Toelichting eigen vermogen en voorzieningen

Passiva

Terug naar navigatie - Passiva

Aan de passiva kant van de balans staan het vermogen en de schulden van de gemeente gerangschikt. Hieronder wordt ingegaan op de verschillende bestanddelen.

Nog te bestemmen resultaat

Terug naar navigatie - Nog te bestemmen resultaat

Het resultaat bedraagt € 15,9 miljoen positief. Voor een bedrag van € 12,7 miljoen wordt voorstellen voor resultaatbestemming gedaan.

Bedragen x € 1 miljoen
Programma Onderwerp Voorstel resultaatbestemming
1 Schuldenafkoopfonds 191.000
1 Onderuitnutting coronamiddelen Jeugd en Onderwijs 526.163
1 Subsidie HiBO (Hulp in Bijzondere Omstandigheden) 35.000
1 Restantmiddelen TONK 600.000
1 Regionale aanpak huiselijk geweld 859.496
1 Versterkingsplan dak-thuislozen 919.805
1 Regio West-Brabant (regionale middelen) 2.400.000
1 WEB regio gelden Laaggeletterdheid 116.000
1 Breda Senior 157.711
1 Vuelta 157.463
2 Ondersteuning lokale cultuur 1.625.156
2 Realisatie Kunsthal 979.420
3 Bosweelde 200.000
5 Decembercirculaire 2021 3.978.306
Totaal 12.745.520

Per saldo leidt dit tot een storting in de algemene reserve van € 3,2 miljoen.

Terug naar navigatie - Reserves fin
Bedragen x €1.000
Balans Balans 31-12-2020 Storting reserve Onttrekkingen reserve Resultaatbestemming 2020 Balans 31-12-2021
Reserves
Algemene reserve 93.448 3.247 -3.946 1.339 94.088
Bestemmingsreserves 28.856 4.030 -12.638 13.477 33.724
Totaal Reserves 122.304 7.277 -16.584 14.816 127.813

De kolom resultaatbestemming betreft de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2020.

Terug naar navigatie - Algemene reserves

Algemene reserves

Bedragen x €1.000
Balans Balans 31-12-2020 Storting reserve Onttrekkingen reserve Resultaatbestemming 2020 Balans 31-12-2021
Algemene reserve 93.448 3.247 -3.946 1.339 94.088

Algemene reserve
De Algemene reserve heeft een bufferfunctie voor het opvangen van schommelingen en onvoorziene gebeurtenissen. De reserve maakt deel uit van de weerstandscapaciteit. Het is de financiële buffer van de begroting. Jaarlijks wordt een deel van het treasuryresultaat (bespaarde rente) aan de reserve toegevoegd. De rekening resultaten vloeien in principe naar de algemene reserve. In de reserve is een bedrag van € 16,5 miljoen geblokkeerd ten behoeve van de Noordelijke rondweg. Dit geblokkeerde bedrag wordt niet meegerekend in de weerstandscapaciteit. 

Conform eerdere besluitvorming zijn in de jaarrekening 2021, naast de resultaatbestemming 2020 ad  € 1,3 miljoen (cf besluit 1242379) de volgende toevoegingen aan en onttrekkingen uit de algemene reserve verwerkt:

Bedragen x € 1.000
Onttrekkingen Toevoegingen
Rentetoevoeging (cf. besluit vaststelling begroting 2021 zaaknr. 1022793) 2.197
Extra middelen cultuur (cf besluit plan van aanpak corona lange termijn zaaknr. 1153405) 600
Restitutie voorfinanciering bestemmingsreserve sportinvesteringen (cf. besluit in bestuursakkoord 2018-2022) 450
Voorfinanciering dotatie voorziening VRI's (cf. besluit 2019-2861) 300
Energie transitie toekomstbestendig wonen (cf besluit zaaknummer 1351018) 1.000
Verbeterplan 2021 (cf besluit zaaknummer 1614344) 373
Lokaal steunpakket corona 2021(cf besluit plan van aanpak corona lange termijn zaaknr. 1153405_ 2.273
Totaal 3.946 3.247

 

 

Terug naar navigatie - Bestemmingsreserve

Bestemmingsreserve 

Bedragen x €1.000
Balans Stand 1-1-2021 Storting reserve Onttrekkingen reserve Resultaatbestemming 2020 Stand 31-12-2021
Reserves
Bestemmingsreserves
780100 Begrotingsreserve 1.055 196 -399 0 852
780104 Reserve parkeerbedrijf 689 0 -333 0 356
780200 Exploitatiereserve 6.052 255 -9.066 9.031 6.271
780210 Investeringsreserve: algemeen 6.266 1.068 -779 0 6.555
780230 Reserve Bodemfonds 3.526 287 0 0 3.814
780231 Reserve Klimaatfonds 1.085 271 -243 0 1.113
780232 Reserve investeringen sportverenigingen 854 0 -836 0 18
780233 Reserve versnellingsopgave wonen 7.229 0 -975 4.446 10.700
780234 Reserve vrouwenopvang 2.100 0 0 0 2.100
780235 Reserve bovenwijkse voorzieningen 0 953 -7 0 946
780243 Reserve Toekomstig bestendig wonen 0 1.000 0 0 1.000
Totaal Bestemmingsreserves 28.856 4.030 -12.638 13.477 33.724
Totaal Reserves 28.856 4.030 -12.638 13.477 33.724

Begrotingsreserve
De begrotingsreserve is in het verleden gevoed uit winstuitkeringen en afkoopsommen en wordt aangewend om het wegvallen van jaarlijks grote winstuitkeringen geleidelijk in de begroting op te vangen. Het betreft resultaten die over meerdere jaren zijn gereserveerd voor specifieke doelen. Jaarlijks vindt rentetoevoeging plaats om met behulp van dit extra volume de afloop van de bijdrage aan de exploitatie zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen. De begrotingsreserve wordt, conform het door de raad vastgestelde meerjarig beleidskader reserves, vanaf 2016 ook ingezet voor het oplossen van een dekkingsverschil voor de NS-fietsenstallingen. Het saldo op de begrotingsreserve (€ 0,9 miljoen eind 2021) betreft de beschikbare middelen voor de exploitatie van de NS-Fietsenstallingen. De basis voor deze stortingen en onttrekkingen vormen de afspraken die hierover aan de hand van de business case met de NS zijn gemaakt voor de periode tot en met 2027. De bijdrage van de gemeente Breda bedraagt in totaal maximaal € 6 miljoen gedurende de gehele looptijd. In hoeverre de gereserveerde middelen in de begrotingsreserve beschikbaar moeten blijven voor de NS-fietsenstallingen wordt bekeken tijdens de voorziene evaluatie in 2023 van de business case. Conform het vaststellingsbesluit van de begroting 2021 (besluit zaaknummer 1022793) zijn in de jaarrekening € 0,2 miljoen aan toevoegingen en € 0,4 miljoen aan onttrekkingen verwerkt.

Reserve parkeren
De reserve parkeerbedrijf betreft een in het verleden ingestelde bestemmingsreserve met als doel de tarieven te egaliseren. Vanaf 2018 is vanwege de positieve resultaten afgezien van dotaties. Bij de begroting 2020 is besloten de reserve in de periode 2020 t/m 2022 tot nul af te bouwen ten gunste van de exploitatie. Conform het vaststellingsbesluit van de begroting 2021 (besluit zaaknummer 1022793) is in de jaarrekening de begrote onttrekking van € 0,3 miljoen verwerkt, zodat er ultimo 2021 nog een bedrag van € 0,4 miljoen op deze reserve staat. Dit bedrag wordt in 2022 verder afgebouwd naar nul.

Exploitatiereserve
Via de exploitatiereserve worden geoormerkte bedragen zoals budgetoverhevelingen tijdelijk vastgehouden om in volgende jaren te worden ingezet. Bij de bestuursrapportage wordt aangeven welke bedragen voor overheveling in aanmerking komen. Vooruitlopend op de resultaatbestemming neemt het college hierover een besluit. De definitieve bedragen worden bij de jaarrekening en resultaatbestemming vastgesteld. Conform eerdere besluitvorming zijn in de jaarrekening 2021 de volgende toevoegingen aan en onttrekkingen uit de exploitatiereserve verwerkt:

Bedragen x € 1.000
Onttrekkingen Toevoegingen
Resultaatbestemming 2020 (cf. besluit zaaknummer 1242379) 9.031
Inzet voor verkiezingen (cf besluit vaststelling begroting 2021 zaaknummer 1022793) 225
Waterschapsverkiezingen (cf besluit bestuursrapportage 2021 zaaknummer 1070733) 30
Maatschappelijke opvang / dak- en thuisloosheid (cf. besluit bestuursrapportage 2021 zaaknummer 1070733) 1.643
Uitvoeringskosten Tozo (cf. besluit resultaatbestemming 2020 zaaknummer 1242379) 900
Perspectief op Werk Regio West Brabant (cf. besluit resultaatbestemming 2020 zaaknummer 1242379) 722
Rijkscompensatie cultuur corona 2020 (cf. besluit resultaatbestemming 2020 zaaknummer 1242379) 704
Overige vrijval budgetoverhevelingen voorgaande jaren (cf. diverse besluiten) 5.097
Totaal 9.066 9.286

Na verwerking van bovenstaande mutaties bedraagt de exploitatiereserve ultimo 2021 € 6,3 miljoen. Als gevolg van lagere bestedingen op diverse budgetoverhevelingen vanuit de jaarrekening 2019 en 2020 is € 3,5 miljoen niet onttrokken uit de exploitatiereserve. Het betreft met name meeropbrengsten leges, perspectief op werk regio West Brabant, verbouwing Riethil, werkzaamheden Bolbergseweg en klimaatmiddelen. Dit leidt in de andere programma’s tot een positief saldo, waardoor het gemeentebreed geen resultaat oplevert. Verder is de reserve volledig geoormerkt voor onder meer geluidsmaatregelen HSL-Zuid (€ 2,2 miljoen), verkiezingen (€ 1,0 miljoen), en budgetoverheveling 2019 sociale woningbouw (€ 0,4 miljoen).

Investeringsreserve
Deze reserve dient ter financiering van kapitaallasten voor toekomstige investeringen. Bij besluitvorming is het van belang dat bij aanvang van de kredietvotering voor het specifieke project het volledige bedrag van de investering dat gedekt wordt uit de reserve in de reserve beschikbaar moet zijn. Onttrekking aan de reserve vindt daarmee gedurende de gehele afschrijvingsperiode plaats. Bij Voorjaarsnota en/of Begroting worden middelen beschikbaar gesteld voor dekking kapitaallasten van toekomstige investeringen. Daarnaast wordt aan deze reserve rente toegevoegd in verband met de door deze reserve te dekken rentelasten van de meerjarige kapitaallasten.

Conform eerdere besluitvorming zijn in de jaarrekening 2021 de volgende toevoegingen aan en onttrekkingen uit de investeringsreserve verwerkt:

Bedragen x € 1.000
Onttrekkingen Toevoegingen
Rentetoevoeging (cf besluit vaststelling begroting 2021 zaaknr. 1022793) 63
Dotatie tbv dekking kapitaallasten voor vervangingsinvestering (cf .besluit 1249812) 915
Dotatie tbv dekking kapitaallasten voor huisvesting Grote Broer Grote Zus (cf .besluit 1725090) 90
Dekking kapitaallasten investeringen (cf besluit vaststelling begroting 2021 zaaknummer 1022793) 779
Totaal 779 1.068

Na verwerking van bovenstaande mutaties bedraagt de investeringsreserve ultimo 2021 € 6,6 miljoen. Dit bedrag is grotendeels geoormerkt voor dekking van de kapitaallasten van kredieten voor doorstroomvoorziening, Heilig Hartkerk, faunapassages, Claes Persoonsstraat, brand- en dakveiligheid, de vervangingsinvestering ingevolge besluit 1249812, de aanpassing van het stadskantoor en huisvesting voor Grote Broer Grote Zus. In de investeringsreserve wordt een vrije ruimte aangehouden van € 0,9 miljoen voor het moment dat er sprake is van benodigde exploitatiemiddelen in plaats van investeringsmiddelen, om het tijdeffect in lasten op te kunnen vangen.

Reserves bodemfonds 
Het bodemfonds is een reserves ter versterking van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. Bodemsanering wordt via de exploitatie verwerkt, omdat dit niet is aan te merken als een investering. De ontwikkelingen in de stad zijn onzeker, de inzet is maatwerk en is niet elk jaar hetzelfde. Met het vormen van deze reserve worden de pieken en dalen in de uitgaven opgevangen. De reserve is in het verleden gevormd middels de doeluitkering-gelden tot en met 2021. Vanaf 2022 wordt de reserve afgebouwd met onttrekkingen ter dekking van tekorten van exploitatielasten in het kader van bodemsaneringen.

De reserve is in 2021 conform besluit 1481732 gevoed met het de doeluitkering 2021 van € 0,3 miljoen. Na verwerking van deze dotatie bedraagt de reserve bodemfonds ultimo 2021 € 3,8 miljoen. Voor de jaren 2022-2025 zijn onttrekkingen voorzien voor diverse projecten voor een bedrag van € 2,6 miljoen.

Reserve klimaatfonds
Ook het klimaatfonds is een reserve ter versterking van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. Jaarlijks wordt het uitvoeringsprogramma klimaat opgesteld, dat deel uitmaakt van de gemeentelijke begroting. Er wordt een register bijgehouden van de inkomsten en uitgaven uit de reserve Klimaatfonds, onder verwijzing naar de overeenkomsten die zijn gesloten. Jaarlijks wordt door het college een evaluatie van het uitvoeringsprogramma klimaat vastgesteld en ter kennisname aan de raadscommissie voorgelegd. Hierin wordt de evaluatie van het investeringsprogramma klimaat opgenomen. In 2016 is gestart wordt met energiezuinige projecten.

De reserve Klimaatfonds wordt gevoed door de Gemeentelijke participatie in project windturbines Hazeldonk. Hieruit ontvangt de gemeente Breda éénmalig een bijdrage van € 225.000 in 2014 (waarvan € 75.000 voor bedrijvenvereniging LCHM) en vervolgens 20 jaar lang jaarlijks € 247.500, door indexering in het bedrag in 2021 € 271.068 (waarvan € 43.500 voor het grondbedrijf). Met eventuele inkomsten uit toekomstige revolverende projecten kan de reserve een groter investeringsvolume genereren, wat ingezet kan worden voor de grote investeringsopgave op het gebied van klimaat.

Conform eerdere besluitvorming (besluit 42845) is in de jaarrekening 2021 de jaarlijkse bijdrage toegevoegd aan de reserve en is in totaal € 243.500 onttrokken aan de reserve op basis van de gerealiseerde exploitatiekosten integratie projecten klimaat. Hierna bedraagt de reserve klimaatfonds ultimo 2021 € 1,1 miljoen. Naast de jaarlijkse dotaties aan de reserve uit de jaarlijkse bijdragen uit project windturbines Hazeldonk, worden voor de jaren 2022-2025 onttrekkingen voorzien voor diverse projecten voor een bedrag van € 0,5 miljoen .

Reserve investeringen sportverenigingen
Conform besluitvorming in het bestuursakkoord ‘Lef en Liefde’ is er een bestemmingsreserve van € 1,8 miljoen ingesteld om een bijdrage te kunnen leveren aan sportvoorzieningen via de investeringsregeling (zogenoemde 1/3-regeling). Hierbij doet de gemeente een bijdrage (van 1/3-deel) aan sportverenigingen die investeren in sportvoorzieningen. De onttrekking aan de reserve is afhankelijk van de aanvragen van sportverenigingen. In 2021 is de volledige reserve uitgenut. Vooruitlopend op de resultaatbestemming is in de jaarrekening, conform besluit vaststelling begroting 2021 zaaknummer 1022793, reeds een onttrekking van € 835.536 verwerkt. Bij de resultaatbestemming 2021 wordt voorgesteld het restant van € 18.473 te onttrekken uit deze reserve.

Reserve Versnellingsopgave Wonen
Bij het Coalitieakkoord zijn incidentele middelen voor de Versnellingsopgave wonen beschikbaar gesteld (€ 14 miljoen). Deze middelen worden voor € 13,2 miljoen gedekt uit incidentele winstnemingen van het Grondbedrijf. De rest uit het meerjarenperspectief en de algemene reserve. Het doel van de bestemmingsreserve is om de te realiseren middelen beschikbaar te houden voor de Versnellingsopgave Wonen. De winstnemingen van het grondbedrijf worden in deze reserve gestort, de bestedingen worden uit de reserve onttrokken. 

Op basis van deze uitgangspunten is bij resultaatbestemming 2018 een bedrag van € 9,6 miljoen aan de reserve toegevoegd. In 2019 is voor de versnellingsopgave wonen € 0,9 miljoen uitgegeven, zodat begin 2020 € 8,7 miljoen in de reserve beschikbaar was. Bij resultaatbestemming 2020 is nog €4,4 miljoen toegevoegd aan deze reserve. De oorspronkelijke begrote onttrekking in 2021 bedroeg € 4,15 miljoen, de werkelijke onttrekking bedraagt € 1 miljoen, dit is € 3,1 miljoen lager. In 2021 is volop ingezet op het realiseren van harde plancapaciteit, daarnaast zijn voor een aantal projecten locatiegebonden impulsen overeengekomen. Gelet op overeengekomen betalingsysthematiek komen deze kosten in volgende jaren. De gelden voor de locatiegebonden subsidies zijn derhalve in 2021 niet volledig benut en worden in 2022 besteed. Voor 2022-2023 is circa € 10,7 miljoen beschikbaar ten behoeve van de versnellingsopgave, hetgeen naar verwachting eind 2023 volledig is uitgenut.

Reserve vrouwenopvang
Bij de bestuursrapportage 2020 (besluit 981381) is besloten een reserve vrouwenopvang in te stellen. De reserve is bestemd voor een noodzakelijke vernieuwing van de vrouwenopvangvoorziening aan de Assumburgstraat in Breda. De reserve is eenmalig gevoed met een bedrag van € 2,1 miljoen vanuit restanten van verleende subsidies voor vrouwenopvang (rijksmiddelen DUVO) over de jaren 2015-2017. In 2021 zijn verschillende scenario's uitgewerkt door het bestuur van Safegroep, die worden besproken met desbetreffende Wethouder. Daarna worden de plannen concreet gemaakt.

Reserve bovenwijkse voorzieningen
In juli 2020 is door de raad naar aanleiding van de vastgestelde Nota bovenwijkse voorzieningen een reserve bovenwijkse voorzieningen ingesteld. Doel van de reserve is om werkelijk ontvangen bijdragen te bestemmen voor de realisatie van minimaal één van de bovenwijkse voorzieningen uit de nota bovenwijkse voorzieningen. De reserve wordt gevoed door bijdragen bij alle nieuwe bouwplannen een bijdrage te vragen aan de partij die de grondexploitatie voert.

De ontvangen exploitatiebijdragen worden in de reserve gestort. De kosten van beheer van de reserve en de bestedingen aan de projecten worden onttrokken aan de reserve. In 2021 is van de ontvangen bijdragen het begrote bedrag ad € 952.807 reeds als dotatie verwerkt in de reserve. Voor het bedrag dat in 2021 daadwerkelijk meer is ontvangen aan bijdragen ad € 41.638 wordt bij de  resultaatbestemming van de jaarrekening 2021 voorgesteld dit bedrag toe te voegen aan de reserve. Begroot was een onttrekking van € 50.000, maar vanwege minder benodigde inzet voor coördinatie is een lager bedrag van € 6.716 onttrokken aan de reserve. 

Reserve toekomstbestendig wonen
De Toekomstbestendig Wonen Regeling is een brede, integrale, regeling met als hoofddoel de bestaande particuliere woningvoorraad in zoveel mogelijk opzichten kwalitatief duurzaam te verbeteren. Er wordt integraal naar woningaanpassingen gekeken, om waar mogelijk en gewenst door de eigenaar-bewoner maatregelen op het gebied van energie en levensloopbestendigheid optimaal te combineren. Doordat de regeling breed is opgezet is één aanvraag voor de diverse aanpassingen voldoende. Concreet betekent dit dat de voorgestelde nieuwe Toekomstbestendig Wonen Regeling een raamwerkregeling is die inwoners van Breda de mogelijkheid biedt om via één lening zowel levensloopbestendige als energetische maatregelen te kunnen (laten) uitvoeren. Deze regeling brengt € 1 miljoen kapitaallasten met zich mee. De reserve toekomstbestendig wonen is bestemd ter dekking van deze kapitaallasten. In 2021 is conform besluit bestuursrapportage 2021 zaaknummer 1528103, € 1 miljoen gedoteerd aan de reserve.

Terug naar navigatie - Voorzieningen fin
Bedragen x €1.000
Balans Balans 31-12-2020 Stortingen voorzieningen Onttrekkingen voorzieningen Balans 31-12-2021
Voorzieningen
Onderhoudsvoorzieningen 36.884 16.584 15.568 37.899
Personeelsvoorzieningen 10.052 441 1.360 9.133
Overige voorzieningen 13.548 1.023 8.917 5.655
Totaal Voorzieningen 60.484 18.047 25.845 52.687

De post voorzieningen op de balans bestaan uit drie groepen, te weten voorzieningen voor groot onderhoud aan vastgoed en kapitaalgoederen, voorzieningen voor personeel en overige voorzieningen. Hieronder worden deze drie groepen nader toegelicht.

Onderhoudsvoorzieningen
Deze onderhoudsvoorzieningen bestaan uit voorzieningen voor groot onderhoud aan de openbare ruimte en gebouwen. Het verloop van de onderhoudsvoorzieningen was in 2021 als volgt:

Bedragen x € 1.000
Stand 1-1-2021 Verminderingen Aanwendingen Toevoegingen Stand 31-12-2021
Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedbeheer 20.136 915 5.000 5.338 19.559
Onderhoudsvoorziening parkeergarages en fietsenstallingen 3.551 98 869 4.322
Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedontwikkeling 4.181 25 321 4.477
Onderhoudsvoorziening openbare ruimte 6.113 6.440 5.656 5.329
Onderhoudsvoorziening verkeerregelinstallaties 52 1.190 1.200 62
Onderhoudsvoorziening verharding achterstallig onderhoud 2.851 1.901 3.200 4.150
Totaal 36.884 915 14.654 16.584 37.899

  • Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedbeheer
    De voorziening heeft tot doel de meerjarige kosten planmatig onderhoud van de gebouwen die onder de afdeling Vastgoedbeheer vallen te egaliseren. Hieronder vallen onder andere gebouwen op het gebied van Sport, Welzijn, Brede Scholen, Bedrijfsvoering, Welzijn en Cultuur, het centraal Busstation, de vervanging van binnensportinventaris, het civiele- en cultuurtechnisch onderhoud buitensport. De basis voor de vorming en het beheer van de voorziening voor de gebouwen zijn de zogenaamde meerjaren-onderhoudsplannen zoals deze in het systeem Planon worden bijgehouden. De MJOP's zijn gebaseerd op het door de Raad vastgesteld gemiddelde onderhoudsniveau 3 op een schaal van 1 tot 6. De onderhoudsplannen worden jaarlijks geactualiseerd, accommodaties worden maximaal om de 5 jaar geherinspecteerd. Op basis van de beschikbare toereikendheidsberekening wordt bij de begroting bepaald welk niveau van dotaties benodigd is om over voldoende middelen te beschikken voor de uitvoering van het groot onderhoud. Aan de onderhoudsvoorzieningen voor gebouwen vastgoedbeheer wordt gedoteerd conform de begroting. De voorziening is dekkend t/m 2029. Risico's zijn de panden van ATEA en het verouderende gebouwenbestand.

    In het boekjaar is conform de begroting € 5,3 miljoen toegevoegd. Voor de dekking van kapitaallasten van een vervangingsinvestering in 2022 conform besluit 1249812 is in 2021 uit deze voorziening een bedrag van € 0,9 miljoen vrijgevallen ten gunste van de exploitatie en als dotatie toegevoegd aan de investeringsreserve.

    Op basis van de meerjarenonderhoudsplannen was voor 2021 een jaarplan vastgesteld. Uit de analyse op het jaarplan 2021 is gebleken dat een bedrag van € 3,9 miljoen minder is besteed dan gepland. Als belangrijkste oorzaken voor die afwijking kunnen worden genoemd het ontbreken van een technische noodzaak om het planmatig onderhoud in 2021 uit te voeren en de vertraging op verduurzamingsprojecten en verbouwing- of renovatieprojecten waarbinnen tevens planmatig onderhoud was voorzien. Voorts is in afwachting van ontwikkelingen en bestuurlijke besluitvorming met betrekking tot diverse panden terughoudend is omgegaan met het onderhoud van die panden.

  • Onderhoudsvoorziening parkeergarages en fietsenstallingen
    De voorziening heeft tot doel de meerjarige groot onderhoudskosten van de gebouwen van de afdeling Parkeren te egaliseren. Het gaat hierbij om de parkeergarages en de fietsenstallingen. De basis voor de vorming en het beheer van de voorzieningen voor deze gebouwen zijn de zogenaamde meerjaren onderhoudsplannen zoals deze in het systeem Planon worden bijgehouden. De MJOP's zijn gebaseerd op het door de Raad vastgesteld gemiddelde onderhoudsniveau 3 op 6. De onderhoudsplannen worden jaarlijks geactualiseerd en vormen de basis voor de jaarlijkse dotatie aan de voorziening teneinde over voldoende middelen te beschikken voor de uitvoering van het (projectmatig) groot onderhoud. De voorziening is toereikend tot en met 2031.

    Aan de onderhoudsvoorzieningen voor gebouwen vastgoedbeheer is in 2021 € 0,9 miljoen gedoteerd conform de begroting. In 2021 was de aanwending (€ 98.000) lager dan begroot (€ 244.000): als gevolg van corona zijn grote werkzaamheden vooruit geschoven naar volgende jaren en er wordt ook gekeken om onderhoudswerkzaamheden binnen hetzelfde pand te bundelen.

  • Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedontwikkeling
    Deze voorziening is gevormd ten behoeve van de voorraad panden van het grondbedrijf. De hoogte van de dotatie is gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplanning. De doorberekening is gemaakt tot en met 2031. Hierbij wordt uitgegaan van een doorlopende exploitatie, waarbij aanvullend rekening wordt gehouden met inmiddels genomen besluiten voor sloop en / of herontwikkeling. In 2021 is conform begroting € 0,3 miljoen gedoteerd aan de voorziening. In de meerjarenbegroting vanaf 2022 zijn geen dotaties aan de voorziening begroot. Zonder jaarlijkse dotatie is de voorziening volgens de meerjarenonderhoudsplanning tot en met 2029 toereikend om het geplande groot onderhoud uit te kunnen voeren. Om tot en met 2031 voldoende middelen te hebben om het geplande onderhoud uit te kunnen voeren is vanaf begrotingsjaar 2022 een jaarlijkse dotatie nodig is van € 0,02 miljoen. Dit is nog niet verwerkt in de meerjarenbegroting 2022, maar zal bij de bestuursrapportage aan de gemeenteraad worden voorgelegd ter besluitvorming. De stijging van het benodigd bedrag voor de komende 10 jaar heeft een relatie met het beschikbaar komen van de Vastgoedstrategie Havenkwartier en aanpassing van het prijsniveau.

     In 2021 is voorzichtig omgegaan met planmatig onderhoud, omdat er nog onduidelijkheid was over de strategie. Jaarlijks zal worden onderzocht of, afhankelijk van de vastgoedportefeuille op dat moment, aanpassing nodig is.

  • Onderhoudsvoorziening openbare ruimte
    De onderhoudsvoorziening openbare ruimte betreft het groot onderhoud van verharding, civieltechnische kunstwerken, bomen, openbare verlichting en waterwegen. De basis voor de voorziening voor het onderhoud aan de openbare ruimte ligt vast in periodiek te actualiseren beleidskaders en beheerplannen. De berekeningen van de benodigde dotaties zijn gebaseerd op meerjarenplanningen van 10 jaar. In 2021 is conform begroting € 5,7 miljoen toegevoegd aan de voorzieningen .

    In 2021 was een onttrekking begroot van € 7,5 miljoen voor groot onderhoud . Als gevolg van overloop van projecten naar 2021 vanuit 2020 werd de verwachte onttrekking bijgesteld naar € 9,5 miljoen. Er is € 6,4 miljoen aan onderhoud gerealiseerd. Als gevolg van integraal werken, participatie, capaciteitstekort, archeologisch onderzoek, minder werkbare dagen en corona zijn in 2021 projecten doorgeschoven naar 2022. Het betreft hierbij met name projecten groot onderhoud verharding.

  • Onderhoudsvoorziening verkeerregelinstallaties
    Voor het in stand houden van verkeersregelinstallaties is in 2015 besloten tot het instellen van een specifieke onderhoudsvoorziening. Het meerjaren onderhoudsplan verkeersregelinstallaties wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van uitgevoerde inspecties en gerealiseerde projecten, afhankelijk van de ouderdom, vervanging, reparatie en noodzaak van de onderdelen van de verkeerregelinstallaties in Breda. Bij het jaarlijks opstellen van de planning wordt ook goed gekeken naar infrastructurele projecten en werkzaamheden vanuit de afdeling Uitvoering om de werkzaamheden gelijktijdig op te pakken (werk met werk maken).

    In verband met de aanpassing van de software van de regeltoestellen van de verkeerregelinstallaties moeten al deze regeltoestellen op 1 januari 2024 zijn vervangen. Mochten deze verkeerregelinstallaties na 1 januari 2024 nog aanwezig zijn en uitvallen, kunnen deze verkeerregelinstallaties niet meer worden gerepareerd. Dit zorgt direct voor verkeersonveilige situaties op de wegen van Breda, wat ten alle tijden moet worden voorkomen. Het gevolg hiervan is dat een aantal verkeerregelinstallaties eerder moeten worden gerenoveerd, maar omdat het niet toegestaan is dat de bestaande voorziening een negatieve stand vertoont, dient de dotering aan de voorziening verkeerregelinstallaties voor de periode 2020-2026 te worden geherprogrammeerd. De totale onderhoudslasten blijft over de totale periode gelijk, maar in de jaren 2020 tot en met 2023 worden extra stortingen gedaan in de voorziening, die in de jaren 2024 tot en met 2026 worden gecompenseerd door de verlaging van de geplande stortingen. In 2021 heeft dit geleid tot een extra dotatie van € 0,3 miljoen bovenop de reguliere dotatie van € 0,9 miljoen.

    Voor 2021 was een onderhoudsprogramma voorzien voor € 1,1 miljoen. Eind 2021 is voor een bedrag van € 1,2 miljoen uitgevoerd. 

  • Onderhoudsvoorziening verharding achterstallig onderhoud
    Het saldo bedraagt per 31 december 2021 € 4,2 miljoen en is op te splitsen in twee onderdelen:
    • Als gevolg van vastgestelde achterstalligheid op het onderhoud verhardingen is een dotatie van € 3,2 miljoen in de voorziening achterstalligheid onderhoud verhardingen gedaan. Uitvoering van deze projecten zal plaatsvinden in 2022 en 2023. 
    • Afronding van de periode waarin de voorziening achterstalligheid onderhoud verhardingen is ingesteld voor 2,5 miljoen per jaar gedurende 8 jaar (2014-2021). De onttrekking in 2021 is door overloop van projecten bij de jaarrekening 2020 bijgesteld van € 2,1 miljoen naar € 2,8 miljoen. Werkelijk is in 2021 € 1,9 miljoen onttrokken en zijn er projecten voor een bedrag van € 1,0 miljoen doorgeschoven naar 2022 als gevolg van interne en externe afstemming en minder werkbare dagen. 

Personeelsvoorzieningen
De personeelsvoorzieningen omvatten een voorziening voor nog te verwachten kosten voor voormalig personeel en een voorziening voor de zogenaamde APPA-voorziening (voorziening voor Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers). Het verloop van de personeelsvoorzieningen was in 2021 als volgt:

Bedragen x € 1.000
Stand 1-1-2021 Verminderingen Aanwendingen Toevoegingen Stand 31-12-2021
Voorziening voormalig personeel 836 200 234 191 593
Voorziening Wet APPA 9.216 391 535 250 8.540
Totaal 10.052 591 769 441 9.133

  • Voorziening voormalig personeel
    Deze voorziening is gevormd ten behoeve van de nog verwachte kosten voor voormalig personeel. Het gaat om voormalige medewerkers waarvan om diverse redenen voortijdig afscheid is genomen, maar waarvan nog kosten doorlopen. Om de diverse afdelingen niet meerjarig met deze kosten te belasten worden deze in het jaar van uitdiensttreding in een keer ten laste van de afdeling gebracht en later vanuit deze voorziening afgewikkeld. Indien een medewerker onvrijwillig wordt ontslagen (niet wegens strafontslag, ouderdomspensioen of arbeidsongeschiktheid) ontstaat er op basis van de werkloosheidswet recht op een uitkering zolang de onvrijwillige werkloosheid bestaat. Afhankelijk van de ontslaggrond kan deze wettelijke uitkering aanvullend en aansluitend worden verhoogd/verlengd op basis van onze eigen rechtspositieregeling. De hoogte en duur van de totale uitkeringslast is vooraf wel globaal in te schatten. Maar is uiteindelijk wel afhankelijk van de vraag of, en zo ja hoe snel de betreffende medewerker elders werk kan vinden. Daarnaast wordt de hoogte van de uitkering ook beïnvloed door de inflatie en de salarisontwikkelingen na het ontslag. Of, en zo ja hoeveel uitkeringen per jaar worden toegekend is vooraf niet in te schatten. Dit kan wel indien het ontslag wordt veroorzaakt door de uitvoering van een reorganisatieplan. Uit historisch verloop komt naar voren, dat het volume jaarlijks niet gelijkblijvend is. De Gemeente Breda kiest er derhalve voor om de ww-verplichtingen via een personeelsvoorziening te laten lopen.

    Jaarlijks wordt een analyse gemaakt van de toekomstige verplichtingen. Tot en met eind 2024 is de voorziening voldoende voor het afwikkelen van de bestaande verplichtingen. Omdat de voorziening de komende jaren voldoende toereikend blijkt te zijn, is in 2021 € 0,2 miljoen van de voorziening vrijgevallen. 

  • Voorziening Wet APPA
    De voorziening bevat pensioenreserveringen en wachtgelden van voormalige politieke ambtsdragers (wethouders). De APPA-voorziening wordt jaarlijks aangepast op basis van de extern opgestelde actuariële berekeningen van de pensioenverplichtingen aan (voormalige) politieke ambtsdragers. Naast de jaarlijkse onttrekking uit de voorziening (€ 0,53 miljoen) is in 2022 per saldo € 0,14 miljoen van de voorziening vrijgevalllen. Met name vanwege de hogere rentestand ultimo 2021 ten opzichte van ultimo 2020. Conform de meest actuele berekeningen (eind 2021) bedraagt de pensioenverplichting € 7,9 miljoen en de wachtgeldverplichting ongeveer € 0,6 miljoen, bij elkaar € 8,5 miljoen. 

Overige voorzieningen
De groep overige voorzieningen bestaat uit een voorzieningen voor riolering, afvalservice, verlieslatende contracten, verlies Juzt en van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel. Het verloop van de overige voorzieningen was in 2021 als volgt:

Bedragen x € 1.000
Stand 1-1-2021 Verminderingen Aanwendingen Toevoegingen Stand 31-12-2021
Voorziening riolering 3.165 573 3.738
Voorziening afvalservice 0 360 360
Voorziening verlieslatende contracten 8.800 8.800 0
Voorziening verlies Juzt 820 820
Voorziening van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel 763 45 71 89 736
Totaal 13.548 8.845 71 1.022 5.654

  • Voorziening riolering
    De voorziening riolering is bedoeld voor de egalisatie van de tarieven voor rioolheffing en opvangen van financiële tegenvallers. De voorziening wordt betrokken in het Stedelijk Waterplan 2019-2023. Er worden dotaties of onttrekkingen begroot met als doel om aan het eind van de periode van het Stedelijk Waterplan 2019-2023 uit te komen op een stand van 0. Daarnaast wordt aan het eind van ieder jaar het resultaat riolering ten laste of ten gunste van de voorziening gebracht ter egalisatie. De toevoeging in 2021 van € 0,6 miljoen betreft het resultaat op het product riolering in 2021.

  • Voorziening afvalservice:
    De voorziening afvalservice is bedoeld voor de egalisatie van de tarieven van afvalservice en opvangen van financiële tegenvallers. De toevoeging in 2021 van € 0,4 miljoen betreft het resultaat op het product afvalservice in 2021.

  • Voorziening verlieslatende contracten
    Met het raadsbesluit 1096863 van eind 2020 heeft de raad besloten om samen met de provincie Noord-Brabant het voormalige CSM-terrein ’t Zoet te kopen (ieder voor een aandeel van 50%). De eigendomsoverdracht heeft in januari 2021 plaatsgevonden. In de jaarrekening 2020 is voor het gemeentelijk aandeel een voorziening verlieslatende contracten gevormd van € 8,8 miljoen, zijnde 50% van het verschil tussen de vigerende waarde (bedrijventerrein) en de koopsom van € 21,9 miljoen, oftewel € 17,6 miljoen. In 2021 is de voorziening verlieslatende contracten omgezet in een voorziening duurzame waardevermindering van € 8,8 miljoen. Deze voorziening duurzame waardevermindering is onder de materiele vaste activa aan de actiefzijde van de balans in mindering gebracht op de gronden.

  • Voorziening verlies Juzt
    Uit een business case komt naar voren, dat voor de gemeente Breda in het kader van de opheffing van Juzt een verlies is te verwachten van € 0,8 miljoen. Voor het te verwachten verlies is in de rekening van 2020 een verliesvoorziening gevormd.


  • Voorziening van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel
    Deze voorziening is, ingevolge het BBV, bestemd voor van derden (niet zijnde andere overheidsinstellingen) verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden en die beschikbaar zijn voor het volgende begrotingsjaar. Onder deze voorziening zijn middelen toegevoegd voor van derden ontvangen afkoopksommen ten behoeve van parkeervoorzieningen, bijdrage project wind A16, bijdrage social return, bijdrage ZonMw en bijdrage afvalfonds Nedvang.