2.1 Ontwikkeling in emissies
De gemeente rapporteert in haar begroting over de voortgang binnen meerdere beleidsindicatoren. Figuur 1 laat zien hoe de broeikasgasemissies in de gemeente Breda zich ontwikkelden tot en met 2024. Breda heeft haar totale doelstelling voor de emissiereductie voor 2024 gehaald en ligt daarmee op koers richting het doel van 55% reductie in 2030. Voor de periode na 2030 moet nog aanvullend lokaal en landelijk beleid ontwikkeld worden om het doel in 2044 te behalen. Netcongestie en het stikstofdossier maken de haalbaarheid van de doelstellingen onzeker.
Sinds 1990 is er met name een sterke daling in de industrie te zien. Dat komt vooral doordat er sinds 1990 grote industriële bedrijven uit Breda zijn vertrokken, zoals de Machinefabriek Breda in 1993, Drie Hoefijzers/Oranjeboom in 2004, CSM in 2008 en De Faam in 2013. Tussen 2022 en 2023 is een kleine emissiereductie zichtbaar. Deze komt vooral door landelijke ontwikkelingen, zoals de daling van de emissiefactor van elektriciteit. De reductie tussen 2023 en 2024 komt in beperkte mate ook door gemeentelijke beleidsmaatregelen die in de loop van 2023 zijn ingevoerd.
Figuur 1 - Broeikasgasemissies in de gemeente Breda in 1990, 2022, 2023 en 2024. Mobiliteit is exclusief snelwegen en landbouw is exclusief natuurherstel. De rode streep geeft de doelstelling voor 2024 weer.

Deze resultaten zijn inclusief niet-energetische emissies (zoals methaanemissies door de veehouderij). De gemeente Breda neemt deze emissies vanaf de begroting 2024 mee in de monitoring.
Het gemeentelijk beleid begint zijn vruchten af te werpen doordat we projecten binnen het thema Gebouwde omgeving steeds verder opschalen. In figuur 2 is het effect van verschillende maatregelen in beeld gebracht. Omdat veel van de maatregelen in de loop van 2024 zijn ingevoerd, is de verwachte besparing in een volledig jaar hoger. Figuur 3 laat zien welke impact deze maatregelen op jaarbasis hebben op de gemeentelijke emissies. Figuur 4 laat hetzelfde zien voor de energiebesparing.
Figuur 2 – Effect van gemeentelijke beleidsmaatregelen in 2024 en in een volledig jaar – emissies.

Van de gemeentelijke maatregelen leveren de beschikte subsidies vanuit het Volkshuisvestingfonds (VHF) en de samenwerking met de woningbouwcorporaties (aanpak gespikkeld particulier bezit en de huurwoningen) de meeste CO2-reductie op. Dit komt doordat het hier gaat over verbeteringen in het isolatieniveau van woningen. Bij de Energiebespaarcoaches en Energiefixers gaat het vooral over kleinere energiebesparende maatregelen.
Figuur 3 – Effect van nationale ontwikkelingen en gemeentelijk beleid op emissies in de sector huishoudens. De rode streep geeft de doelstelling van het klimaatplan van Breda voor 2024 weer.

Figuur 4 - Effect van gemeentelijke beleidsmaatregelen in 2024 en in een volledig jaar – energiebesparing.

2.2 Emissies per thema
Figuur 5 geeft de emissies in Breda weer voor de verschillende sectoren. We streven naar een structurele daling van al deze thema’s richting 2044.
De sector werklocaties (bestaande uit industrie en diensten) is de belangrijkste veroorzaker van broeikasgasemissies. Figuur 6 laat zien dat de emissies van werklocaties in de periode 2022-2024 min of meer constant bleven. Vooral in de dienstensector is er nog weinig emissiereductie zichtbaar. Ook huishoudens hebben een aanzienlijk aandeel in de emissies van Breda. Bij huishoudens is vooral tussen 2022 en 2023 een sterke daling te zien. Een verklaring is dat de energieprijzen sinds eind 2021 sterk zijn toegenomen, waardoor huishoudens actiever met energiebesparing aan de slag zijn gegaan.
De sector mobiliteit (exclusief snelwegen) blijft relatief constant, met een heel lichte daling in 2024, en zit qua uitstoot boven de doelstelling. Hoewel de individuele voertuigen in Breda schoner worden, wordt dit effect gecompenseerd door een groei van de mobiliteit. Deze trend is ook op landelijk niveau te zien, zie bijvoorbeeld het KiM-rapport Kerncijfers Mobiliteit 2024.
De sector landbouw is verantwoordelijk voor een kleiner aandeel in de uitstoot van de gemeente Breda. De emissies uit deze sector bestaan voornamelijk uit emissies van andere broeikasgassen dan CO2.
Figuur 5 - Broeikasgasemissies in de gemeente Breda in 2022, 2023 en 2024 naar sector (exclusief snelwegen). De rode strepen geven de doelstelling van het klimaatplan van Breda voor 2024 weer.

2.3 Hernieuwbare opwek
Breda heeft afspraken gemaakt over de grootschalige opwek van hernieuwbare elektriciteit in de Regionale Energie Strategie (RES) West-Brabant. Op basis van de RES 1.0 levert Breda een bijdrage aan hernieuwbare energie. In 2030 moet er in Breda in totaal voor 280 GWh per jaar gerealiseerd zijn, waarvan 115 GWh windenergie en 165 GWh zonne-energie. Ten tijde van de RES 1.0 in 2021 was de gerealiseerde opwek van zonne-energie en windenergie samen gelijk aan 40 GWh.
In de voortgangsrapportage van de RES West-Brabant uit 2023 is te zien dat de totale opwek in de gemeente is gestegen naar 143 GWh. Daarnaast zijn er een aantal harde pijplijnprojecten, met een vergunning en een SDE-subsidie, die goed zijn voor 46 GWh. Tot slot zijn er nog een groot aantal minder concrete projecten. De verwachte realisatie is 295 GWh. Daarmee liggen we op koers om de doelstelling voor hernieuwbare opwek te halen in 2030.
2.4 Overige indicatoren
De auditcommissie heeft vorig jaar een besluit genomen over nieuwe en aangepaste indicatoren voor de Klimaatbegroting 2026. Hieronder geven we een eerste inzicht in de ontwikkeling of stand van zaken van de overige indicatoren. De ontwikkeling hiervan wordt via de P&C-cyclus gevolgd.