Bedragen x € 1.000 | ||||
---|---|---|---|---|
Reserves | Stand 1-1-2025 | Bij | Af | Stand 31-12-2025 |
Algemene reserve | 95.004 | 9.091 | 10.488 | 93.606 |
Begrotingsreserve | 1.371 | 162 | 1.533 | |
Bodemfonds | 2.819 | 191 | 753 | 2.257 |
Exploitatiereserve | 5.145 | 3.255 | 4.139 | 4.261 |
Investeringsreserve | 14.412 | 4.014 | 635 | 17.792 |
Klimaatfonds | 1.425 | 314 | 44 | 1.696 |
Reserve bovenwijkse voorzieningen | 3.059 | 59 | 1.877 | 1.242 |
Reserve FIBI | ||||
Reserve Kapitaalgoederen | 2.262 | 2.262 | ||
Reserve Toekomst bestendig wonen | 1.000 | 1.000 | ||
Versnellingsopgave Wonen | 563 | 370 | 193 | |
Vrouwenopvang | 572 | 2.600 | 3.172 | |
Totaal | 125.370 | 21.949 | 18.305 | 129.013 |
Reserves en voorzieningen
Toelichting reserves
Terug naar navigatie - Toelichting reservesAlgemene reserve
De algemene reserve heeft een bufferfunctie voor het opvangen van schommelingen en onvoorziene gebeurtenissen. De reserve maakt deel uit van de weerstandscapaciteit. Het is de financiële buffer van de begroting. In de reserve is een bedrag van € 16,5 miljoen geblokkeerd voor de Noordelijke Rondweg. Dit geblokkeerde bedrag wordt niet meegerekend met de weerstandscapaciteit. Jaarlijks wordt een deel van het treasuryresultaat (bespaarde rente) aan de reserve toegevoegd. De rekening resultaten vloeien in principe naar de algemene reserve.
In 2025 wordt de gemeentefondsuitkering incidenteel gekort met € 675 miljoen (voor Breda betekent dit een korting van € 7,1 miljoen). Dit betekent dat het noodzakelijk is om eenmalig € 2,5 miljoen te onttrekken uit de algemene reserve.
In de begroting 2025 zijn verder de volgende dotaties aan en onttrekkingen uit de algemene reserve begroot.
Bedragen x € 1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|
Onttrekkingen | Toevoegingen | ||||
Rentetoevoeging | 3.404 | ||||
Extra dotatie om de reserve op peil te houden | 5.150 | ||||
Terugstorten kapitaallasten Tennet hoogspanningsverbinding | 137 | ||||
Terugstorten voorfinanciering dotatie voorziening VRI's | 400 | ||||
Eenmalige onttrekking | 2.500 | ||||
SaaS oplossing | 2.840 | ||||
Tussenvoorziening (tijdelijke uitbreiding sociale woningvoorraad) | 100 | ||||
Verbouwing vrouwenopvang | 2.600 | ||||
Verlenging energiepakket 2024 - 2025 | 100 | ||||
GameHub Breda | 195 | ||||
Tennet hoogspanningsverbinding | 1.548 | ||||
Cofinanciering subsidie volkshuisvesting | 605 | ||||
Totaal | 10.488 | 9.091 | |||
Bestemmingsreserves
Naast de algemene reserve zijn de overige reserves zogenaamde bestemmingsreserves. De bestemmingsreserves maken onderdeel uit van het eigen vermogen. Bestemmingsreserves zijn ingesteld middels een raadsbesluit ten behoeve van specifieke bestemmingen. Bestemmingsreserves zijn in wezen vrij besteedbaar vermogen, omdat de door de raad opgelegde beperking ook door de raad kan worden opgeheven.
Begrotingsreserve
De begrotingsreserve is in het verleden gevoed uit winstuitkeringen en afkoopsommen, en werd aangewend om het wegvallen van jaarlijks grote winstuitkeringen geleidelijk in de begroting op te vangen. De begrotingsreserve wordt vanaf 2016 ingezet voor het oplossen van een dekkingsverschil voor de NS-fietsenstallingen. Het saldo op de begrotingsreserve betreft de beschikbare middelen voor de exploitatie van de NS-fietsenstallingen. De basis voor deze stortingen en onttrekkingen vormen de afspraken die hierover aan de hand van de business case met de NS zijn gemaakt voor de periode tot en met 2027. De bijdrage van de gemeente Breda bedraagt in totaal maximaal € 6 miljoen gedurende de gehele looptijd. De middelen in de reserve zijn voldoende om de huidige servicevoorziening zonder extra kosten te continueren tot en met 2027.
Exploitatiereserve
Via de exploitatiereserve worden geoormerkte bedragen zoals budgetoverhevelingen tijdelijk vastgehouden om in volgende jaren te worden ingezet. Bij de bestuursrapportage wordt aangeven welke bedragen voor overheveling in aanmerking komen. Vooruitlopend op de resultaatbestemming neemt het college hierover een besluit. De definitieve bedragen worden bij de jaarrekening en resultaatbestemming vastgesteld. Daarnaast dient de reserve voor de egalisatie van de uitgaven voor de organisatie van diverse verkiezingen (landelijk, gemeentelijk, waterschappen). In de begroting 2025 zijn de volgende dotaties aan en onttrekkingen uit de exploitatiereserve begroot.
Bedragen x € 1.000 | ||
---|---|---|
Onttrekkingen | Toevoegingen | |
Egalisatie kosten verkiezingen | 225 | |
Waterschapsverkiezingen | 30 | |
Inzet voor verkiezingen | 225 | |
Verhogen onderhoudsniveau dorpen en wijken | 3.000 | |
Regio West-Brabant (regionale middelen) | 842 | |
Dichterbij dan je denkt | 44 | |
Centrumregeling Maatschappelijke opvang | 1.180 | |
Verbetering luchtkwaliteit op scholen | 759 | |
Geluidsmaatregelen HSL-zuid | 62 | |
Cofinanciering volkshuisvestingsfonds / wijkenergieplannen | 370 | |
Experiment gesloten coffeeshops | 123 | |
Aanpak jeugdwerkloosheid crisisdienstverlening | 434 | |
Woonopgave | 100 | |
Totaal | 4.139 | 3.255 |
Investeringsreserve
Deze reserve dient ter financiering van kapitaallasten voor toekomstige investeringen. Bij besluitvorming is het van belang dat bij aanvang van de kredietvotering voor het specifieke project het volledige bedrag van de investering dat gedekt wordt uit de reserve in de reserve beschikbaar moet zijn. Onttrekking aan de reserve vindt gedurende de gehele afschrijvingsperiode plaats. Bij voorjaarsnota en/of begroting worden middelen beschikbaar gesteld voor dekking kapitaallasten van toekomstige investeringen. Daarnaast wordt aan deze reserve rente toegevoegd in verband met de door deze reserve te dekken rentelasten van de meerjarige kapitaallasten. In de begroting 2025 zijn de volgende dotaties aan en onttrekkingen uit de investeringsreserve begroot.
Bedragen x € 1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|
Onttrekkingen | Toevoegingen | ||||
Rentetoevoeging | 558 | ||||
Storting veiligheidsaanpassingen en veiligheid scholen (fonds) | 1.800 | ||||
Storting infrastructuurfonds | 2.000 | ||||
Dekking kapitaallasten investeringen | 735 | ||||
Totaal | 735 | 4.358 |
Reserves bodemfonds
Het bodemfonds is een reserve ter versterking van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. Bodemsanering wordt via de exploitatie verwerkt, omdat dit niet is aan te merken als een investering. De ontwikkelingen in de stad zijn onzeker, de inzet is maatwerk en is niet elk jaar hetzelfde. Met het vormen van deze reserve worden de pieken en dalen in de uitgaven opgevangen. De reserve wordt tot en met 2030 gevoed met de doeluitkering-gelden. Voor 2025 is een onttrekking voorzien voor € 0,42 miljoen om het Fokkema-terrein te saneren.
Reserve klimaatfonds
Ook het klimaatfonds is een reserve ter versterking van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. Jaarlijks wordt de klimaatbegroting opgesteld, dat deel uitmaakt van de gemeentelijke begroting. Er wordt een register bijgehouden van de inkomsten en uitgaven uit de reserve Klimaatfonds, onder verwijzing naar de overeenkomsten die zijn gesloten.
De reserve Klimaatfonds wordt gevoed door de gemeentelijke participatie in project windturbines Hazeldonk. Hieruit heeft de gemeente Breda éénmalig een bijdrage ontvangen van € 225.000 in 2014 (waarvan € 75.000 voor bedrijvenvereniging LCHM) en vervolgens ontvangt Breda 20 jaar lang jaarlijks € 247.500 (exclusief indexering).
Voor de komende jaren is momenteel nog niet bekend wat vanuit het Klimaatfonds wordt gefinancierd.
Reserve bovenwijkse voorzieningen
In juli 2020 is door de raad naar aanleiding van de vastgestelde Nota bovenwijkse voorzieningen een reserve bovenwijkse voorzieningen ingesteld. Doel van de reserve is om werkelijk ontvangen bijdragen te bestemmen voor de realisatie van minimaal één van de bovenwijkse voorzieningen uit de nota bovenwijkse voorzieningen. De reserve wordt gevoed door bijdragen bij alle nieuwe bouwplannen een bijdrage te vragen aan de partij die de grondexploitatie voert. Voor 2025 zijn toevoegingen uit diverse nieuwbouwprojecten voorzien van € 60.000. Aan onttrekkingen is voor begrotingsjaar 2025 voor diverse projecten € 1,8 miljoen voorzien.
Reserve FIBI
Met deze reserve wordt beoogd een deel van de kosten van 'bovenwijkse' voorzieningen te kunnen afdekken. De inkomsten van de bestemmingsreserve zijn exploitatiebijdragen die gedaan worden bij nieuwbouwplannen en afkomstig zijn van private ontwikkelaars, overeengekomen in een anterieure overeenkomst of afkomstig van gemeentelijke grondexploitaties. De onttrekkingen bestaan uit af te dekken kosten van 'bovenwijkse' voorzieningen van een aantal projecten, zoals benoemd in de Nota financiële bijdragen kwaliteitsverbetering fysieke leefomgeving en jaarlijkse ambtelijke kosten voor het beheer van de reserve.
Reserve kapitaalgoederen
Vanaf begrotingsjaar 2025 is de reserve kapitaalgoederen ingesteld voor 7 jaar (conform raadsbesluit 4473995). De reserve wordt gebruikt om projecten uit te voeren voor (groot) onderhoud, om achterstanden weg te werken en om (het risico op) achterstalligheden te verminderen. De maximale hoogte van de reserve is bepaald op € 8 miljoen. Voor 2025 bedraagt de reserve € 2,3 miljoen.
Reserve Toekomst bestendig wonen
Deze regeling brengt € 1 miljoen kapitaallasten met zich mee. De reserve toekomstbestendig wonen is bestemd ter dekking van deze kapitaallasten. In 2021 is conform besluit bestuursrapportage 2021 zaaknummer 1528103, € 1 miljoen gedoteerd aan de reserve.
Reserve Versnellingsopgave Wonen
Bij het coalitieakkoord zijn incidentele middelen voor de Versnellingsopgave wonen beschikbaar gesteld (€ 14 miljoen). Deze middelen worden voor € 13,2 miljoen gedekt uit incidentele winstnemingen van het Grondbedrijf. De rest uit het meerjarenperspectief en de algemene reserve. Het doel van de bestemmingsreserve is om de te realiseren middelen beschikbaar te houden voor de Versnellingsopgave Wonen. De winstnemingen van het grondbedrijf worden in deze reserve gestort, de bestedingen worden uit de reserve onttrokken.
In 2025 verwachten we voor de versnellingsopgave wonen € 0,37 miljoen in te gaan zetten. Dit doen we onder andere aan locatiegebonden impulsen sociale huur en tijdelijke woningen.
Reserve vrouwenopvang
Met deze reserve renoveren we de vrouwenopvangvoorziening aan de Assumburgstraat in Breda. In 2022 is de eerste fase van de renovatie van start gegaan en hebben we een deel (€ 1 miljoen) van het oorspronkelijke gereserveerde bedrag van € 2,1 miljoen uitbetaald. Om de totale renovatie te financieren wordt er in 2025 € 2,6 miljoen toegevoegd aan de reserve.
Voorzieningen
Terug naar navigatie - VoorzieningenBedragen x € 1.000 | ||||
---|---|---|---|---|
Voorzieningen | Stand 1-1-2025 | Bij | Af | Stand 31-12-2025 |
Achterstallig onderhoud verhardingen | 5.000 | 1.667 | 3.333 | |
Centrale personeelsvoorziening | 66 | 33 | 33 | |
Onderhoud parkeerbedrijf | 1.907 | 879 | 1.282 | 1.504 |
Onderhoud Vastgoedbeheer | 22.430 | 5.715 | 9.609 | 18.536 |
Planmatig onderhoud Vastgoedontwikkeling | 3.880 | 30 | 554 | 3.356 |
Voorziening afvalservice | 1.339 | 1.339 | ||
Voorziening openbare ruimte onderhoud | 1.000 | 3.486 | 4.486 | |
Voorziening riolering | 1.970 | 1.909 | 61 | |
Voorziening van derden verkregen middelen (44.2) | 519 | 223 | 741 | |
Voorziening verkeersregelinstallaties | 213 | 585 | 540 | 258 |
Voorziening verlofsparen | 4.473 | 4.473 | ||
Voorziening wet AppA | 6.557 | 650 | 699 | 6.508 |
Vrz archivering Juzt | 1.224 | 69 | 1.155 | |
Totaal | 50.577 | 11.567 | 20.848 | 41.296 |
Toelichting voorzieningen
Terug naar navigatie - Toelichting voorzieningenDe post voorzieningen op de balans bestaan uit drie groepen, te weten voorzieningen voor groot onderhoud aan vastgoed en kapitaalgoederen, voorzieningen voor personeel en overige voorzieningen. Hieronder worden deze drie groepen nader toegelicht.
De voorzieningen verkeersregelinstallaties, onderhoud parkeerbedrijf en planmatig onderhoud VO zijn opgenomen in programma 3. De voorzieningen onderhoud vastgoedbeheer, openbare ruimte onderhoud, achterstallig onderhoud verhardingen, afvalservice, riolering en de voorziening wet AppA zijn opgenomen in programma 4. De centrale personeelsvoorziening is opgenomen in programma 5. De voorziening van derden verkregen middelen is deels opgenomen bij programma 1 en deels bij programma 3.
Onderhoudsvoorzieningen
Deze onderhoudsvoorzieningen bestaan uit voorzieningen voor groot onderhoud aan de openbare ruimte en gebouwen. Aan de onderhoudsvoorzieningen dienen onderhoudsplannen ten grondslag te liggen, die niet ouder dan vijf jaar zijn. Jaarlijks wordt de toereikendheid van de onderhoudsvoorzieningen getoetst op basis van het verloop van het geplande onderhoud, de stand van de voorziening en de jaarlijkse (gelijkmatige) toevoegingen over de periode van het begrotingsjaar plus de negen daaropvolgende jaren.
Bedragen x € 1.000 | ||||
---|---|---|---|---|
Stand 1-1-2025 | Aanwendingen | Toevoegingen | Stand 31-12-2025 | |
Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedbeheer | 22.430 | 9.609 | 5.715 | 18.536 |
Onderhoudsvoorziening parkeergarages en fietsenstallingen | 1.907 | 1.282 | 879 | 1.504 |
Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedontwikkeling | 3.880 | 554 | 30 | 3.356 |
Onderhoudsvoorziening openbare ruimte | 1.000 | 4.486 | 3.486 | 0 |
Onderhoudsvoorziening verkeerregelinstallaties | 213 | 540 | 585 | 258 |
Totaal | 29.430 | 16.471 | 10.695 | 23.654 |
Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedbeheer
Deze voorziening heeft als doel om de meerjarige kosten voor planmatig onderhoud van de gemeentelijke vastgoedportefeuille te egaliseren. Hieronder vallen onder andere gebouwen op het gebied van sport, welzijn en cultuur, brede scholen en het centrale busstation, maar ook alle gebouwen die de gemeente voor haar bedrijfsvoering nodig heeft. Daarnaast is in de voorziening de vervanging van de binnensportinventaris en het civiele en cultuurtechnische onderhoud voor de buitensport opgenomen.
De basis voor deze voorziening is het zogenoemde meerjarenonderhoudsplan (mjop). Een mjop geeft inzicht in de technische toestand van het vastgoed en geeft een prognose van de verwachte werkzaamheden en kosten. De mjop’s zijn gebaseerd op een gemiddeld onderhoudsniveau van 3 op een schaal van 1 tot 6. De onderhoudsplannen worden jaarlijks geactualiseerd en accommodaties worden maximaal om de 5 jaar opnieuw geïnspecteerd. Op basis van de huidige berekening is de voorziening dekkend tot en met 2029.
Onderhoudsvoorziening parkeergarages en fietsenstallingen
De voorziening heeft tot doel de meerjarige groot onderhoudskosten van de parkeergarages en fietsenstallingen van de afdeling Parkeren te egaliseren. De basis voor de vorming en het beheer van de voorzieningen voor deze gebouwen zijn de zogenaamde meerjaren onderhoudsplannen zoals deze in het systeem Planon worden bijgehouden. De MJOP's zijn gebaseerd op het door de gemeenteraad vastgesteld gemiddelde onderhoudsniveau 3 op 6. De onderhoudsplannen worden jaarlijks geactualiseerd en vormen de basis voor de jaarlijkse dotatie aan de voorziening teneinde over voldoende middelen te beschikken voor de uitvoering van het (projectmatig) groot onderhoud. De dotatie wordt conform de bouwkostenindex (structureel) verhoogd.
Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedontwikkeling
Deze voorziening is gevormd ten behoeve van de strategisch aangekochte panden. De hoogte van de dotatie is gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplanning. De doorberekening is gemaakt tot 2032. Hierbij wordt uitgegaan van een doorlopende exploitatie, waarbij aanvullend rekening wordt gehouden met inmiddels genomen besluiten voor sloop en/of herontwikkeling, mede gebaseerd op de Vastgoedstrategie Havenkwartier. De inzet van de onderhoudsvoorziening heeft op dit moment voornamelijk betrekking op de panden in het Havenkwartier. Jaarlijks zal worden onderzocht of, afhankelijk van de vastgoedportefeuille op dat moment, aanpassing nodig is. Met een jaarlijkse dotatie van € 0,02 miljoen is de voorziening volgens de meerjarenonderhoudsplanning tot en met 2032 toereikend om het geplande groot onderhoud uit te kunnen voeren.
Onderhoudsvoorziening openbare ruimte
De onderhoudsvoorziening openbare ruimte betreft het groot onderhoud van verharding, kunstwerken en waterwegen. De basis voor de voorziening voor het onderhoud aan de openbare ruimte ligt vast in periodiek te actualiseren beleidskaders en beheerplannen. De berekeningen van de benodigde dotaties zijn gebaseerd op meerjarenplanningen van 10 jaar. Op basis hiervan wordt jaarlijks € 5,7 miljoen toegevoegd aan de voorzieningen met jaarlijkse indexering. De onttrekkingen vinden plaats op basis van de uitvoering van de meerjarenplanning. De voorziening is tot en met 2033 toereikend voor het geplande onderhoud.
Onderhoudsvoorziening verkeerregelinstallaties
Voor het in stand houden van verkeersregelinstallaties is in 2015 besloten tot het instellen van een specifieke onderhoudsvoorziening. Het meerjarenonderhoudsplan verkeersregelinstallaties wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van uitgevoerde inspecties en gerealiseerde projecten, afhankelijk van de ouderdom, vervanging, reparatie en noodzaak van de onderdelen van de verkeerregelinstallaties in Breda. Bij het jaarlijks opstellen van de planning wordt ook goed gekeken naar infrastructurele projecten en werkzaamheden vanuit de afdeling Uitvoering om de werkzaamheden gelijktijdig op te pakken (werk met werk maken).
In verband met de aanpassing van de hard- en software van de regeltoestellen van de verkeerregelinstallaties moeten bepaalde type al deze regeltoestellen van het fabricaat Siemens vanaf 1 januari 2024 zoveel mogelijk zijn vervangen. Mochten deze verkeerregelinstallaties na 1 januari 2024 nog aanwezig zijn en uitvallen, kunnen deze verkeerregelinstallaties maar in beperkte mate niet meer worden gerepareerd. Dit zorgt direct voor een verslechterde verkeersafwikkeling verkeersonveilige situaties op de wegen van Breda, wat ten alle tijden moet worden voorkomen. Het gevolg hiervan is dat een aantal verkeerregelinstallaties eerder moet worden gerenoveerd, maar omdat het niet toegestaan is dat de bestaande voorziening een negatieve stand vertoont, dient de dotering aan de voorziening verkeerregelinstallaties voor de periode 2020-2026 te worden geherprogrammeerd. De totale onderhoudslasten blijven voor de komende 8 jaar gelijk, maar in de jaren 2020 tot en met 2023 zijn extra stortingen gedaan in de voorziening, die in de jaren 2024 tot en met 2026 worden gecompenseerd door de verlaging van de geplande stortingen. De voorziening is tot en met 2032 toereikend voor het geplande onderhoud.
Personeelsvoorzieningen
De personeelsvoorzieningen omvatten een voorziening voor nog te verwachten kosten voor voormalig personeel, een voorziening voor de zogenaamde AppA-voorziening (voorziening voor Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers) en voorziening verlofsparen. Bij de begroting wordt de toereikendheid van de personeelsvoorzieningen jaarlijks getoetst op basis van het verloop van de verwachte verplichtingen en de jaarlijkse toevoegingen over de periode van het begrotingsjaar plus de vier daaropvolgende jaren.
Bedragen x € 1.000 | ||||
---|---|---|---|---|
Stand 1-1-2025 | Aanwendingen | Toevoegingen | Stand 31-12-2025 | |
Centrale personeelsvoorziening | 66 | 33 | 0 | 33 |
Voorziening Wet APPA | 6.557 | 699 | 650 | 6.508 |
Voorziening verlofsparen | 4.473 | 0 | 0 | 4.473 |
Totaal | 11.096 | 732 | 650 | 11.014 |
Voorziening voormalig personeel
Deze voorziening is gevormd ten behoeve van de nog verwachte kosten voor voormalig personeel. Het gaat om voormalige medewerkers waarvan om diverse redenen voortijdig afscheid is genomen, maar waarvan nog kosten doorlopen. Om de diverse afdelingen niet meerjarig met deze kosten te belasten worden deze in het jaar van uitdiensttreding in een keer ten laste van de afdeling gebracht en later vanuit deze voorziening afgewikkeld. Indien een medewerker onvrijwillig wordt ontslagen (niet wegens strafontslag, ouderdomspensioen of arbeidsongeschiktheid) ontstaat er op basis van de werkloosheidswet recht op een uitkering zolang de onvrijwillige werkloosheid bestaat. Afhankelijk van de ontslaggrond kan deze wettelijke uitkering aanvullend en aansluitend worden verhoogd/verlengd op basis van onze eigen rechtspositieregeling. De hoogte en duur van de totale uitkeringslast is vooraf wel globaal in te schatten. Maar is uiteindelijk wel afhankelijk van de vraag of en zo ja hoe snel de betreffende medewerker elders werk kan vinden. Daarnaast wordt de hoogte van de uitkering ook beïnvloed door de inflatie en de salarisontwikkelingen na het ontslag. Of en zo ja hoeveel uitkeringen per jaar worden toegekend is vooraf niet in te schatten. Dit kan wel indien het ontslag wordt veroorzaakt door de uitvoering van een reorganisatieplan. Uit historisch verloop komt naar voren, dat het volume jaarlijks niet gelijkblijvend is. De gemeente Breda kiest er derhalve voor om de ww-verplichtingen via een personeelsvoorziening te laten lopen.
Jaarlijks wordt een analyse gemaakt van de toekomstige verplichtingen. Tot en met eind 2028 is de voorziening voldoende voor het afwikkelen van de bestaande verplichtingen.
Voorziening Wet APPA
De voorziening bevat pensioenreserveringen en wachtgelden van voormalige politieke ambtsdragers (wethouders). De APPA-voorziening wordt jaarlijks aangepast op basis van de extern opgestelde actuariële berekeningen van de pensioenverplichtingen aan (voormalige) politieke ambtsdragers. Tot en met eind 2028 is de voorziening voldoende voor het afwikkelen van de bestaande verplichtingen.
Voorziening verlofsparen
Vanwege een aanpassing van de cao is vanaf 2022 het zogenoemde verlofsparen ingevoerd. Met deze nieuwe regeling kunnen medewerkers diverse soorten verlof in één keer omzetten in spaarverlof. Voor dit spaarverlof en alle andere bovenwettelijke verlofuren moet een voorziening worden opgenomen, omdat onzeker is in welk jaar het opgenomen zal worden. Jaarlijks maken we een analyse van de hoogte van de voorziening, zodat deze toereikend blijft voor het totaal aantal uren bovenwettelijk en spaarverlof.
Overige voorzieningen
De groep overige voorzieningen bestaat uit voorzieningen voor riolering, afvalservice en van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel.
Bedragen x € 1.000 | ||||
---|---|---|---|---|
Stand 1-1-2025 | Aanwendingen | Toevoegingen | Stand 31-12-2025 | |
Voorziening riolering | 1.970 | 1.909 | 0 | 61 |
Voorziening afvalservice | 1.339 | 0 | 0 | 1.339 |
Totaal | 3.309 | 1.909 | 0 | 1.400 |
Voorziening riolering
De voorziening riolering is bedoeld voor de egalisatie van de tarieven voor rioolheffing en het opvangen van financiële tegenvallers. De tarieven voor de rioolheffing liggen in 2025, conform het bestuursakkoord, 2% hoger dan in 2024. We begroten dotaties of onttrekkingen om aan het eind van de periode van het Stedelijk Waterplan op nul uit te komen. Daarnaast wordt het resultaat vanuit de riolering elk jaar ten laste of ten gunste van de voorziening gebracht. De voorziening wordt betrokken in het nieuwe Stedelijk Waterplan 2024-2028. Door rente- en prijsstijgingen teren we in 2024 en 2025 fors in op de voorziening. Voor 2025 is een onttrekking begroot van € 1,9 miljoen.
Voorziening afvalservice
De voorziening afvalservice is bedoeld om de lasten en baten te egaliseren voor het huishoudelijke deel van de afvalinzamelings- en verwerkingskosten. Aan het eind van ieder jaar wordt het resultaat afvalservice ten laste of ten gunste van de voorziening gebracht ter egalisatie. Na de eenmalige extra stijging afvalstoffenheffing van 5% in 2024 is de verwachting dat de kostendekkendheid t/m 2028 gewaarborgd blijft. De egalisatievoorziening zal naar verwachting langzaam aflopen gedurende de komende jaren.
Voorziening van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel
Deze voorziening is, ingevolge het BBV, bestemd voor van derden (niet zijnde andere overheidsinstellingen) verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden en die beschikbaar zijn voor het volgende begrotingsjaar.