Paragraaf Financiering

Treasuryfunctie: taken en beleid

Terug naar navigatie - Treasuryfunctie: taken en beleid

De treasuryfunctie voert de financiering, het cashmanagement en het renterisicobeheer uit. Daarmee kan de organisatie beschikken over vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en wordt de gemeente tegen ongewenste financiële risico’s beschermd. Deze functie is ondergebracht bij de afdeling Financiën, Inkoop en Juridische zaken.

Ons financieringsbeleid schrijft voor dat we normaliter maximaal gebruikmaken van leningen met een korte looptijd. Het rentetarief op kortlopende leningen (geldmarkt) is doorgaans veel lager dan bij langlopende leningen (kapitaalmarkt). Daarbij nemen we uiteraard de wettelijke kaders voor renterisicobeheer in acht (de kasgeldlimiet en de renterisiconorm).

De BBV-notitie rente 2023 zorgt voor wijzigingen in de rentetoerekening met ingang van de begroting 2025. Ook voor de rentetoerekening aan grondexploitaties wordt met ingang van 2025 de renteomslag gebruikt. Daarnaast worden de rentelasten van projectfinancieringen en leningen die 1-op-1 worden doorverstrekt voortaan niet meer in de berekening van de renteomslag meegenomen, maar functioneel verantwoord. Dit geldt bijvoorbeeld voor de leningen aan de woningbouwcorporaties. Het effect van deze wijziging op de hoogte van de renteomslag is nagenoeg nihil.

Het renteomslagpercentage voor 2025 is 1,5%. Met dit percentage worden alle rentelasten toegerekend aan de investeringen en de grondexploitaties.

Renteverwachtingen

Terug naar navigatie - Renteverwachtingen

In 2024 is de inflatie in Amerika en in Europa verder gedaald, maar nog niet tot de niveaus die de FED en de ECB graag zien. De Amerikaanse economie draait beter dan de Europese en daarom zal de verwachte rentedaling door de FED wat later plaatsvinden dan in Europa. Voor de begroting 2025 zijn we uitgegaan van een gemiddelde rente van 3,25% voor kortlopende geldleningen. 

Financieringsbeleid

Terug naar navigatie - Financieringsbeleid

Een belangrijke variabele binnen ons financieringsbeleid is de toekomstige renteontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt. Daarnaast speelt de spreiding in de vervalkalender van de langlopende schuldportefeuille een bepalende rol. We voorkomen dat te veel schulden op hetzelfde tijdstip vervallen. Daarmee verlagen we het renterisico. In 2025 ramen we een financieringsbehoefte van € 60 miljoen aan kortlopende financieringsmiddelen. We trekken naar verwachting geen langlopende financieringsmiddelen aan.

Bedragen x € 1 miljoen
Financieringsinstrument Geraamd percentage Volume in 2025
Kasgeldleningen (meestal op maandbasis) 3,25% 60
Kapitaalmarktgeldleningen (op basis van 1 tot 20 jaar) 3,00% 0

Verstrekte geldleningen en garanties

Terug naar navigatie - Verstrekte geldleningen en garanties

De gemeente heeft een portefeuille van € 133,7 miljoen aan verstrekte geldleningen (jaarrekening 2023). Hiervan hebben we € 67,5 miljoen verstrekt aan Breedsaam, € 47,6 miljoen aan de woningcorporaties en € 12,1 miljoen aan Chassé Theater Beheer NV. De kredietrisico's op deze leningen zijn minimaal. Aan direct verleende garanties hebben we ruim € 90,2 miljoen uitstaan per 31 december 2023. Bij nagenoeg alle verstrekte garanties hebben we hypothecaire zekerheid.

We hebben verder een achtervangfunctie bij 2 waarborgfondsen: het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en het Waarborgfonds Eigen Woningen. Hierbij staan we indirect garant voor leningen die door het waarborgfonds zijn gegarandeerd. De gemeente wordt pas aangesproken als het waarborgfonds niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen. De zekerheidsstructuur en de financiële positie van deze waarborgfondsen zijn goed. Daardoor lopen we weinig risico.

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

De Wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) stelt eisen aan het maximale renterisico dat een gemeente in 1 jaar mag lopen. Deze eisen komen terug in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Deze normen bepalen de speelruimte om verantwoord en goedkoop te financieren. Beide normen zijn gerelateerd aan de omvang van de begroting.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is 8,5% van de totale begroting. Een gemeente mag tot deze limiet met kortlopende geldleningen gefinancierd zijn. Het beleid om maximaal kortlopend te financieren, bracht de laatste jaren veel (eenmalig) voordeel. De rente op de geldmarkt was extreem laag, maar is in 2022 en 2023 fors gestegen. Ook voor 2025 streven we naar een maximale benutting van de kasgeldlimiet. Bij de begroting 2025 houden we rekening met een rente van 3,25% voor kortlopende leningen en een bedrag van € 60 miljoen om aan te trekken. Als de kortlopende rente 1% hoger uitvalt dan de geraamde 3,25%, dan levert dat een renterisico in de begroting op van € 600.000.

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

De renterisiconorm is 20% van de totale begroting. Van de langlopende schulden mag maximaal dat bedrag aan een renteherziening onderhevig zijn. De renterisiconorm zorgt ervoor dat de gemiddelde looptijd van de schuldportefeuille minimaal 5 jaar is. De norm spreidt het vervallen van schulden in de tijd en vermindert het renterisico. De komende jaren wordt de renterisiconorm niet overschreden. Dit komt vooral door de opbouw van onze leningenportefeuille. Ruim 49% daarvan (voor gemeentelijke investeringen) is langlopend gefinancierd met leningen van 40 en 50 jaar. Veelal zijn dit fixleningen waar niet op wordt afgelost. De jaarlijkse aflossingen zijn daardoor beperkt.

In 2025 vervalt € 22,7 miljoen aan langlopende schulden. Wij verwachten dat we in 2025 geen nieuwe langlopende leningen aantrekken.

Bedragen x € 1 miljoen
2025 2026 2027 2028
Begrotingsnormering (raming) 904 864 851 860
Renterisiconorm (20% van de begroting) 181 173 170 172
Aflossing op de vaste schuld 23 24 24 20
Ruimte onder risiconorm 158 149 146 152

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Sinds eind 2013 is schatkistbankieren voor decentrale overheden verplicht. Gemeenten hebben een rekening-courant-verhouding met het Rijk en stallen daar hun overtollige middelen. Om het cashmanagement van een gemeente niet te verstoren, heeft het Rijk bepaalde middelen uitgezonderd, zoals het drempelbedrag. Per 1 juli 2021 is de drempelwaarde verhoogd tot 2% van de begroting (tot € 500 miljoen) plus 0,2% van het meerdere. Onze drempelwaarde is in 2025 dus ruim € 10 miljoen bij een begroting van € 845 miljoen. We hebben geen structurele overtollige middelen en gebruiken de rekening-courant-verhouding met het Rijk alleen voor het afstorten van tijdelijke overschotten. Dat gebeurt elke dag automatisch bij een positief saldo.

Treasuryresultaat

Terug naar navigatie - Treasuryresultaat
Rentelasten en -baten 2025 Rente % Bedrag
Rente vaste schulden: opgenomen geldleningen t.b.v. de gemeente 1,97% 5.718.854
Rente nieuwe kortlopende financiering (2025) 3,25% 1.950.000
Overige financieringslasten (saldo) 0
Totaal rentelasten 7.668.854
Externe rentebaten: uitgegeven geldleningen aan overige instellingen 3,37% 2.792.388
Totaal rentebaten 2.792.388
Saldo rentelasten minus -baten 4.876.466
Rentelast over eigen vermogen (reserves) 1,50% 2.845.635
Rentelast over voorzieningen 1,50% 763.965
Saldo rentelasten over eigen vermogen en voorzieningen 3.609.600
Totaal toe te rekenen rentelast 8.486.066
De toegerekende rente aan taakvelden via renteomslag 1,50% 8.460.500
Resultaat treasury -25.566

Het treasuryresultaat over 2025 ramen we op € -25.566.