Klimaatbegroting Breda 2026-2029

1. Inleiding

Terug naar navigatie - Klimaatbegroting Breda 2026-2029 - 1. Inleiding

We willen in Breda in 2044 klimaatneutraal zijn. Dat is 6 jaar eerder dan het landelijke doel. Een flinke ambitie waar we samen met inwoners, ondernemers en partners stap voor stap naartoe werken. In 2030 willen we 55% minder CO2* uitstoten dan in 1990. Met het huidige beleid en de huidige landelijke ontwikkelingen zijn we op de goede weg: we verwachten in 2030 op 53% uit te komen. Na 2030 vlakt de daling af, vooral doordat we nog steeds veel aardgas gebruiken. De overstap naar duurzame alternatieven gaat niet vanzelf. Daar is tijd, beleid én samenwerking voor nodig. (*Met 'CO2' bedoelen we in dit document ‘CO2-equivalenten’.)

Sommige ontwikkelingen hebben we niet zelf in de hand. Denk aan netcongestie (het volle stroomnet) en landelijke wetgeving. Toch blijven we in Breda niet stilzitten. We zetten alles op alles om onze doelen te halen. Inwoners met een kleine portemonnee helpen we bijvoorbeeld om hun huis te isoleren. Ook werken we verder aan de Regionale Energiestrategie (RES) voor West-Brabant. En we ondersteunen lokale initiatieven die bijdragen aan een duurzamer Breda. Een mooi voorbeeld is het wijkenergieplan in Prinsenbeek. Daar helpt het Dorpsplatform bewoners op weg naar een energieneutraal en fossielvrij dorp. De gemeente ondersteunt dit initiatief met kennis, mensen en middelen. Daarnaast bouwen we aan een goede laadinfrastructuur voor elektrische auto’s en maken we ruimte voor nieuwe ecologische zones en parken. Zo zorgen we dat onze fysieke leefomgeving bijdraagt aan een duurzame toekomst.

Tot 2030 ligt de focus op energie besparen en woningen isoleren. We stimuleren het verduurzamen van huizen en werkplekken en helpen bij de overstap van fossiele naar hernieuwbare energie. Daarbij betrekken we inwoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers. We hebben oog voor energiearmoede en ondersteunen lokale ideeën. Tegelijk pakken we technologische en maatschappelijke uitdagingen aan.

Deze klimaatbegroting 2026 is een concrete uitwerking van ons klimaatbeleid. We laten zien waar we nu staan, welke stappen we zetten en welke middelen we daarvoor inzetten. De begroting is opgebouwd rond 6 thema’s:

  • energiearchitectuur
  • gebouwde omgeving
  • werklocaties
  • schone mobiliteit
  • duurzame overheid
  • natuurherstel en landbouw

Samen maken we Breda klaar voor een duurzame toekomst.

2. Klimaat hoofddoelstelling

Terug naar navigatie - Klimaatbegroting Breda 2026-2029 - 2. Klimaat hoofddoelstelling

Klimaatneutraal in 2044: samen op weg
Breda wil in 2044 volledig klimaatneutraal zijn. Dat betekent: geen uitstoot van broeikasgassen meer én geen gebruik van aardgas. Een stevige ambitie die past bij onze verantwoordelijkheid voor de toekomst van de gemeente. In 2030 willen we al 55% minder CO2 uitstoten dan in 1990. Dat is in lijn met de landelijke doelen. Door de vergelijking met 1990 te maken, kunnen we goed zien hoeveel vooruitgang we boeken. We gebruiken daarvoor cijfers zoals de hoeveelheid CO2 die we uitstoten in kiloton (kton) en het percentage dat we al hebben verminderd. Zo houden we scherp zicht op hoe we ervoor staan. De berekeningen worden uitgevoerd door onderzoeksbureau CE Delft. Zij actualiseren deze cijfers elk jaar, zodat we steeds met de meest recente inzichten kunnen werken. 

Inzichten
In figuur 1 is te zien hoe de CO2-uitstoot in Breda zich naar verwachting ontwikkelt tot 2050. Als we doorgaan op de huidige koers – met bestaand beleid en landelijke en regionale ontwikkelingen – dan komen we in 2030 uit op een reductie van 53% ten opzichte van 1990. Dat is net onder ons tussendoel van 55%.

De landelijke inzet op hernieuwbare energie zorgt ervoor dat de uitstoot door elektriciteitsgebruik flink daalt. Na 2030 zien we vooral bij mobiliteit nog een sterke afname. Dat komt doordat steeds meer mensen overstappen op elektrisch vervoer.

Bij woningen blijft de uitstoot na 2030 relatief hoog. Dat komt doordat er nog weinig concreet landelijk en lokaal beleid is om het gasverbruik terug te dringen. Bij werklocaties, vooral in de dienstensector, verwachten we wél een verdere daling richting 2044 en 2050. Dat is mede te danken aan nieuwe Europese regels. De herziene richtlijn voor de energieprestaties van gebouwen (EPBD IV) verplicht lidstaten namelijk om slecht presterende utiliteitsgebouwen aan te pakken en te verduurzamen.

Figuur 1: broeikasgasemissies in de gemeente Breda in 1990, 2023, 2030, 2044 en 2050. Mobiliteit is exclusief snelwegen en landbouw is exclusief natuurherstel.

3. Integrale aanpak

Terug naar navigatie - Klimaatbegroting Breda 2026-2029 - 3. Integrale aanpak

3.1    Integrale aanpak voor 2026 en verder
Klimaatneutraliteit is het duidelijke, centrale doel van het Klimaatplan. De weg daarheen vraagt om een grote omslag: een transitie die stap voor stap systemen en structuren verandert. Daarbij maken we ruimte voor innovatie: we vervangen oude werkwijzen door nieuwe, vaak experimentele aanpakken. En dat doen we niet alleen. De betrokkenheid van inwoners, ondernemers en partners is onmisbaar: alleen samen krijgen we het voor elkaar.

We werken met een strategie die zich aanpast aan de tijd. Denk aan stijgende energieprijzen of de druk op het elektriciteitsnet. Ons beleid is flexibel, maar altijd gericht op de lange termijn. De aanpak rust op 3 pijlers:

  • minder energieverbruik, meer duurzame energie
  • samenhang, versnelling en aanpassingsvermogen
  • 6 themalijnen die bijdragen aan klimaatneutraliteit

We werken al enkele jaren via een programmatische aanpak. In die tijd hebben we resultaten geboekt, geleerd van wat wel en niet werkt en onze aanpak aangepast. Op basis van die lessen zetten we vanaf 2026 in op een meer samenhangende en integrale aanpak:

  • Verhalen die verbinden
    Verandering begint met een goed verhaal. Een verhaal dat raakt, inspireert en uitnodigt om mee te doen. Daarom blijven we vertellen waarom we dit doen, hoe we het aanpakken en wat ieders rol daarin kan zijn. Zo bouwen we blijvend aan vertrouwen en verbeeldingskracht; de basis voor echte verandering.
  • Keuzes die werken
    We combineren technische mogelijkheden met de kracht en creativiteit van inwoners, ondernemers en partners. We maken bewustere keuzes. 
  • Wijken als versnellingsmotor
    We willen wijkenergieplannen versneld uitrollen. Daarbij verkennen we hoe we bestaande plannen kunnen versterken met thema’s als mobiliteit, klimaatadaptatie, vergroening en sociale opgaven. Zo ontstaat een samenhangende aanpak die aansluit bij de behoeften en ideeën die lokaal leven.
  • We doen het samen
    Samenwerking met de stad en de dorpen is de sleutel tot succes. Recente onderzoeken laten zien hoe krachtig het is als kartrekkers in wijken of op bedrijventerreinen het voortouw nemen.
  • De gemeente als voorbeeld
    We blijven onze verantwoordelijkheid nemen. Onze inkoop, onze gebouwen en ons wagenpark maken we aantoonbaar duurzaam. Zo laten we zien dát het kan en hóé het kan.

Communicatie als katalysator naar klimaatneutraal
Klimaatneutraal worden is een grote verandering. We stappen over op duurzame manieren van verwarmen en vervoer én bereiden ons voor op een toekomst zonder aardgas. Dat raakt ons allemaal. Daarom vinden we het belangrijk dat iedereen in Breda mee kan doen – ongeacht achtergrond, woningtype of buurt. We zetten in op een inclusieve energietransitie. 

Goede communicatie is daarbij onmisbaar. Niet alleen de techniek bepaalt het tempo van de transitie, maar juist ook het vertrouwen en de betrokkenheid van inwoners, bedrijven en instellingen. Begrijpelijke en eerlijke informatie helpt mensen om te snappen wat er verandert, waarom dat nodig is en wat dat voor hen betekent. Door duidelijk te maken wat mensen nú al kunnen doen, stimuleren we actie en samenwerking in buurten, wijken en werklocaties. We willen met communicatie echt iets in beweging zetten. Door te werken aan draagvlak en gedragsverandering zorgen we dat inwoners en bedrijven zich betrokken voelen en gemotiveerd zijn om hun steentje bij te dragen aan een klimaatneutraal Breda.

Daarom ontwikkelen we een aanvullende communicatiestrategie en een overkoepelend communicatieconcept. Die geven richting aan alle communicatie over het klimaatplan, binnen de organisatie en naar buiten toe. Samen met inwoners, partners en andere betrokkenen bouwen we aan een gedeeld verhaal. Open communicatie tussen én met alle partijen is daarbij essentieel. Alleen zo zetten we samen stappen richting een duurzame toekomst.

3.2    Samenwerking en betrokkenheid
Klimaatneutraliteit bereiken we niet alleen. Het is een complexe opgave die vraagt om samenwerking met en tussen veel verschillende partijen. Denk aan uitdagingen, zoals netcongestie en het tekort aan technisch personeel. Alleen als we onze krachten bundelen, kunnen we deze opgaven aan. Heldere afspraken, een goede afstemming en samenwerking zijn daarbij essentieel. 

Dit is hoe de belangrijkste partners bijdragen aan een klimaatneutraal Breda:

  • Bedrijven verduurzamen hun productie en investeren in energie-efficiëntie en innovatie. Ze spelen in op de groeiende complexiteit van lokale energiesystemen.
  • Netbeheerders versterken het elektriciteitsnet om overbelasting te voorkomen.
  • Projectontwikkelaars en energieleveranciers investeren in hernieuwbare energie en helpen klanten om energie te besparen.
  • Woningcorporaties zijn de aanjagers van de verduurzaming van sociale huurwoningen.
  • Inwoners verduurzamen hun woningen en passen hun gedrag aan.
  • Maatschappelijke instellingen, zoals scholen en ziekenhuizen, verduurzamen hun gebouwen en vergroten het bewustzijn over klimaat en energie.
  • Onderwijsinstellingen leiden vakmensen op en stimuleren innovatie.
  • De provincie ondersteunt gemeenten en zorgt voor afstemming in regionale energieplannen.
  • De RES-regio West-Brabant ontwikkelt de regionale energiestrategie.
  • Het Samenwerkingsverband Regio Breda-Tilburg (SRBT)
  • De Rijksoverheid stelt kaders en biedt financiële ondersteuning voor duurzame projecten.

Samen bouwen we aan een klimaatneutraal Breda. Ieder vanuit zijn eigen rol, maar met één gezamenlijk doel.

3.3    De rol en positie van de gemeente Breda 
Om de klimaat- en duurzaamheidsdoelen te bereiken, pakt de gemeente Breda meerdere rollen op:

  • regisseur: we sturen actief op de ontwikkelingen
  • partner: we werken samen met de netbeheerder, de corporaties, het bedrijfsleven en bewoners aan oplossingen
  • uitvoerder: we verduurzamen onze eigen organisatie, wat onze geloofwaardigheid en de samenhang versterkt
  • versneller: we creëren ruimte voor innovatie en maatwerk

3.4    Verbondenheid met het Rijk
De gemeente Breda levert een belangrijke bijdrage aan de landelijke klimaatdoelen. Daarbij is een goede samenwerking met het Rijk onmisbaar. Nieuwe taken vragen om aanpassingen in hoe we ons werk organiseren én financieren. Denk aan het gezamenlijk programmeren van het energiesysteem, het warmtevraagstuk (inclusief de mogelijke ontwikkeling van publieke warmtebedrijven), soortenbescherming en het aanpakken van netcongestie. Ook bestaande taken zijn de afgelopen jaren veranderd. Zo werken we wijkgericht aan een aardgasvrije gemeente, actualiseren we ons warmteprogramma, breiden we de laadinfrastructuur uit en zorgen we dat warmtenetten goed passen in de bestaande infrastructuur.

Het rapport van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) uit februari 2024 bevestigt dit beeld. Het laat zien dat gemeenten, waaronder Breda, extra middelen nodig hebben om hun klimaat- en energietaken goed uit te voeren. Het is op dit moment nog onduidelijk of deze extra financiering ook daadwerkelijk beschikbaar komt. Wanneer dat niet het geval is, leidt dit tot knelpunten in de uitvoering en het risico dat we onze doelstellingen niet kunnen behalen. 

Het Rijk stelt meerdere financiële regelingen beschikbaar, zoals de CDOKE-gelden, VHF-gelden en SPUK-uitkeringen. Die helpen, maar zijn niet altijd voldoende. Voor grotere projecten zijn aparte financieringen nodig. Breda heeft de ambitie om verder te gaan dan de landelijke doelen. Om dat waar te maken, investeren we zelf en zoeken we actief naar aanvullende middelen, bijvoorbeeld via Europese of provinciale subsidies.

Naast financiering hebben we ook behoefte aan slimme samenwerking en ruimte voor vernieuwing. Alleen door samenwerking en innovatie kunnen we onze ambities behalen en Breda beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering.

3.5    Kadernota 2025
In de begroting 2025 hebben we duidelijke keuzes gemaakt op het gebied van wonen en werken, mobiliteit en bereikbaarheid, klimaat en natuur. Denk aan het uitvoeren van onze woon- en economische visie, het stellen van prioriteiten in gebiedsontwikkelingen, het aanpassen en harmoniseren van de parkeertarieven in de stad en het blijven toewerken naar een klimaatneutraal Breda in 2044.

We zijn volop bezig met de uitvoering van de keuzes en gaan daar in 2026 onverminderd mee verder. Voor Volkshuisvestingsfonds tranche 2 stellen we in de kadernota 2025 € 0,5 miljoen cofinanciering aanvullend beschikbaar.

We blijven scherp sturen op onze ambities, ook binnen de financiële ruimte die er is.

4. Maatregelen vanuit de 6 thema's

Terug naar navigatie - Klimaatbegroting Breda 2026-2029 - 4. Maatregelen vanuit de 6 thema's

4.1    Energiearchitectuur: naar een rechtvaardige transitie
Het thema Energiearchitectuur vormt de basis onder alle andere thema’s. Het gaat over het energiesysteem van de toekomst – een systeem dat betrouwbaar, duurzaam én eerlijk is. Om duurzame energiebronnen goed te kunnen gebruiken, moeten we onze infrastructuur aanpassen. Denk aan netwerken voor het transport en de opslag van elektriciteit, warmte en gas.

We willen dat iedereen mee kan doen in de energietransitie, ongeacht inkomen, woningtype of buurt. Daarom zetten we in op een rechtvaardige en inclusieve aanpak. Zo bouwen we aan een veerkrachtig energiesysteem dat klaar is voor de toekomst.

We zien een duidelijke beweging naar een meer decentraal energiesysteem. Dat vraagt om nauwe samenwerking in de regio. Binnen de RES (Regionale Energiestrategie), het SRBT (Samenwerkingsverband Regio Breda-Tilburg) en met de provincie werken we samen aan slimme oplossingen die passen bij onze lokale en regionale opgaven.

4.1.1    Ontwikkelingen vanaf 2020
Breda heeft flinke stappen gezet richting een duurzamer energiesysteem. De afgelopen periode hebben we de basis gelegd voor een robuuster lokaal en regionaal energienetwerk. Ook hebben we de capaciteit voor duurzame energieopwekking verhoogd en gezorgd voor een efficiëntere coördinatie in de energietransitie. De verbeterde regionale samenwerking en strategische planning dragen bij aan de stabiliteit van het systeem. 

Figuur 2: ontwikkelingen binnen de energiearchitectuur in Breda sinds 2020

4.1.2    Maatregelen voor 2026
De gevolgen van netcongestie zijn via een verkenning in beeld gebracht. Het is een systeemopgave die raakt aan veel onderdelen van het gemeentelijke beleid. Bedrijven die zich in Breda willen vestigen en bedrijven die willen uitbreiden of verduurzamen, moeten soms lang wachten op een aansluiting op het elektriciteitsnet. Ook de bouw van nieuwe woningen en voorzieningen komt onder druk te staan. Hoewel woningen nog aangesloten kunnen worden, geldt dat niet voor essentiële voorzieningen, zoals supermarkten, scholen en zorgcentra.

Daarnaast belemmert netcongestie de verduurzaming van grotere complexen, zoals appartementengebouwen en projecten van woningcorporaties. Dit heeft directe gevolgen voor het vestigingsklimaat en de toekomstbestendigheid van onze gemeente.

Samen met onze partners zoeken we naar manieren om het bestaande net slimmer te benutten. We willen ruimte creëren op het net, zodat bedrijven en instellingen tóch aangesloten kunnen worden. We zetten in op een driesporenbeleid:

  • Netverzwaring: investeren in uitbreiding van het elektriciteitsnet.
  • Netbewust bouwen: bouwen met zo min mogelijk belasting van het elektriciteitsnet en met ruimte voor duurzame groei.
  • Netbewuste stad: stimuleren van gedragsverandering bij inwoners en bedrijven en inzetten op een slimmer en efficiënter gebruik van het bestaande net.

Deze aanpak sluit aan bij landelijke campagnes. Gedragsverandering kan helpen, maar lost het probleem niet volledig op. Daarom blijven we zoeken naar structurele oplossingen om de betrouwbaarheid en capaciteit van het net op lange termijn te waarborgen.

We richten ons op een sterker lokaal energiesysteem. Dat doen we samen met netbeheerders, andere overheden en ontwikkelaars. Dit is daarbij onze inzet:

  • Beleid en positie bepalen
    We bepalen ons standpunt over nieuwe wetgeving, technieken en economische modellen voor het energiesysteem van de toekomst. We zetten versterkt in op samenwerking met publieke en private stakeholders.
  • Strategie voor het energiesysteem
    We werken aan de aangepaste Transitievisie Warmte, waarover de gemeenteraad naar verwachting in 2026 een besluit neemt. In de tweede helft van 2025 brengen we in een warmtestudie de beschikbare warmtebronnen in beeld. De studie geeft inzicht in het verdelingsvraagstuk, schetst keuzes voor warmteoplossingen en dient als input voor het warmteprogramma.
  • Energieplanologie
    • We programmeren en stellen prioriteiten. Daarbij leggen we onze ambities naast de investeringsplannen van netbeheerders. Dit gebeurt aan de Energietafel in Breda, in afstemming met de regio (RES, SRBT) en de provincie.
    • We werken nauw samen met de netbeheerder en houden rekening met andere thema’s die invloed hebben op de ondergrond.
    • Op bedrijventerrein Steenakker en aan de Frankenthalerstraat starten we met een gebiedsgerichte aanpak. We stemmen vraag en aanbod van energie lokaal op elkaar af. Zo ontstaan semiautonome energiesystemen die het bestaande net ontlasten.
  • Warmteprogramma
    We werken aan een nieuw warmteprogramma dat in 2026 aan de gemeenteraad wordt aangeboden.

4.2    Gebouwde omgeving
Dit thema richt zich op de verduurzaming van alle 88.000 woningen (huizen en appartementen) in de stad en de dorpen. Betrokken partijen hierbij zijn eigenaren van koopwoningen, verenigingen van eigenaren (vve’s), corporaties en particuliere of bedrijfsmatige verhuurders.

4.2.1    Ontwikkelingen vanaf 2020
Breda heeft de afgelopen jaren mooie stappen gezet bij het isoleren van woningen en bij het verduurzamen van gebouwen, ondersteund door subsidies en leningen. De stapsgewijze implementatie van maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie heeft geleid tot een duurzame transitie, met brede maatschappelijke betrokkenheid en meetbare voordelen voor het milieu én voor onze inwoners. Voortdurende inzet en samenwerking zijn essentieel om deze positieve ontwikkelingen te handhaven en uit te breiden. 

Figuur 3: ontwikkelingen binnen de gebouwde omgeving in Breda sinds 2020

In onderstaande grafiek ziet u de verdeling van de uitstoot, met daarbij de ambitie voor 2026 en de berekende prognose voor 2023, 2030, 2044 en 2050. De daling van de uitstoot vanuit het elektriciteitsverbruik is een gevolg van de toename van de hoeveelheid duurzame elektriciteit.

Figuur 4: de CO2-uitstoot van de huishoudens in Breda (bron: CE Delft)

4.2.2    Maatregelen voor 2026 
Ook in 2026 zetten we onze gecombineerde aanpak voort: we werken gebiedsgericht en gemeentebreed. 

1. Gebiedsgerichte aanpak
Onze oorspronkelijke ambitie was om tot 2030 elk jaar nieuwe wijkenergieplannen op te starten, gebaseerd op de 12 verkenningsgebieden uit de Transitievisie Warmte. In de praktijk is gebleken dat externe factoren het tempo beïnvloeden. Denk aan de netcongestie, de Wet natuurbescherming en een tekort aan vakmensen. Daarnaast dwingen bezuinigingen vanuit het Rijk ons om de planning bij te stellen. Daardoor is er ook in 2026 geen ruimte voor versnelling.

Tegelijkertijd willen we beter inspelen op initiatieven vanuit de stad en de dorpen en de geleerde lessen toepassen. Dat betekent: flexibel zijn, maar ook versnellen waar het kan. We richten ons op aardgasvrij-ready zolang er nog geen duidelijkheid is over de toekomstige warmtebronnen. Daarbij geven we voorrang aan plekken met energie en motivatie, bijvoorbeeld bij woningcorporaties, bewonersinitiatieven of integrale wijkplannen.

Voor 2026 betekent dit:

  • Voortzetten van de lopende 4 wijkenergieplannen en 1 bewonersinitiatief (Prinsenbeek)
  • Vaststellen van het vijfde wijkenergieplan aardgasvrij-ready
  • Opstarten van 1 nieuw wijkenergieplan
  • Uitvoeren van lopende projecten in gespikkeld bezit, samen met woningcorporaties
  • Ondersteunen van minimaal 4 buurtinitiatieven, waaronder Prinsenbeek
  • We starten een pilot om te onderzoeken hoe een all electric oplossing voor de warmtetransitie vormgegeven zou kunnen worden

Voorwaarde blijft dat er voldoende personele capaciteit beschikbaar is; zonder mensen geen uitvoering.

2. Gemeentebrede aanpak
We blijven inwoners, instellingen en bedrijven ondersteunen die zelf aan de slag willen met verduurzaming. Samen met onze partners informeren, inspireren en faciliteren we hen. Waar nodig bieden we financiële ondersteuning. In 2026 ligt de focus op isolatie, ventilatie, het aardgasvrij(-ready) maken van woningen, financiële instrumenten en bewustwording. Dit is onze inzet:

  • Isolatie
    • Uitrollen van de tweede ronde van de landelijke isolatiesubsidie voor eigenaar-bewoners. Deze subsidie draagt substantieel bij aan het doel van 4500 isolatiemaatregelen per jaar tot 2030.
  • Informatie en bewustwording
    • Voorlichting via het online Energieloket, het fysieke Energieloket, de Greenhopper, de wijkspreekuren en boerderij Wolfslaar. In 2026 brengen we dit samen in een Energiehuis, in lijn met de Europese richtlijn EPBD IV.
    • Vervolg van het project Energiebespaarcoaches voor inwoners met een smalle beurs.
  • Financiële instrumenten
    • Vervolg van de subsidieregelingen uit het Volkshuisvestingsfonds (VHF) in de Hoge Vucht, Doornbos-Linie en Tuinzigt. Doordat er € 200.000 minder beschikbaar is aan gemeentelijke cofinanciering, is het subsidieplafond lager. De focus ligt daarom op grondgebonden woningen. De vve-regeling in Tuinzigt wordt beperkt opgestart, afhankelijk van de voortgang en effectiviteit.
    • Vervolg van de regeling Toekomstbestendig Wonen, waarbij we aantrekkelijke leningen aanbieden voor het verduurzamen en levensloopbestendig maken van woningen.
  • Specifieke doelgroepen
    • Stimuleren en activeren van vve’s richting verduurzaming. Bij gemengde vve's gebeurt dit in samenwerking met de woningcorporaties.
    • Mogelijk invoeren van een stimuleringsprogramma voor particuliere verhuurders.
    • Inspelen op natuurlijke momenten, zoals een verhuizing of verbouwing.
    • Voorlichting en ondersteuning voor eigenaren van monumentale panden.
    • Ondersteuning voor inwoners met een smalle beurs of risico op energiearmoede.

We zetten deze gecombineerde aanpak ook de komende jaren voort. 

4.3    Werklocaties
Binnen dit thema richten we ons op de verduurzaming van utiliteitsgebouwen op bedrijventerreinen en kantoorlocaties en van verspreide bedrijfsgebouwen. Ook gemeentelijk vastgoed valt hieronder en wordt meegenomen in de CO2-cijfers. De aanpak van de werklocaties wordt integraal afgestemd met het thema Duurzame overheid. De uitdaging is helder: we willen onze CO2-doelstellingen voor 2044 halen, zónder de lokale economie uit het oog te verliezen.

Sinds 2022 merken we ook in Breda steeds meer de gevolgen van netcongestie. Voor aansluitingen groter dan 3 x 80 ampère geldt sindsdien een wachtlijst voor het verhogen van het gecontracteerd vermogen, het verzwaren van bestaande aansluitingen en het aanvragen van nieuwe aansluitingen met transportcapaciteit. Waar dit eerst vooral grootverbruikers trof, raken inmiddels ook maatschappelijke voorzieningen en kleinere ondernemers direct of indirect beperkt in hun mogelijkheden.

We moeten ons voorbereiden op een langdurige periode van schaarste. De beperkte transportcapaciteit van het elektriciteitsnet beïnvloedt de uitvoerbaarheid van vrijwel al onze ambities, ook op het gebied van werklocaties. Daarom zetten we in op slimme oplossingen, samenwerking met netbeheerders en het optimaal benutten van de bestaande infrastructuur.

4.3.1    Ontwikkelingen vanaf 2020

Figuur 5: ontwikkelingen op de werklocaties in Breda sinds 2020

In onderstaande grafiek ziet u de verdeling van de uitstoot tot en met 2023, de ambitie en de berekende prognose voor 2023, 2024, 2025, 2030, 2044 en 2050. Sinds 1990 is er vooral een sterke daling in de industrie te zien. Dat komt met name doordat vanaf die tijd grote industriële bedrijven uit Breda zijn vertrokken, zoals de Machinefabriek Breda in 1993, Drie Hoefijzers/Oranjeboom in 2004, CSM in 2008 en De Faam in 2013. Tussen 2021 en 2022 is er ook een reductie zichtbaar door landelijke ontwikkelingen, zoals de daling van de emissiefactor van elektriciteit. Een verdere reductie is mede het gevolg van de label C-verplichting voor kantoorpanden.


Figuur 6: de CO2-uitstoot van de werklocaties in Breda (bron: Regionale klimaatmonitor en CE Delft)
 

4.3.2     Maatregelen voor 2026 
In 2026 zet Breda in op het versnellen van de energietransitie bij bedrijven en instellingen. Dat doen we niet alleen, maar samen met netbeheerders, ondernemers, brancheorganisaties, kennisinstellingen, het onderwijs en andere overheden. Door samenwerking en maatwerk zorgen we dat ook het bedrijfsleven mee kan in de overgang naar een duurzaam energiesysteem.

Onze inzet voor 2026 bestaat uit de volgende maatregelen:

  • Informatieloket voor bedrijven en instellingen
    We optimaliseren het fysieke en digitale loket voor de energietransitie. Hier kunnen ondernemers terecht voor voorlichting, ondersteuning en informatie over maatregelen en wet- en regelgeving.
  • Flexibiliteit bij grootverbruikers
    We stimuleren de top 10 grootverbruikers in Breda om flexibeler en weerbaarder te worden. Bijvoorbeeld door restcapaciteit lokaal in te zetten en slimmer gebruik te maken van het bestaande net.
  • Samenwerking en innovatie op bedrijventerreinen
    We stimuleren vernieuwing via gebiedsgerichte (proef)projecten op bedrijventerreinen, zoals Steenakker, de Frankenthalerstraat, 3B-O, de Krogten/Emer en Hazeldonk. Hier verkennen we samen met ondernemers nieuwe vormen van energie-uitwisseling en netoptimalisatie.
  • Aanpak voor instellingen en bedrijven in de wijken
    We zetten de aanpak voort voor sectoren zoals de horeca, de retail en maatschappelijk vastgoed (onderwijs, cultuur en zorg). Ook hier ondersteunen we verduurzaming op maat.
  • Toezicht en stimulering
    We voeren onze wettelijke taken uit op het gebied van toezicht en handhaving en stimuleren tegelijkertijd duurzame keuzes.
  • Adviserende rol bij nieuwe bedrijventerreinen
    Bij de ontwikkeling van nieuwe werklocaties adviseren we over de energievoorziening en duurzaamheid, zodat deze locaties vanaf de start toekomstbestendig zijn.

4.4    Schone mobiliteit
Binnen dit thema richten we ons op de CO2-uitstoot van het verkeer en het vervoer op de Bredase wegen én op het gebruik van mobiele werktuigen binnen de gemeente. Het Klimaatplan richt zich in eerste instantie op het schoner maken van vervoersmiddelen. Denk aan de overstap naar elektrische voertuigen en andere emissievrije alternatieven.

Toch kijken we ook verder dan alleen de techniek. We stimuleren binnen dit thema ook deelmobiliteit, zoals deelauto’s en deelfietsen. Daarnaast zetten we in op gedragsverandering: we willen mensen verleiden om vaker te kiezen voor een andere manier van reizen, of om überhaupt minder te reizen. Minder verplaatsingen betekent immers ook minder uitstoot.

Maatregelen die gericht zijn op mobiliteitsthema’s, zoals infrastructuur, doorstroming en verkeersveiligheid, worden uitgevoerd via de reguliere begroting. Vanuit het Klimaatplan richten we ons specifiek op de bijdrage van mobiliteit aan de CO2-reductie.

4.4.1    Ontwikkelingen vanaf 2020
De afgelopen jaren hebben we flinke stappen gezet in het schoner maken van de mobiliteit. Zo is het aantal laadpunten in Breda fors toegenomen. Dat maakt elektrisch rijden toegankelijker en helpt om de uitstoot van schadelijke stoffen te verminderen. Ook de introductie van deelscooters heeft gezorgd voor meer duurzame mobiliteitsopties in de gemeente. Daarnaast is er veel geïnvesteerd in het stimuleren van fietsgebruik.

Figuur 7: ontwikkelingen op het gebied van schone mobiliteit in Breda sinds 2020

Toch blijft de CO2-reductie binnen het thema Schone mobiliteit beperkt. De mobiliteit is weliswaar schoner geworden, maar tegelijkertijd ook gegroeid. Meer mensen reizen alleen, verplaatsen zich vaker en de voertuigen worden groter. Daardoor daalt de totale uitstoot minder snel dan gehoopt. Daarom blijven we ons hiervoor inzetten. Alleen zo kunnen we de CO2-uitstoot binnen dit thema verder terugdringen en bijdragen aan een klimaatneutraal Breda.

Onderstaande grafiek laat de verdeling van de uitstoot zien in de jaren tot en met 2023, de ambitie en de berekende prognose voor 2023, 2024, 2025, 2030, 2044 en 2050.

Figuur 8: de CO2-uitstoot op het gebied van mobiliteit in Breda (bron: CE Delft)

Op het gebied van mobiliteit zien we nauwelijks een daling. Het effect van schonere en elektrische auto’s is vrijwel net zo groot als de toename van het verkeer in de stad, waardoor de emissies gelijk blijven. Richting 2030 wordt wél een omslag verwacht: de effecten van de landelijke en Europese afspraken over elektrische voertuigen worden steeds groter. Voor personenauto’s is het daarom vooral van belang om te blijven investeren in de groei van het aantal laadpalen. Ook in het vrachtvervoer is een dalende trend ingezet, maar langzamer. Dit komt doordat de uitrol van zero emissie-vrachtwagens langzamer gaat. Een verdere stimulering van schoon goederenvervoer is ingezet met de invoering van de zero emissie-zone in 2029. Dit heeft vooral effect op de verschoning van de categorie bestelbussen. Tot slot wordt het aandeel van mobiele werktuigen in de CO2-uitstoot steeds groter. De gemeente kan op dit onderdeel meer impact hebben. Daarom zijn we het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen aangegaan.

4.4.2     Maatregelen voor 2026 
Ook in 2026 blijven we werken aan een schoner en slimmer mobiliteitssysteem in Breda. We richten ons op het verder elektrificeren van voertuigen in de stad, het stimuleren van deelmobiliteit en het efficiënter maken van de stedelijke logistiek.

  • Laadinfrastructuur
    We gaan door met de uitrol van de laadinfrastructuur die nodig is voor de groei van het elektrisch vervoer in de stad. De Bredase Agenda Laadinfrastructuur geeft richting aan deze ontwikkeling en stelt eisen aan het netbewust en slim laden. Waar mogelijk pakken we kansen samen met marktpartijen op.
  • Zero emissie-zone
    We gaan verder met de voorbereidingen voor een zero emissie-zone voor goederenvervoer in het centrum. Een logistiek makelaar ondersteunt bedrijven bij het verduurzamen van hun wagenpark en (indien nodig) bij het aanvragen van een ontheffing. Tegelijkertijd werken we aan efficiëntere stedelijke distributie, zodat het aantal voertuigbewegingen afneemt. Dit doen we samen met ondernemers, vervoerders en andere overheden.
  • Stimuleren deelauto’s
    We breiden het aantal deelauto’s in Breda verder uit. We willen dat deze voertuigen zo snel mogelijk emissievrij zijn. Daarom stellen we een ingroeipad vast richting een volledig zero emissie-deelautopark. 
  • Gedragsverandering en mobiliteitshubs
    We starten een communicatiecampagne over mobiliteit in Breda. Daarmee willen we inwoners en ondernemers informeren, inspireren en activeren om duurzame keuzes te maken. Daarnaast onderzoeken we de haalbaarheid van mobiliteitshubs: plekken waar verschillende vormen van vervoer samenkomen en overstappen makkelijk wordt.
  • Mobiele werktuigen
    We stellen in 2026 een plan vast om ook de categorie mobiele werktuigen verder te verduurzamen. Denk aan bouwmachines en andere voertuigen die nu nog vaak op fossiele brandstoffen draaien.

4.5    Duurzame overheid
Als gemeente willen we niet alleen beleid maken, maar ook zelf het goede voorbeeld geven. Dat is het uitgangspunt van het thema Duurzame overheid. We verduurzamen onze eigen organisatie: van gebouwen tot inkoop en van personeelsbeleid tot de uitvoering van werkzaamheden in de stad. Daarbij kijken we niet alleen naar onze producten en gebouwen, maar ook naar onze dienstverlening en bedrijfsprocessen.

Tegelijkertijd staan we voor een dubbele uitdaging: we hebben te maken met beperkte financiële middelen én schaarste op het elektriciteitsnet. Dat vraagt om scherpe keuzes. Zelfs als er energie of budget beschikbaar is, moeten we telkens zorgvuldig afwegen of we investeren in de stad en de dorpen of in onze eigen organisatie. Ook daarin willen we het goede voorbeeld geven door bewust, transparant en toekomstgericht te handelen.

Naast het verduurzamen van onze directe bedrijfsvoering (zoals gebouwen en voertuigen), kijken we steeds vaker naar de indirecte CO2-uitstoot die voortkomt uit onze manier van werken. Samen met keten- en contractpartners verkennen we hoe we ook dáár stappen kunnen zetten. Waar mogelijk zetten we deze kansen om in concrete pilots of projecten. Zo werken we aan het verkleinen van onze CO2-voetafdruk, zowel direct als indirect en laten we zien dat een duurzame overheid noodzakelijk en tegelijkertijd mogelijk is.

4.5.1    Ontwikkelingen vanaf 2020
Sinds 2020 werken we gericht aan de verduurzaming van de gemeentelijke organisatie. Sindsdien is het thema Duurzame overheid steeds steviger verankerd in onze klimaatambities. Tot en met 2024 hebben we ons gericht op 3 domeinen: het wagen- en machinepark, (maatschappelijk) vastgoed en het gemeentelijk stadsingenieursbureau (SIB). Sinds 2025 is deze aanpak verbreed met de domeinen wijkzaken, inkoop en aanbestedingen, HR, IT en facilitaire zaken. Daarmee dekt de aanpak nu vrijwel de hele organisatie én de belangrijkste verbindingen met onze (contract)partners. Zo kunnen we nog gerichter en effectiever aan de slag met duurzaamheid.

Inhoudelijke focus
De verduurzaming van de gemeentelijke bedrijfsvoering richt zich op het verlagen (en uiteindelijk minimaliseren) van onze CO2-voetafdruk. Daarbij kijken we niet alleen naar onze directe uitstoot, maar ook naar de indirecte impact van onze bedrijfsvoering. Data speelt hierin een steeds grotere rol. We verbeteren de kwaliteit van bestaande gegevens en verrijken deze met nieuwe inzichten. Bijvoorbeeld het verbruik van de verschillende energiebronnen via slimme meters of de daadwerkelijke vervoersprestaties van het gemeentelijke wagenpark. Zo kunnen we beter meten en (bij)sturen.
 
 

Figuur 9: de ontwikkelingen binnen het thema Duurzame overheid in Breda sinds 2020

Voor de centrale sturing, monitoring en berekening van onze CO2-uitstoot gebruiken we de CO2-prestatieladder. Breda is hiervoor sinds 2022 gecertificeerd. Als referentiejaar voor de metingen is gekozen voor 2019. De meest recente, onafhankelijk geverifieerde data zijn van 2023. De CO2-voetafdruk wordt berekend op basis van het energieverbruik van de gemeentelijke organisatie.

Het totale energieverbruik sinds 2019 is afgenomen. Een uitzondering daarop is het brandstofverbruik van voertuigen. Die toename hangt samen met de groei van gemeentelijke activiteiten in de regio, zoals afvalinzameling en maatschappelijke dienstverlening. Daarnaast is het gemeentelijke wagenpark uitgebreid.

4.5.2    Maatregelen voor 2026
In 2026 richten we ons op het verbreden van duurzaamheidsthema’s binnen de gemeentelijke organisatie, het verbeteren van de datakwaliteit en de mate van inzicht en het uitvoeren van projecten die bijdragen aan een verdere CO2-reductie. We zetten daarbij in op concrete maatregelen die de directe en indirecte voetafdruk van de gemeentelijke organisatie verkleinen.

Onze inzet voor 2026 bestaat uit de volgende acties:

  • Voorbereiding op de MKI-verplichting in de infrasector (vanaf 2027)
    We bereiden ons voor op de verplichting om aan te besteden met de MilieuKostenIndicator (MKI) als onderdeel van de klimaatdoelstellingen. Dit doen we via:
    • interne opleidingen
    • het stimuleren van marktpartijen om hun producten te laten certificeren
    • het verkennen van innovatieve aanbestedingsvormen
  • Activiteiten voor de borging en implementatie van schoon en emissieloos bouwen
    We coördineren, monitoren en ondersteunen werkzaamheden en doelstellingen in het kader van het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen.
  • Inzicht in de GWW-keten om kansen voor verduurzaming in beeld te krijgen
    We gaan de GWW-keten (grond-, weg- en waterbouw) in kaart brengen om invulling te geven aan scope 3 van de CO2-prestatieladder en om beter inzicht te krijgen in de mogelijkheden om deze keten te verduurzamen voor MVOI.
  • Bewustwording en reductie van de CO2-impact van digitalisering, IT en AI
    We onderzoeken waar kansen liggen om de energie-efficiëntie te verbeteren en richten ons op het verkleinen van onze digitale voetafdruk. Hierbij wordt ook een bewustwordingscampagne uitgerold onder de medewerkers.
  • Onderzoek naar energieverbruik van IT en AI
    We brengen blinde vlekken in kaart en zoeken naar concrete reductiemogelijkheden, waaronder documentmanagement. Ook wordt een IT-testomgeving opgezet om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om energie te besparen door apparatuur slimmer aan en uit te zetten.
  • Pilot real-time monitoring elektriciteitsverbruik gemeentelijk vastgoed
    We starten een pilot om actief en real-time data te verzamelen en te verrijken, zodat we beter kunnen sturen op ons energieverbruik.
  • Onderzoek alternatieve smartphone
    We gaan onderzoeken welke duurzame alternatieven er zijn voor de huidige smartphones. Hierbij onderzoeken we of de oplossing technisch aansluit op ons landschap en laten we gebruikers testen in hoeverre dit een geschikt alternatief kan zijn. 
  • Versnelling van de verduurzaming van ons wagen- en machinepark
    We zetten extra stappen om het gemeentelijke wagenpark sneller te verduurzamen.
  • Bezettingsmonitoring stadskantoor
    We ontwikkelen een systeem om de bezettingsgraad van het stadskantoor te meten en het gebruik efficiënter te maken. In het verlengde hiervan wordt een pilot opgezet om te testen hoe slimmer omgaan met de ruimte kan leiden tot energie-efficiëntie. 
  • Uitrol en borging MVOI
    We monitoren en melden de duurzaamheidsresultaten binnen de organisatie.
  • Aansluiten op de nieuwe systematiek van de CO2-prestatieladder
    We bereiden ons voor op een doorgroei naar een hoger niveau binnen de vernieuwde systematiek.
  • Opstellen van een integraal klimaatplan voor de interne organisatie
    We formuleren beleid, een visie en uitvoeringslijnen voor de verduurzaming van onze eigen organisatie.
  • Bewustwording binnen de organisatie
    We vergroten het bewustzijn over duurzaamheid onder onze medewerkers, met aandacht voor afvalscheiding, duurzame mobiliteit en het verduurzamen van het gemeentelijke bedrijfsrestaurant.

4.6    Natuurherstel en landbouw
Binnen dit thema werken we aan het versterken van de natuur én aan een toekomstbestendige landbouw. We herstellen natuurwaarden door landbouwgrond aan te kopen en opnieuw in te richten als natuur. Zo verminderen we de uitstoot van broeikasgassen uit landbouw en veenoxidatie en leggen we CO2 vast via de aanplant van nieuw bos en struweel.

We blijven investeren in de ontwikkeling van de ecologische groenstructuur van Breda. Deze structuur bestaat uit het Natuurnetwerk, ecologische verbindingszones (EVZ's) en faunapassages. De uitgangspunten hiervoor zijn vastgelegd in het Groenkompas van Breda.

Een duurzame landbouw vraagt om perspectief voor agrariërs. We ondersteunen bedrijven die willen omschakelen naar een toekomstbestendig model. Dat betekent: passend landgebruik, bijdragen aan maatschappelijke doelen en veerkrachtig zijn in een veranderend klimaat en bij veranderende wet- en regelgeving.

4.6.1    Ontwikkelingen vanaf 2020
Dankzij duurzamere landbouwmethoden en een gerichte inzet op natuurherstel zien we duidelijke resultaten. De biodiversiteit is toegenomen en de uitstoot van broeikasgassen is sterk verminderd. Daarmee is de ecologische balans in het stedelijk gebied en het buitengebied versterkt.

Deze structurele verbeteringen dragen bij aan een gezonde en toekomstbestendige leefomgeving. Ze ondersteunen niet alleen onze klimaatdoelen, maar versterken ook de ecologische veerkracht van Breda. We blijven ons inzetten om deze positieve ontwikkelingen vast te houden én verder uit te bouwen. Zo zorgen we dat natuur en landbouw ook in de toekomst hand in hand gaan.

Figuur 10: Ontwikkelingen Natuurherstel en Landbouw Breda sinds 2020

Figuur11: CO2- uitstoot Landbouw Breda (CE Delft) 

4.6.2    Maatregelen voor 2026
In 2026 zetten we opnieuw stevige stappen op het gebied van natuurherstel en de transitie naar een duurzame landbouw. We werken aan nieuwe natuur, versterken biodiversiteit en ondersteunen agrariërs in hun omschakeling naar toekomstbestendige bedrijfsvoering.

Natuurherstel
We richten ons op de planvoorbereiding en realisatie van nieuwe natuur met de volgende maatregelen:

  • Aanleg van 35 hectare nieuwe natuur
    We kopen gronden aan en richten deze in als onderdeel van het Natuurnetwerk en ecologische verbindingszones (EVZ).
  • Inrichting van natuurgebieden binnen het Natuurnetwerk
    • Landgoederenzone Haagse Beemden-Zuid
    • Uitbreiding Lage Vuchtpolder (fase 2)
    • Noordrand Midden – de Hillen
  • Vervolg op het Levensbos
    We gaan door met de realisatie van het Levensbos, mede mogelijk gemaakt door donaties van inwoners en bedrijven.
  • EVZ langs waterlopen
    We werken aan ontwerp, planvoorbereiding en realisatie van deeltrajecten langs de Mark, Aa of Weerijs en de Singels.
  • Aanleg van 8 faunapassages
    Denk aan ecotunnels, ecobruggen en hekwerken bij gemeentewegen ter bescherming van diersoorten.
  • Stimuleren biodiversiteit in het buitengebied
    Via financiële bijdragen aan de subsidieregelingen Erven Plus en Stila ondersteunen we bewoners bij het aanleggen van poelen, bloemenstroken, houtwallen en natuurvriendelijke oevers.
  • Gebiedsgerichteaanpak Ulvenhoutse Bos
    Met de Bredase aanpak Stikstof vermindert de gemeente de stikstofdepositie, voor zover de gemeente hier invloed op heeft. In 2026 gaat de aanpak voor het herstel van de natuur in het Ulvenhoutse Bos een nieuwe fase in. Gemeente Breda geeft samen met Programmabureau en diverse andere partners, uitvoering aan het programmaplan “Gebiedsgerichte Aanpak Ulvenhoutse bos”. Dit plan is in de 2e helft van 2025 vastgesteld.
  • Vertaling Natuurherstelplan naar nieuw beleid
    We starten met het opstellen van nieuw natuurbeleid op basis van het Natuurherstelplan

In onderstaande tabel ziet u de verwachte aanleg van nieuwe natuur binnen de gemeente Breda.

Verwachte realisatie van nieuwe natuur per jaar 2026 2027 2028 2029
Natuurnetwerk (ha) 35 35 35 35
Ecologische verbindingszones (km) 2,7 5,1 7,0 1,4
Faunapassages 8 8 8 8
Tabel 1: Verwachte aanleg nieuwe natuur binnen Gemeente Breda

Duurzame landbouw
Voor de landbouwtransitie nemen we de volgende stappen:

  • Ondersteuning van agrariërs via een ondernemersloket
    We richten een loket in waar agrariërs terecht kunnen voor advies en ondersteuning.
  • Proactieve benadering via accountmanager landbouw
    De gemeente zoekt actief contact met agrarisch ondernemers om samen te werken aan verduurzaming. 
  • Samenwerking met de glastuinbouwsector
    We blijven in gesprek over kansen voor duurzame energie, in samenhang met de energiebehoefte van nieuwe en bestaande woonwijken.

5. Risico's

Terug naar navigatie - Klimaatbegroting Breda 2026-2029 - 5. Risico's

Een van de grootste belemmeringen voor het realiseren van onze klimaatdoelstellingen is het volle elektriciteitsnet. Netcongestie vormt een structureel risico voor de uitvoering van onze klimaatambities. Inmiddels is er een integrale verkennende risicoanalyse uitgevoerd voor Breda, inclusief een plan van aanpak om dit risico te beperken. Deze aanpak richt zich op het efficiënter benutten van het bestaande net, het stimuleren van flexibel energiegebruik en het versterken van de samenwerking met netbeheerders en andere partners.

Naast netcongestie vraagt ook de continuïteit van middelen en capaciteit aandacht. Het programma Klimaat wordt grotendeels gefinancierd met incidentele of tijdelijke Rijksmiddelen. Dat maakt het lastig om structurele capaciteit op te bouwen en te behouden. En met capaciteit bedoelen we niet alleen financiële ruimte, maar ook voldoende mensen in de stad en dorpen die de energietransitie daadwerkelijk kunnen uitvoeren.
Zonder structurele middelen en voldoende uitvoeringskracht komt de voortgang van de transitie onder druk te staan. Daarom blijven we het belang van stabiele financiering en personele inzet onder de aandacht brengen bij onze partners en het Rijk.

Hoewel Nederland en Breda duidelijke klimaatambities hebben, blijft het beleid voor de periode na 2030 nog onvoldoende concreet. Hierdoor bestaat het risico dat de langetermijndoelstellingen niet tijdig worden gehaald.  

Tegelijkertijd staat Breda voor een ruimtelijke uitdaging: de beschikbare grond is schaars, wat de haalbaarheid van ruimtelijke doelen, waaronder de klimaatdoelen op het gebied van landbouw en natuurherstel, onder druk zet.

Om in deze complexe context toch te kunnen blijven investeren in duurzame oplossingen, is het essentieel om te werken met robuuste financiële kaders en scenario’s. Actieve risicobeheersing en meerjarige scenario’s zijn nodig om flexibel te kunnen inspelen op veranderende omstandigheden en om de continuïteit van de klimaataanpak te waarborgen.

Al deze factoren bemoeilijken het behalen van onze doelstelling voor 2044. Om deze uiteenlopende risico's effectief te beheren, is een geïntegreerde en proactieve benadering nodig. We kunnen deze uitdagingen alleen het hoofd bieden als we strategisch samenwerken, onszelf voortdurend aanpassen aan veranderende omstandigheden en met innovatieve oplossingen komen. Het is cruciaal dat we alert blijven en flexibel inspelen op nieuwe ontwikkelingen om de ambities van ons klimaatbeleid waar te maken en de duurzaamheid van onze gemeenschap te waarborgen

6. Overzicht middelen

Terug naar navigatie - Klimaatbegroting Breda 2026-2029 - 6. Overzicht middelen

Onderstaande tabel geeft inzicht in de beschikbare middelen voor de klimaatbegroting in 2026. Er is aangegeven welke financiering beschikbaar is en of deze afkomstig is van de gemeente zelf, het Rijk of de provincie.

Bedragen x € 1.000
Beschikbare middelen exploitatie Eigen of externe financiering 2025 2026
Klimaatplan Breda 1.559 1.195
RES gelden - uit septembercirculaire Breda 192
SPUK Cdoke basisfinanciering inclusief indexering Rijk 5.916 6.759
SPUK energiearmoede Rijk 1.359 1.359
SPUK volkshuisvestingsfonds
tranche 1 8.988 6.747
Rijk 3.213 1.847
Breda 5.775 4.900
tranche 2 4.387 3.786
Rijk 3.887 2.772
Breda 500 1.014
SPUK Lokaal Isolatieplan Rijk 1.302 4.974
SPUK Natuurinclusief isoleren - SMP Rijk 587
Energie transitiefonds Breda (ETF) Breda 250
Klimaatfonds (Reserve, €1.455.000 basisbedrag ultimo 2023) 271 271
Totale beschikbare middelen t.b.v. ambities klimaat 24.561 25.341
Tabel 2: Exploitatiemiddelen Klimaatbegroting 2026

Qua investeringen zijn er middelen gereserveerd in het strategisch investeringsplan:

Bedragen x € 1.000
Beschikbare middelen investeringen Eigen of externe financiering 2025 2026
Laadpalen Chassépark 61 256
Rijk 124
Breda 61 132
Soortenmanagementplan Breda 100 280
Totale beschikbare middelen t.b.v. ambities klimaat 161 536
Tabel 3: Investeringsmiddelen Klimaatbegroting 2026