Klimaatmonitor 2024

1. Inleiding

Terug naar navigatie - 1. Inleiding

Voor u ligt de Klimaatmonitor 2024, als bijlage bij de jaarrekening over 2024. We verantwoorden in dit document de doelen en activiteiten die zijn opgenomen in de Klimaatbegroting 2024-2027. Deze klimaatmonitor geeft een beeld van de verwachte effecten op de uitstoot van alle broeikasgassen in 2024 ten opzichte van de gemeentelijke ambitie om de uitstoot in 2030 met 55% te verlagen. De meest recente cijfers vanuit de Regionale Klimaatmonitor gaan over 2022-2023. Daarom heeft CE Delft voor de emissies in 2024 een prognose gemaakt. Die is gebaseerd op de resultaten die in 2024 zijn bereikt door landelijke beleidsmaatregelen én aanvullende gemeentelijke regelingen. Het percentage reductie dat door gemeentelijk beleid wordt beïnvloed is beperkt.

We geven in deze klimaatmonitor ook een verantwoording van alle inhoudelijke activiteiten in 2024 vanuit het programma Klimaat. Deze zijn grotendeels terug te lezen in de programma’s in de reguliere jaarrekening. Ook verantwoorden we in deze klimaatmonitor de inzet van middelen.

2. Terugblik naar 2024

Terug naar navigatie - 2. Terugblik naar 2024

2.1   Ontwikkeling in emissies
De gemeente rapporteert in haar begroting over de voortgang binnen meerdere beleidsindicatoren. Figuur 1 laat zien hoe de broeikasgasemissies in de gemeente Breda zich ontwikkelden tot en met 2024. Breda heeft haar totale doelstelling voor de emissiereductie voor 2024 gehaald en ligt daarmee op koers richting het doel van 55% reductie in 2030. Voor de periode na 2030 moet nog aanvullend lokaal en landelijk beleid ontwikkeld worden om het doel in 2044 te behalen. Netcongestie en het stikstofdossier maken de haalbaarheid van de doelstellingen onzeker.

Sinds 1990 is er met name een sterke daling in de industrie te zien. Dat komt vooral doordat er sinds 1990 grote industriële bedrijven uit Breda zijn vertrokken, zoals de Machinefabriek Breda in 1993, Drie Hoefijzers/Oranjeboom in 2004, CSM in 2008 en De Faam in 2013. Tussen 2022 en 2023 is een kleine emissiereductie zichtbaar. Deze komt vooral door landelijke ontwikkelingen, zoals de daling van de emissiefactor van elektriciteit. De reductie tussen 2023 en 2024 komt in beperkte mate ook door gemeentelijke beleidsmaatregelen die in de loop van 2023 zijn ingevoerd.

Figuur 1 - Broeikasgasemissies in de gemeente Breda in 1990, 2022, 2023 en 2024. Mobiliteit is exclusief snelwegen en landbouw is exclusief natuurherstel. De rode streep geeft de doelstelling voor 2024 weer.

Deze resultaten zijn inclusief niet-energetische emissies (zoals methaanemissies door de veehouderij). De gemeente Breda neemt deze emissies vanaf de begroting 2024 mee in de monitoring. 

Het gemeentelijk beleid begint zijn vruchten af te werpen doordat we projecten binnen het thema Gebouwde omgeving steeds verder opschalen. In figuur 2 is het effect van verschillende maatregelen in beeld gebracht. Omdat veel van de maatregelen in de loop van 2024 zijn ingevoerd, is de verwachte besparing in een volledig jaar hoger. Figuur 3 laat zien welke impact deze maatregelen op jaarbasis hebben op de gemeentelijke emissies. Figuur 4 laat hetzelfde zien voor de energiebesparing.

Figuur 2 – Effect van gemeentelijke beleidsmaatregelen in 2024 en in een volledig jaar – emissies.

Van de gemeentelijke maatregelen leveren de beschikte subsidies vanuit het Volkshuisvestingfonds (VHF) en de samenwerking met de woningbouwcorporaties (aanpak gespikkeld particulier bezit en de huurwoningen) de meeste CO2-reductie op. Dit komt doordat het hier gaat over verbeteringen in het isolatieniveau van woningen. Bij de Energiebespaarcoaches en Energiefixers gaat het vooral over kleinere energiebesparende maatregelen. 

Figuur 3 – Effect van nationale ontwikkelingen en gemeentelijk beleid op emissies in de sector huishoudens. De rode streep geeft de doelstelling van het klimaatplan van Breda voor 2024 weer.

Figuur 4 - Effect van gemeentelijke beleidsmaatregelen in 2024 en in een volledig jaar – energiebesparing.

2.2    Emissies per thema
Figuur 5 geeft de emissies in Breda weer voor de verschillende sectoren. We streven naar een structurele daling van al deze thema’s richting 2044.

De sector werklocaties (bestaande uit industrie en diensten) is de belangrijkste veroorzaker van broeikasgasemissies. Figuur 6 laat zien dat de emissies van werklocaties in de periode 2022-2024 min of meer constant bleven. Vooral in de dienstensector is er nog weinig emissiereductie zichtbaar. Ook huishoudens hebben een aanzienlijk aandeel in de emissies van Breda. Bij huishoudens is vooral tussen 2022 en 2023 een sterke daling te zien. Een verklaring is dat de energieprijzen sinds eind 2021 sterk zijn toegenomen, waardoor huishoudens actiever met energiebesparing aan de slag zijn gegaan. 

De sector mobiliteit (exclusief snelwegen) blijft relatief constant, met een heel lichte daling in 2024, en zit qua uitstoot boven de doelstelling. Hoewel de individuele voertuigen in Breda schoner worden, wordt dit effect gecompenseerd door een groei van de mobiliteit. Deze trend is ook op landelijk niveau te zien, zie bijvoorbeeld het KiM-rapport Kerncijfers Mobiliteit 2024.
  
De sector landbouw is verantwoordelijk voor een kleiner aandeel in de uitstoot van de gemeente Breda. De emissies uit deze sector bestaan voornamelijk uit emissies van andere broeikasgassen dan CO2.

Figuur 5 - Broeikasgasemissies in de gemeente Breda in 2022, 2023 en 2024 naar sector (exclusief snelwegen). De rode strepen geven de doelstelling van het klimaatplan van Breda voor 2024 weer.

2.3    Hernieuwbare opwek
Breda heeft afspraken gemaakt over de grootschalige opwek van hernieuwbare elektriciteit in de Regionale Energie Strategie (RES) West-Brabant. Op basis van de RES 1.0 levert Breda een bijdrage aan hernieuwbare energie. In 2030 moet er in Breda in totaal voor 280 GWh per jaar gerealiseerd zijn, waarvan 115 GWh windenergie en 165 GWh zonne-energie. Ten tijde van de RES 1.0 in 2021 was de gerealiseerde opwek van zonne-energie en windenergie samen gelijk aan 40 GWh. 

In de voortgangsrapportage van de RES West-Brabant uit 2023 is te zien dat de totale opwek in de gemeente is gestegen naar 143 GWh. Daarnaast zijn er een aantal harde pijplijnprojecten, met een vergunning en een SDE-subsidie, die goed zijn voor 46 GWh. Tot slot zijn er nog een groot aantal minder concrete projecten. De verwachte realisatie is 295 GWh. Daarmee liggen we op koers om de doelstelling voor hernieuwbare opwek te halen in 2030.  

2.4    Overige indicatoren
De auditcommissie heeft vorig jaar een besluit genomen over nieuwe en aangepaste indicatoren voor de Klimaatbegroting 2026. Hieronder geven we een eerste inzicht in de ontwikkeling of stand van zaken van de overige indicatoren. De ontwikkeling hiervan wordt via de P&C-cyclus gevolgd.

Thema Indicator 2023 2024 Bron
Uitstoot broeikasgassen Aantal (semi) publieke laadpunten 1.851 2.864 Regionale Klimaatmonitor
Aantal in Breda geregistreerde elektrische auto's 31.663 38.662 Regionale Klimaatmonitor *
Areaal nieuwe natuur (ha) t.o.v. 1990 1.709 CE Delft
Energiearmoede % huishoudens met energiearmoede (laag inkomen met of hoge energierekening of een woning met een lage energetische kwaliteit) 4,20% wordt verwacht juli 2025 TNO Energiearmoede kaart NL
* Auto's van leasemaatschappijen in Breda zijn meegeteld

3. Activiteiten 2024 per thema

Terug naar navigatie - 3. Activiteiten 2024 per thema

De klimaatbegroting geeft een overzicht van de maatregelen en middelen voor de periode 2024-2027. Dit hoofdstuk is inhoudelijk onderverdeeld in 6 thema’s:

  • energiearchitectuur
  • gebouwde omgeving
  • werklocaties
  • schone mobiliteit
  • natuurherstel en landbouw
  • duurzame overheid 

Per thema geven we een toelichting op de activiteiten vanuit de gemeente in 2024. Deze zijn ook grotendeels terug te lezen in de programma’s in de reguliere jaarrekening. 

3.1    Energiearchitectuur
Samen met onze partners, zoals netbeheerders, andere overheden en ontwikkelaars, gaven we invulling aan het lokale energiesysteem van de toekomst.

Op 10 december nam de Eerste Kamer de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) aan. Deze treedt vanaf 1 januari 2025 gefaseerd in werking. De gemeente is in 2024 een warmtestudie gestart, die de toekomstige warmtevraag in Breda inschat en geschikte warmtebronnen in kaart brengt. Daarnaast deden we onderzoek naar de mogelijke rollen van Breda in een publiek warmtebedrijf. 

In 2024 verslechterde de mate van netcongestie. De raad werd hierover geïnformeerd. Periodiek overleg met de netbeheerders, de regio en de provincie leidde tot een beter wederzijds inzicht in de mogelijkheden en beperkingen. We hebben de ambities van Breda naast de investeringsplannen van de netbeheerders gelegd. Daarnaast werkten we aan een beeld van de netcongestie, waarbij vooral de noodzaak van het verzwaren van het elektriciteitsnetwerk duidelijk werd. Samen met de netbeheerder zetten we in op deze verzwaring om het net toekomstbestendig te maken. 

In 2024 hebben we met een gebiedsgerichte aanpak gewerkt aan het afstemmen van vraag en aanbod van energie. Daardoor is het mogelijk om tot semiautonome energiesystemen te komen, waardoor we slimmer en efficiënter gebruikmaken van het huidige energienet. Om dit te regelen moet de netbeheerder een contractvorm aanbieden die in 2024 nog niet beschikbaar was. Dit is een landelijk probleem. 

Ondertussen hebben we vooral ingezet op een efficiënter gebruik van de individuele elektriciteitsaansluitingen. We werkten aan het nieuwe energiesysteem met netcongestie als uitgangspunt, waarbij ook warmte een rol speelt. Ook werkten we aan een concept van het Regionaal Plan Energiesysteem West-Brabant Energie in Balans (RPE-WBEB, de hernoemde RES 2.0), dat de RES 1.0 uitbreidt en verdiept. Dit plan richt zich op een integrale aanpak van het energiesysteem van de toekomst, inclusief alle energiedragers. 

3.2    Gebouwde omgeving
Voor de gebouwde omgeving behaalden we in 2024 de volgende concrete resultaten:

  • We stelden 4 wijkenergieplannen aardgasvrij-ready vast (Tuinzigt, Doornbos-Linie, Wisselaar en Biesdonk). De uitvoering van deze plannen is gestart.
  • We hebben 4 bewonersinitiatieven voortgezet: Prinsenbeek, Sportpark 1 & 2, Zandberg-Oost en Bavel. Voor Prinsenbeek hebben we een samenwerkingsovereenkomst opgezet met het dorpsplatform Prinsenbeek en zijn we gestart met de uitvoering van het plan. Voor de andere 3 bewonersinitiatieven verstrekten we subsidies om het initiatief verder te brengen.
  • Samen met de woningcorporaties werkten we aan de aanpak van het volgende gespikkelde bezit (tussenliggende particuliere woningen): 
    • Wisselaar is afgerond.
    • Geeren-Noord is in uitvoering.
    • Prinsenbeek, Brabantpark en Biesdonk zijn opgestart.
  • Het generieke afsprakenkader voor gespikkeld bezit is in concept klaar. 
  • De subsidieregeling vanuit het Bredase isolatieprogramma is in de 2e helft van 2024 voorbereid en aanbesteed. De regeling loopt vanaf het eerste kwartaal van 2025. We bieden extra ondersteuning en subsidie voor woningeigenaren die te maken hebben met energiearmoede.
  • We hebben het soortenmanagementplan (SMP) opgesteld en vroegen de gebiedsbrede omgevingsvergunning aan bij de provincie.
  • Via het digitale loket, de Greenhopper (samen met BRES) en de wekelijkse spreekuren hebben we bewoners voorzien van informatie over de verduurzaming van hun woningen.
  • De gemeente Breda heeft het Isolatiefonds opgeschort omdat het Rijk het Nationaal Isolatieprogramma heeft opgezet, dat deels in deze behoefte voorziet.
  • We zijn gestart met het opzetten van een stimuleringsprogramma voor particuliere verhuur.
  • We evalueerden de Bredase financieringsconstructies en voerden aanpassingen door of startten die op.
  • We hebben vol ingezet op de ondersteuning van inwoners met een smalle beurs via de Energiefixers (voorheen de Klusbus). Zij legden 5993 huisbezoeken af. De Energiebespaarcoaches ondersteunden 631 huishoudens met één of meerdere bezoeken.
  • Vanuit het energiepakket ondersteunden we inwoners met energiearmoede. We verstrekten subsidie aan 15 ondernemers, 8 culturele organisaties en 5 wijk- en buurtcentra. De ondersteuning vanuit de Rijksoverheid was al per 31 december 2023 stopgezet.
  • Voor de ondersteuning van vve’s zijn we een samenwerking gestart met VTCB (Vve Transitiecentrum Brabant). In 2024 hebben we met diverse vve's contact gelegd. Zij zochten op hun beurt ook actief contact met ons.
  • Vanuit de 1e tranche van het Volkshuisvestingsfonds (VHF 1) verstrekten we 275 subsidies in de wijken Doornbos-Linie en Hoge Vught.
  • Vanuit de 2e tranche van het VHF stelden we in oktober de subsidieregeling Tuinzigt open. We hebben al 21 subsidies verstrekt.

3.3    Werklocaties
In 2024 werkten we voor werklocaties aan de volgende onderwerpen:

  • We hebben een integrale aanpak uitgewerkt vanuit de visie Ruimtelijke economie, waarbij de energietransitie een belangrijk thema is, naast veiligheid en de groenvoorziening.
  • We hebben de EnergieCampus financieel ondersteund. Deze is in november 2024 geopend om mensen te kunnen opleiden voor de energiesector.
  • Het onderzoek naar de energievoorziening op toekomstige bedrijventerreinen is afgerond (Steenakker-Noord en Rithmeesterpark II).
  • Het ruimtelijk programmatisch raamwerk voor ’t Zoet is uitgewerkt, inclusief de bouwstenen ondergrond, mobiliteit, energie en het woon- en economisch programma.
  • In 2024 zijn er bij 24 bedrijven energieadviesrapporten opgeleverd.
  • In 2024 zijn de label-C-controles bij kantoren grotendeels uitgevoerd. Medio 2025 worden deze afgerond.

3.4    Schone mobiliteit
Onze strategie is gericht op een toename van het gebruik van duurzame vervoersmiddelen. We willen de Bredase mobiliteit schoner maken. Daarvoor werkten we in 2024 aan het aankondigingsbesluit voor de invoering van een zero-emissiezone voor de binnenstad van Breda. Deze wordt vanaf 2029 geïntroduceerd. De contouren voor deze zone zijn in samenspraak met de belanghebbenden in de binnenstad tot stand gekomen.

We hebben ons daarnaast onverminderd ingezet voor de verdere uitbreiding van het aantal laadpalen. In 2024 hebben we de plaatsing van 195 openbare laadpalen begeleid; het grootste aantal dat ooit in één jaar in de gemeente Breda is geplaatst.

Verder werkten we aan een vergunningstelsel voor deelscooters en -fietsen. In de eerste helft van 2024 zijn landelijke modelbepalingen voor deelmobiliteit opgesteld om gemeenten gestandaardiseerde regels te bieden. Om aan te sluiten bij deze landelijke modelbepalingen, moesten we onze opzet aanpassen, waardoor het niet meer lukte om het vergunningstelsel nog in 2024 aan de raad aan te bieden.

3.5    Duurzame overheid
Dit thema gaat over het opdrachtgeverschap van de gemeente om de eigen voetafdruk te verminderen volgens de CO2-prestatieladder. In 2024 is onze CO2-footprint opnieuw naar beneden gebracht en is de gemeente wederom gecertificeerd. 

  • We hebben het convenant Schoon Emissieloos Bouwen (SEB) ondertekend en zijn gestart met de borging hiervan in de interne processen. Jaarlijks monitoren en verantwoorden we de toepassing van het SEB.
  • We hebben het programma Cirkelstad opgestart. Met 29 partijen, zoals bouwers, leveranciers, slopers, architecten en woningcorporaties, werken we aan een circulaire bouweconomie.
  • We hebben een scenarioanalyse grondstoffenplatform uitgevoerd om de circulaire bouwsector te ondersteunen. Hierin onderzochten we hoe de gemeente Breda het hergebruik van materialen in de openbare ruimte kan bevorderen.
  • Bij vervanging, onderhoud en gebruik besteden we meer aandacht aan duurzaamheid. Zo is er ledverlichting aangebracht in meerdere gemeentelijke panden en zijn er maatregelen genomen om de hoeveelheid voedselverspilling en afval terug te brengen. We hebben ingezet op digitaal delen in plaats van op papier en in onze gebouwen wordt gebruikgemaakt van milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen. In de aanbesteding voor bedrijfskleding was duurzaamheid een van de centrale pijlers. Deze pilot was succesvol en wordt verder uitgebreid.

3.6    Landbouw en natuurherstel
Dit thema gaat over het toekomstperspectief voor het buitengebied voor ondernemers, natuur en recreanten. Het herstel van natuurwaarden met extra bos, struweel en minder veenoxidatie zorgt voor minder broeikasgassen in de lucht, net als de transitie van de landbouw. We werkten aan het versterken van de groenstructuur in en om de stad en aan het behoud en herstel van de natuur.

  • We stelden het ontwerp op voor de Landgoederenzone Haagse Beemden van 53 hectare en vroegen de vergunningen aan.
  • Voor het natuurnetwerk kochten we 15 hectare grond aan.
  • We zijn gestart met het opstellen van het natuurherstelplan.
  • We hebben de faunapassage aan de Tiendweg opgeleverd.
  • We hebben de Realisatievisie EVZ Mark, Aa of Weerijs en singels vastgesteld.
  • Het traject Verkabeling 150 kV in de Haagse Beemden is klaar. Daarbij verwijderde TenneT hoogspanningsmasten en kwamen de kabels onder de grond te liggen.
  • We stelden het soortenmanagementplan (SMP) op en vroegen de gebiedsbrede omgevingsvergunning aan bij de provincie.
  • Met de gebiedsgerichte aanpak (GGA) hebben we samen met onze partners de maatregelen uit de natuurdoelanalyse vertaald naar een uitvoeringsprogramma Ulvenhoutse Bos. In Q1 2025 neemt het bestuurlijk overleg een besluit over deze set van maatregelen. Omdat het kabinet in het hoofdlijnenakkoord een streep door het Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur heeft gezet, zijn er aanzienlijk minder middelen beschikbaar om deze klus te klaren. Met de provincie maken we afspraken over de financiering van de maatregelen.

4. Overzicht middelen programma klimaat

Terug naar navigatie - 4. Overzicht middelen programma klimaat

In 2024 zijn er nieuwe middelen vanuit het Rijk beschikbaar gekomen voor verschillende doelgroepen binnen bepaalde thema’s. Daarnaast heeft een overheveling plaatsgevonden van niet-bestede gelden vanuit het Rijk in 2023 (gelabeld geld dat voor meerdere jaren te besteden is). Dat heeft geleid tot een aangepaste begroting. De bestedingen in 2024 zijn ook weergegeven met waar nodig een toelichting op eventuele afwijkingen.

Bedragen x € 1
Budgetpost Doelgroep (thema) Totaal begroot in 2024 (na wijziging begroting) Totaal besteed in 2024 Afwijking Reden afwijking
Regie op lokale transitie Verdeling per thema: Energie architectuur 12,5%, Gebouwde omgeving > 50%, werklocaties 12,5%, Schone mobiliteit 10%, Landbouw en natuurherstel <5% Breda 2.055.480 2.055.480
Rijk 7.031.576 3.561.380 3.470.196 Restantbudget CDOKE, voor 3 jaar inzetbaar. Werkzaamheden klimaat breiden nog steeds uit
Aanpak energie armoede (energiepakket) Kwetsbare inwoners en instellingen (Gebouwde omgeving) Breda 1.282.509 146.799 1.135.710 Nauwelijks aanspraak geweest op lokale energiepakket
Rijk 2.632.501 2.597.853 34.648
Aanpak kwetsbare wijken (volkshuisvestingsfonds) Woning eigenaren in Doornbos- Linie, Hoge Vucht en Tuinzigt (Gebouwde omgeving) Breda 1.992.008 1.296.978 695.030 Begroot op maximaal aantal aanvragen
Rijk 6.725.818 2.559.615 4.166.203 Begroot op maximaal aantal aanvragen
Lokale isolatie Aanpak Woning eigenaren, energielabel D,E,F,G (Gebouwde omgeving) Rijk 50.000 42.595 7.405
Klimaatfonds Inwoners en ondernemers (Gebouwde omgeving en Werklocaties) Breda 1.725.000 300.000 1.425.000 Bijdragen energiecampus, budget wordt ingezet als buffer
Laadplein Ondernemers en/of eigen voertuigen Breda 150.000 6.613 143.387 Realisatie verwacht in 2025
Totalen Breda 7.204.997 3.805.870 3.399.127
Rijk 16.439.895 8.761.443 7.678.452
Totaal 23.644.892 12.567.313 11.077.579

Ook voor 2024 geldt dat het budget vanuit het Rijk dat niet gebruikt is, wordt overgeheveld naar 2025. Dit budget mag in meerdere jaren besteed worden en is specifiek voor dit programma gelabeld. Het Bredase budget wordt deels overgeheveld naar 2025 in verband met labeling, en valt deels terug in de algemene reserve (budget energiepakket).

Onderstaande figuur geeft de bestedingen weer, verdeeld naar de verschillende thema’s. De programmaoverstijgende kosten vallen binnen het onderdeel Coördinatie en Strategie. Ten opzichte van de begroting is ook Duurzame Overheid als thema toegevoegd. Het meeste budget is ook in 2024 besteed aan Gebouwde omgeving, onder andere vanwege de subsidieverzoeken die binnen dit thema zijn verstrekt aan inwoners.