Voortgang uitvoeringsprogramma's milieu 2021

1. Uitvoeringsprogramma Klimaat

Terug naar navigatie - 1. Uitvoeringsprogramma Klimaat

De doelstelling van het uitvoeringsprogramma Klimaat is een CO2-neutraal Breda in 2044. Daarnaast bevorderen we duurzaamheid en werken we op stedelijk niveau toe naar een gezonde en klimaatbestendige leefomgeving. Dit doen we uiteraard in samenwerking met partners in de stad.

1.1 Schone en zuinige mobiliteit

Terug naar navigatie - 1.1 Schone en zuinige mobiliteit

Mobiliteit heeft een grote impact op het milieu. Het verkeer in en rond Breda blijft de komende tijd toenemen. Om het milieu zo min mogelijk te belasten, moet deze groei zo veel mogelijk worden opgevangen met duurzame mobiliteit. Daarbij zetten we in op de 3 v’s: 'veranderen van vervoerswijze', 'voorkomen van mobiliteit' en 'verschonen van voertuig'.

1.1.1    Waterstofafleverpunt 
Samen met (private) stakeholders werken we aan de realisatie van een waterstoftankstation. Hiervoor is in 2016 onder andere een Interreg-subsidie toegekend. In 2019 is de vergunning verleend voor een locatie aan het Minervum. Het station is eind 2021 opgeleverd.

1.1.2    Verduurzaming gemeentelijk wagenpark
In 2021 hebben we stappen gezet voor de verduurzaming van het gemeentelijke wagenpark. We hebben het wagenpark geïnventariseerd en een marktverkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden voor verduurzaming. Bij vervanging zoeken we naar duurzame alternatieven. Verder hebben we in 2021 het convenant 'Duurzame reinigingsvoertuigen' ondertekend, wat betekent dat alle nieuwe voertuigen geen uitstoot mogen hebben. We onderzoeken de mogelijkheden om de verduurzaming te versnellen. In 2022 maken we hier keuzes in. Tot slot hebben we 2 vuilnisauto’s op waterstof aangeschaft. Hiervoor is (al in 2018) een Europese subsidie toegekend vanuit het project REVIVE.

1.1.3    Mobiliteitsvisie
In januari 2021 heeft de gemeenteraad de Mobiliteitsvisie Breda vastgesteld. Daarin staan ook de beleidsuitgangspunten beschreven op het gebied van verduurzaming van de mobiliteit. Dit gebeurt volgens de bovengenoemde 3 v’s. Daarnaast zetten we in op slimmere stedelijke logistiek om de hoeveelheid vrachtverkeer te verminderen.

1.2 Duurzame energieproductie

Terug naar navigatie - 1.2 Duurzame energieproductie

1.2.1   Solarscan
Solarscan is een online tool waarmee inwoners van Breda kunnen zien in hoeverre hun dak geschikt is voor zonnepanelen en/of een groen dak. In 2021 hebben 1253 unieke bezoekers gebruikgemaakt van de solarscan (voor zonnepanelen). Het totale aantal bezoekers was 1653. Dit is een toename ten opzichte van 2020.
 
1.2.2      Smart-Energy-Link
In 2019 zijn 12 SDE-subsidieaanvragen ingediend voor Zon op Dak. Hiervan zijn er 7 toegekend, waarvan 5 op Hazeldonk. Bij het realiseren spelen 2 zaken een rol:

  1. De draagkracht van de meeste daken is te beperkt om de gangbare zonnepanelen te plaatsen. Alternatieven zijn in ontwikkeling, maar hebben nog niet geleid tot investeringen.
  2. Congestie zorgt ervoor dat er geen aansluitingen mogelijk zijn voor terugstorten op het net.

Mede in het kader van het EU-project Smart-Energy-Link (slimme energiesamenwerking) hebben we afgelopen jaar een plan van aanpak opgeleverd en een samenwerking ontwikkeld om ondanks de congestie toch een uitbreiding van de zonne- en windenergie op Hazeldonk mogelijk te maken.

1.2.3     Overige warmte
In 2020 heeft het pilotproject Warmtenet Havenkwartier een vervolg gekregen om de ontwikkeling zo veel mogelijk CO2-neutraal te laten plaatsvinden. We onderzoeken samen met de ontwikkelaars en met waterschap Brabantse Delta de mogelijkheid van een collectief warmtenet via WKO met aquathermie. De voorraad en de potentie van de bodem zijn nader onderzocht, net als de haalbaarheid van het collectieve warmtenet. Begin 2022 is dit plan vastgesteld.

1.2.4    Geothermie (Amer + Green Deal geothermie Brabant) 
In 2012 en 2014 is er (Brabantbreed) onderzoek gedaan naar de geothermische potentie in de Trias-aardlaag ten noordoosten van Breda. Daaruit bleek dat er weliswaar geothermische potentie is, maar dat de warmte door de ondiepe(re) ligging beperkt is. In 2017 is er aanvullend onderzoek gedaan naar onder meer de dieper gelegen Carbonische aardlagen. Daarbij is geconstateerd dat er aanvullend onderzoek nodig is.

Ook in het kader van de Regionale Energiestrategie West-Brabant en de verduurzaming van het Amer-warmtenet kijken we naar geothermie als een potentiële warmtebron in de transitie naar een aardgasvrije samenleving. Nader onderzoek is nodig; zeker voor wat betreft de 'blinde vlekken' waarvoor slechts beperkte gegevens beschikbaar zijn. Eind 2020 is Energie Beheer Nederland (EBN) met de voorbereidingen gestart voor dit nadere onderzoek voor de regio West-Brabant. Dit is in 2021 uitgevoerd. Het onderzoek omvatte een zogenoemde seismische campagne en bewerkt bestaande data met de nieuwste technieken. Daarnaast is er in 2020 een provinciale potentiekaart geothermie opgeleverd. In 2022 starten de voorbereidingen om een aanvullende onderzoekslijn in de regio Moerdijk – Breda te onderzoeken.

Binnen de Green Deal zijn een aantal wijzigingen opgetreden. De uitvoerende partij (Hydreco Geomec) is overgenomen door Engie Energy Services en is daarmee geen partij meer in de Green Deal. De Green Deal richt zich meer op de Brabantse RES'sen en de Amer-warmteregio.

1.2.5    Strategisch cluster windenergie 
Het provinciaal inpassingsplan Wind A16 (PIP) is op 28 september 2018 vastgesteld door Provinciale Staten. Er zijn vergunningen verstrekt voor 28 windmolens in de A16-zone tussen de Belgische grens en het Hollandsch Diep, waaronder 7 windmolens op Bredaas grondgebied (nabij rioolwaterzuivering Nieuwveer, knooppunt Galder en Hazeldonk). De beroepsprocedure voor het PIP en de vergunningen is afgerond. Op 22 juli 2020 was er een tussenuitspraak. Na een herstelbesluit van Provinciale Staten op 11 september 2020 heeft de Raad van State definitief een positieve uitspraak gedaan over Wind A16. Dit betekent dat de bouw van de windmolens langs de A16 doorgaat. Daarmee is er sprake van een onherroepelijk inpassingsplan en zijn ook de vergunningen onherroepelijk geworden. In 2021 zijn de voorbereidingen voor de bouw gestart. Dat betekent dat er verschillende gemeentelijke vergunningen zijn aangevraagd voor (tijdelijke) voorzieningen, kabels en leidingen, en dergelijke. De verwachting is dat de windmolens in 2022 en 2023 worden gebouwd.
 
Voor de uitvoering van lokale participatie heeft de gemeente een samenwerkingsovereenkomst gesloten met het Energiefonds Brabant. De afspraken over lokale participatie uit de Green Deal Wind A16 zijn in private overeenkomsten met ontwikkelaars vastgelegd voordat de vergunningen waren verstrekt. We hebben een werkeenheid Energie A16 opgericht om de energietransitie in de A16-zone te versnellen. In dit informele samenwerkingsverband werken de volgende partijen samen: vertegenwoordigers van de A16 wijk- en dorpsraden (Haagse Beemden, Prinsenbeek, Princenhage en Buitengebied Zuidwest), energietransitie-stichtingen (Drimmelen, Moerdijk en Zundert), de A16-gemeenten (Breda, Drimmelen, Moerdijk en Zundert), de provincie en het Energiefonds Brabant. 

De kaders voor de 'burenregeling A16-zone' zijn door de stuurgroep Wind A16 vastgesteld. Bewoners op circa 160 adressen in de directe omgeving van de windmolens kregen in 2019 een privaat aanbod in de vorm van een woninggebonden budget voor een energiescan, maatwerkadvies en de uitvoering van energiemaatregelen. In 2019 hebben de bijeenkomsten voor deze bewoners plaatsgevonden. De regeling is goed ontvangen. Inmiddels is er een selectie gemaakt van 13 woningen die vooruitlopend op de uitspraak van de Raad van State al starten met verduurzamen. Deze pilot van 13 woningen is in 2020 gestart. In 2021 is dit project verder doorgezet en is met enkele woningeigenaren om verschillende redenen nog geen contact geweest. De verwachting is dat dit zo snel mogelijk wordt afgerond.

Daarnaast is 25% van de windmolens in lokaal eigendom, waarvan de winst ten goede komt aan nieuwe energieprojecten van de lokale gemeenschap. In 2019 zijn vanuit de wijk- en dorpsraden concepten voor lokale energieagenda’s opgesteld. Deze LEA’s geven aan hoe de betreffende wijken en dorpen verder verduurzaamd kunnen worden. Deze LEA van Breda is op 10 juli 2020 aangeboden aan wethouder Bos. Inmiddels is het project 'Slimme stappen' gestart. Vanuit dit project worden de projecten vanuit het 25%-aandeel van de molens (de LEA’s) gestart. 

Verder is in 2020 ook een financiële werkgroep gestart, die de mogelijkheden voor financiële participatie in de vorm van crowdfunding heeft onderzocht. In 2021 is dit verder opgetuigd om middelen naar voor te halen om projecten op te starten. Dit wordt in 2022 verder uitgevoerd. 

In 2021 is het project Landschapsinvesteringen gestart. Omdat windmolens lastig aan het zicht te ontnemen zijn, is ervoor gekozen om bij particulieren met zicht op de windmolens bomen aan te planten. Het projectplan is afgestemd tussen de 4 gemeenten in Energie A16, de wijk- en dorpsraden en de stichtingen. Hiermee is het een breedgedragen plan. De daadwerkelijke uitvoering van het project vindt naar verwachting plaats in 2022.

Op deze manier is een unieke vorm van samenwerking ontstaan en bovenwettelijk geborgd met alle private ontwikkelaars van windmolens in de A16-zone.

1.2.6    BISEPS
Het Europese project BISEPS staat voor Business Clusters Integrated Sustainable Energy PackageS. Breda is een van de Europese partners die de krachten bundelen om bedrijven aan te zetten tot een vermindering van de CO2-uitstoot. Door koolstofarme technologieën maken bedrijven meer energiewinst en ze dragen zo bij aan de klimaatdoelstellingen. Het Europese project BISEPS is afgerond, de doelen van het totale project in Nederland, België, Frankrijk en Engeland zijn gehaald. Voor Nederland geldt dat een Green Deal voor bedrijven is gesloten en dat de stichting Breda Energie is opgericht. Deze stichting heeft tot doel om energie te besparen en deze lokaal duurzaam op te wekken en te gebruiken bij bedrijven. De tool om verbruiksprofielen per bedrijventerrein in te voeren en te bekijken, is opgeleverd.

1.2.7    Amer-warmteregio
Het project loopt. We kijken naar verschillende bronnen, infrastructuur en draagvlak.

Bronnen

  • We zetten erop in om het Amernet op termijn met andere (duurzame) bronnen te voeden.
  • Biomassa Made, Restwarmte Agristo/Eneco, Geothermie Made en zonneweide Breda zijn opgestart.
  • Er is sprake van vertragingen door de stikstofcrisis, maar ook door verschillende belangen, hoge investeringen en uitgebreide afstemming.
  • Uitdagingen zijn: de eerste projecten realiseren, haalbare businesscases, draagvlak en participatie.

Infrastructuur

  • Grote projecten die in ontwikkeling zijn: warmtesingel Breda, aardgasloze wijken en warmtesamenwerking AWLTT-Breda-Tilburg-Ennatuurlijk.
  • Nationale wetgeving, RES’en en Warmtetransitievisies zorgen voor urgentie.
  • Uitdagingen zijn: de financiering (rijksbijdragen helpen, maar bieden geen garanties), imago/communicatie rond het warmtenet, de stap naar nieuwe generatie netten met lage temperatuur.

Draagvlak en participatie

  • In samenwerking geven we aandacht aan draagvlak voor en participatie bij stadsverwarmingsprojecten. De eigen posities worden vooral door de publieke partners opnieuw bepaald.
  • Het zijn veel ongelijksoortige projecten, niet fysiek maar ondersteunend aan het programma.
  • Er is een snelle doorlooptijd van (vaak kleinere) projecten, maar dit is nog te weinig zichtbaar bij afnemers.

1.2.8    Regionale Energiestrategie

  • In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de 30 landelijke regio’s een bod doen aan de landelijke overheid voor de grootschalige opwek van elektriciteit. Zij brengen ook de warmtebronnen in beeld voor de periode tot 2030. De afspraak is om in 2030 ten minste 35 TWh grootschalig hernieuwbare energie gerealiseerd te hebben. Het Rijk beoordeelt of het totale aanbod deze 35 TWh dekt.
  • Breda participeert in de regio West-Brabant. Breda is bestuurlijk voorzitter van de Kop- en Stuurgroep.
  • In 2019 zijn de Startnotitie en het Plan van Aanpak vastgesteld.
  • In 2020 is de concept-RES door de gemeenteraden vastgesteld en is het ‘RES-bod’ voorgelegd aan de landelijke overheid. In 2021 zijn de definitieve RES en het Uitvoeringsprogramma RES vastgesteld en is gestart met de uitvoering. Daarbij lopen we tegen de netwerk- en transportschaarste aan, waardoor het grootschalig terugleveren aan het elektriciteitsnet niet meer mogelijk is. Enexis (en TenneT) werken aan plannen om het net te verzwaren. Inmiddels zijn we ook gestart met de RES 2.0 (Regionale Structuur Warmte), die begin 2023 moet worden vastgesteld.

Door transportschaarste loopt de grootschalige opwekking van zonnestroom op daken vertraging op.

1.2.9     Energieopslag 
Energieopslag krijgt de komende jaren extra aandacht. Dit is een instrument dat mede een oplossing kan bieden voor de transportschaarste.

1.3 Duurzame Overheid

Terug naar navigatie - 1.3 Duurzame Overheid

De gemeente heeft een voorbeeldrol wat betreft duurzaamheid. Dit wordt ook benadrukt in het Klimaatakkoord. Door het goede voorbeeld te geven en onze inkoopkracht te gebruiken, versterken we de transitie naar een klimaatvriendelijkere toekomst.

1.3.1    Verduurzaming gemeentelijk vastgoed 
In 2021 hebben we het gemeentelijk vastgoed verder verduurzaamd en hebben we de doelen van het jaar behaald. Dat gebeurde binnen het budget. 

1.3.2     Circulaire economie
In 2021 is de circulaire economie meer onder de aandacht gebracht. Alle initiatieven komen samen in een uitvoeringsplan in 2022. De Citydeal 'Circulair en conceptueel bouwen' is ondertekend en er is een subsidie aangevraagd voor een circulaire hub en een gemeentelijk materialendepot. 

1.3.3    Energiecoaching huurders maatschappelijk vastgoed
Dit onderwerp hebben we door corona niet verder opgepakt. We gaan hier later mee verder.

1.3.4    Verduurzaming openbare verlichting
We hebben al veel stappen gezet. Het project is nog steeds in uitvoering.

1.4 Gebouwde omgeving

Terug naar navigatie - 1.4 Gebouwde omgeving

Gas past als fossiele brandstof niet in een CO2-neutraal Breda. Gelukkig is er sinds 2018 wetgeving van kracht die ervoor zorgt dat nieuwbouw in principe aardgasloos gerealiseerd moet worden. Om de CO2-uitstoot van bestaande gebouwen te verlagen, voeren we een aantal projecten uit.

1.4.1    Verduurzaming particuliere woningen
Dit project is uitgevoerd door energiecoöperatie Bres, met een subsidie vanuit het UPK. Bres richt zich op het begeleiden van inwoners bij hun hele ‘klantreis’ richting een duurzame en energiezuinige woning. Het zwaartepunt ligt bij het organiseren van informatiebijeenkomsten in de buurt en het vervolgens individueel voeren van een keukentafelgesprek, waarbij een vrijwillige energiecoach thuis voorlichting en tips komt geven. Door de pandemie en de beperkende maatregelen hebben we in 2021 maar zeer beperkt invulling aan deze activiteiten gegeven, waarbij telkens wel de voorbereidingen en afspraken werden gemaakt. De inspanningen zijn daardoor wel grotendeels geleverd, maar de verwachte output is helaas achtergebleven. 

1.4.2    Stimulering verduurzaming bestaande bouw
Onder dit project vallen verschillende (vooral interne) activiteiten om de verduurzaming van woningen te versnellen. In 2021 is de Toekomstbestendig Wonen-regeling van start gegaan, waarbij particuliere eigenaren een aantrekkelijke lening kunnen afsluiten voor energiebesparende maatregelen. Hiervoor is een speciaal fonds ingericht. Vanaf de start in juli 2021 tot het einde van het jaar zijn zo'n 15 aanvragen in behandeling genomen. Ook is er een maatwerklening voor mensen met een smalle beurs ingericht. Door problemen bij de uitvoerder, SVn, zijn hiervoor nog geen leningen verstrekt.

1.4.3    Greenhopper Woonwijs en Triple A 
Het Europese project Triple A liep van 2017 tot en met 2021. De voornaamste instrumenten die daaruit zijn ontwikkeld, zijn de Greenhopper en Woonwijsbreda.nl. De Greenhopper is een duurzaam gebouwd tiny house, dat fungeert als ons fysieke energieloket, dat verplaatsbaar is en dat van buurt naar buurt trekt. Tijdens de inloopspreekuren kunnen mensen met al hun vragen over verduurzaming van hun eigen woning hierbij terecht. Woonwijsbreda.nl is ons digitale energieloket. Ook daar zijn (online) vragen te stellen en is veel informatie te vinden. Na de afronding van het Europese project, worden beide initiatieven nu voortgezet vanuit de eigen begroting. Door de coronamaatregelen is de Greenhopper slechts 3 maanden ingezet in 2021, van september tot en met november. In die tijd zijn 6 buurten bezocht, waarbij we 484 bezoekers hebben geteld. 

1.4.4    Transitievisie Warmte 
De grootste opgave moet in bestaande wijken gerealiseerd worden. Dat vergt een goede strategie met slimme keuzes. Hier werken we sinds 2018 aan via het project Wijkenergieplannen, waarbij we in 2019 samen met maatschappelijke partners de trajecten voor 2 wijken hebben doorlopen: Hoge Vught en Fellenoord/Gasthuisvelden. Deze pilots zijn afgerond. Daarnaast hebben we in Prinsenbeek ervaring opgedaan als voorbereiding op de gebiedsenergieplannen. Mede op basis van deze leertrajecten zijn we gestart met het proces rond de Transitievisie Warmte, die begin 2022 door de gemeenteraad is vastgesteld.

1.4.5    Transitievisie Warmte (sociale energietransitie)
Vanuit dit project hebben we begin 2021 een pilotproject in Geeren-Zuid uitgevoerd, om inzicht te krijgen in hoe woningeigenaren met een smallere beurs aankijken tegen duurzaamheid en de verduurzaming van hun woning. Daarvoor zijn we langs de deuren gegaan met een kleine cadeautas en hebben vragen gesteld aan inwoners. Dit heeft veel inzichten opgeleverd in de beweegredenen van mensen om al dan niet hun woning aan te pakken. Deze inzichten worden gebruikt bij het ontwikkelen van nieuwe instrumenten, zoals een nieuwe groene lening voor klanten van de Kredietbank Breda.

1.4.6    Gebiedsuitvoeringsplannen (ontwikkelen en opstellen)
Bij het opstellen van de Transitievisie Warmte hebben we ook de uitvoering vormgegeven. In 2021 hebben we gekeken wat we al konden doen om de gebiedsgerichte uitvoering te intensiveren. Zo hebben we onder andere een algemeen proces ontwikkeld om toe te werken naar een gebiedsuitvoeringsplan. Ook zijn het thema participatie en de communicatie breder belegd in de organisatie, waarbij we ook in de stad hebben geëxperimenteerd. Bewoners zijn op verschillende manieren actief betrokken bij wat het voor hun straat of huis zou betekenen (Enpuls-pilot in Prinsenbeek en een initiatief in Linie). Tot slot zijn er meerdere voorbereidende werkzaamheden gestart, die een vervolg krijgen in 2022. Denk aan de energietransitie in een meerjarig programmeerproces, de (on)mogelijkheden bij de inpassing in de openbare ruimte, juridische mogelijkheden van bewonersinitiatieven, een spijtvrij stappenplan per type woning, en een communicatie- en participatieplan.

Voor delen van Doornbos-Linie en de Hoge Vucht hebben we € 26,2 miljoen subsidie ontvangen voor energiemaatregelen aan woningen, in het kader van het Volkshuisvestingsfonds. Hiervoor moet de gemeente nog € 9,4 miljoen co-financiering verzorgen, naast de al gereserveerde 1,9 miljoen.

1.4.7    CO2-reductie woningvoorraad corporaties
Samen met de woningcorporaties hebben we invulling gegeven aan de afspraken over het verduurzamen van hun woningen. De corporaties hebben verschillende projecten in voorbereiding en in uitvoering om hun bezit te verduurzamen, bijvoorbeeld met startmotorsubsidie van de Rijksoverheid. In samenwerking met de corporaties hebben we de Transitievisie Warmte opgesteld. Zij hebben verduurzaming in de breedte verder ingevuld, met naast CO2-reductie ook klimaatadaptatie, biodiversiteit en circulariteit.

1.5 Duurzaam Ondernemen

Terug naar navigatie - 1.5 Duurzaam Ondernemen

Ondernemers moeten qua duurzaamheid aan landelijke regelgeving voldoen. De gemeente Breda heeft het afgelopen jaar een stimulerende, faciliterende en controlerende rol aangenomen om bedrijven te helpen om deze doelen te realiseren. Als vervolg op voorgaande jaren zijn er ook in 2021 gratis energiescans vergeven, waarbij bedrijven inzicht en begeleiding kregen om daadwerkelijk energie-efficiënte maatregelen te nemen. Door de coronapandemie hebben er helaas geen bijeenkomsten en workshops kunnen plaatsvinden, maar hebben we wel verdere stappen gezet in het verduurzamen van evenementen en in de zorg. Een van de belangrijkste uitdagingen voor de toekomst is het vraagstuk rondom netwerkcongestie.

1.5.1    Green Deal zorg
In 2016 hebben de gemeente Breda, de OMWB, het milieuplatform Zorg en 10 zorginstellingen (9 intramurale zorginstellingen en 1 ziekenhuis) de Green Deal Zorginstellingen 2016-2018 ondertekend. 9 van de 10 zorginstellingen hebben de afgelopen 3 jaar het certificaat brons van de Milieuthermometer behaald op de Bredase locaties. Enkele zorginstellingen hebben de Milieuthermometer verder uitgerold op locaties buiten Breda of de Milieuthermometer op organisatieniveau behaald. Met 1 instelling hebben we besloten om het reguliere spoor in te gaan. Een prachtig resultaat.

Dit initiatief heeft gezien de goede resultaten tot een nieuwe Green Deal geleid. Deze is eind 2018 gestart met 6 nieuwe deelnemende instellingen, nu vooral uit de geestelijke gezondheidszorg. Bij 4 van de 6 zijn inmiddels certificaten voor de Bredase locaties behaald. De overige 2 verwachten in 2022 het certificaat te behalen. 

De prioriteiten lagen in 2021 nog steeds deels bij de bestrijding van de coronapandemie. Desondanks is er veel werk verzet. Van de instellingen uit de eerste Green Deal hebben inmiddels 2 instellingen het niveau zilver behaald. Een derde zit in de afronding van de audit op zilver. Hiermee laten ze zien dat ze verder kijken dan alleen de directe impact op de instelling. Ze hebben een duurzaam inkoopbeleid opgesteld en prikkelen daarmee ook andere partijen in de keten. 

Beide groepen komen 2 keer per jaar bijeen om de stand van zaken door te nemen en duurzaamheid op de agenda te houden. De Bredase zorginstellingen zijn koplopers in de landelijke routekaartaanpak en laten daarmee zien dat ze nadenken over hun vastgoedstrategie tot 2030 en 2050. Ook afval, inkoop, medicijnresten in afvalwater, mobiliteit et cetera worden meegenomen. Milieuzorg is door deze manier van werken in het DNA van de instellingen gaan zitten.

Dit wil zeggen dat zo’n 15% van de gezondheidszorg in Breda op niveau zilver zit en 80% heeft brons of is daarmee bezig. Zij voldoen via de Milieuthermometer aan de wettelijke norm en zetten extra stappen richting duurzame zorg.

1.5.2   Verduurzamen evenementen
Het project AirQon heeft als doel: het verduurzamen van evenementen op het gebied van stroomvoorziening. In 2021 heeft de subsidiegever ingestemd met een verlenging van 1 jaar, waardoor dit project doorloopt tot en met oktober 2022. Door alle perikelen rond corona is het aantal evenementen dat kon worden voorzien van stroom uit EV-auto’s in 2021 zeer beperkt gebleken. Wel hebben we binnen de gemeente kunnen samenwerken door het verduurzamen van de voorlichtingstruck voor afval en veiligheid. Ook de Greenhopper is dit jaar weer van stroom voorzien via een elektrische auto. Daarnaast zijn we gestart met de eerste bouwprojecten waarbij de auto als energiebron wordt ingezet. Verder zijn we bezig met het verduurzamen van locaties door het aanleggen van vaste stroompunten. Hierbij wordt gestart met de Galderse Meren.

Meerdere afspraken zijn uitgewerkt naar aanleiding van de evenementennota. Er zijn bepalingen in de APV voorbereid of opgenomen, vooral met betrekking tot afvalvermindering. We houden ook rekening met de natuur en de leefomgeving. Ook hebben we een kopgroep geformeerd, waarin wordt samengewerkt door alle partijen (organisatoren, locatie-exploitanten en gemeentelijke diensten) om de verduurzaming te versnellen. Tot slot is een projectteam bezig met het optimaliseren van de fysieke stroompunten in de stad. Organisatoren kunnen - tegen vergoeding - gebruikmaken van deze voorzieningen.

1.5.3     Milieubarometer 
In 2021 heeft er meer communicatie plaatsgevonden over de Milieubarometer, onder andere via Breda Business. Ook het accountmanagement heeft hier richting ondernemers meer aandacht aan besteed. Toch wordt er nog relatief weinig gebruikgemaakt van dit instrument. Met deze ervaring houden we rekening in nieuwe keuzes voor instrumenten.  

1.5.4     Intensivering energietoezicht 
Begin 2021 heeft Breda bij de OMWB een lijst aangeleverd van bedrijven die niet deelnemen aan het adviestraject van de Klimaatroute of te weinig voortgang laten zien bij de uitvoering. Uit deze lijst heeft de OMWB in overleg met de gemeente 10 bedrijven geselecteerd die in 2021 allemaal op energie gecontroleerd zijn door een toezichthouder.

1.5.5    Verduurzaming bedrijven
Dit onderdeel bestaat uit nieuwe energiescans en een verdieping van bestaande scans, waarbij de nadruk lag op de activatie van maatregelen, waaronder energiebesparende maatregelen en zonnepanelen. In 2021 zijn in totaal 81 nieuwe scans uitgevoerd bij bedrijven. Daarnaast zijn de activatietrajecten uit 2020 vervolgd en zijn er boven op de 7 bedrijven uit 2020 nog eens 16 bedrijven geactiveerd in 2021. In totaal is er de afgelopen 2 jaar 115 ton CO2-reductie behaald (62 ton in 2020 en 53 ton in 2021). De begeleiding van een aantal bedrijven loopt door in 2022. De verwachting is dat hiermee nog 296 ton CO2 wordt gereduceerd wanneer ze compleet geactiveerd zijn. Dit gebeurt in samenwerking met Platform Breda BV en de bedrijvenverenigingen.

1.5.6    Duurzame Bedrijvendag
De Duurzame Bedrijvendag is niet doorgegaan vanwege corona. De dag is uitgesteld naar 2022.

1.5.7    Duurzame bedrijventerreinen
In 2021 was het lastiger om bedrijven te stimuleren om te investeren in duurzame energie, onder andere door netwerkcongestie. Daardoor krijgen bedrijven, zelfs met een SDE+-subsidie, geen toestemming om op het net te leveren. Dit heeft ertoe geleid dat Platform Breda BV haar activiteiten heeft moeten uitstellen en de accenten binnen dit project heeft moeten verleggen. Wel worden er kansen onderzocht en uitgewerkt voor eigen of gezamenlijk gebruik van de opgewekte duurzame energie.

1.6 Klimaatadaptie

Terug naar navigatie - 1.6 Klimaatadaptie

Het klimaat verandert. In 2018, 2019 en 2020 was het elke zomer warm en droog. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren diverse regenbuien gevallen die lokaal voor wateroverlast zorgden. We zien al jaren de biodiversiteit afnemen. Tegelijkertijd zien we een trend dat de openbare ruimte (water en groen) steeds meer gebruikt wordt voor het zoeken van verkoeling en ontmoeten. Het creëren van een veerkrachtige en klimaatbestendige stad biedt kansen om de kwaliteit van Breda te versterken. Klimaatadaptatie gaat hierbij hand in hand met andere thema’s, zoals gezondheid en de ambitie om in 2030 de eerste Europese 'stad in een park' te zijn.

In 2021 hebben we onder andere een waterspeelplaats aangelegd op de Grote Markt. Ook zijn er bomen geplant op bedrijventerrein Emer-Zuid en hebben we deelgenomen aan het NK Tegelwippen. Daarnaast zijn er meerdere wijkdeals met inwonergroepen afgesloten om samen de openbare ruimte te ontharden en te vergroenen. Het project Groene Buurtjes in de Belcrum is afgelopen, waarbij 100 groenvakken zijn aangelegd. In Baroniekring-verband hebben we risicodialogen gevoerd, hebben we een Klimaatportaal ontwikkeld en hebben we een concept-uitvoeringsplan opgesteld. Binnen het Europese project Cool Towns worden maatregelen tegen hittestress onderzocht en gerealiseerd in het centrumgebied. Er is meetapparatuur geplaatst om de waterkwaliteit van de singels te meten. Bovendien is binnen de subsidieregeling Groene Daken ongeveer 1 hectare dakgroen gerealiseerd.

Breda is ook bestuurlijk vertegenwoordigd in diverse overleggen en netwerken, zoals de Stuurgroep Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) en het RBOM/DHZ/DPRA (Regionaal Bestuurlijk Overleg Maas). Het doel is om de aanpak van wateroverlast, hittestress, droogte en de gevolgen van overstromingen regionaal versneld aan te pakken.

Momenteel werken we een plan uit om een goede, zinvolle monitor te maken die inzicht geeft in klimaatadaptatie. Het is namelijk nog best lastig om de volgende zaken zinvol te kunnen beantwoorden:

  1. Er is steeds minder hittestress in de stad.
    We stellen een hitteknelpuntenkaart op, waarop deze punten worden weergegeven met de verwachting dat deze jaarlijks een daling laten zien.
  2. Bewoners zijn steeds bewuster met klimaatverandering bezig.
    We hebben net fase 1 van het onderzoek naar gedrag afgerond. Dit wordt doorvertaald naar een monitor.
  3. Er is voldoende groen per buurt in de stad.
    Er is geen norm en ook nog geen goede berekening.

Ook liggen er veel vragen over de monitoring van de realisatie van een klimaatbestendige 'stad in een park'. Om echt goed te monitoren, moeten we nog een paar stappen zetten. 

1.7 Monitoring

Terug naar navigatie - 1.7 Monitoring

1.7.1   Monitoring
CO2-emissiecijfers krijgen we via de Klimaatmonitor. Hier zit echter een vertraging van ruim een jaar op, waardoor we in het voorjaar van 2022 de cijfers kregen over 2020 - en de cijfers van 2021 dus pas volgend voorjaar bekend zijn.



Toelichting 

  • RWS stelt de waarden periodiek bij. De verklaring daarvoor is de aanpassing van een aantal landelijke uitgangspunten in de toerekening van CO2. De hier gepresenteerde data is van 18 januari 2022. 
  • Ten opzichte van de cijfers van 2017 zien we in 2019 een CO2-reductie van 75 kiloton (9 kiloton in 2018 en 66 kiloton in 2019). Dat komt neer op gemiddeld 37,5 kiloton per jaar, waarmee de beoogde CO2-reductie van 28 kiloton per jaar (tot en met 2044) gerealiseerd wordt. Deels lopen we zelfs de achterstand in. In de vorige klimaatbegroting (2021) is immers becijferd dat er de komende jaren minimaal 36,4 kiloton CO2-reductie per jaar gehaald moet worden om de achterstand in te lopen en zo de doelstelling van -49% in 2030 te halen. Ook deze doelstelling is (de afgelopen 2 jaar) gehaald.
  • De daling is in 2 sectoren zichtbaar:
    • Duurzaam ondernemen (DON): 2018:  -6 kiloton , 2019: -52 kiloton.


CO2-uitstoot duurzaam ondernemen. 

    • Gebouwde omgeving (GO): 2018: -2 kiloton, 2019: -14 kiloton.


CO2-uitstoot gebouwde omgeving(alleen woningen).  

Bij duurzame mobiliteit (MO) is de afname van de CO2-uitstoot in 2018 1 kton. In 2019 zagen we een toename van 1 kton. 


CO2-uitstoot verkeer en  vervoer. Uitstoot is exclusief verkeer op snelwegen.

  • In 2019 is hiermee sprake van een achterstand van 52 kiloton op het beoogde emissieniveau, op basis van indexjaar 2010.
  • De achterstand ten opzichte van de doelen voor CO2-reductie is een punt van aandacht.
  • Mede op basis van de Transitievisie Warmte en de wijkenergieplannen beogen we een versnelling van de gasloze wijken en de CO2-reductie.

1.7.2     Communicatie UPK 2021
De websites Woonwijs Breda en Breda Business bieden voor bewoners en bedrijven informatie over energiebesparing en duurzame energieopwek. Hiernaast zijn we gestart met een grote activeringscampagne rondom verduurzaming in 2021: Iedereen doet mee in Breda. Ook hebben we via diverse webinars over onder andere de klimaataanpak en de Transitievisie Warmte informatie gedeeld en reacties en ideeën opgehaald. Voor de Transitievisie Warmte hebben we daarnaast gebruikgemaakt van een klankbordgroep met 15 inwoners uit de gemeente Breda. Rond de RES West-Brabant heeft regionaal een inspraaktraject plaatsgevonden.

1.7.3    Financiële instrumenten

  • We hebben gemeentelijk een financieringsarrangement opgezet om (vooral) huiseigenaren met een smalle beurs te ondersteunen met de laagdrempelige financiering van verduurzamingsmaatregelen. Zie ook 1.4.2.
  • In 2021 zijn geen nieuwe aanvragen ingediend voor het Klimaatfonds Breda. Dit hangt onder andere samen met onzekerheden door corona en onmogelijkheden vanwege netwerkcongestie.
  • Europees en landelijk wordt stevig ingezet op subsidiëring en financiering van de energie-aanpak van woningen en bedrijven en de opwek van duurzame energie. Bij de klimaatprojecten is hier ook in 2021 gebruik van gemaakt. Via de gemeente is hier subsidie voor aangevraagd, die naar de partners in de stad is doorgezet, zoals:
    • Landelijk:
      • RRE, looptijd 2019-2020, € 288.000 (3200 huishoudens).
      • RREW: looptijd 2020-2021, € 2,1 miljoen (25.750 huishoudens).
      • VHF: looptijd 2021-2030, € 26,2 miljoen (nog € 9,4 miljoen gemeentelijke co-financiering nodig).
      • Warmte-studie: looptijd 2021, € 23.667.
      • Gemeentelijke uitkering aanpak energie-armoede: looptijd 2021-2023, € 1.4 miljoen.
    • Europees:
      • Triple A, looptijd 2017-2021, € 261.000.
      • AirQon, looptijd 2018 -2022, € 2,6 miljoen (10 partners).
      • SEL, looptijd 2018 -2022, € 162.500 (10 partners).
      • LECsea, looptijd 2020 -2023, € 510.000 (9 partners).
      • BISEPS, looptijd 2017-2021, € 300.000 (8 partners).

Anderzijds hebben woningeigenaren en bedrijven advies gekregen over te nemen maatregelen en aan te vragen subsidies. Hierdoor is meer en gerichter gebruikgemaakt de vele beschikbare subsidies en financieringen met lage rente.

De beschikbare capaciteit en co-financiering is een aandachtspunt om maximaal van de subsidiemogelijkheden gebruik te kunnen maken.

2.1 Spoedlocaties

Terug naar navigatie - 2.1 Spoedlocaties

2.1.1     Spoedlocaties
De gemeente Breda voert volgens de Wet bodembescherming taken uit voor bodem en ondergrond. Ook in 2021 zijn we verdergegaan om de laatste verontreinigde locaties met onaanvaardbare verspreidingsrisico's aan te pakken. In totaal resteren er nog 8 bekende spoedlocaties met bodem- en grondwaterverontreiniging. De voortgang hiervan wordt ook gerapporteerd via de landelijke monitoring Voortgang Spoedlocaties. Drie van deze 8 locaties zijn gecombineerd met ontwikkelingen, zodat de verspreidingsrisico’s daarmee opgepakt gaan worden. Twee locaties worden al gesaneerd en zijn nog gaande. Bij nog eens 2 locaties hebben we als gemeente in 2021 zelf nader onderzoek laten doen. Hiervan verwachten we binnenkort de resultaten, zodat we een plan van aanpak kunnen gaan maken voor het saneren en/of monitoren van de grondwaterverontreinigingen. En 1 locatie zit in een juridische impasse. Het betreft de volgende spoedlocaties: Aardenhoek, Fatimastraat, Halstraat, Lijndonk, Magnoliastraat, Speelhuislaan, Teteringsedijk en Zonnebloemstraat.

2.1.2     Aanpak ernstige bodemverontreinigingen
Daarnaast hebben we in 2021 ook weer de nodige ernstige verontreinigingen onderzocht en gesaneerd. Het betreft onder andere kleinere en grotere inbreidingslocaties voor de verdichtende stad. Logischerwijs gaat het hierbij om locaties die gekenmerkt worden door een industrieel gebruik in het verleden en de daarbij ontstane verontreinigingen. Door hier de bodemonderzoeken vroeg in het proces uit te voeren, krijgen we tijdig zicht op de omvang, de kosten en de (on)mogelijkheden van eventuele rijksubsidies als de bedrijvenregeling. Dit verbetert de haalbaarheid van de ontwikkeling en verkleint de kans van latere vertraging in het proces. Ook kan bij de ontwikkeling van het terrein dan vooral rekening gehouden worden met een afgestemde inrichting en bodemstrategie.

Via goed bodembeheer, een afgestemde grondbalans en vooral ook een slimme omgang met de bodem en ondergrond, kunnen bodemrisico’s voorkomen worden. Bovendien kan met een goede ondergrondstrategie de kans op extra graafwerk en concurrente gebruiksfuncties (energiesystemen, kabels en leidingen, bomen, et cetera) verkleind en meer geoptimaliseerd worden, waardoor we kosten kunnen besparen. Grotere projecten waarin dit plaatsvindt, zijn bijvoorbeeld: ’t Zoet, Tuinen van Genta, Hero-terrein, Ettensebaan en Magnoliastraat, de 2e fase van de Nieuwe Mark, het Havenkwartier en de Acaciastraat.

Saneringen, afgerond in 2021, saneringsverslag goedgekeurd:

  • Acaciastraat.
  • Spinveld 37.
  • Tinstraat 1a.
  • Cartier van Disselstraat 9.
  • Wilhelminasingel 40-44.

Besluit uniforme sanering (BUS = kleinere saneringen):

  • Digit Parc Lageweg, Teteringen.
  • Abeelstraat 8a.
  • De La Reijweg 95.
  • Polderweg ongenummerd, Prinsenbeek.

Goedgekeurde saneringsplannen in 2021 (sanering loopt nog):

  • Tuinen van Genta.
  • Hazeldonk-West.
  • Steenen Hoofd 32.
  • Speelhuislaan 173-175 (Havenkwartier).

2.1.3     Diffuus lood en PFAS
Voor een aanvullend budget hebben we in 2021 bij het Rijk 2 aanvragen gedaan voor een Specifieke Uitkering (SPUK), die bedoeld zijn voor bodemverontreinigingen met een mogelijk gezondheids- en/of milieurisico door diffuus lood of PFAS. Deze extra middelen worden 3 jaar lang ingezet voor de inventarisatie, het onderzoek en zonodig een sanering van de verontreinigingen. In 2022 starten we met de onderzoeken. 

2.2 Thema's uit bodemmasterplan: ruimte, energie en bodem

Terug naar navigatie - 2.2 Thema's uit bodemmasterplan: ruimte, energie en bodem

2.2.1     Energie uit de bodem
Het pilotproject Warmtenet Havenkwartier kreeg ook in 2021 een vervolg om de ontwikkeling zo veel mogelijk CO2-neutraal plaats te laten vinden. We onderzoeken samen met de ontwikkelaars en met waterschap Brabantse Delta de mogelijkheid van een collectief warmtenet via WKO met aquathermie. De voorraad en potentie van de bodem zijn nader onderzocht. De vaststelling van het bodemenergieplan en de aanbesteding van het eerste collectieve warmtenet vinden begin 2022 plaats.

Verder zijn we in 2021 gestart met vergelijkingsonderzoek van de warmtenetten van 3 grote Brabantse gemeenten (Eindhoven, Tilburg en Breda). Op dit moment zijn er nog geen boekhoudregels vastgelegd voor de aanleg en het gebruik van warmtesystemen. Doel van het project is om te komen tot die boekhoudregels, zodat de kosten voor warmte voor de eigenaren/gebruikers zo laag mogelijk blijven. De input van het eerst aan te leggen warmtenet van het Havenkwartier, de Strip, gebruiken we om de kostprijs te kunnen vergelijken met de projecten van de 2 andere steden.

2.2.2     Bodemvisie langere termijn
De nieuwe Omgevingswet geeft ons de opgave om ons in te zetten voor een meer integrale benadering van het beleid op het gebied van de fysieke leefomgeving. Uitgangspunt hierbij is het beschermen en benutten van de bodem bij de forse maatschappelijke opgaven waar we als stad voor staan. Denk aan woningbouw, klimaat en energie. Rode draden daarvoor zijn het bewaken van de wettelijke vangnetrol voor de gezondheid en de inzet op bronaanpak op natuurlijke momenten bij ontwikkelingen in de verdichtende stad. In de Omgevingsvisie zijn daarvoor de haakjes gelegd en deze werken we nu verder uit in het omgevingsplan.

In 2020 zijn we gestart met een meer integrale visie op de ondergrond, die als input kan dienen voor omgevingsplannen. De waarde van de ondergrond willen we optimaal benutten, maar ook beschermen. Daarvoor moeten we weten wat er zich allemaal onder onze voeten afspeelt, en hoe we dat moeten structureren, prioriteren en regisseren. Tegelijkertijd zijn de vervangingsopgaven groot en moeten er ook nieuwe energienetwerken worden aangelegd. Dat is een flinke puzzel die niet zomaar gelegd is en waar we ook in 2022 gezamenlijk mee verdergaan.

Het regioproject ‘Samen de diepte in’ is overgegaan in een structureel regio-overleg 'Bodem en ondergrond West-Brabant' waar Breda voorzitter van is. Lokale overheden zijn gezamenlijk aan de slag gegaan met het verwerken van bodem en ondergrond in de Omgevingswet. Daarnaast worden de kennis en de geleerde lessen uit die projecten ontsloten. Hiervoor is een regionale pilot gestart om, samen met onze partners,  te komen tot een kennisnetwerk Bodem.

2.2.3     Advies grondstromen
Het hergebruik van grondstromen wordt meer algemeen. Zo is in 2021 de Europese aanbesteding afgerond voor een lokaal gecertificeerde grondbank van J. van Esch B.V. in Breda. Hierdoor zijn er minder vervoersbewegingen nodig en is er minder afvoer van grond, wat de duurzaamheid ten goede komt. De pilot op de Nijverheidssingel waarin gebiedseigen grond is opgewaardeerd, is afgerond. De evaluatie van de toepassing van de verrijkingsmix leidde tot een aantal leerpunten, die in toekomstige projecten worden meegenomen. Voor meerdere projecten wordt de optie tot opwaarderen verkend, zodat deze ervaringen kunnen leiden tot een standaard werkwijze waarin grondstromen zo circulair mogelijk worden toegepast. De algemene tendens is dat het hergebruik van milieutechnisch geschikte grond steeds meer gemeentebreed wordt toegepast. In 2021 zijn we gestart met een regionale bodemkwaliteitsnota waarin het toepassen van grondstromen is uitgewerkt binnen de regio. De verwachting is dat deze medio 2022 wordt aangeboden aan de gemeenteraad.

2.2.4     Bodeminformatiesysteem / BIS-advies
We zijn in 2021 verdergegaan met het digitaliseren van bodemdossiers. Inmiddels zijn er ruim 5000 dossiers gedigitaliseerd en toegevoegd aan ons bodeminformatiesysteem. Begin 2022 hopen we dit project helemaal af te ronden en het bodeminformatiesysteem verder te actualiseren en te verbeteren. Hierdoor kan iedereen de informatie over bodemonderzoeken, saneringen en de kwaliteit van de bodem direct downloaden en vertalen naar zijn eigen percelen.

2.2.5    Niet gesprongen explosieven (NGE)
Het gemeentebrede historisch onderzoek naar de risico’s op niet gesprongen explosieven (NGE) is in 2020 vertaald in een kaart. We hebben geïnventariseerd waar in theorie explosieven in de grond kunnen zitten. Om vast te kunnen stellen in welke bodemlagen en gebieden sprake is van een verlaagde kans op NGE is ook daarvan een inventarisatie gedaan en zijn gebieden afgebakend die niet meer verdacht zijn. De beleidskaart NGE geeft inwoners en initiatiefnemers van ruimtelijke plannen bij grondroerende werkzaamheden een handelingsperspectief voor het omgaan met NGE. In 2021 is in de verdachte gebieden op de volgende locaties nader onderzoek gedaan:

Vanwege natuurontwikkeling:

  • Noordrand Midden – aangetroffen: een vliegtuigbom en 2 brisantpantsergranaten.
  • Bolbergseweg Bavel - aangetroffen: een brisantpantsergranaat.
  • Gilzeweg 9a Bavel - verdacht op geschutmunitie, niets aangetroffen.

Voor bouwontwikkelingen:

  • De Hoven – Spoorstraat (onderzoek nog niet afgerond).
  • ’t Zoet – (onderzoek nog niet afgerond).
  • Duivelsbruglaan -  subkaliber antitankwapen.
  • Schapenweide - oefenscherfhandgranaat, brisantgranaat, brisant-brandgranaatpatroon en pantserbrandgranaat.

Spontaan aangetroffen (geen ontwikkeling):

  • Cadettenkamp – 2 brisantgranaten en rookgranaat.

Spontaan aangetroffen (geen verdacht gebied):

  • Bavelseparklaan Bavel – schokbuis M52, leeg.
  • Boeimeersingel kruising met Julianalaan - oefenbrisantgranaat.
  • Kluisstraat Bavel – pantsergranaat, 17-ponder.
  • Galderseweg  - brisantpantsergranaat.
  • Overkroetenlaan  - huls, 7 cm.
  • Houtmarktpassage - brisantgranaat.
  • Kraanstraat – werpgewicht en scherfhandgranaat.
  • Rijsbergseweg  -  scherfhandgranaat.
  • Steenen Hoofd - rookgranaat.

3.1 Externe veiligheid

Terug naar navigatie - 3.1 Externe veiligheid

Externe veiligheid (EV) wordt bij ontwikkelingen en bestemmingsplannen zo vroeg mogelijk in het proces betrokken. Vooral voor het uitvoeren en toetsen van EV-berekeningen doen we steeds vaker een beroep op de OMWB. Voor de spoorzone heeft de OMWB enige tijd geleden een model gemaakt en gevuld; de verschillende scenario’s binnen en wijzigingen in het ontwikkelprogramma kunnen in dit model eenvoudig worden doorgerekend. Voor het groepsrisico geldt dat de waarde per gemeente verschillend berekend is. De waarde geldt als een voorkeurswaarde. In Breda passen we de systematiek in de spoorzone toe via een kwalitatieve benadering. Dit sluit ook aan bij de systematiek van de Omgevingswet.

3.2 Geluid

Terug naar navigatie - 3.2 Geluid
  • Voor het thema Geluid zoeken we in het kader van het actieplan Geluid aansluiting bij de Omgevingswet. Binnen dit taakgebied gaan veel zaken veranderen. Het accent bij de aanpak van geluidhinder ligt bij de aanpak van de bron. De focus lag op inhaalslagen bij wegvlakken met een achterstand in het onderhoud.
  • Het thema Geluid heeft geen budget. Maatregelen worden uitgevoerd in projecten of in de beheeraanpak. Tegen ASO-geluid treden we handhavend op. Een lawaaiflitser is een innovatief idee dat momenteel nog niet bestaat.
  • Het maatschappelijk doel (artikel 1.3) van de Omgevingswet is de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu, gericht op het in onderlinge samenhang:
    • Bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, ook vanwege de intrinsieke waarde van de natuur.
    • Doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving om maatschappelijke behoeften in te vullen. Voor het thema Geluid betekent de Omgevingswet een nog meer geïntegreerd omgevingsbeleid.

3.3 Lucht

Terug naar navigatie - 3.3 Lucht

In september 2021 heeft de WHO haar normen aangescherpt; de waarden voor luchtverontreiniging moeten flink omlaag om schadelijke gezondheidseffecten en sterfte bij mensen te voorkomen. De Europese Commissie wil een herziening van de luchtkwaliteitsrichtlijnen. Volgens planning komt de Commissie in het derde kwartaal van 2022 met een voorstel voor nieuwe normen. 
In Breda proberen we de luchtkwaliteit verder te verbeteren door het nemen van luchtkwaliteitsmaatregelen zoals bijvoorbeeld doorstromingsmaatregelen, voorlichting rondom houtstook, deelname aan het AirQon-project, het aanscherpen van de milieuzone naar Emissieklasse 6, het voorbereiden van de invoering van een nul emissie zone logistiek en het realiseren van fiets- en wandelvoorzieningen.
De uitrol van de e-oplaadpunten, de inzet van vuilniswagens op waterstof en het realiseren van een waterstoftankstation in Breda zijn eveneens ambities binnen het luchtkwaliteitsbeleid, die in 2021 zijn gerealiseerd of waar stappen voor zijn gezet. 
Daarnaast zal het thema luchtkwaliteit geïntegreerd worden in het omgevingsbeleid zoals de beoogde Omgevingswet dat ook verwacht. Het blijft de nodige inzet en aandacht vragen om te kijken welke mogelijkheden er zijn om luchtkwaliteit te betrekken bij de verbetering van de fysieke leefomgeving.