Trends en ontwikkelingen: vergrijzen, vergroenen, verslimmen en verbinden

Welke belangrijke ontwikkelingen zagen we in 2021, in relatie tot de 8 trends uit de begroting 2021?

1. Demografische trend: de Bredase bevolking blijft groeien, vergrijst en wordt etnisch meer divers

Terug naar navigatie - 1. Demografische trend: de Bredase bevolking blijft groeien, vergrijst en wordt etnisch meer divers

Volgens de prognose groeit de bevolking van Breda de komende jaren: van ruim 184.000 inwoners in 2021 naar ruim 210.000 in 2038. Dit is een stijging van 14%. De voorgaande jaren signaleerden we juist een daling van de bevolkingsgroei. De groei verschilt per buurt en per leeftijdsgroep. De groei wordt vooral bepaald door binnenlandse en buitenlandse migratie en minder door natuurlijke aanwas. De verwachting is dat het geboortecijfer de komende jaren licht zal stijgen en daarna stabiliseert. De groep ouderen stijgt in omvang en in leeftijd. Rond 2030 wonen er in Breda meer 65+’ers dan jongeren tot 20 jaar. 

Het aantal huishoudens in Breda stijgt, vooral door een toename van het aantal eenpersoonshuishoudens. Breda heeft nu 43% 1-persoonshuishoudens. Dat is meer dan 20 jaar geleden ( 37%). Bijna 75% van de verwachte groei van het aantal eenpersoonshuishoudens in Breda komt voor de rekening van het toenemend aantal ouderen. Ook het percentage inwoners met een migratieachtergrond neemt verder toe. Meer in detail zien we het volgende:

  • Naar verwachting blijft het aantal Bredanaars in een aantal leeftijdsgroepen vrijwel gelijk: 0-17 jaar (+3%); 45-54 jaar (-1%) en 55-64 jaar (0%). 
  • Andere leeftijdsgroepen stijgen flink in omvang:  18-29 jaar (+ 11%); 30-44 jaar (+27%) en 65-74 jaar (+21%). De groep 75+’ers stijgt de komende jaren het hardst: +57%.
  • Deze bevolkingsprognose is om diverse redenen niet evenredig verdeeld over de buurten. Dit komt bijvoorbeeld door woningbouwplannen en de leeftijdsverdeling van de bevolking die er nu woont. In 11 buurten stijgt de bevolking de komende jaren sterk, onder meer door grote woningbouwplannen. Emer en Krogten worden de nieuwe woonbuurten van Breda. In beide buurten wonen nu minder dan 100 personen. De verwachting is dat Emer uitkomt op ruim 8.000 inwoners en Krogten op bijna 4.000. De sterke groei van het aantal inwoners in buurten heeft effect op de voorzieningen, het verkeer en het gebruik van de openbare ruimte in deze gebieden.
    Daarnaast zien we buurten waar het inwoneraantal zal dalen. Dat gebeurt naar verwachting het meest in Prinsenbeek (-700), IJpelaar, Zandberg (-400) en Gageldonk (-300).

2. Sociale trend: kan iedereen blijven meedoen?

Terug naar navigatie - 2. Sociale trend: kan iedereen blijven meedoen?

Tweedeling
De kloof tussen wel en niet kwetsbare groepen wordt groter. De oorzaken hiervan zijn onder meer de globalisering, technologische ontwikkelingen en een verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt. 
Ook uit het Rekenkamer-onderzoek van begin 2021 blijkt dat de verschillen toenemen tussen de wijken waar het goed gaat en de wijken die onder het gemiddelde scoren. Met veel Bredanaars gaat het goed en steeds beter, maar de bewoners in 16 buurten (waaronder de kwetsbare- en vroegsignaleringswijken) hebben vaker te maken met slechtere omstandigheden dan met betere.

Welbevinden en impact corona 
Het rapportcijfer dat inwoners gemiddeld geven aan de sociale verbondenheid in hun buurt ligt al jaren rond de 6, zo ook in 2021. Een jaar na de start van de coronacrisis hebben Nederlanders gemiddeld genomen nog steeds een hoge kwaliteit van leven (volgens het SCP). Dit geldt ook voor Bredanaars: de meesten geven aan tevreden te zijn met hun leven. 95% geeft een voldoende, 64% zelfs meer dan een 8. Gemiddeld geven mensen een 7,7. 78% voelt zich (erg) gelukkig in 2021. Dat is vergelijkbaar met 2020.

Daarbij moeten we wel een kanttekening plaatsen. In de eerste 2 kwartalen van 2021 was 15% van de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder psychisch ongezond. Dit percentage is nog niet zo hoog geweest sinds 2001, het jaar waarin het CBS begon met de monitoring van de mentale gezondheid. De GGD zag in Brabant een positieve én (zelfs vaker) een negatieve impact van corona. Het raakt vooral de mentale gezondheid: er was meer eenzaamheid en stress, en minder eigen regie dan vóór de coronacrisis. Er is ook - in mindere mate - sprake van negatieve gevolgen voor participatie en inkomen. Recente cijfers laten zien dat de eenzaamheid in Breda is toegenomen. Waar in eerdere jaren ongeveer 1 op de 5 Bredanaars zich (weleens) eenzaam voelde, was dat in het najaar van 2021 ruim 1 op de 4.
 
Verdere tweedeling door corona
De hoge kwaliteit van leven geldt volgens het SCP niet voor jongvolwassenen, mensen met een migratieachtergrond, mensen met een laag opleidingsniveau en zelfstandigen. De verschillen tussen groepen worden door corona groter. Ook in Breda zien we dat corona de tweedeling versterkt; tussen wijken en tussen bepaalde groepen:

  • In de onderzoeken onder mensen met een Wmo-maatwerkvoorziening en mensen in de bijstand zagen we dat zij vaker last hebben van de coronasituatie dan andere inwoners. In deze groepen voelden meer mensen zich gespannen, verdrietig, bang of boos. Bij het merendeel (76%) was de ondersteuning overigens hetzelfde. Bij de anderen was bij 3 op de 10 een alternatief en in hun ogen meestal passend aanbod beschikbaar. Een kleine groep die te maken heeft met gewijzigde ondersteuning, ervaart (grote) negatieve gevolgen van de coronacrisis. Het zorgde voor meer druk op de thuissituatie en voor stress.
  • Corona had ook invloed op de jongeren in Breda. Twee op de vijf Bredase ouders vonden medio 2021 dat de schoolprestaties van hun jongste schoolgaande kind zijn verslechterd tijdens de coronacrisis. Hetzelfde geldt voor de contacten die de kinderen met leeftijdsgenoten hadden. Bijna 1 op de 3 ouders gaf aan dat hun kind zich minder gelukkig voelde.
  • In 2020 hadden 9.330 huishoudens in Breda een laag inkomen (tot 110% van het sociaal minimum). Dit is een toename van 6% na een vrij stabiele ontwikkeling tussen 2015 en 2019. Tegelijkertijd ligt het gemiddeld besteedbaar inkomen boven het landelijk gemiddelde, en dat neemt verder toe. Ook dat wijst op grotere verschillen tussen rijk en arm.
  • Eind 2020 bleek al dat mensen die niet zo gelukkig zijn, zich vaker ongelukkig voelen door de crisis dan andere Bredanaars. Corona lijkt dus het geluksgevoel van Bredanaars die toch al niet zo gelukkig waren meer te raken.

Inwoners van Breda onderschrijven deze kansenongelijkheid en zien een tweedeling in armoede en in de wijken. Zij noemen dit als 1 van de 6 hoofdproblemen in Breda. Verder maken ze zich zorgen over de toenemende tegenstellingen in de samenleving over onderwerpen als vaccinatie, de coronapas en vluchtelingen (meting onder inwoners via Digipanel, najaar 2021).

Informele en gemeentelijke ondersteuning
Eén op de vijf Bredanaars verleent in 2021 mantelzorg. Door de veranderende bevolkingsopbouw neemt de vraag naar mantelzorg toe. De oudere generatie (65 jaar en ouder) groeit relatief het hardst en wordt groter dan de jongere generatie (0-20 jaar). De groep die mantelzorg verleent (20-65 jaar) groeit ook, maar veel minder hard. 

De gemeente ondersteunt 22% van de huishoudens vanuit de Jeugdwet, de Participatiewet en/of de Wmo. Dat is iets hoger dan het landelijk gemiddelde van 20,8% (1e helft van 2020). Het gaat om ongeveer 19.500 huishoudens die vooral ondersteuning vanuit de Wmo krijgen. Bij ruim 2% van de huishoudens is sprake van gemeentelijke ondersteuning vanuit ten minste 2 van de genoemde wetten. Dat is vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde. Gedurende 2021 is het aantal mensen met een Wmo-maatwerkvoorziening toegenomen, vooral voor hulp in het huishouden. Het aantal mensen in de bijstand is afgenomen (exclusief Tozo) en het aantal jongeren met jeugdhulp is toegenomen. De inschatting is dat het aantal Wmo-gebruikers toeneemt tot bijna 18.500 in 2025 (+19% ten opzichte van 2020, inclusief deeltaxi).

Zowel landelijk als in de regio West-Brabant zien we voor nagenoeg alle diagnosen een stijging van de wachttijden in de ggz.

3. Economische trend: de verwachte forse economische krimp in 2020 bleek gemiddeld genomen mee te vallen; we zien een terugkerend herstel in 2021; tegelijkertijd worden diverse kwetsbare groepen hard geraakt

Terug naar navigatie - 3. Economische trend: de verwachte forse economische krimp in 2020 bleek gemiddeld genomen mee te vallen; we zien een terugkerend herstel in 2021; tegelijkertijd worden diverse kwetsbare groepen hard geraakt

Corona beïnvloedde het leven van iedereen. Niet alleen wat betreft gezondheid en maatschappelijke impact, maar ook in economisch opzicht. De landelijke en lokale steunmaatregelen hebben veel ondernemers - vooralsnog - behoed voor een faillissement of bedrijfsbeëindiging. Toch is de impact van inmiddels 2 jaar corona groot, vooral bij kwetsbare groepen ondernemers. Hetzelfde geldt voor bepaalde groepen werknemers. Eerdere (zware) voorspellingen konden gedurende de 2 coronajaren steeds positiever worden bijgesteld. Zo kopt het CPB in het persbericht bij de publicatie van de Macro Economische Verkenning 2022 (september 2021): 

Krachtig herstel Nederlandse economie, maar onzekerheid corona blijft.

Volgens berekeningen van het CBS (24 december 2021) is het bruto binnenlands product (bbp) in het 3e kwartaal van 2021 met 2,1% gegroeid ten opzichte van het 2e kwartaal van 2021. Bij de eerste berekening, die is gepubliceerd op 16 november, kwam de groei uit op 1,9%. Deze opwaartse bijstelling komt door de extra consumptie door huishoudens (vooral in het buitenland) en de toegenomen overheidsconsumptie. Een meer gedetailleerde analyse van de situatie in Breda is opgenomen in de Economische Barometer Breda 2022, die eind mei 2022 verschijnt.

4. Ruimtelijke trend: verschillen tussen steden en regio’s nemen toe, net als verschillen binnen steden

Terug naar navigatie - 4. Ruimtelijke trend: verschillen tussen steden en regio’s nemen toe, net als verschillen binnen steden

De krapte op de woningmarkt houdt aan. Onze ambitie is dan ook om in Breda in de periode tot 2040 25.000 woningen te bouwen. We verhogen de productie, zodat we de komende jaren structureel 1.500 woningen per jaar bouwen. In Breda zijn in 2021 in totaal 851 woningen gerealiseerd. De verwachting is dat we met (de versnelling van) de woningbouwopgave de Bredase woningmarkt weer aantrekkelijk maken voor groepen die nu geen geschikte woning kunnen vinden. Breda kenmerkt zich door grote concentraties sociale woningbouw (de lijn van noordoost naar zuidwest). Dit zorgt voor grote verschillen tussen buurten. 
Over het algemeen waarderen Bredanaars hun woning en woonomgeving met een ruime voldoende. In de meeste buurten gaat het goed, maar sommige hebben (op termijn) een grotere kans op een achterstand. 

Het tekort aan woningen stuwt de prijzen op: de verkoopprijs van woningen in Breda steeg in 2021 met 20,3% (bron: Van der Sande Makelaars), terwijl het aanbod van koopwoningen sterk daalde. Landelijk waren bestaande koopwoningen in 2021 gemiddeld 15,2% duurder dan in 2020 (bron: CBS). De snel stijgende huizenprijzen versterken de kansenongelijkheid tussen mensen met en zonder vermogen.

Al jaren is de landelijke trend dat mensen steeds langer in hun huis blijven wonen. Voor de groeiende groep ouderen is het belangrijk dat er woningen zijn die passen bij hun woonwensen. Daarmee ontstaat doorstroming en komen meer woningen vrij voor andere groepen, zoals gezinnen met kinderen. Bij het bepalen van de gewenste woningvoorraad gaat het dus niet alleen over aantallen, maar zeker ook over het type woningen.

De verkeersintensiteit op het stedelijke hoofdwegennet stijgt. De verkeersintensiteit op de Zuidelijke Rondweg en (vooral) de Noordelijke Rondweg groeit al jaren gestaag en redelijk constant. Opvallend is dat daarnaast alleen de intensiteit op de stadsontsluitingswegen groeit. Alle andere wegen in Breda laten gemiddeld genomen al jaren geen groei zien. Er lijkt alleen groei te zijn op plekken waar gebouwd wordt, waarbij de Noordelijke Rondweg (en Zuidelijke Rondweg) meegroeien, omdat daar alles samenkomt. 

Naar verwachting neemt het autogebruik verder toe en daalt het gebruik van het openbaar vervoer. Alleen op de Hoogwaardig Openbaar (streek)Vervoer lijnen (HOV-lijnen) met veel reizigers zal het busvervoer verder groeien. Het treinverkeer zal na een tijdelijke afname door corona weer toenemen. De elektrische fiets eist steeds meer haar plek op in de stad en de regio. Hetzelfde geldt voor elektrische deelscooters. Dit heeft gevolgen voor de infrastructuur, de verkeersveiligheid en de openbare ruimte. Technologische ontwikkelingen hebben de komende jaren grote invloed op het vervoer van personen. Misschien wel de grootste ontwikkeling is die van de zelfrijdende auto.

5. Duurzame trend: Transitie naar een duurzame economie en samenleving

Terug naar navigatie - 5. Duurzame trend: Transitie naar een duurzame economie en samenleving

Verduurzaming is de grootste opgave voor de komende 10 jaar. Het Klimaatakkoord werd in juni 2019 gepresenteerd en heeft als centraal doel om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 49% terug te dringen ten opzichte van 1990. In de 1e jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning 2019 signaleerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat er nog veel moet gebeuren om dit doel te halen. In 2018 had Nederland een reductie van iets minder dan 15% bereikt ten opzichte van 1990. In ruim 10 jaar moeten we dus meer dan 2 keer zo veel bereiken als in de afgelopen 28 jaar.

In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt om te komen tot een haalbare, betaalbare en uitvoerbare overgang voor gemeenten en inwoners. Zo moeten vanaf 1 januari 2021 alle vergunningen voor nieuwe woningen en nieuwe utiliteitsbouw voldoen aan de eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG). In de Transitievisie Warmte spreken we de ambitie uit om al in 2044 (in plaats van 2050) geen aardgas meer te gebruiken voor koken en stoken. Deze visie heeft eind 2021 ter inzage gelegen en geeft inzicht in welke (12) gebieden voor 2030 het makkelijkst over kunnen schakelen op alternatieve energie. Uiterlijk 2030 moeten de eerste gebieden daadwerkelijk aardgasvrij zijn, of klaar zijn voor afkoppeling van het aardgasnet en voor aansluiting op een alternatieve energie-infrastructuur.

De verduurzaming van bestaande woningen kan in de praktijk hoge kosten met zich meebrengen. Aardgasvrije woningen lijken minder makkelijk te realiseren dan een aantal jaren geleden werd gedacht. Huiseigenaren zijn enthousiast over zonnepanelen, maar zijn teleurgesteld als blijkt dat zij de opgewekte elektriciteit op piekmomenten niet aan het net terug kunnen leveren. Dubbelglas en isolatie zijn eveneens maatregelen die huiseigenaren willen uitvoeren. Maar in voor- én naoorlogse woningen is méér nodig om een hoog duurzaamheidsniveau te bereiken.

Uit het rapport van de Rekenkamer Breda (december 2019) blijkt dat de klimaatambities in Breda vrij hoog zijn. Zo steven we ernaar om in 2044 CO2-neutraal te zijn. Wat betreft het percentage CO2-reductie scoort Breda vooralsnog echter gemiddeld. De totaal bekende CO2-uitstoot in Breda nam de afgelopen jaren af van 892 kiloton in 2015 naar 756 kiloton in 2019. Ondanks een inhaalslag was de uitstoot in 2019 (laatst beschikbare cijfers) nog steeds 52 kiloton te hoog ten opzichte van de streefwaarde van 704 kiloton. Extra inspanningen zijn nodig om deze afname sterker door te zetten.

Het aandeel hernieuwbare energie (energie uit constante natuurlijke bronnen zoals wind en zon) in Breda is de afgelopen jaren weliswaar licht gestegen, maar het is bescheiden als we kijken naar het gemiddelde van de 40 grootste gemeenten.

De afspraken in het Klimaatakkoord zijn aan 5 sectortafels gemaakt: Elektriciteit, Mobiliteit, Landbouw en landgebruik, Gebouwde omgeving en Industrie. 
De verwevenheid tussen deze sectoren zal toenemen. Dit maakt het belangrijk om, ook over de sectoren heen, regelmatig samen de voortgang te bespreken en op zoek te gaan naar samenhang en koppelkansen.

In 2021 zagen we de prijzen van vooral gas en olie sterk stijgen. Naarmate de geopolitieke onrust verder toeneemt, zullen de prijzen naar verwachting langer op dit hoge niveau blijven. Daardoor zullen mensen eerder de noodzaak ervaren om over te stappen op meer duurzame energie. Aan de andere kant leiden hoge(re) energieprijzen voor een groeiende groep mensen tot zogeheten energiearmoede.  

Het gebruik van de (openbare) ruimte verandert en neemt verder toe. Corona heeft deze ontwikkeling versneld. In de zomer van 2021 was er een grote behoefte aan buiten recreëren. De verwachting is dat dit een blijvende ontwikkeling zal zijn.

6. Veiligheidstrend: verschillende maatschappelijke ontwikkelingen leiden tot nieuwe veiligheidsvraagstukken

Terug naar navigatie - 6. Veiligheidstrend: verschillende maatschappelijke ontwikkelingen leiden tot nieuwe veiligheidsvraagstukken

De coronacrisis leidde tot verschuivingen in het veiligheidsbeeld. De klassieke vormen van criminaliteit, zoals woninginbraak, namen af, terwijl diverse vormen van overlast juist toenamen. In 2021 daalde het totaal aantal geregistreerde misdrijven verder. Deze ontwikkeling is gedeeltelijk toe te schrijven aan veranderingen in ons gedrag. Zo werkten we door corona bijvoorbeeld meer thuis. Ook het aantal geregistreerde toezichts- en handhavingszaken is gedaald. Alle soorten misdrijven daalden in aantal of stabiliseerden, met uitzondering van fietsendiefstal. 

Cybercriminaliteit blijft het grootst van alle misdrijven, maar is wel licht gedaald. De overlast door personen met verward gedrag en woonoverlast is verder gestegen. De overlast door jeugd is gestabiliseerd. 

7. Bestuurlijke trend: lokaal bestuur gaat steeds meer samenwerken met partners binnen én buiten de stad; de gemeente verschuift van regisseren naar faciliteren

Terug naar navigatie - 7. Bestuurlijke trend: lokaal bestuur gaat steeds meer samenwerken met partners binnen én buiten de stad; de gemeente verschuift van regisseren naar faciliteren

Steeds meer beleidsthema's worden bepaald en uitgevoerd op lokaal niveau. Afhankelijk van het beleidsveld werken we samen met partners in de stad, in de regio of met andere overheden. Waar nodig gaan we samenwerkingsverbanden aan met buurgemeenten.

De Omgevingswet is een instrument om de samenwerking te organiseren voor het fysieke domein. Daarbij krijgen ook andere, meer sociale en maatschappelijke aspecten van de fysieke leefomgeving een plaats. De beoogde invoeringsdatum van de Omgevingswet is inmiddels verschoven naar 1 januari 2023. Steeds meer gemeenten gebruiken de Crisis- en herstelwet om alvast te werken met de mogelijkheden van de Omgevingswet.

Diverse landelijke onderzoeken naar de impact van corona laten zien dat het vertrouwen in de overheid landelijk en lokaal in de afgelopen jaren afneemt. Dit vertrouwen is inmiddels (februari 2022) lager dan ooit. Voor een deel komt dit door de corona-aanpak. Ook de toeslagenaffaire en de manier waarop de (landelijke) overheid daarmee omgaat, leidt tot een verminderd vertrouwen in de (vooral landelijke) overheid. 

8. Technologische trend: fysieke en digitale werelden komen samen ; de digitale wereld wordt steeds ‘echter’

Terug naar navigatie - 8. Technologische trend: fysieke en digitale werelden komen samen ; de digitale wereld wordt steeds ‘echter’

Technologische ontwikkeling is niet iets nieuws. De moderne mens innoveert en ontwikkelt zich al zijn hele bestaan. Daarbij hebben technologische ontwikkelingen altijd hun impact op sociaal-maatschappelijke, economische en politieke structuren gehad. Die ontwikkelingen gaan vandaag de dag wel steeds sneller, omdat nieuwe technologie ons nu eenmaal in staat stelt om sneller te kunnen vernieuwen. Dat vraagt ook om een sneller aanpassingsvermogen van de mens, de maatschappij, de economie en de politiek. Het is belangrijk om aangehaakt te blijven, omdat de kloof steeds groter en wellicht uiteindelijk onoverbrugbaar kan worden wanneer technologie slechts voor een steeds kleiner wordende groep toepasbaar is. De huidige trends die ons dagelijks leven het meest (gaan) beïnvloeden, liggen op het gebied van digitalisering, robotisering en verduurzaming.

Digitalisering en robotisering
Binnen de digitalisering vinden onder meer snelle veranderingen plaats op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI), internet of things (IoT), virtual reality (VR), augmented reality (AR), robotisering, blockchain, web 3.0 en big data. Deze trends staan niet los van elkaar. Zo is de verwachting dat robots door AI aangestuurd worden. Daarnaast stelt de combinatie tussen IoT en AR ons in staat om onze fysieke wereld een digitale laag te geven. Ook wordt ons leven online steeds belangrijker en zal de digitale economie zich verder ontwikkelen door blockchain en web 3.0. 

Deze ontwikkelingen brengen echter ook serieuze uitdagingen met zich mee. Denk aan robots die worden aangestuurd door AI en die banen overnemen, maar ook nieuwe banen creëren. Ons werk verandert daardoor. Maar denk ook aan mensen die met een AR-bril of -lens de binnenstad zien. Onze beleving van de omgeving en de werkelijkheid verandert en kan steeds verder van die van een ander af komen te staan. Hoe mensen de werkelijkheid beleven loopt nu ook al steeds verder uiteen door wisselende belevingen van de digitale wereld. Denk aan internetbubbels, de ‘fabeltjesfuik’ en ‘fake news’. Al deze ontwikkelingen werken polarisatie in de hand.  

Om te zorgen dat mensen niet vervreemden van de samenleving en zelfredzaam blijven, is het belangrijk dat zij digitaal mee kunnen blijven doen. In 2021 vond 89% van de Bredanaars zichzelf digitaal vaardig(1).   

Onze digitale voetafdruk neemt toe; we laten online steeds meer informatie achter. Dit heeft invloed op onze veiligheid. Individuen, bedrijven en overheden zijn op digitaal gebied afhankelijker en daarmee ook kwetsbaarder geworden. Terwijl er in 2017 nog 677 gevallen van cybercrime waren, is dat aantal in 2021 opgelopen tot maar liefst 1.382(2)

9. Trend: verdere verduurzaming en digitalisering/informatisering bij mobiliteit

Terug naar navigatie - 9. Trend: verdere verduurzaming en digitalisering/informatisering bij mobiliteit

De trends op het gebied van mobiliteit bestaan vooral uit verduurzaming, digitalisering en informatisering. Het aandeel elektrische auto’s neemt snel toe. Ook is er steeds meer aandacht voor waterstof. Dat laatste is vooral relevant voor zwaarder vervoer, omdat dit zich (momenteel) minder goed leent om puur elektrisch te gaan rijden. De verwachting is dat binnen afzienbare tijd het merendeel van de auto’s elektrisch is. Dit is een positieve ontwikkeling voor de CO2-uitstoot in de stad. Het brengt echter ook uitdagingen met zich mee. Zo is de elektriciteitsvoorziening op veel plaatsen nog niet op orde om alle benodigde laadpalen te kunnen voorzien van elektriciteit. Ook moeten we nadenken over hoe de openbare ruimte er straks uitziet. 

Via open data is veel informatie beschikbaar over verkeersstromen. De verwachting is dat deze informatie steeds meer wordt toegepast. Daarnaast komt de zelfrijdende auto steeds dichterbij. Ook dat heeft een grote impact op hoe mensen zich door de stad bewegen. Digitalisering heeft verder grote invloed op de mogelijkheden voor deelmobiliteit (deelscootergebruik met apps) en parkeren (digitaal betalen en/of parkeerplaatsen reserveren). 

Bronnen

Terug naar navigatie - Bronnen

Belangrijkste bronnen:
Diverse gemeentelijke bronnen: 

1  Stadsenquête 2021 (geraadpleegd op 28-1-2022)
2 Veiligheidsmonitor Breda (geraadpleegd op 28-1-2022)

  • Diverse gemeentelijke monitoren / O&I-producten (inwonersenquêtes, ondernemers- en studentenpeilingen, integrale/economische (corona-impact)monitor, Economische Barometer, Veiligheidsmonitor Breda, Leefbaarometer, Vroegsignalering, factsheets per thema, Breda in cijfers).  

Diverse landelijke bronnen: 

  • CBS, CPB, Platform 31, Brabantatlas.