Inleiding

Inleiding Bredase begroting 2026

Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Inleiding

Verantwoord overdragen, realistisch vooruit
Voor u ligt de begroting 2026 van de gemeente Breda. De laatste van deze bestuursperiode. In maart 2026 kiezen onze inwoners een nieuwe gemeenteraad. Daarmee markeert deze begroting niet alleen het financiële en beleidsmatige kompas voor het komende jaar, maar vormt zij ook een basis waarop een nieuw bestuur in de volgende bestuursperiode verder kan bouwen. We willen Breda netjes overdragen: met een realistische blik en een stevige basis. Deze begroting bouwt verder op de koers uit de kadernota 2025 én de stevige financiële keuzes die we al in de begroting van 2025 hebben gemaakt.

We houden vast aan onze ingezette lijn: realistisch begroten, prioriteiten stellen waar nodig en blijven investeren in de toekomst van onze stad, dorpen en wijken. We maken keuzes, zodat we de dingen die we doen, goed kunnen doen. Tegelijkertijd kijken we met trots naar wat we samen hebben bereikt. Breda is een stad die het samenbrengt – van bewonersinitiatieven tot gebiedsontwikkelingen, van sociale veerkracht tot economische innovatie. In onze stad, dorpen en wijken huist de kracht van verbondenheid. Dichtbij doen, samen sterk vooruit is onze beproefde manier van werken. Met diezelfde energie en betrokkenheid presenteren we deze begroting.

Omgaan met groeiende onzekerheid als nieuwe realiteit
De afgelopen jaren schreven we in veel beleidsdocumenten over onzekerheden. Onvoorspelbare ontwikkelingen, risico’s die zich moeilijk laten begroten, externe factoren die lokaal beleid beïnvloeden. We weten al langer: onzekerheden zijn geen uitzondering, maar behoren tot de realiteit van ons werk. Sterker nog, de afgelopen jaren nam het aantal onzekerheden alleen maar toe. Bovendien worden deze onzekerheden steeds complexer en zijn ze steeds moeilijker te voorzien. Van ons allen wordt gevraagd om niet alleen adequaat te reageren op actuele gebeurtenissen, maar ook om flexibel in te spelen op onverwachte veranderingen die zich in rap tempo aandienen. Flexibiliteit en wendbaarheid zijn daarmee essentieel voor het besturen van een stad in een wereld die voortdurend in beweging is. Het betekent ook dat we niet alles vooraf dicht kunnen timmeren. We maken realistische keuzes op basis van wat we nu weten en houden ruimte om te reageren op wat er nog komt.

Ook de aard en omvang van de onzekerheden zijn groot. Internationale conflicten en geopolitieke spanningen zorgen voor maatschappelijke onrust en economische instabiliteit. Tegelijkertijd hebben we te maken met uitdagingen als netcongestie (een overbelast elektriciteitsnet), de stikstofproblematiek, toenemende eisen aan waterkwaliteit en de snel veranderende arbeidsmarkt en digitalisering. Al deze externe factoren beïnvloeden onze stedelijke ontwikkeling, onze investeringsruimte, onze organisatie en daarmee de uitvoerbaarheid van onze plannen. In de afgelopen maanden hebben we de impact van deze risico’s verder in kaart gebracht en meegewogen bij het maken van de keuzes in deze begroting.

Financiële ruimte onder druk, keuzes blijven nodig
Hoewel de begroting 2026 structureel sluitend is, blijft de financiële situatie van vrijwel alle 342 Nederlandse gemeenten kwetsbaar. Het zogeheten ‘ravijnjaar’ is vanaf 2026 deels gedempt maar nog altijd niet structureel opgelost. 

De financiële onzekerheden binnen het sociaal domein zijn zeer groot en urgent. De kosten voor jeugdzorg en huishoudelijke ondersteuning/begeleiding blijven stijgen, terwijl de bijdragen vanuit het Rijk onvoldoende meegroeien.

Dit leidt ertoe dat we in 2026 nog steeds een tekort op de jeugdzorg hebben. Als het Rijk niet anders besluit, kan dit vanaf 2028 verder oplopen tot enkele miljoenen euro’s op structurele basis.

Bovendien brengt de omzetting van specifieke uitkeringen (de SPUK's) naar algemene uitkeringen extra onzekerheid met zich mee. Het Rijk heeft weliswaar nog weinig SPUK’s afgeschaft, maar voert op twee regelingen wel alvast een korting door van 10%. De verwachting is dat dit in de toekomst op meer regelingen wordt toegepast. Ook wijzigingen in landelijke wet- en regelgeving kunnen onverwachte financiële gevolgen hebben voor Breda. Daarnaast hebben we nog steeds te maken met een stijgende vraag naar zorg. Hierdoor blijft het sociaal domein een risicovolle factor binnen onze begroting, die vraagt om voortdurende monitoring en sturing.

We blijven daarom realistisch: niet alles kan. We hebben vorig jaar al pijnlijke maar noodzakelijke maatregelen genomen om onze begroting gezond te houden. Daardoor staan we er nu beter voor en hoeven we dit jaar minder fors in te grijpen. Toch moeten we ook in de komende jaren blijven prioriteren en slimme keuzes maken. Het is onze verantwoordelijkheid om Breda financieel weerbaar te houden en tegelijkertijd te blijven investeren in onze stad en dorpen.

Sociaal domein onder spanning
Het sociaal domein is en blijft een belangrijk aandachtspunt. De druk op de jeugdzorg en de Wmo is hoog. De kosten stijgen, terwijl de bijdragen van het Rijk achterblijven bij de groeiende vraag. In 2026 verwachten we nog een tekort op de jeugdzorg en vanaf 2028 loopt dit op tot enkele miljoenen structureel. Ook bij de Wmo tekent zich een structureel knelpunt af, ondanks extra middelen uit de meicirculaire van het Rijk.

In de begroting 2025 hebben we duidelijke keuzes gemaakt voor een vitaal en sociaal Breda. We zijn hard bezig om deze te realiseren en gaan in 2026 hiermee vol door. We handelen op twee sporen. 
Enerzijds zetten we in op zelfredzaamheid en wederkerigheid: inwoners die daartoe in staat zijn, dragen waar mogelijk bij aan hun eigen ondersteuning. Daarbij kijken we ook naar hun eigen netwerk en de ondersteuning vanuit bijvoorbeeld scholen, sportclubs, verenigingen etc. Anderzijds zetten we ons in voor hulp voor wie dat echt nodig heeft. We investeren in preventie en sturen op doelmatigheid, zodat elke euro effectief wordt besteed. Bovendien versterken we de samenwerking met onze partners in de stad – zoals zorgaanbieders, welzijnsinstellingen en uitvoeringsorganisaties – om de hulpverlening op peil te houden. Die samenwerking staat echter onder druk. Ook onze partners ervaren de krapte op de arbeidsmarkt. Het wordt steeds moeilijker om voldoende gekwalificeerd personeel te vinden voor taken die cruciaal zijn voor onze inwoners. De druk op hun organisaties – en daarmee op onze gezamenlijke dienstverlening – neemt toe. Dit vraagt om realistische verwachtingen, creatieve samenwerking en het blijven zoeken naar nieuwe vormen van ondersteuning. Samen met partners kijken we hoe we innovatief en flexibel de zorg toegankelijk kunnen houden, ondanks beperktere middelen en menskracht. Ook starten we in 2026 met het tweede Stevig Lokaal Team (SLT).

Strategisch Investeringsprogramma: keuzes en prioriteiten
Het Strategisch Investeringsprogramma (SIP) vormt een belangrijk onderdeel van deze begroting. We maken daarin bewuste keuzes voor onze investeringsagenda, want wat we plannen, willen we ook realiseren. Met het SIP kijken we vooruit en investeren we breed, met oog voor zowel ambitie als financiële stabiliteit. Bij de kadernota 2025 hebben we investeringen bewuster in de tijd verspreid en duidelijke prioriteiten gesteld, bijvoorbeeld door te kiezen voor ’t Zoet en andere gebiedsontwikkelingen gefaseerd op te pakken. We hebben de investeringen voor de komende vier jaar realistisch gepland en keuzes gemaakt tussen directe en getemporiseerde uitvoering. Onzekerheden rond stikstof, netcongestie en water zijn meegewogen. Daarnaast is gekeken waar het efficiënter kon, met behoud van kwaliteit. 

Een toelichting over het SIP-proces en de keuzes vindt u in het onderdeel Strategisch Investeringsplan van de financiële begroting.

In de eerste jaren is er meer ruimte beschikbaar voor investeringen. Die benutten we om projecten met grote impact te versnellen. Andere ontwikkelingen zetten we bewust iets verder in de tijd, omdat ze om zorgvuldige voorbereiding vragen. Ons uitgangspunt is helder: we maken keuzes zodat we de dingen die we doen, goed kunnen doen. Door deze fasering houden we grip op de uitvoering, benutten we kansen op het juiste moment en zorgen we dat investeringen bijdragen aan een toekomstbestendig Breda.

‘t Zoet
’t Zoet biedt Breda de kans om een nieuw stadsdeel te ontwerpen, anderhalf keer groter dan de huidige binnenstad. Het is een goudgerande mogelijkheid om Breda toekomstbestendig te laten groeien. De ligging – dicht bij het station en het centrum – maakt ’t Zoet tot een strategische locatie voor stedelijke verdichting en duurzame ontwikkeling. Hier is ruimte voor ongeveer 6000 woningen, voor (een deel van) ons Innovatiedistrict en voor cultuur en klimaatadaptatie. In ’t Zoet combineren we (betaalbaar) wonen, werken en leven op een manier die past bij de ambities uit onze omgevingsvisie. Samen met de provincie en het Rijk werken we aan een nieuw stuk stad dat groen, innovatief en levendig is. Deze ontwikkeling doet recht aan de Bredaas kwaliteitsstandaard, met een toekomst als groene, gastvrije en grenzeloze stad.

Fasering andere gebiedsontwikkelingen
Tegelijkertijd kijken we kritisch naar de aanpak en fasering van onze andere grote gebiedsontwikkelingen – Bavel en Centrum Oost. We faseren deze projecten en de bijbehorende investeringen zorgvuldig in de tijd. Dit betekent dat niet alles tegelijk kan en moet het soms in kleinere stappen. Ook kijken we naar onze eigen rol en die van onze partners. Soms nemen we zelf de regie en soms laten we het initiatief aan de markt over. Bij Gasthuisvelden zien we kansen vanwege cofinanciering en verwachten we begin 2026 een raadsbesluit voor te leggen over het Gebiedsperspectief Gasthuisvelden West. Vervolgens kunnen we daarna gelijk doorpakken met de tender voor de rechtbank.

Door deze aanpak houden we grip op onze investeringsruimte, spreiden we risico’s en bewaken we de financiële haalbaarheid. We zorgen daarmee voor een evenwichtige groei van de stad: Breda ontwikkelt door, maar op een manier die realistisch en verantwoord is.

Doortrekken Nieuwe Mark
We pakken vol door met het doortrekken van de Nieuwe Mark. We steken van wal met fase 2 en verlengen onze stadsrivier tot aan de Fellenoordstraat. Daarmee brengen we nog meer water, groen en beleving in het hart van Breda. We kiezen voor een doelmatige aanpak, zodat het project ook financieel haalbaar blijft. Daarbij werken we samen met het waterschap en de provincie. Zo houden we samen onze gedeelde ambitie levend om Breda nóg mooier en aantrekkelijker te maken.

Versnellen voor de toekomst
De komende jaren bereiden we ons voor op grote investeringen die vanaf 2028 en verder hun beslag krijgen. Tegelijkertijd gaan we op een aantal onderdelen versnellen. Door slim gebruik te maken van de financiële ruimte in de komende jaren kunnen we een aantal maatschappelijke opgaven eerder oppakken. Zo blijven we bouwen we aan een stad die aantrekkelijk, leefbaar en toekomstbestendig is. Deze keuzes zorgen voor een stevig fundament voor groei, innovatie en kwaliteit van leven. Hiermee versterken we de realisatiekracht van onze stad en gaan we de komende jaren samen sterker vooruit.

Wat gaan we doen?
Breda blijft investeren in een toekomstbestendige stad waar wonen, werken, cultuur en natuur hand in hand gaan. We versterken samen met de ondernemers onze werklocaties door bestaande bedrijventerreinen te revitaliseren en ruimte te maken voor nieuwe locaties, zodat we voorbereid zijn op energietransitie, circulariteit en duurzame bereikbaarheid. Met extra placemaking op ’t Zoet geven we alvast vorm aan een innovatief stadsdeel dat creativiteit en technologie samenbrengt, onder andere via evenementen en tijdelijke werkplekken voor innovatieve ondernemers. Ook op het gebied van wonen zetten we stappen: met de starterslening vergroten we de kansen voor jonge inwoners en er komt uitbreiding van woonwagenstandplaatsen op 7 bestaande en 1 nieuwe locatie. Voor beide hebben we extra middelen gereserveerd. Daarnaast investeren we extra in cultuur en sport, met onder meer de Broedplaats Performing Arts en de voorbereiding van een integraal huisvestingsplan voor sportvoorzieningen. Breda blijft bovendien werken aan een groene en gezonde leefomgeving als onderdeel van Van Gogh Nationaal Park, met extra aandacht voor natuurverbindingen en recreatieve routes. Zo bouwen we samen aan een stad die klaar is voor de toekomst.

Waarom deze keuzes nu?
Onze investeringsprogrammering breidt de komende jaren verder uit. Tegelijkertijd zien we in de eerste jaren nog ruimte in het SIP om doelgericht te investeren. Die ruimte benutten we strategisch om projecten te versnellen die bijdragen aan onze lange-termijnambities: een duurzame en aantrekkelijke stad. Door nu te investeren in werklocaties, een innovatieve economie, woningbouw, cultuur, sport en groen verstevigen we de basis voor economische groei, leefbaarheid en maatschappelijke samenhang. Deze keuzes zorgen ervoor dat we kansen benutten op het moment dat ze zich voordoen en voorkomen we dat noodzakelijke ontwikkelingen vertragen.

Doorgaan met uitvoeren eerdere keuzes
In de begroting 2025 hebben we eerder duidelijke en toekomstgerichte keuzes gemaakt die ook in 2026 richting geven aan ons beleid. We gaan in 2026 volop door met het uitvoeren van deze keuzes. Naast onze inzet voor een sociaal en vitaal Breda versterken we de economische aantrekkingskracht van onze stad door te investeren in het Innovatiedistrict, ons economisch profiel als ‘stad van oplossingen’ en een vernieuwend cultuuraanbod. Ook op het gebied van wonen, mobiliteit, bereikbaarheid, klimaat en natuur zijn we eerder tot heldere keuzes gekomen: we voeren onze woonvisie uit, stellen prioriteiten in gebiedsontwikkelingen, harmoniseren parkeertarieven en blijven werken aan het doel van klimaatneutraliteit in 2044. Daarnaast hebben we stappen gezet om onze stad op orde te brengen door ondermijning en criminaliteit aan te pakken, onze dienstverlening te verbeteren en onze kapitaalgoederen duurzaam te beheren. En door meer uniformiteit in de inrichting van de openbare ruimte zorgen we ervoor dat straten en pleinen er strak en schoon bij liggen, ook met minder middelen. Zo blijven we bouwen aan een toekomstbestendig Breda waarin leefbaarheid, veiligheid en duurzaamheid hand in hand gaan.

Ambtelijke organisatie klaar voor de toekomst
Digitalisering en het gebruik van kunstmatige intelligentie spelen een sleutelrol in de doorontwikkeling van de ambtelijke organisatie. Door processen slimmer in te richten, waar mogelijk verdergaand te automatiseren en datagedreven te werken, creëren we tijd en ruimte. Bijvoorbeeld voor complexe casuïstiek die wat meer aandacht en maatwerk vraagt. Tegelijkertijd zijn we bezig met de eerder vastgestelde taakstelling op de organisatie: we moeten met minder middelen hetzelfde doen. Deze realiseren we door technologie in te zetten die ons werk efficiënter maakt. Zo zorgen we dat de gemeente Breda een aantrekkelijke werkgever blijft, en dat onze organisatie op volle sterkte kan blijven leveren wat Breda nodig heeft.

De krapte op de arbeidsmarkt raakt ook onze eigen organisatie. Het wordt op een aantal plekken in de organisatie steeds moeilijker om voldoende mensen met de juiste vaardigheden aan te trekken en te behouden. Tegelijkertijd neemt de complexiteit van ons werk toe, groeit Breda verder en stijgt de druk vanuit de samenleving voor snelle en goede dienstverlening. Om onze organisatie toekomstbestendig te maken, investeren we in wendbaarheid, vakmanschap en digitale innovatie. Met het ontwikkelprogramma FIT voor de Toekomst verbeteren we onze werkwijzen, versterken we het leiderschap en ontwikkelen we een uniforme aanpak voor projecten, processen en programma’s. We bouwen aan een lerende organisatie die kan meebewegen met veranderende omstandigheden en die klaar is voor de uitdagingen van morgen.

Weerbaar begroten: risico’s in beeld, buffers op orde
De komende jaren gaan we grote gebiedsontwikkelingen en projecten opstarten. Deze brengen aanzienlijke risico’s met zich mee, die nu nog niet volledig in het risicoprofiel kunnen worden opgenomen. Hierdoor zal het risicoprofiel de komende jaren stijgen, wat extra druk legt op ons weerstandsvermogen.

Om die basis te versterken, nemen we nu al maatregelen. We doen een extra storting in de algemene reserve, zodat we voorbereid zijn op toekomstige onzekerheden en onze ambities verantwoord kunnen realiseren. Tegelijkertijd blijven we investeren in het vergroten van onze financiële flexibiliteit en het tijdig nemen van maatregelen. Op die manier zorgen we ervoor dat we, ook in een veranderende context, onze maatschappelijke opgaven kunnen blijven waarmaken en de stad veerkrachtig en toekomstbestendig blijft.

Tot slot: een stad in goede staat overdragen
Met deze begroting zetten we de laatste stap in de uitvoering van het bestuursakkoord van deze periode. We doen dat met vertrouwen. De stad staat er ondanks alle onzekerheden goed voor. We hebben moeilijke keuzes niet geschuwd, zijn realistisch gebleven en hebben ruimte gecreëerd voor de toekomst.

We dragen Breda over aan onze opvolgers met een sluitende begroting, een duidelijke koers en een stevige basis. Tegelijkertijd laten we ruimte voor volgende keuzes en invulling van de uitvoering.

We danken iedereen die heeft bijgedragen aan deze begroting en nodigen de nieuwe raad en het nieuwe college uit om voort te bouwen op ‘Dichtbij doen, samen sterk vooruit’ – met liefde, vakmanschap en creativiteit voor de mooiste stad van het land.

Leeswijzer
In deze begroting wordt gehoor gegeven aan de motie ‘Grip op beleidseffecten’. Dit doen we door de doelen en indicatoren in één programma krachtiger te formuleren. Programma 1 Vitaal en sociaal is hiervoor als pilot aangewezen. Je merkt het meteen: dit programma is anders in opzet en structuur dan de rest. De teksten zijn compacter, concreter en to the point. Doelen en activiteiten zijn scherp en helder beschreven en sluiten logisch op elkaar aan binnen de thema’s en subthema’s. Bovendien is het programma visueel aantrekkelijker gemaakt, met doelenbomen per thema die direct inzicht geven in wat we willen bereiken.
 

 

Hoe zien onze inkomsten en uitgaven eruit?

Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Hoe zien onze inkomsten en uitgaven eruit?

De totale inkomsten bedragen € 952 miljoen. Deze zijn ingedeeld in twee categorieën: inkomsten van het Rijk en de overige inkomsten. De inkomsten van het Rijk zijn de belangrijkste categorie en bestaan met name uit de algemene uitkering (gemeentefonds) en de specifieke rijksbijdragen (bijvoorbeeld voor bijstandsuitkeringen). De overige inkomsten omvatten met name de woonlastenheffingen (ozb, rioolheffing, afvalstoffenheffing), parkeerinkomsten, huuropbrengsten en overige opbrengsten. Een nadere toelichting op de inkomsten is per programma opgenomen.

De totale uitgaven bedragen € 952 miljoen. In bovenstaand overzicht is uitgesplitst waaraan we het geld uitgeven. De uitgaven zijn gebaseerd op de geraamde lasten voor de verschillende programma's. De uitgaven betreffen salariskosten, uitkeringen, subsidies, uitgaven voor de programma's, renten en afschrijvingen en stortingen in reserves en voorzieningen. Een nadere toelichting op de uitgaven is per programma opgenomen.

Naast uitgaven in de exploitatie zijn er investeringsuitgaven. Een uitgebreide toelichting van de investeringuitgaven is opgenomen bij het strategisch investeringsplan in de financiële begroting en bij de betreffende programma' s.

Hoe ziet onze actuele financiële positie eruit?

Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Hoe ziet onze actuele financiële positie eruit?

Deze begroting bouwt verder op de koers uit de kadernota 2025 én de stevige financiële keuzes die we al in de begroting van 2025 hebben gemaakt. Zoals u eerder hebt kunnen lezen, blijven de financiën onder druk staan en blijven er keuzes nodig.

We hebben vorig jaar al pijnlijke maar noodzakelijke maatregelen genomen om onze begroting gezond te houden. Daardoor staan we er nu beter voor en hoeven we dit jaar minder fors in te grijpen dan andere gemeenten. Toch moeten we ook in de komende jaren zorgvuldig blijven prioriteren en slimme keuzes maken. Het is onze verantwoordelijkheid om Breda financieel weerbaar te houden. 

Met name de grote gebiedsontwikkelingen voegen een extra dimensie van onzekerheid toe. Deze projecten brengen substantiële investeringen met zich mee. Hiermee nemen de onzekerheden en dus ook de risico’s toe. Bovendien zijn er externe factoren die het lokale beleid beïnvloeden en de risico’s verder kunnen vergroten.

Om deze risico’s op te vangen en een stabiel financieel perspectief te houden voor Breda, wordt tussen 2026 en 2029 in totaal € 15,15 miljoen vanuit het meerjarenperspectief gestort in de algemene reserve. 

Met de keuzes die we maken, komen we tot een structureel sluitende begroting voor 2026 tot en met 2029. 

De keuzes leiden tot het volgende financiële beeld:

Bedragen x € 1 miljoen
Actualisaties en keuzes 2026 2027 2028 2029
Saldo meerjarenperspectief na kadernota 2025 2,00 0,79 2,24 4,58
Effecten meicirculaire 2025 8,35 7,75 7,19 7,88
Reëel begroten
Cao gemeenten -0,70 -2,30 -3,00 -3,00
Parkeren 1,00 1,00 1,00 1,00
Jeugd -1,90
Inburgering -1,50 -1,30 -1,10 -0,90
Keuzes
Woonwagenstandplaatsen -0,72 -0,55 -0,31 -0,31
Samenwerking Baronie -0,10 -0,10 -0,10 -0,10
Woon-werkverkeer -1,90 -1,90 -1,90 -1,90
Extra storting algemene reserve -3,60 -2,10 -3,10 -6,35
Saldo meerjarenperspectief begroting 2026 0,94 1,29 0,92 0,90

Toelichting

Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Toelichting

Hieronder lichten we de actualisaties en keuzes toe:

Cao gemeenten
De financiële effecten van de laatste cao zijn structureel verwerkt in de begroting.

Parkeren
De inkomsten uit het straat parkeren zijn in 2025 hoger dan begroot. De verwachting is dat dit effect structureel is, daarom wordt € 1,0 miljoen toegevoegd aan het meerjarenperspectief.  

Jeugdzorg
De kosten voor jeugdzorg blijven stijgen, terwijl de bijdragen vanuit het Rijk onvoldoende meegroeien met de toenemende kosten. Om deze gestegen kosten op te vangen, stellen we voor 2026 € 1,9 miljoen beschikbaar. De verwachte stijging van de kosten is vanaf 2027 opgenomen in het risicoprofiel. We doen dit, omdat we verwachten dat de genomen beheersmaatregelen in de tijd effectiever worden. Daarnaast komt er vanaf 2028 een nieuw ‘financieel arrangement’ voor jeugdzorg om de jeugdmiddelen opnieuw over gemeenten te verdelen. 

Inburgering
Vanuit het Rijk zijn tot en met 2024 incidentele middelen toegekend om de uitvoeringskosten voor inburgering en migratie op te vangen. Het aantal statushouders in Breda groeit nog steeds en de structurele bijdrage van het Rijk groeit niet voldoende mee. Vanuit de verwachting dat de omvang van deze doelgroep vanaf 2027 afneemt, stellen we voor 2026 € 1,5 miljoen aflopend naar € 0,9 miljoen structureel beschikbaar.

Woonwagenstandplaatsen
In 2026 wordt de eerste nieuwe woonwagenlocatie aangewezen en ook worden in 2026 en in 2027 het aantal woonwagenstandplaatsen uitgebreid op zeven bestaande locaties. Na realisatie worden de huurstandplaatsen overgedragen aan Bredase woningcorporaties. Voor deze in- en uitbreiding van woonwagenstandplaatsen is het noodzakelijke om een grondexploitatie te openen. Hiervoor wordt in de jaren 2026 t/m 2032 in totaal € 2,8 miljoen beschikbaar gesteld om te storten in de voorziening grondexploitatie.

Samenwerking Baronie
Voor de samenwerking Baronie wordt € 0,1 miljoen structureel beschikbaar gesteld. Dit, omdat we in onze regionale samenwerking meer nadruk willen leggen op de samenwerking met de Baronie-gemeenten en in de Stedelijke Regio Breda-Tilburg. De bijdrage van Breda vraagt meer financiering dan tot nu toe beschikbaar was voor de Baroniesamenwerking. 

Woon-werkverkeer
Voor een nieuwe regeling reiskosten woon-werk, die voldoet aan de Cao gemeenten, stellen we structureel € 1,9 miljoen beschikbaar.

Extra storting algemene reserve
De begroting voor 2026 is structureel sluitend. Het zogenaamde ‘ravijnjaar’ vanaf 2026 is deels gedempt met € 400 miljoen (landelijk € 2 miljard nog gekort). Daarnaast vinden er nog steeds gesprekken plaats over structurele financiële oplossingen op het gebied van de kosten voor jeugdzorg en Wmo. 

Eerder schreven we dat voor de grote gebiedsontwikkelingen flinke investeringen nodig zijn. Dit zorgt voor extra onzekerheid en we verwachten dat ons risicoprofiel daarom fors toeneemt in de toekomst. Om de risico’s te beheersen en de financiële stabiliteit te waarborgen, wordt er tussen 2026 en 2029 in totaal € 15,15 miljoen toegevoegd aan de algemene reserve. Hierdoor stijgt de weerstandsratio van 1,8 naar 2,0. Dit biedt ruimte om tot maximaal € 30 miljoen aan extra risico’s toe te voegen, voor de eerder genoemde gebiedsontwikkelingen.

Waarin gaan we investeren en hoeveel?

Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Waarin gaan we investeren en hoeveel?

Het SIP voor de periode 2026-2029 is als volgt:

Bedragen x € 1.000
Strategische investeringsplanning 2026 2027 2028 2029
Vitaal en Sociaal Breda 620 620 620 620
Ondernemend Breda 23.420 50.585 44.427 56.350
Duurzaam wonen in Breda 23.568 14.289 11.345 16.492
Basis op Orde 53.978 52.819 43.174 41.462
Organisatie en financiën van Breda 8.564 10.073 6.872 14.701
Totaal gemeentelijke investeringen 110.150 128.386 106.438 129.625
Beschikbare dekkingsmiddelen 90.304 103.303 88.396 93.983
Overprogrammering 22% 24% 20% 38%
Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Toelichting investeringen

Hieronder lichten we de actualisaties en keuzes op hoofdlijn toe:

  • Twee keer per jaar worden de investeringen geïnventariseerd. Planbare investeringen, zoals aanpassingen aan het riool, wegenonderhoud en biodiversiteits-aanpassingen zijn daarbij scherper geprognosticeerd zonder inhoudelijke wijziging van plan of doelstelling.
  • De scherpere prognoses leidden dit jaar ook tot meer inzicht in de verwachte investeringen van de gebiedsontwikkelingen. We kiezen er daarom voor om prioriteit te geven aan de investeringen voor ’t Zoet. De investeringen die nodig zijn voor de andere drie gebiedsontwikkelingen (Bavel, Centrum Oost en Gasthuisvelden) faseren we. 
  • De raad heeft in de debatraad van 4 juli middels een aangenomen motie opgeroepen om de Nieuwe Mark te laten stromen. Het college heeft zich ingespannen om fase 2 passend te maken in de voorliggende jaarschijven 2026-2029.
  • Waar het kon is gekozen voor versnelling, zoals aanpassingen Ulvenhoutse Bos, stimulering EVZ en ook de Startersleningen zijn vervroegd (en uitgebreid). Ook zijn er kansen gecreëerd om aan de slag te gaan met werklocaties, met placemaking op ’t Zoet en voor investeringen in accommodaties voor Bredase sportvoorzieningen. Om ruimte te creëren is voor sommige investeringen gekozen voor uitstel van de realisatiefase. Dit geldt bijvoorbeeld voor aanpassingen aan (fiets)parkeergarages, onderdelen uit herinrichting openbare ruimte en de realisatie van de vervangende sportaccommodatie voor de Doelen. De groenblauwe mantel Bavel wordt uitgesteld tot na de plan-MER, om gerichter in te kunnen zetten gedurende de gebiedsontwikkeling. 

Een uitgebreide toelichting is opgenomen bij het strategisch investeringsplan in de financiële begroting en bij de betreffende programma' s.

Hoe ziet ons weerstandsvermogen en ons risicoprofiel eruit?

Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Hoe ziet ons weerstandsvermogen en ons risicoprofiel eruit?

De ontwikkeling van het weerstandsvermogen geeft inzicht in de mate waarin we in staat zijn om de risico's op te kunnen vangen. Dit wordt bepaald door de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en het risicoprofiel. De weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de algemene reserve en de post onvoorzien. 

Bedragen x € 1 miljoen
2026 2027 2028 2029
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit 97,8 107,6 118,5 130,9
Risicoprofiel 66,5
Totaal vrij beschikbaar weerstandsvermogen 64,4
Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Toelichting risicoprofiel

Risico’s belemmeren ons in het bereiken van onze doelen. Daarom willen we de risico’s in beeld hebben en zo goed mogelijk inschatten. Voor een stabiel financieel beleid reserveren we een deel van ons eigen vermogen (de reserves) om financiële risico’s op te vangen.

Het risicoprofiel in de jaarrekening 2024 (laatste risico-actualisatie) was € 59,3 miljoen. In deze begroting is het risicoprofiel op basis van de meest actuele cijfers gestegen met € 7,2 miljoen. Het risicoprofiel is op hoofdlijnen stabiel. Voor een overzicht van de toprisico's verwijzen we u naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Het geactualiseerde risicoprofiel komt uit op € 66,5 miljoen.

Om de risico's van € 66,5 miljoen af te dekken, heeft de gemeente in 2029, na de extra storting van € 15,15 miljoen, € 130,9 miljoen beschikbaar. Het totaal vrij beschikbaar weerstandsvermogen is dan € 64,4 miljoen (€ 130,9 miljoen min € 66,5 miljoen). De ratio weerstandsvermogen (totaal beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door het risicoprofiel) komt uit op 2,0. Dit betekent dat als de risico's zich voordoen, we de beleidsuitvoering kunnen voortzetten. Bij de jaarrekening 2024 bedroeg het totaal vrij beschikbaar weerstandsvermogen € 54,4 miljoen en de ratio weerstandsvermogen 1,9. 

De risico’s die bekend zijn, zijn opgenomen in het risicoprofiel. Het zijn echter de grote gebiedsontwikkelingen die naar verwachting zullen zorgen voor een stijgend risicoprofiel als gevolg van de investeringen en onzekerheden die hiermee gepaard gaan. In de kadernota 2025 gaven we aan dat de financiële grens voor ons ligt op een aanvaardbaar weerstandsratio van 1,4. Het verschil tussen de huidige weerstandscapaciteit en de ondergrens biedt ruimte om tot maximaal € 30 miljoen aan extra risico’s, voor de grote gebiedsontwikkelingen toe te voegen.

 

Wat is de ontwikkeling van de balansposities?

Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Wat is de ontwikkeling van de balansposities?

De balans geeft inzicht in de omvang van bezittingen van de gemeente Breda en hoe die bezittingen worden gefinancierd. De ontwikkeling van de reserves en de schuldpositie heeft invloed op de financiële positie van de gemeente. We zetten in op investeringen in de stad. Door deze investeringen nemen onze bezittingen toe. In onze financiële positie zien we dat terug in de stijging van de vaste activa.

Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Netto schuldquote

Met de toename van de investeringen zie we ook een toename van de vaste schulden. Wat voor deze ontwikkeling van belang is, is de beoordeling in hoeverre we in staat zijn om aan onze verplichtingen te voldoen. Dit wordt uitgedrukt in het kengetal de netto schuldquote. Deze ontwikkelt zich vanaf 2023 als volgt:

2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029
Netto schuldquote 54,34% 49,81% 58,28% 64,80% 72,26% 75,61% 76,35%
Gecorrigeerde netto schuldquote 37,98% 36,07% 45,14% 52,00% 59,51% 63,25% 64,62%
Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Solvabiliteit

Het eigen vermogen (bestaat uit algemene reserve, bestemmingsreserves en nog te bestemmen resultaat) blijft gelijk in 2026 en stijgt de jaren daarna. Inzicht in de omvang van de reserves (eigen vermogen) wordt ook wel geduid in het kengetal solvabiliteit. Deze ontwikkelt zich vanaf 2023 als volgt:

2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029
Solvabiliteitsratio 19,64% 19,66% 18,14% 16,99% 17,25% 17,91% 18,97%
Solvabiliteitsratio exclusief doorleningen 24,04% 23,69% 21,48% 19,81% 19,83% 20,37% 21,37%
Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Toelichting solvabiliteit

Het kengetal solvabiliteit geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het geeft de verhouding tussen het eigen vermogen (het totaal van algemene reserves en de bestemmingsreserves) en de totale balansomvang weer. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. De signaleringswaarde ligt op 20%. De solvabiliteitratio daalt in 2026 doordat we investeren in onze stad en daardoor het balanstotaal toeneemt. Vanaf 2027 neemt de solvabiliteitsratio weer toe.

Totaaloverzicht baten en lasten per programma

Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Totaaloverzicht baten en lasten per programma
Bedragen x € 1.000
Totaaloverzicht baten en lasten per programma Jaarrekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
Programma's
Vitaal en Sociaal Breda 452.912 199.354 458.566 190.434 464.353 191.722 432.591 170.484 422.482 170.499 420.668 170.512
Ondernemend Breda 83.791 13.174 88.962 18.581 82.273 9.877 81.000 8.493 78.535 4.688 78.559 4.194
Duurzaam wonen in Breda 69.915 49.669 74.055 52.496 68.858 55.651 51.871 42.007 50.983 41.489 51.727 41.256
Basis op orde in Breda 201.863 114.674 205.107 112.576 205.962 111.002 207.397 111.960 209.986 113.804 209.569 112.627
Totaal Programma's 808.481 376.871 826.690 374.087 821.446 368.253 772.859 332.945 761.987 330.480 760.523 328.589
Overhead 101.113 11.771 105.094 9.070 105.294 8.866 104.882 8.866 102.557 8.866 102.538 8.866
Algemene uitkeringen 477.115 503.043 507.585 518.358 521.442 535.775
Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is 3.203 42.517 3.281 45.348 3.367 44.867 3.470 45.565 3.517 46.263 3.565 46.917
Onvoorzien 900 700 700 700 700
Overige algemene dekkingsmiddelen -129 891 1.471 571 13.553 25.507 38.727
Saldo van de financieringsfunctie -2.009 4.336 -692 2.572 -1.017 2.787 -742 2.682 -53 2.577 -2.313 2.494
Dividend 562 513 513 513 513 513
Vennootschapsbelasting 1.246 0 880 1.690 966 1.413 1.440
Subtotaal programma's (incl. algemene dekkingsmiddelen, overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien) 911.905 914.061 937.624 934.633 932.052 932.871 895.688 908.928 895.627 910.141 905.180 923.154
Mutaties Reserves 15.699 27.761 24.205 29.461 18.907 19.023 15.307 3.361 16.147 2.557 19.137 2.059
Begrotingssaldo 927.604 941.823 961.829 964.095 950.959 951.895 910.995 912.289 911.774 912.698 924.317 925.212
Resultaat Jaarrekening 14.218
Resultaat Begroting 2.266 935 1.294 923 895
Terug naar navigatie - Inleiding Bredase begroting 2026 - Toelichting overzicht van baten en lasten

In bovenstaand overzicht is programma 5 ingevolge artikel 8 van het BBV nader uitgesplitst naar algemene dekkingsmiddelen (bestaande uit lokale heffingen, algemene uitkeringen, dividend, saldo van de financieringsfunctie en overige algemene dekkingsmiddelen), alsmede de kosten van overhead, vennootschapsbelasting en de post onvoorzien. De algemene dekkingsmiddelen zijn die inkomsten die geen specifiek bestedingsdoel kennen. De belangrijkste daarvan zijn de uitkering uit het Gemeentefonds en de opbrengst onroerendezaakbelastingen (ozb). Daarnaast zijn er nog een aantal kleinere opbrengsten zonder specifiek bestedingsdoel.