Bedragen x € 1.000 | ||||||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
Vaste activa | ||||||||
Immateriële vaste activa | 3.338 | 4.477 | 5.840 | 4.333 | 2.853 | 1.786 | 1.522 | |
Materiële vaste activa | 442.722 | 447.941 | 507.750 | 555.653 | 569.849 | 584.849 | 553.839 | |
Financiële vaste activa | 182.784 | 171.847 | 167.206 | 161.287 | 155.389 | 149.384 | 142.983 | |
Vlottende activa | ||||||||
Voorraden | 46.999 | 37.022 | 15.430 | 6.950 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | |
Uitzettingen | 30.025 | 26.415 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | |
Overlopende activa | 55.726 | 55.148 | 69.500 | 69.500 | 69.500 | 69.500 | 69.500 | |
Liquide middelen | 75 | 1.779 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | |
Balanstotaal | 761.669 | 744.629 | 791.226 | 823.223 | 829.091 | 837.019 | 799.344 | |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
Eigen vermogen | ||||||||
Algemene reserve | 75.601 | 93.448 | 92.579 | 98.652 | 106.658 | 114.866 | 123.273 | |
Bestemmingsreserve | 51.091 | 28.855 | 21.454 | 13.194 | 10.874 | 10.763 | 10.653 | |
Nog te bestemmen resultaat cq positief begrotingssaldo | 7.020 | 14.816 | ||||||
133.712 | 137.119 | 114.033 | 111.846 | 117.532 | 125.629 | 133.926 | ||
Voorzieningen | 50.854 | 60.484 | 34.864 | 30.415 | 27.572 | 27.549 | 22.092 | |
Vaste schulden | 440.614 | 416.918 | 502.329 | 540.962 | 543.987 | 543.841 | 503.326 | |
Vlottende passiva | ||||||||
Vlottende schuld | 83.847 | 67.652 | 80.000 | 80.000 | 80.000 | 80.000 | 80.000 | |
Overlopende passiva | 52.642 | 62.456 | 60.000 | 60.000 | 60.000 | 60.000 | 60.000 | |
Balanstotaal | 761.669 | 744.629 | 791.226 | 823.223 | 829.091 | 837.019 | 799.344 | |
EMU-saldo | -31.882 | 12.003 | -88.286 | -44.552 | -8.923 | -5.859 | 34.114 | |
EMU-saldo referentiewaarde | -24.236 | -24.236 | -23.459 | -23.459 | -23.459 | -23.459 | -23.459 | |
Verschil EMU-saldo & referentiewaarde | -7.646 | 36.239 | -64.827 | -21.093 | 14.536 | 17.600 | 57.573 | |
Geprognostiseerde balans
Vaste activa
Vaste activa zijn zaken die meerjarig hun nut en waarde behouden. Uitgaven aan deze zaken worden in beginsel geactiveerd en gedurende de gebruiksduur afgeschreven ten laste van het saldo van baten en lasten. Er is onderscheid in immateriële, materiële en financiële vaste activa. Immateriële vaste activa zijn kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief. De materiële activa zijn stoffelijk van aard; bijvoorbeeld gebouwen, computers, sportvelden en voertuigen. De financiële vaste activa zijn geldleningen, beleggingen en vorderingen op lange termijn.
De toename van de materiële vaste activa bestaat uit de investeringen in de komende periode vermindert met de jaarlijkse afschrijvingslast welke ten laste van het saldo van baten en lasten wordt gebracht.
De vermindering van de financiële vaste activa hangt samen met de leningen welke verstrekt zijn aan BreedSaam en BuildingBreda welke een jaarlijks aflossingsschema kennen.
Vlottende activa
De voorraadpositie hangt samen met het onderhanden werk inzake de grondexploitaties en de voorraden welke bestemd zijn voor verkoop. Het aflopend karakter hangt samen met het aflopende karakter van de lopende grondexploitaties.
Voor de uitzettingen en vlottende activa is voor de geprognosticeerde balans gekozen voor een gelijkblijvend volume gebaseerd op het gemiddelde van de afgelopen jaren, omdat deze een jaarlijks wisselend karakter kennen.
Toelichting op ontwikkelingen schulden
De toename van de schuldpositie hangt samen met de toename van de investeringen. Hiermee hangt het kengetal netto schuldquote sterk samen. Ondanks de toename van onze schuldpositie zijn we in staat om aan onze verplichtingen te voldoen. Zoals blijkt uit de toelichting op de financiële kengetallen in de paragraaf weerstandsvermogen is de referentiewaarde van het kengetal netto-schuldquote uitstekend.
Voor de vlottende activa is gekozen voor een jaarlijks gelijkblijvend volume gebaseerd op de afgelopen jaren, omdat deze een sterk wisselend karakter kennen.