de negen daaropvolgende jaren.

Bedragen x € 1.000
Stand 1-1-2024 Aanwendingen Toevoegingen Stand 31-12-2024
Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedbeheer 18.748 8.484 5.498 15.762
Onderhoudsvoorziening parkeergarages en fietsenstallingen 1.095 914 864 1.045
Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedontwikkeling 4.095 486 19 3.629
Onderhoudsvoorziening openbare ruimte 793 6.502 6.109 400
Onderhoudsvoorziening verkeerregelinstallaties 506 452 747 801
Totaal 25.237 16.838 13.237 21.637

Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedbeheer
De voorziening heeft tot doel de meerjarige kosten groot onderhoud van de gebouwen die onder de afdeling Vastgoedbeheer vallen te egaliseren. Hieronder vallen onder andere gebouwen op het gebied van Sport, Welzijn, Brede Scholen, Bedrijfsvoering, Welzijn en Cultuur, de sportinventaris, buitensportvelden, en het centraal busstation. De basis voor de vorming en het beheer van de voorziening voor de gebouwen zijn de zogenaamde meerjaren-onderhoudsplannen zoals deze in het systeem Planon worden bijgehouden. De MJOP's zijn gebaseerd op het door de Raad vastgesteld gemiddelde onderhoudsniveau 3 op 6. De onderhoudsplannen worden jaarlijks geactualiseerd, accommodaties worden maximaal om de 5 jaar geherinspecteerd. Op basis van de beschikbare toereikendheidsberekening wordt bij de begroting bepaald welk niveau van dotaties benodigd is om over voldoende middelen te beschikken voor de uitvoering van het groot onderhoud. Aan de onderhoudsvoorzieningen voor gebouwen vastgoedbeheer wordt gedoteerd conform de begroting. De voorziening is dekkend tot en met 2031. Na 2031 komt de onderhoudsvoorziening negatief te staan. Risico's zijn de panden van voormalig ATEA en het verouderende gebouwenbestand.

Onderhoudsvoorziening parkeergarages en fietsenstallingen
De voorziening heeft tot doel de meerjarige groot onderhoudskosten van de parkeergarages en fietsenstallingen van de afdeling Parkeren te egaliseren. De basis voor de vorming en het beheer van de voorzieningen voor deze gebouwen zijn de zogenaamde meerjaren onderhoudsplannen zoals deze in het systeem Planon worden bijgehouden. De MJOP's zijn gebaseerd op het door de Raad vastgesteld gemiddelde onderhoudsniveau 3 op 6. De onderhoudsplannen worden jaarlijks geactualiseerd en vormen de basis voor de jaarlijkse dotatie aan de voorziening teneinde over voldoende middelen te beschikken voor de uitvoering van het (projectmatig) groot onderhoud. De dotatie wordt conform de bouwkostenindex (structureel) verhoogd.

Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedontwikkeling
Deze voorziening is gevormd ten behoeve van de strategisch aangekochte panden. De hoogte van de dotatie is gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplanning. De doorberekening is gemaakt tot 2032. Hierbij wordt uitgegaan van een doorlopende exploitatie, waarbij aanvullend rekening wordt gehouden met inmiddels genomen besluiten voor sloop en/of herontwikkeling, mede gebaseerd op de Vastgoedstrategie Havenkwartier. De inzet van de onderhoudsvoorziening heeft op dit moment voornamelijk betrekking op de panden in het Havenkwartier. Jaarlijks zal worden onderzocht of, afhankelijk van de vastgoedportefeuille op dat moment, aanpassing nodig is. Met een jaarlijkse dotatie van € 0,019 miljoen is de voorziening volgens de meerjarenonderhoudsplanning tot en met 2032 toereikend om het geplande groot onderhoud uit te kunnen voeren.

Onderhoudsvoorziening openbare ruimte
De onderhoudsvoorziening openbare ruimte betreft het groot onderhoud van verharding, kunstwerken en waterwegen. De basis voor de voorziening voor het onderhoud aan de openbare ruimte ligt vast in periodiek te actualiseren beleidskaders en beheerplannen. De berekeningen van de benodigde dotaties zijn gebaseerd op meerjarenplanningen van 10 jaar. Op basis hiervan wordt jaarlijks € 5,7 miljoen toegevoegd aan de voorzieningen met jaarlijkse indexering. De onttrekkingen vinden plaats op basis van de uitvoering van de meerjarenplanning. De voorziening is tot en met 2033 toereikend voor het geplande onderhoud.

Onderhoudsvoorziening verkeerregelinstallaties
Voor het in stand houden van verkeersregelinstallaties is in 2015 besloten tot het instellen van een specifieke onderhoudsvoorziening. Het meerjarenonderhoudsplan verkeersregelinstallaties wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van uitgevoerde inspecties en gerealiseerde projecten, afhankelijk van de ouderdom, vervanging, reparatie en noodzaak van de onderdelen van de verkeerregelinstallaties in Breda. Bij het jaarlijks opstellen van de planning wordt ook goed gekeken naar infrastructurele projecten en werkzaamheden vanuit de afdeling Uitvoering om de werkzaamheden gelijktijdig op te pakken (werk met werk maken). 
In verband met de aanpassing van de hard- en software van de regeltoestellen van de verkeerregelinstallaties moeten bepaalde type al deze regeltoestellen van het fabricaat Siemens vanaf 1 januari 2024 zoveel mogelijk zijn vervangen. Mochten deze verkeerregelinstallaties na 1 januari 2024 nog aanwezig zijn en uitvallen, kunnen deze verkeerregelinstallaties maar in beperkte mate niet meer worden gerepareerd. Dit zorgt direct voor een verslechterde verkeersafwikkeling verkeersonveilige situaties op de wegen van Breda, wat ten alle tijden moet worden voorkomen. Het gevolg hiervan is dat een aantal verkeerregelinstallaties eerder moet worden gerenoveerd, maar omdat het niet toegestaan is dat de bestaande voorziening een negatieve stand vertoont, dient de dotering aan de voorziening verkeerregelinstallaties voor de periode 2020-2026 te worden geherprogrammeerd. De totale onderhoudslasten blijven voor de komende 8 jaar gelijk, maar in de jaren 2020 tot en met 2023 zijn extra stortingen gedaan in de voorziening, die in de jaren 2024 tot en met 2026 worden gecompenseerd door de verlaging van de geplande stortingen. De voorziening is tot en met 2026 2032 toereikend voor het geplande onderhoud. 

Personeelsvoorzieningen
De personeelsvoorzieningen omvatten een voorziening voor nog te verwachten kosten voor voormalig personeel, een voorziening voor de zogenaamde AppA-voorziening (voorziening voor Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers) en voorziening verlofsparen. Bij de begroting wordt de toereikendheid van de personeelsvoorzieningen jaarlijks getoetst op basis van het verloop van de verwachte verplichtingen en de jaarlijkse toevoegingen over de periode van het begrotingsjaar plus de vier daaropvolgende jaren. 

Bedragen x € 1.000
Stand 1-1-2024 Aanwendingen Toevoegingen Stand 31-12-2024
Centrale personeelsvoorziening 532 176 356
Voorziening Wet APPA 6.230 873 250 5.606
Voorziening verlofsparen 4.493 4.493
Totaal 11.255 1.049 250 10.456

Voorziening voormalig personeel
Deze voorziening is gevormd ten behoeve van de nog verwachte kosten voor voormalig personeel. Het gaat om voormalige medewerkers waarvan om diverse redenen voortijdig afscheid is genomen, maar waarvan nog kosten doorlopen. Om de diverse afdelingen niet meerjarig met deze kosten te belasten worden deze in het jaar van uitdiensttreding in een keer ten laste van de afdeling gebracht en later vanuit deze voorziening afgewikkeld. Indien een medewerker onvrijwillig wordt ontslagen (niet wegens strafontslag, ouderdomspensioen of arbeidsongeschiktheid) ontstaat er op basis van de werkloosheidswet recht op een uitkering zolang de onvrijwillige werkloosheid bestaat. Afhankelijk van de ontslaggrond kan deze wettelijke uitkering aanvullend en aansluitend worden verhoogd/verlengd op basis van onze eigen rechtspositieregeling. De hoogte en duur van de totale uitkeringslast is vooraf wel globaal in te schatten. Maar is uiteindelijk wel afhankelijk van de vraag of, en zo ja hoe snel de betreffende medewerker elders werk kan vinden. Daarnaast wordt de hoogte van de uitkering ook beïnvloed door de inflatie en de salarisontwikkelingen na het ontslag. Of, en zo ja hoeveel uitkeringen per jaar worden toegekend is vooraf niet in te schatten. Dit kan wel indien het ontslag wordt veroorzaakt door de uitvoering van een reorganisatieplan. Uit historisch verloop komt naar voren, dat het volume jaarlijks niet gelijkblijvend is. De Gemeente Breda kiest er derhalve voor om de ww-verplichtingen via een personeelsvoorziening te laten lopen.
Jaarlijks wordt een analyse gemaakt van de toekomstige verplichtingen. Tot en met eind 2027 is de voorziening voldoende voor het afwikkelen van de bestaande verplichtingen.

Voorziening Wet APPA
De voorziening bevat pensioenreserveringen en wachtgelden van voormalige politieke ambtsdragers (wethouders). De APPA-voorziening wordt jaarlijks aangepast op basis van de extern opgestelde actuariële berekeningen van de pensioenverplichtingen aan (voormalige) politieke ambtsdragers. Tot en met eind 2027 is de voorziening voldoende voor het afwikkelen van de bestaande verplichtingen.

Voorziening verlofsparen
Vanwege een aanpassing van de cao is vanaf 2022 het zogenoemde verlofsparen ingevoerd. Met deze nieuwe regeling kunnen medewerkers diverse soorten verlof in één keer omzetten in spaarverlof. Voor dit spaarverlof en alle andere bovenwettelijke verlofuren moet een voorziening worden opgenomen, omdat onzeker is in welk jaar het opgenomen zal worden. Jaarlijks maken we een analyse van de hoogte van de voorziening, zodat deze toereikend blijft voor het totaal aantal uren bovenwettelijk en spaarverlof.

Overige voorzieningen
De groep overige voorzieningen bestaat uit voorzieningen voor riolering, afvalservice en van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel.

Bedragen x € 1.000
Stand 1-1-2024 Aanwendingen Toevoegingen Stand 31-12-2024
Voorziening riolering 3.470 2.461 1.009
Voorziening afvalservice 803 227 576
Totaal 4.273 2.688 0 1.585

Voorziening riolering
De voorziening riolering is bedoeld voor de egalisatie van de tarieven voor rioolheffing en het opvangen van financiële tegenvallers. De tarieven voor de rioolheffing liggen in 2024, conform het bestuursakkoord, 2% hoger dan in 2023. Er worden dotaties of onttrekkingen begroot om aan het eind van de periode van het Stedelijk Waterplan op nul uit te komen. Daarnaast wordt aan het eind van ieder jaar het resultaat riolering ten laste of ten gunste van de voorziening gebracht. De voorziening wordt betrokken in het nieuwe Stedelijk Waterplan 2024-2028. Door rente- en prijsstijgingen wordt in 2024 fors ingeteerd op de voorziening. Over begrotingsjaar 2024 is een onttrekking begroot van € 2,4 miljoen.

Voorziening afvalservice
De voorziening afvalservice is bedoeld om de lasten en baten te egaliseren voor het huishoudelijke deel van de afvalinzamelings- en verwerkingskosten. Aan het eind van ieder jaar wordt het resultaat afvalservice ten laste of ten gunste van de voorziening gebracht ter egalisatie. Na de eenmalige extra stijging afvalstoffenheffing van 5% in 2024 is de verwachting dat de kostendekkendheid t/m 2027 gewaarborgd blijft. De egalisatievoorziening zal naar verwachting langzaam aflopen gedurende de komende jaren.

Voorziening van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel
Deze voorziening is, ingevolge het BBV, bestemd voor van derden (niet zijnde andere overheidsinstellingen) verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden en die beschikbaar zijn voor het volgende begrotingsjaar.