In 2020 is het structurele begrotingssaldo licht negatief, met ingang van 2021 is de begroting structureel sluitend. Dit wil zeggen dat we structurele lasten ook met structurele middelen kunnen afdekken. Zoals het hoort bij solide financiën. Incidentele baten en lasten zijn die posten die een slechts voor een bepaalde periode beschikbaar zijn, eindig dus. Kwalificatie van in incidenteel en structureel is een grijs gebied. Het hoge positieve resultaat in 2022 en 2023 hangt onder andere samen met de dotaties aan de algemene reserve om deze op peil te houden (€ 2,1 miljoen per jaar). In onze financiële begroting loopt deze vanaf 2022 structureel door, nadat we deze conform coalitieakkoord 3 jaar hebben opgeschort. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) verplicht ons om deze als incidenteel mee te nemen.
Het structureel begrotingssaldo wordt nader toegelicht in het kengetal structurele exploitatieruimte. Deze ontwikkelt zich vanaf 2018 als volgt:
|
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
Structurele exploitaitieruimte |
-3,9% |
-0,6% |
-1,0% |
0,0% |
0,6% |
1,2% |
1,3% |
De afgelopen jaren was de structurele exploitatieruimte negatief, met de keuzes in deze begroting zorgen we ervoor dat we vanaf 2021 structurele lasten dekken met structurele middelen.