Het resultaat van het programma Vitaal en Sociaal Breda bedraagt € 11,1 miljoen. Dit positieve resultaat is grotendeels ontstaan door incidentele financiële meevallers. In 2021 hadden we (veel) extra middelen ter beschikking voor de bestrijding van de coronacrisis. Die waren afkomstig uit compensaties vanuit het Rijk en ons eigen pakket aan steunmaatregelen. Deze middelen hoefden niet allemaal ingezet te worden, en leverden daarmee een incidenteel financieel voordeel op. In het hoofdstuk over corona lichten we de incidentele corona-effecten integraal toe. Per thema lichten we de substantiële verschillen ten opzichte van de begroting toe.
De financiële gevolgen voor de (middel)lange termijn zijn nog onzeker. Het nieuwe kabinet stelt structureel extra middelen ter beschikking voor de Jeugdwet. Ook zoeken zij naar een vorm van een eigen bijdrage die recht doet aan de betaalbaarheid voor lage- en middeninkomens en de landelijke normen. De komende tijd moet duidelijk worden wat een nieuw structureel evenwicht is tussen onze beschikbare middelen en het gewenste voorzieningenniveau.
Thema Opgroeien, resultaat € -1,4 miljoen
Dit thema bevat alle onderdelen van de jeugdhulp. Voor het primair en voortgezet onderwijs gaat het daarnaast om de beleidsuitvoering van deelthema’s, zoals het leerlingenvervoer, de leerplicht, het uitvoeringsprogramma voor- en vroegschoolse educatie en de aanpak van voortijdig schoolverlaten.
Jeugd (resultaat € -2,1 miljoen)
Voor de jeugdhulp ontvingen we in 2021 € 3,4 miljoen meer dan (primitief) begroot. Het Rijk verstrekte deze extra middelen om de acute problematiek in de jeugdzorg op te lossen. Met dit geld kregen we onder andere ruimte om de crisiscapaciteit in de jeugd-ggz uit te breiden en de wachttijden aan te pakken. Hiertegenover stond € 5,5 miljoen aan hogere kosten dan (primitief) begroot. Die werden veroorzaakt door diverse factoren:
- We moesten investeren in extra personele capaciteit bij het toegangsteam om meer grip te krijgen op de jeugdhulp die werd ingezet en de wachttijden voor de gemeentelijke toegang. Dit zorgde voor € 0,8 miljoen aan hogere kosten. Onze focus lag op de inzet van passende zorg, kortere doorlooptijden, een uniforme werkwijze, meer gebruik van de beschikbare data en meer samenwerking met het voorliggend veld en de zorgaanbieders.
- Op de verstrekking van niet vrij toegankelijke jeugdhulp, jeugdbescherming en maatregelen voor jeugdreclassering lagen de kosten € 4,1 miljoen hoger dan (primitief) begroot. Dit kwam vooral door:
- Een hoger aantal verstrekkingen van ambulante jeugdhulp. Ten opzichte van 2020 stegen de kosten van zorg in natura met € 1,7 miljoen. De beheersmaatregelen konden deze groei niet ombuigen. We zagen het aantal jeugdigen in zorg oplopen. De kosten voor psychische en psychiatrische hulpverlening vielen hierbij op. Die werden onder meer veroorzaakt door de corona-omstandigheden en het verwijsgedrag van onze partners.
- Bij de jeugdbescherming, de jeugdreclassering en de crisishulp zagen we een kostenstijging van € 0,6 miljoen ten opzichte van 2020. Dit kwam vooral door prijsstijgingen die met terugwerkende kracht zijn doorgevoerd en doordat er meer crisishulp nodig was.
- Het aandeel en de omvang van de PGB-verstrekkingen nemen af ten opzichte van Zorg in Natura.
- Met de Jeugdhulpregio’s, de gecertificeerde instellingen (GI’s) en de Jeugdautoriteit (JA) hebben we in 2021 een akkoord bereikt over de tarieven voor alle GI’s vanaf 2020. Dat gebeurde op basis van een kostprijsonderzoek, en een onderzoek naar de bedrijfsvoering van Jeugdbescherming Brabant (geïnitieerd door de 5 Brabantse jeugdhulpregio’s). Daarnaast zijn we voor Jeugdbescherming Brabant een transitievergoeding en een bijdrage in de huisvesting overeengekomen. Deze ontwikkelingen leverden samen een aanvullende kostenpost op van € 0,3 miljoen.
- Een aantal ontwikkelingen waren bij het opstellen van de begroting nog onvoldoende in beeld, en hebben geleid tot extra kosten. Het gaat dan om hogere lasten door onder meer de gemeentelijke cao-ontwikkelingen, de invulling van de ‘norm van opdrachtgeverschap’, de organisatie rondom de GI’s en de huisvesting bij Advendo. Dit leverde aanvullende kosten op van ongeveer € 0,3 miljoen.
Primair en voortgezet onderwijs (resultaat € 0,3 miljoen)
- We hielden € 0,4 miljoen over van de 5,4 miljoen die we ontvingen om achterstanden weg te werken in het onderwijs en de voorschoolse voorzieningen. De beschikkingen voor deze Rijkssubsidie zijn gedurende het jaar verschillende keren gewijzigd. Daardoor kwamen meer gelden beschikbaar die we in 2021 niet meer konden verstrekken aan onze samenwerkingspartners. Deze gelden worden nu vanaf 2022 ingezet.
- We hadden een overschot van € 0,1 miljoen vanuit de regionale aanpak laaggeletterdheid. Door corona konden geplande activiteiten niet plaatsvinden. We stellen voor om dit resterende budget over te hevelen naar 2022 zodat de ambities uit het regionaal plan 2020-2040 ‘Dromen Durven Doen!’ kunnen worden gerealiseerd, bijvoorbeeld met een regionale website in dienst van de regionale aanpak laaggeletterdheid en inzet voor een werkgeversaanpak.
- We hadden een tekort van € 0,2 miljoen op de bekostiging van het leerlingenvervoer. We hebben tijdelijk extra capaciteit ingezet en extra hygiënemaatregelen getroffen vanwege Covid-19. De nieuwe verordening wordt later ingevoerd en we verwachten een positieve effect op de vervoersaantallen.
Corona (resultaat € 0,5 miljoen)
Twee regelingen hadden een substantieel effect op onze financiën:
- Vanuit het 4e en 5e coronapakket van het Rijk ontvingen we € 0,8 miljoen om de problematiek rondom jeugd en jongeren aan te pakken, extra activiteiten en ontmoetingen te organiseren en ondersteuning te bieden. Van dit bedrag resteert nog € 0,52 miljoen, dat we overhevelen naar 2022.
- We ontvingen extra middelen vanuit het Rijk voor onderwijs (Slob-middelen) en het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Van de € 3,6 miljoen aan NPO-gelden was voor 2021 € 0,76 miljoen beschikbaar. Omdat de plannen nog onvoldoende concreet waren, hebben we deze middelen doorgeschoven.
Thema Betrokken zijn, resultaat € -5,7 miljoen
Het thema Betrokken zijn bestaat uit de producten Volwassenen maatwerkondersteuning (de Wmo-voorzieningen huishoudelijke verzorging en begeleiding), Algemene voorzieningen volwassen (zoals de thematafel Zorg voor elkaar) en Maatwerk Wmo (de Wmo woon- en vervoersvoorzieningen).
- Het resultaat voor Wmo begeleiding en huishoudelijke verzorging bedraagt € -5,9 miljoen. Dit komt door de volgende ontwikkelingen: de aanzuigende werking door het abonnementstarief voor eigen bijdragen, de vergrijzing, de toenemende complexiteit van de zorg, en de begeleidingstrajecten bij jong volwassenen (mede door de coronacrisis). Het negatieve resultaat bestaat uit 3 onderdelen:
- Bij de verstrekking van huishoudelijke verzorging ontstond een resultaat van € -3,4 miljoen. Door de aanzuigende werking van het abonnementstarief hebben wij een claim van € 3,9 miljoen neergelegd bij het Rijk om ons te compenseren voor de hogere kosten. In een kamerbrief heeft het Rijk aangegeven dat volledige aanvullende compensatie voor de Wmo niet aan de orde is. De verwachte toename van het aantal cliënten bij de huishoudelijke verzorging wijkt (licht) af van de opgestelde begroting/claim. Het tekort op de voorziening voor huishoudelijke verzorging bedraagt € 3 miljoen. Daarnaast zijn de kosten van de bedrijfsvoering met € 0,4 miljoen overschreden. Dit is onder meer veroorzaakt door de inzet van extra inhuurkrachten om pieken op te vangen. Het kabinet heeft wel aangegeven op termijn te werken aan een eerlijke eigen bijdrage van de huishoudelijke voorziening om de aanzuigende werking van aanvragen terug te dringen.
- De post Begeleiding heeft een resultaat van € -3 miljoen. Dit werd mede veroorzaakt door een toename van het aantal begeleidingstrajecten, waaronder jongvolwassenen (18 t/m 27 jaar). Deze toename wordt versterkt door de coronacrisis, waarbij (kwetsbare) jongeren vastlopen, zoekende zijn naar structuur of terugvallen in ongewenst gedrag. We zien dat het project Bewegen naar de voorkant (beheersmaatregel) in 2021 in het stadskwadrant Noord-Oost heeft geleid tot een stabilisatie van het aantal cliënten, terwijl in de andere drie stadskwadranten waar het project niet draaide een stijging zichtbaar is. Vanaf 1 januari 2022 is het project in de hele stad ingevoerd. We verwachten dat dit leidt tot een demping van de groei van het aantal cliënten in Wmo Begeleiding.
- Door te sturen op het PGB, zien we een resultaat van € 0,5 miljoen. Dit is uit te splitsen naar PGB begeleiding (€ 0,3 miljoen) en PGB huishoudelijke verzorging (€ 0,2 miljoen).
- De verstrekking van Wmo woon- en vervoersvoorzieningen leverde een resultaat op van € -1,4 miljoen. Dit heeft voor € -0,8 miljoen betrekking op de vervoersvoorzieningen. Voor € -0,6 miljoen komt dit door de woonvoorzieningen, waarbij dure aanpassingen nodig waren door de langdurige afwezigheid/beschikbaarheid van passende woonruimte. We zien dat we jaarlijks op deze posten overschrijden en de begroting dus niet reëel is. Daarom is de begroting hierop gecorrigeerd in 2022.
- Op de post Zorgverzekering is een resultaat behaald van € 0,3 miljoen. Minder cliënten maakten gebruik van de collectieve zorgverzekering bij CZ. Deze verzekering is relatief duur, waardoor mensen in veel gevallen kozen voor een goedkopere verzekering.
- Voor het hele programma Vitaal en Sociaal Breda zijn de terugvorderingen van subsidies verantwoord op het product Algemene voorzieningen volwassenen. Het betreft subsidies die niet zijn uitgeven door de subsidieontvangers en daarom zijn teruggevorderd. De terugvorderingen hebben betrekking op voorgaande boekjaren en veroorzaken een resultaat van € 0,55 miljoen.
- In het bestuursakkoord 2018-2022 is voor 2 jaar (2021 en 2022) budget beschikbaar gesteld voor het project Breda Senior. Omdat dit project pas in de 2e helft van 2021 startte, ontstond een resultaat van € 0,15 miljoen. Dit restant wordt overgeheveld naar 2022. Corona was deels oorzaak van de vertraging in de uitvoering van dit project.
Thema Thuis, resultaat € 4,5 miljoen
Onder dit thema vallen de voorzieningen voor volwassenen in het kader van geëscaleerde zorg. De volgende 3 beleidsterreinen staan hierbij centraal: huiselijk geweld, maatschappelijke opvang en beschermd wonen (Wmo). De gemeente voert de taken voor al deze onderwerpen uit als centrumgemeente voor de regio.
- De aanpak van huiselijk geweld had een resultaat van € 1 miljoen. Dit werd vooral veroorzaakt doordat het grootschalige trainingsprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis’ door corona is doorgeschoven naar 2022. Ook de incidentele inzet op de aanpak van schadelijke praktijken wordt in 2022 opgepakt. De begroting van dit onderwerp is onderdeel van de gemeenschappelijke regeling (GR) Geweld in afhankelijkheidsrelaties en het Meldpunt Crisiszorg West-Brabant. Hierin hebben we afgesproken dat alle resterende middelen beschikbaar blijven voor de GR. Het resultaat wordt dan ook overgeheveld naar 2022.
- Voor maatschappelijke opvang zagen we een resultaat van € 1,2 miljoen. Dit wordt veroorzaakt doordat een aantal projecten (die zijn gefinancierd met incidentele middelen vanuit het Rijk) doorlopen in 2022. Het gaat onder meer om het versterkingsplan dak- en thuislozen (€ 0,9 miljoen) en de tijdelijke doorstroomvoorziening (€ 0,3 miljoen). Het positieve resultaat schuift door naar 2022 om de incidentele middelen beschikbaar te houden voor deze lopende projecten.
- Voor Wmo beschermd wonen hebben we een positief resultaat behaald van € 2,3 miljoen. Dit is mede ontstaan door een aantal mutaties in de circulaires, waaronder de indexering van de integratie-uitkering beschermd wonen van € 0,6 miljoen. Daarnaast ontvingen wij € 1,3 miljoen vanuit de septembercirculaire. Dit betrof een bedrag voor:
- De volledige compensatie van de uitvoeringskosten.
- De doorbetaling van de zorgkosten in verband met de vertraagde overgang van cliënten naar de Wet langdurige zorg (Wlz).
- Een nacalculatie op de aanvullende uitname uit het gemeentefonds voor de overgang van cliënten naar de Wlz.
- Een herverdeling/mutatie van het historisch budget.
- Het was lang onzeker of we een financiële compensatie zouden ontvangen voor de vertraagde overgang van cliënten naar de Wlz. Dat gold ook voor de definitieve uitname uit het gemeentefonds voor de overgang van cliënten naar de Wlz. Daarom hebben we vooraf besloten om voorzichtig te zijn en € 0,6 miljoen van het budget ambulantisering ggz niet uit te geven.
Corona
In het kader van de compensatieregeling voor meerkosten door corona is er aan beschermd wonen aanbieders € 0,2 miljoen vergoed. Voor deze vergoedingen hebben wij van het Rijk via de decembercirculaire compensatie ontvangen die in programma 5 is verantwoord.
Thema Leren, Ontwikkelen en Werken, resultaat € 12,3 miljoen
Onder dit thema vallen de voorzieningen die verstrekt worden vanuit de Re-integratie, de Wet Buig, het Armoedebeleid, de Sociale Werkvoorziening en andere regelingen. Bij het Armoedebeleid gaat het om bijzondere bijstand, de BredaPas en schuldhulpverlening. Het positieve resultaat heeft meerdere oorzaken:
- We zagen - mede door de landelijke en lokale steunmaatregelen - geen massale instroom in de bijstand. Het aantal Bredanaars dat bijstand ontvangt, is vrij stabiel gebleven en we zien zelfs een lichte daling. In de begroting waren we nog uitgegaan van een gemiddeld aantal uitkeringen van 4500-4600. In werkelijkheid bedroeg dit aantal gemiddeld circa 4400. Dit heeft geresulteerd in een resultaat op de Wet Buig van € 2,0 miljoen.
- De opbrengsten vanuit de post 'terugvordering en verhaal Wet Buig' en de hierbij noodzakelijke mutatie in de voorziening 'dubieuze debiteuren' leveren een resultaat op van € 0,5 miljoen.
- Het product Werk had een resultaat van € 0,18 miljoen. (Dit resultaat is deels opgenomen in programma 1 (€ -0,01 miljoen) en deels in programma 5 (€ 0,19 miljoen)). Een hogere omzet van € 0,96 miljoen en extra loonkosten van € 0,77 miljoen geven een positief resultaat van € 0,19 miljoen. Daarnaast waren er coronakosten (€ 0,33 miljoen), veroorzaakt door extra hygiënemaatregelen voor het groepsvervoer. De compensatie vanuit het Rijk voor deze coronakosten bedraagt € 0,32 miljoen, waardoor een resultaat van € -0,01 miljoen ontstaat.
- De regionale middelen, zoals de regionale samenwerking WerkgeversServicePunt (WSP) en Perspectief op Werk (POW), laten een resultaat zien van bijna € 0,8 miljoen. In 2021 is er op verschillende terreinen samengewerkt, met een focus op crisisdienstverlening voor werkzoekenden en werkgevers. De inzet hiervan is vanuit de tijdelijke middelen voor crisisdienstverlening gefinancierd; het reguliere budget voor de regionale samenwerking is daarbij minder ingezet. We stellen voor om deze middelen over te hevelen naar 2022 en 2023 om de projectdoelen te behalen.
- Gemeenten uit de regio hebben minder fraudeonderzoeken uitgevoerd. Dat leidde tot een resultaat van € -0,16 miljoen. De afgelopen jaren bleven de inkomsten wel vaker achter bij de begroting. Daarom gaan we onderzoeken hoe we deze post in de toekomst kostendekkend kunnen maken.
- Op de post 'toezicht en handhaving kinderopvang' resteert een bedrag van € 0,11 miljoen. Ook in 2021 hebben we het toezicht niet voor 100% kunnen uitvoeren: door corona waren voorzieningen gesloten en kampte de GGD met capaciteitsgebrek.
- Conform het beleidsplan Armoede en Schulden Breda 2020-2023 zijn we in 2020 gestart met een schuldenafkoopfonds. In 2021 hebben we € 0,14 miljoen uitgekeerd. Er resteert nu nog € 0,19 miljoen. We hebben afgesproken dat de gelden van dit fonds automatisch worden overgeheveld naar volgende jaren totdat ze zijn verbruikt.
- Bij de Kinderopvangtoeslagenaffaire worden naast de voorzieningen ook de uitvoeringskosten vergoed. Hiervoor gelden onder andere bepaalde normbedragen per gedupeerde. Pas begin januari 2022 waren de lijsten van de belastingdienst met de werkelijk aantallen 2021 bekend. Op basis van deze aantallen ontvangen we van het Rijk nog een bedrag van € 0,8 miljoen. Gemiddeld hebben we wekelijks 2 fte. voor de ondersteuning ingezet. Deze is voorgefinancierd vanuit de reguliere begroting.
- Sportverenigingen, culturele instellingen en wijkcentra zijn in 2021 veelal dicht geweest. Daardoor zijn er minder vergoedingen verstrekt aan BredaPashouders. Naast het bedrag dat vanuit 2020 was overgeheveld (€ 0,13 miljoen) hebben we ook de reguliere middelen van 2021 niet volledig benut. Dit alles leidt tot een positief resultaat van € 0,24 miljoen.
- We hadden middelen gereserveerd voor de invoering van de nieuwe Wet inburgering (vanaf 1 januari 2022). Mede door corona zijn een aantal activiteiten uitgesteld, wat heeft geleid tot een resultaat van € 0,09 miljoen.
Corona (resultaat € 7,2 miljoen)
- Gemeenten worden door het Rijk volledig gecompenseerd voor de uitkeringslasten én de uitvoeringskosten voor de tijdelijke overbruggingsregeling TOZO (Tijdelijke Ondersteuning Zelfstandige Ondernemers). Voor uitvoeringskosten geldt een vast bedrag per genomen besluit. In 2021 hebben we 1898 aanvragen ontvangen voor levensonderhoud en 82 voor bedrijfskapitaal. We hebben € 9,5 miljoen uitbetaald (€ 9,2 miljoen voor levensonderhoud en € 0,3 miljoen voor bedrijfskapitaal). Het resultaat op de uitvoeringskosten bedraagt € 0,42 miljoen.
- Voor de Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK) heeft Breda vanuit het Rijk een bedrag van € 3,2 miljoen ontvangen. Daarmee hebben we 384 aanvragen gehonoreerd en in totaal € 1,2 miljoen uitgegeven. Er resteert een positief resultaat van € 2,0 miljoen. Hiervan wordt een bedrag van € 0,6 miljoen volgens afspraak gestort in een Maatwerkfonds Aanvullende Maatregelen (MAM).
- Voor het opvangen van de exploitatietekorten van de Sociale Werkbedrijven heeft het Rijk € 45 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode 1 januari tot 1 oktober 2021. Breda kreeg hiervan € 0,57 miljoen. Het werkelijke tekort bedroeg € 0,58 miljoen, waardoor de compensatie van het Rijk nagenoeg toereikend was.
Het kabinet heeft ook extra middelen beschikbaar gesteld voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden, gemeentelijk schuldenbeleid en bijzondere bijstand en crisisdienstverlening arbeidsmarktregio’s. Voor 2021 was dit een bedrag van € 4,7 miljoen. Een groot deel daarvan was (nog) niet nodig.
- Doordat de crisis op de arbeidsmarkt is uitgebleven en projecten door corona vertraging hebben opgelopen, zijn de re-integratiemiddelen niet volledig uitgegeven. Dit geldt ook voor de middelen vanuit het lokale steunpakket. Er resteert een bedrag van € 2,5 miljoen.
- De verwachte toename van het aantal aanvragen voor bijzondere bijstand en schuldhulpverlening is uitgebleven. Waarschijnlijk hebben de landelijke en lokale steunpakketten, de goed draaiende economie en de lagere uitgaven door de lockdowns aan de situatie bijgedragen. Dit levert een resultaat op van € 0,89 miljoen.
- Voor de crisisdienstverlening in de regio hebben we voor 2021 een bedrag van € 2,1 miljoen beschikbaar gesteld. Deze middelen ontvangen we als centrumgemeente voor het regionaal bestrijden van de werkloosheid. Het Rijk heeft ons gevraagd om de crisisdienstverlening op te zetten om zo veel mogelijk inwoners van de arbeidsmarktregio aan het werk te houden. Deze dienstverlening is beschikbaar via West-Brabant Werkt Door. De impact op de arbeidsmarkt blijkt minder groot dan gedacht. Daardoor blijft € 1,6 miljoen beschikbaar voor de regionale crisisdienstverlening in 2022 en 2023.
Thema Leven, resultaat € 0,4 miljoen
Het thema Leven bestaat uit de onderdelen volksgezondheid en sportbeleid. Het gaat om de lasten voor onderwerpen als gezondheidsbeleid, sportstimulering, sportevenementen en talentontwikkeling. Dit zijn de belangrijkste oorzaken van dit positieve resultaat:
- Toen duidelijk werd dat de Vuelta in 2022 alsnog in Nederland zou gaan starten, hebben we de organisatie van het evenement en het activatieprogramma weer opgestart. In 2021 hadden we hiervoor € 0,2 miljoen begroot. De verwachting was dat de organisatiebijdrage aan La Vuelta Holanda van € 0,11 miljoen in 2021 vanuit dit projectbudget betaald zou worden, en dat er een aantal sub-evenementen georganiseerd konden worden. Over de organisatiebijdrage hebben we in overleg met La Vuelta Holanda besloten om deze bijdrage in 2022 te betalen. Daarnaast een aantal sub-evenementen, zoals het Vuelta café, door corona niet doorgegaan. Hierdoor is een resultaat van € 0,16 miljoen ontstaan. Het restant schuiven we graag door naar 2022 om onder meer de organisatiebijdrage te dekken.
Corona
- Vanuit het lokale steunpakket hebben we € 0,25 miljoen toegevoegd aan de begroting van sportbeleid. Hiervan is € 0,13 miljoen besteed aan de huurrestitutie voor sportaccommodaties. Het restant van € 0,12 miljoen is niet gebruikt.
Thema Ontmoeten, resultaat € 0,9 miljoen
Onder het thema Ontmoeten vind je alles rondom de wijkaanpak en statushouders. Het positieve resultaat heeft meerdere oorzaken:
Wijkaanpak
- Het onderhoud van de speelvoorzieningen leverde een resultaat op van € 0,18 miljoen. In 2021 zijn we gestart met de voorbereidingen voor de inclusieve speelplek Wolfslaar. Deze kon afgelopen jaar alleen niet meer aangelegd worden.
- De hoeveelheid aanvragen voor wijkdeals heeft geleid tot een resultaat van € -0,06 miljoen.
- Op de onderdelen wijkplatforms, Breda begroot, wijkgericht werken, kwetsbare wijken en wijk- en dorpsraden hebben we een resultaat behaald van € 0,5 miljoen. Door de coronamaatregelen was er minder interactie in de wijken en dorpen, minder interactie met de wijkbeheerders, en waren er minder mogelijkheden om keuzes te maken.
Statushouders
Dit onderdeel week niet af van de begroting. Zie voor meer informatie over de Wet inburgering (WI) de paragraaf Leren, ontwikkelen en werken.
Corona
Er is minder subsidie aangevraagd vanuit het steunpakket voor wijk- en dorpscentra dan begroot, in totaal € 0,23 miljoen.