Paragraaf Financiering

Treasuryfunctie: taken en beleid

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Treasuryfunctie: taken en beleid

Treasury zorgt voor de financiering, het cashmanagement en het renterisicobeheer binnen de gemeente Breda. Het doel is om vreemd vermogen aan te trekken tegen zo laag mogelijke kosten en om de organisatie te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s. Ons financieringsbeleid schrijft voor dat we maximaal financieren met kortlopende leningen. Het rentetarief op kortlopende leningen (geldmarkt) is bijna altijd lager dan op langlopende leningen (kapitaalmarkt). We volgen de wettelijke kaders voor het renterisicobeheer (kasgeldlimiet en renterisiconorm). Deze staan in de Wet financiering decentrale overheden (FIDO). 

De commissie BBV heeft in 2023 de rentenotitie 2023 gepubliceerd. De belangrijkste wijziging betreft de rentetoerekening aan de grondexploitaties. Sinds 2016 was de rentetoerekening gebaseerd op het gemiddelde rentepercentage over het vreemd vermogen vanwege de invoering van de vennootschapsbelasting voor grondexploitaties. Vanaf 2025 kan de rentetoerekening aan de grondexploitaties ook via de renteomslag plaatsvinden. De werkelijke rentelast wordt via het renteomslagpercentage verdeeld over de investeringen. Dit percentage was voor 2024 1,5%.

Renteontwikkeling

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Renteontwikkeling

Op 20 september 2023 heeft de ECB de beleidsrente (herfinancieringsrente) voor het laatst verhoogd tot een tarief van 4,5%. De verhogingen waren bedoeld om de inflatie in de Europese Unie te beteugelen. In 2024 heeft de ECB de rente vanaf 12 juni in 4 stappen verlaagd tot 3,15%, omdat de inflatie afnam richting hun doelstelling. Met de renteverlaging wilde de ECB ook de economische activiteit in de EU ondersteunen. Op de geldmarkt zijn de tarieven daardoor gedaald: het 1-maands Euribor-tarief liep terug van 3,85% op 1 januari tot 2,84% op 31 december. Op de kapitaalmarkt was de rente op 1 januari 2,5% en op 31 december 2,35%.

Financieringsbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Financieringsbeleid

Net als in 2023 was onze financieringsbehoefte in 2024 zeer beperkt. Dat kwam opnieuw doordat we subsidies van het Rijk kregen die pas in latere jaren worden uitgegeven. In 2024 hebben we daarom geen langlopende leningen aangetrokken. Het overschot aan liquide middelen is uitgezet bij de schatkist van het Rijk, conform de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden. 

Onze langlopende leningenportefeuille (opgenomen geldleningen) bestaat uit 2 deelportefeuilles. Eén deel is bedoeld voor de financiering van gemeentelijke investeringen. Een ander deel is doorgeleend aan Bredase woningcorporaties. De aflossingen op deze leningen bedroegen respectievelijk € 29,1 miljoen en € 13,7 miljoen. De omvang van beide portefeuilles daalde van € 377 miljoen naar € 334 miljoen (eind 2024).

De opgenomen leningen voor de woningbouw dateren uit het verleden en zijn onder dezelfde condities doorgeleend aan de woningcorporaties. Dit deel van de portefeuille neemt jaarlijks af door reguliere aflossingen. De gemiddelde rente blijft hoog, omdat leningen uit het verleden hogere rentetarieven hebben. Deze deelportefeuille nam af met € 13,7 miljoen tot € 33,9 miljoen.

In onderstaande tabel ziet u de ontwikkeling van de opgenomen en uitgegeven geldleningen.

Portefeuille langlopende leningen (> 1 jaar) Restant hoofdsom 31-12-2023 Gem. rente Nieuw opgenomen/ uitgegeven leningen Aflossingen op leningen Restant hoofdsom 31-12-2024 Gem. rente Mutaties
Opgenomen leningen tbv Gem. Breda 329.644.117 1,76% 29.119.910 300.524.207 1,86% -29.119.910
Opgenomen leningen tbv woningbouw 47.650.364 3,31% 13.735.144 33.915.220 3,17% -13.735.144
Totaal opgenomen langlopende leningen 377.294.481 42.855.054 334.439.427 -42.855.054
Uitgegeven leningen tbv derden 86.063.933 3,36% 2.350.000 3.390.345 85.023.588 3,39% -1.040.345
Uitgegeven leningen tbv woningbouw 47.650.364 3,30% 13.735.144 33.915.220 3,17% -13.735.144
Totaal uitgegeven langlopende leningen 133.714.297 2.350.000 17.125.489 118.938.808 -14.775.489
Netto langlopende schuld (totaal opg. - uitg. leningen) 243.580.184 -2.350.000 25.729.565 215.500.619 -28.079.565
Portefeuille kortlopende leningen (< 1 jaar) pm pm
Totaal kortlopende en netto langlopende schuld 243.580.184 215.500.619 -28.079.565

Verstrekte geldleningen en garanties

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Verstrekte geldleningen en garanties

De gemeente Breda had eind 2024 een totaal aan verstrekte geldleningen van € 118,9 miljoen. Het overgrote deel hiervan is voor:

  • BreedSaam: € 65,5 miljoen (€ 67,6 miljoen)
  • de woningbouwcorporaties: € 33,9 miljoen (€ 47,6 miljoen)
  • Chassé Theater Beheer NV: € 13,4 miljoen (€ 12,1 miljoen)

De kredietrisico's op deze leningen zijn minimaal. De leningen aan de woningbouwcorporaties zijn gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Bij de overige leningen hebben we bijna overal hypothecaire zekerheid verkregen. Op alle leningen is regulier afgelost. Aan Chassé Theater Beheer NV is in 2024 een lening van € 2 miljoen verstrekt.

De omvang van de direct verleende garanties aan rechtspersonen is € 90 miljoen. Bijna overal hebben we hypothecaire zekerheid verkregen. Er is regulier afgelost op de gegarandeerde leningen.

De gemeente is achtervang bij 2 waarborgfondsen: WSW en Waarborgfonds Eigen Woningen. We staan indirect garant voor de leningen die het waarborgfonds garandeert. De gemeente wordt aangesproken als het waarborgfonds niet aan haar verplichtingen kan voldoen. De zekerheidsstructuur en financiële positie van deze waarborgfondsen is goed. Daardoor loopt de gemeente weinig risico. De omvang van de uitstaande leningen waarvoor we garant staan bij het WSW nam toe met bijna € 68,5 miljoen.

Bedragen x € 1.000
Borgstellingen of garantstellingen aan natuurlijke- en rechtspersonen Oorspronkelijke hoofdsom 31-12-2023 31-12-2024
Waarborgfonds sociale woningbouw 747.725 603.079 671.589
Gegarandeerde geldleningen voor het verkrijgen/ verbeteren van woningen 493 148 107
Overige gegarandeerde leningen 110.424 90.247 86.634
Totaalbedrag waartoe aan natuurlijke- en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt 858.642 693.474 758.330

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Renterisicobeheer

Het renterisico is het risico dat de rentelast van een gemeente ineens fors stijgt. Dit kan gebeuren als veel lopende schulden vervallen en opnieuw gefinancierd moeten worden tegen een fors hogere rente. De wetgever stelt daarom een grens aan het maximale jaarlijkse renterisico voor een gemeente (Wet FIDO). Deze grens bestaat uit de kasgeldlimiet (de norm voor leningen < 1 jaar) en de renterisiconorm (de norm voor leningen > 1 jaar). Deze normen bepalen onze speelruimte om verantwoord en goedkoop te financieren. Beide normen zijn gekoppeld aan (een percentage van) de omvang van onze begroting.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Kasgeldlimiet

Met de kasgeldlimiet voorkomt het Rijk dat een gemeente te veel financiert met kortlopende leningen (met een looptijd < 1 jaar) en zo te veel renterisico loopt. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van de totale begrotingsomvang en maximeert de omvang van de opgenomen kortlopende geldleningen. Breda mocht in 2024 gemiddeld niet meer dan € 73 miljoen aan kortlopende geldmiddelen aantrekken. 

Omdat de inkomsten en uitgaven in de tijd niet altijd gelijk lopen, mag een gemeente de kasgeldlimiet 2 aaneengesloten kwartalen overschrijden. Daarna moeten de kortlopende leningen weer onder de kasgeldlimiet komen, bijvoorbeeld door kortlopende leningen om te zetten naar langlopende leningen. De tabel hieronder laat zien dat de kasgeldlimiet in 2024 geen enkel kwartaal is overschreden. 

Bedragen x € 1 miljoen
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Omvang begroting per 1 januari 2024 - de grondslag 865 865 865 865
Toegestane kasgeldlimiet:
- in % van de grondslag 8,5% 8,50% 8,50% 8,50%
- omvang kasgeldlimiet 74 74 74 74
Toets kasgeldlimiet:
Gemiddeld overschot vlottende middelen 11 10 27 45
Gemiddeld opgenomen vlottende schuld 22 23 0 0
Toegestane kasgeldlimiet 74 74 74 74
Onderschrijding (+) / overschrijding ( - ) van kasgeldlimiet 63 61 101 119

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Renterisiconorm

De renterisiconorm voorkomt dat een te groot deel van de totale gemeentelijke schuld (met een looptijd > 1 jaar) in eenzelfde jaar vervalt en opnieuw gefinancierd moet worden tegen een mogelijk fors hogere rente. Het Rijk stelt de renterisiconorm op 20% van de gemeentelijke begroting. Dat dwingt een spreiding van minimaal 5 jaar af van de schuld in de vervalkalender. Breda mocht in 2024 maximaal € 151 miljoen aan langlopende schulden opnieuw financieren en/of aan een renteherziening onderhevig laten zijn. 

De tabel laat zien dat we in 2024, net als in eerdere jaren, voldeden aan de norm. De gemeentelijke schuldportefeuille heeft een gemiddeld lange looptijd. Daardoor zijn de jaarlijkse aflossingsbedragen relatief laag en overschrijden we de renterisiconorm niet. De schuldportefeuille heeft genoeg spreiding om het renterisico te beperken. In Breda is de netto-rentelast minder dan 0,5% van de begroting.

Bedragen x € 1 miljoen
2021 2022 2023 2024
Begrotingsomvang 688 722 755 865
Renterisiconorm (20% van de begroting) 138 144 151 173
Aflossingen op de vaste schuld 28 28 24 43
Ruimte (+) onder risiconorm 110 117 127 130

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Schatkistbankieren

Sinds eind 2013 is schatkistbankieren verplicht voor decentrale overheden. Gemeenten mogen niet meer beleggen, maar moeten overtollige middelen bij de schatkist afstorten. Een drempelbedrag is vrijgesteld om het dagelijkse betalingsverkeer niet te verstoren. De drempelwaarde is per 1 juli 2021 gewijzigd naar 2% van de begroting (tot € 500 miljoen) plus 0,2% van het meerdere. Voor Breda is de drempel in 2024 € 10,7 miljoen.

De gemeente heeft geen structurele overtollige middelen en stort tijdelijke overschotten dagelijks af. Dat gebeurt automatisch als het saldo van de gemeentelijke rekeningenstructuur bij de BNG Bank positief is. Het drempelbedrag is in 2024 in geen van de kwartalen overschreden.

Bedragen x € 1.000
Berekening en benutting drempelbedrag schatkistbankieren Drempel Drempel Drempel Drempel
Drempelbedrag 2024 is 2% van Begroting over eerste € 500M + 0,2 % over het meerdere. 10.730 10.730 10.730 10.730
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 490 0 230 900
Ruimte onder het drempelbedrag 10.240 10.730 10.500 9.830
Overschrijding van het drempelbedrag 0 0 0 0

Treasuryresultaat

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Treasuryresultaat

Het treasuryresultaat is het verschil tussen de netto-rentelast en de doorbelasting daarvan naar de taakvelden en grondexploitaties. Het resultaat in 2024 komt uit op € 2,37 miljoen. Dat is ruim € 2,8 miljoen meer dan we hadden geraamd bij de begroting. Het verschil bestaat vooral uit lagere rentelasten voor kortlopende leningen. In plaats van een geraamde rentelast van € 1,76 miljoen hebben we een renteopbrengst van € 0,67 miljoen behaald. Dit verschil is ontstaan doordat we veel subsidies van het Rijk vooruit hebben ontvangen en doordat de realisatie achterblijft bij het beoogde investeringsvolume.

Werkelijke rentelasten en -baten Jaarrekening 2023 rente % Jaarrekening 2023 bedrag Begroting 2024 rente % Begroting 2024 bedrag Jaarrekening 2024 rente % Jaarrekening 2024 bedrag
Rente vaste schulden: OG-gemeente 1,70% 5.958.225 1,86% 5.846.007 1,86% 5.850.287
Rente vaste schulden: OG-woningbouw 3.26% 1.614.457 3,29% 1.542.707 3,17% 1.293.847
Rente nieuwe langlopende schulden (2023/2024) 3,00% 0
Rente nieuwe kortlopende schulden (2024) -64.897 3,00% 1.764.043 -670.192
Overige financieringslasten (saldo) -42.575 -15.502
Totaal werkelijke rentelasten 7.465.210 9.152.758 6.458.440
Externe rentebaten UG/gemeente 3,36% 2.944.010 3,29% 1.542.832 3,39% 1.294.837
Externe rentebaten UG/woningbouw 3,30% 1.614.639 3,37% 2.840.992 3,17% 2.905.966
Totaal werkelijke rentebaten 4.558.649 4.383.824 4.200.803
Saldo werkelijke rentelasten minus -baten 2.906.561 4.768.934 2.257.637
Bij: Rente over eigen vermogen (reserves) 0,75% 1.248.665 1,50% 2.845.635 1,80% 2.877.660
Bij: Rente over voorzieningen 0,75% 427.588 1,50% 763.965 1,80% 1.112.940
Saldo rentelasten over eigen vermogen en voorzieningen 1.676.253 3.609.600 3.990.600
Totaal toe te rekenen rentelast 4.582.814 8.378.534 6.248.237
Toe te rekenen aan grondexploitaties 1,56% 457.350 1,50% 250.995 466.530
Resteert toe te rekenen aan taakvelden (vaste activa) 4.125.463 1,58% 8.127.538 5.781.707
De toegerekende rente aan taakvelden via renteomslag ad 0,75% 3.889.015 1,50% 7.719.390 8.152.604
Resultaat treasury -236.448 -408.148 2.370.897
Saldo werkelijke rentelasten minus - baten / omvang van de begroting 0,40% 0,26%