Paragraaf Lokale heffingen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In deze paragraaf verantwoorden we het beleid rondom de heffingen en tarieven in 2021. Hieronder leest u meer over:

  • De algemene ontwikkelingen.
  • Het beleid voor de lokale heffingen.
  • De gerealiseerde inkomsten per heffing.
  • De ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten.
  • De gerealiseerde mate van kostendekkendheid van de tarieven.
  • Specificatie leges.
  • Informatie over kwijtschelding.
  • Lokale lastendruk.

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

Op 17 december 2020 heeft de gemeenteraad alle tarieven voor het belastingjaar 2021 vastgesteld. Net als in 2020 hebben we een vrijstelling voor Covid-19 opgenomen in de verordeningen leges, precariobelasting en markt- en reclamegelden voor 2021.

Beleid lokale heffingen

Terug naar navigatie - Beleid lokale heffingen

In het Bestuursakkoord 2018-2022 staan de volgende afspraken over de lokale heffingen:

  • Een voorspelbare ontwikkeling van de lastendruk voor de komende jaren.
  • De onroerendezaakbelasting (OZB) voor woningen daalt tot en met 2022 jaarlijks met 1%. Daarna indexeren we jaarlijks met 2%.
  • De OZB voor niet-woningen wordt jaarlijks geïndexeerd met 2%.
  • De rioolheffing en de afvalstoffenheffing zijn 100% kostendekkend en worden jaarlijks geïndexeerd met 2%. Hierbij houden we rekening met maatregelen voor klimaatadaptatie binnen het rioleringsprogramma en een doorontwikkeling in de uitvoering Van Afval naar Grondstoffen (VANG).
  • Voor de afvalstoffenheffing zijn we afgeweken van de afspraken in het Bestuursakkoord 2018-2022. Deze heffing is in 2021 met 11% verhoogd in plaats van met 2%. Vanaf 2022 is de jaarlijkse stijging weer 2%. Hiermee houden we vast aan het uitgangspunt dat de heffing 100% kostendekkend is.
  • Het uitgangspunt voor de overige lokale heffingen is een indexering van 2%.
  • De indexering van 2% geldt niet voor bestemmingsbelastingen als reclamebelasting en BIZ.  Daar vindt indexering plaats als dit expliciet is opgenomen in de meerjarige verordening per BIZ of Ondernemersfonds. De gemeente stelt een subsidie ter beschikking die gelijk is aan de opgelegde belasting om de gezamenlijke doelstellingen te realiseren.

Algemeen
Naast de algemene belastingen die ten goede komen aan de algemene middelen van de gemeente (zoals de OZB en de toeristenbelasting) heft de gemeente ook bestemmingsbelastingen en retributies.

  • Bestemmingsbelastingen zijn belastingen waarvan de opbrengsten zijn bestemd voor specifieke taken of voorzieningen met een duidelijk algemeen belang. Voorbeelden hiervan zijn de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Voor bestemmingsbelastingen geldt dat de gemeente niet meer mag heffen dan de kosten die zij voor de betreffende taak of voorziening maakt.
  • Retributies heffen we van personen aan wie de gemeente een specifieke dienst verleent die een individueel voordeel oplevert. De belangrijkste retributies zijn de leges: vergoedingen voor diensten die de gemeente levert, zoals het aanvragen van een paspoort of een vergunning. Net als bij bestemmingsbelastingen mogen de retributies niet meer dan kostendekkend zijn.

Berekening van tarieven van heffingen

  • Rioolheffing
    Volgens de BBV voorschriften is er op basis van de begroting evenwicht in de lasten en baten in het gesloten systeem van riolering. Uitgangspunt voor het opstellen van de begroting is het Stedelijk Waterplan 2019-2023 en dit is de basis voor het tarief wat we hanteren voor bewoners en bedrijven. Jaarlijks wordt de begroting geactualiseerd op basis van actuele ontwikkelingen. In de uitvoering kunnen jaarlijks schommelingen plaatsvinden in de kosten en opbrengsten en dit kan voor- of nadelig zijn. Om schommelingen in de kosten of opbrengsten op te vangen is binnen het gesloten systeem een voorziening ingesteld.
  • Afvalstoffenheffing
    Volgens de BBV voorschriften is er op basis van de begroting evenwicht in de lasten en baten in het gesloten systeem van afval. Uitgangspunt voor het opstellen van de begroting is het coalitieakkoord 2019 t/m 2022 aangevuld met de verwachte meerjaren ontwikkeling van huishoudens in relatie tot de opbrengsten, en autonome ontwikkelingen zoals personeelslasten en afvalverwerkingskosten in relatie tot de lasten; dit is de basis voor de tariefstelling die we hanteren voor een- en meerpersoonshuishoudens. Jaarlijks wordt de begroting geactualiseerd op basis van actuele ontwikkelingen. In de uitvoering kunnen jaarlijks schommelingen plaatsvinden in de kosten en opbrengsten en dit kan voor- of nadelig zijn. Om schommelingen in de kosten of opbrengsten op te vangen is binnen het gesloten systeem een voorziening ingesteld.
  • Parkeerbelasting
    De gemeentelijke kosten ter zake van het opleggen van een naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 234, vijfde lid, van de Gemeente wet kunnen ten hoogste bestaan uit de volgende componenten, voor zover deze samenhangen met de inning van niet betaalde parkeerbelastingen:
    • Vaste informatieverwerkingskosten.
    • Variabele informatieverwerkingskosten.
    • Kosten van afschrijving.
    • Kosten van interest.
    • Personeelskosten.
    • Overheadkosten, die ten hoogste 50% van de personeelskosten mogen bedragen.

Op basis van een raming van het jaarlijkse totaal van deze kosten stelt de raad, in verhouding tot het geraamde jaarlijkse aantal aaneengesloten parkeerperioden binnen een kalenderdag waarover wordt nageheven, het bedrag vast dat per nageheven aaneengesloten parkeerperiode binnen een kalenderdag aan de belastingschuldige in rekening wordt gebracht. De raming kan een gemiddelde betreffen over een periode van ten hoogste vier jaren. 
Dit staat in het besluit gemeentelijke parkeerbelasting. 

Gerealiseerde inkomsten

Terug naar navigatie - Gerealiseerde inkomsten

De inkomsten per heffing staan in onderstaande tabel.

 

Bedragen x € 1.000
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Begroting 2021 na wijzing Realisatie 2021 Verschil B/W 2021 Verschil 2021-2020
Algemene belastingen
OZB 35.350 36.086 36.130 36.893 37.634 741 1.504
Parkeerbelasting 15.442 16.859 14.567 19.334 15.746 -3.588 1.179
Precariobelasting 1.137 1.074 753 1.085 956 -129 203
Toeristenbelasting 638 738 275 950 771 -179 496
Hondenbelasting 1.102 1.209 -3 0 0 0 3
Bestemmingsbelastingen
Afvalstoffenheffing 21.296 21.990 22.236 25.058 25.436 378 3.200
BIZ-bijdrage 376 573 604 600 603 3 -1
Reclamebelasting Ondernemersfondsen 348 446 423 405 479 74 56
Rioolheffing 17.184 19.812 19.889 21.123 20.658 -465 769
Retributies
Havengelden 97 97 79 75 98 23 19
Leges 11.199 8.247 9.231 9.362 13.514 4.152 4.283
Markt- en reclamegelden 204 214 209 201 173 -28 -36
Totaal 104.373 107.345 104.393 115.085 116.067 981 11.674

In 2021 waren onze inkomsten zo'n € 1 miljoen hoger dan begroot. Door de coronamaatregelen lagen de inkomsten uit vooral de parkeerbelasting en toeristenbelasting € 3,7 miljoen lager dan verwacht. Daarnaast waren er meer aanvragen voor omgevingsvergunning voor grote projecten, waardoor we voor € 4,1 miljoen meer inkomsten uit leges haalden.

Ten opzichte van 2020 zijn de inkomsten met bijna € 11,7 miljoen gestegen. Dit zijn de belangrijkste oorzaken:

  • € 1,9 miljoen op de inkomsten parkeerbelasting, toeristenbelasting en precariobelasting.
  • De naheffing voor parkeren steeg ten opzichte van 2020 met € 1,2 miljoen door de inzet van de scanauto’s.
  • Ten opzichte van 2020 ontvingen we voor € 4,3 miljoen meer aan leges doordat er meer aanvragen binnenkwamen voor een omgevingsvergunning.
  • De OZB is gestegen met 1,5 miljoen door een jaarlijkse toename van het aantal panden en door waardestijgingen.
  • De afvalstoffenheffing steeg met € 3,2 miljoen door een tariefsverhoging van 11%.
  • De rioolheffing steeg met € 0,8 miljoen door een uitbreiding van het aantal woningen.

Meer toelichting vindt u bij de diverse programma’s in deze jaarrekening.

Rioolheffing
De opbrengsten zijn lager dan begroot door een hoge leegstand van panden in 2021. Hier was in de begroting geen rekening mee gehouden.

Ontwikkeling gemeentelijke woonlasten

Terug naar navigatie - Ontwikkeling gemeentelijke woonlasten

De gemeentelijke woonlasten bestaan uit de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Ter vergelijking staan de tarieven van 2018 tot en met 2021 in onderstaande tabel. De OZB is een percentage van de WOZ-waarde.

Tarieven OZB 2018 2019 2020 2021
Eigenaar woning (waarde € 240.000,=) € 219,84 0,9160% € 201,12 0,8380% € 186,72 0,7780% € 184,85 0,0732%
Eigenaar woning (waarde € 200.000,= één pers. Hh) € 183,20 0,9160% € 167,60 0,8380% € 155,60 0,7780% € 154,04 0,0732%
Eigenaar niet-woning 0,2243% 0,2282% 0,2118% 0,2228%
Gebruik niet-woning 0,1788% 0,1831% 0,1724% 0,1824%
Rioolheffing 2018 2019 2020 2021
Waterverbruik 1- 500 m3 € 212,76 € 217,08 € 221,40 € 225,84
Waterverbruik 501- 1.001 m3 € 233,64 € 238,32 € 243,12 € 248,04
Waterverbruik 1.001- 10.000 m3 € 0,45 per m3 € 0,46 per m3 € 0,47 per m3 € 0,48 per m3
Afvalstoffenheffing 2018 2019 2020 2021
Eenpersoonshuishoudens € 203,28 € 207,36 € 211,56 € 234,72
Meerpersoonshuishoudens € 300,96 € 307,08 € 313,20 € 347,52
Totale belastingdruk eigenaar/gebruiker meer-persoons hh € 733,56 € 725,28 € 721,32 € 758,21
Stijging/Daling lastendruk absoluut € -20,52 € -8,28 € -3,96 € 36,89
Stijging/Daling lastendruk % -2,72% -1,13% -0,55% 5,11%
Totale belastingdruk eigenaar/gebruiker eenpersoons hh € 599,24 € 592,04 € 588,56 € 614,60
Stijging/Daling lastendruk absoluut € -14,28 € -7,20 € -3,48 € 26,04
Stijging/Daling lastendruk % -2,33% -1,20% -0,59% 4,43%
Totale belastingdruk huurder/gebruiker meerpersoons hh € 513,72 € 524,16 € 534,60 € 573,36
Stijging/Daling lastendruk absoluut € 2,52 € 10,44 € 10,44 € 38,76
Stijging/Daling lastendruk % 0,49% 2,03% 1,99% 7,25%
Totale belastingdruk huurder/gebruiker eenpersoons hh € 416,04 € 424,44 € 432,96 € 460,56
Stijging/Daling lastendruk absoluut € 4,92 € 8,40 € 8,52 € 27,60
Stijging/Daling lastendruk % 1,20% 2,02% 2,01% 6,37%

Kostendekkendheid tarieven

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid tarieven

Voor de bestemmingsbelastingen en retributies rekenen we de volgende kosten toe aan de tarieven:

  • Directe lasten
    De kosten voor de activiteiten die een direct verband hebben met de geleverde dienst.
  • Overhead
    De kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Deze kosten zijn toe te rekenen aan de tarieven. We werken met een uniforme opslag voor overhead. Voor de naheffingsaanslagen parkeren mag wettelijk gezien alleen gerekend worden met een opslagpercentage van 50%.
  • Btw
    Binnen het Btw Compensatiefonds hebben gemeenten voor bepaalde prestaties recht op een compensatie van de btw die bij hen in rekening is gebracht. Toch mag die btw ook als kostenpost worden aangemerkt en worden doorberekend in de tarieven.
  • Niet-toerekenbare kosten
    Dit zijn kosten voor de voorbereiding van beleid en algemene inspraakprocedures, de kosten van handhaving, toezicht en controle (behalve de eerste controle) en de kosten van bezwaar- en beroepsprocedures.

De werkelijke kostendekking in 2021 vindt u in onderstaande tabellen.

Bedragen x € 1.000
Bestemmingsbelastingen Retributies Totaal
Rioolheffing Afvalstoffenheffing Havengelden Markt- en reclamegelden Leges
Directe lasten -/- baten 18.110 18.863 106 300 7.889 45.267
Overhead 1.119 4.450 12 93 2.982 8.656
BTW 1.468 2.123 - - 316 3.907
Totaal lasten 20.697 25.436 117 393 11.187 57.830
Totaal baten heffingen/leges 20.658 25.436 98 173 13.275 59.640
Kostendekkendheid 100% 100% 84% 44% 119% 103%

Specificatie leges

Terug naar navigatie - Specificatie leges
Bedragen x € 1.000
Titel 1 Algemene dienstverlening Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
Directe lasten -/- baten 2.049 4.563 1.276
Overhead 575 1.634 773
BTW 21 295 -
Totaal lasten 2.645 6.492 2.049
Totaal baten heffingen/leges 2.477 10.584 214
Kostendekkendheid 94% 163% 10%

Rioolheffing
Om schommelingen in de kosten en opbrengsten op te vangen, hebben we een voorziening ingesteld binnen het gesloten systeem van de rioolheffing. De dotatie in de voorziening bedraagt € 0,57 miljoen. Dit bedrag wordt vooral veroorzaakt door lagere kapitaallasten door de fasering van projecten en een lagere kwijtschelding dan begroot. Daarnaast zijn de opbrengsten lager dan begroot door een hoge leegstand van panden in 2021. Hier was in de begroting geen rekening mee gehouden.

Afvalstoffenheffing
Om schommelingen in de kosten en opbrengsten op te vangen, hebben we een voorziening ingesteld binnen het gesloten systeem van de afvalstoffenheffing. De dotatie in de voorziening bedraagt € 0,36 miljoen. Dit bedrag wordt vooral veroorzaakt door hogere baten voor de afvalstoffenheffing, hogere opbrengsten  voor oud papier en karton (OPK) en hogere formatieve lasten.

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

In de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Breda staat wie onder welke voorwaarden in aanmerking komt voor de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Bij het vaststellen van dit beleid is de gemeenteraad gebonden aan de regels vanuit de Invorderingswet. Gemeenten kunnen op een paar punten afwijken van deze regeling. Zo kunnen zij uitgaan van hogere kosten om te leven dan landelijk is toegestaan. De gemeente Breda heeft de normbedragen voor bestaanskosten gesteld op 100% in plaats van 90%. Voor belastingbetalers van 65 jaar en ouder zijn de kosten van bestaan  in Breda gesteld op 100% van de netto AOW-bedragen in plaats van 100% van de normbedragen voor bestaanskosten. Daarnaast zien we in Breda de bedoelde nettokosten van kinderopvang ook als uitgaven. De Bredase normen voor kwijtschelding voldoen aan de maximaal toegestane normering. In de belastingenverordeningen is geregeld of er voor de heffing kwijtschelding mogelijk is.