De treasury functie voert de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer uit. Het doel is de organisatie te voorzien in vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s. Het financieringsbeleid van de Gemeente Breda schrijft voor dat bij een normale rentestructuur maximaal gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid financieringsmiddelen met een korte looptijd aan te trekken. Het rentetarief op kortlopende leningen (geldmarkt) is normaal veel lager dan bij langlopende leningen (kapitaalmarkt). Daarbij worden de wettelijke kaders voor renterisico beheer (kasgeldlimiet en renterisico norm) in acht genomen.
De commissie BBV publiceerde in 2016 de notitie rente 2017. Doel is gemeenten te stimuleren om nog nauwkeuriger te ramen en de rentetoerekening transparant te maken. De rentevergoeding over het eigen vermogen (bespaarde rente) is beperkt en het renteomslag percentage om de werkelijke rentelast toe te rekenen aan investeringen moet zodanig zijn dat het treasury resultaat minimaal wordt. De commissie BBV ziet graag een treasury resultaat van 0.
Het renteomslag percentage voor 2022 is 0,75% ( het percentage in 2021 was 1%).
Paragraaf Financiering
Renteverwachtingen
Terug naar navigatie - Renteverwachtingen
De grote vaccinatiecampagnes zorgden ervoor dat de negatieve effecten van de pandemie op de economie in 2021 snel afnamen. De voorspellingen met betrekking tot de groei van de economie voor de komende jaren zijn optimistisch. Voor Europa en Nederland zijn de verwachtingen opwaarts bijgesteld tot 3,5% - 4% groei in 2022. Gewaarschuwd wordt om niet te snel op de monetaire rem te trappen (de rente te verhogen) om het economisch herstel niet te vroeg in de kiem te smoren. De Europese landen zijn gebaat bij een sterk groeiende economie waardoor aflossing op de hoge staatsschulden mogelijk wordt.
De verwachting is dat de ECB de rente laag houdt op de geldmarkt (looptijd leningen tot 1 jaar) en op de kapitaalmarkt. Bij de opstelling van de begroting van 2022 gaan we uit van een gemiddelde rente van - 0,5% voor benodigde kortlopende geldleningen en + 0,25% voor nieuwe langlopende geldleningen.
Financieringsbeleid
Terug naar navigatie - FinancieringsbeleidEen belangrijke variabele bij de uitvoering van het financieringsbeleid is de toekomstige renteontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt. Daarnaast speelt de spreiding in de vervalkalender van de langlopende schuldportefeuille een bepalende rol. We voorkomen dat te veel schuld op hetzelfde tijdstip vervalt. Daarmee verlagen we het renterisico. In 2022 ramen we een financieringsbehoefte van € 37 miljoen aan langlopende financieringsmiddelen. Daarnaast begroten we € 50 miljoen aan kortlopende financieringsmiddelen voor 2022.
Financieringsinstrument | Geraamd percentage | Volume in 2022 |
Kasgeldleningen (meestal op maandbasis) | -0,50% | 50.000.000 |
Kapitaalmarktgeldleningen (op basis van 1 tot 20 jaar) | 0,25% | 37.000.000 |
Verstrekte geldleningen en garanties
Terug naar navigatie - Verstrekte geldleningen en garantiesGemeente Breda heeft een portefeuille aan verstrekte geldleningen van € 156 miljoen (jaarrekening 2020). Het overgrote deel hiervan verstrekten we aan Breedsaam (€ 74,2 miljoen), aan de woningbouwcorporaties (bijna € 61 miljoen) en aan Chassé Theater Beheer NV (€ 14,2 miljoen). De kredietrisico's op deze leningen zijn minimaal. Aan direct verleende garanties heeft Gemeente Breda rond de € 25 miljoen uitstaan per 31/12/2020. Bij nagenoeg alle verstrekte garanties hebben we hypothecaire zekerheid. In de 1e helft van 2021 is aan Breedsaam een garantie op een afgesloten lening bij de BNGbank van € 38 miljoen verstrekt. De betaalcapaciteit van Breedsaam is ruim voldoende om de kapitaallasten van deze lening te voldoen.
De gemeente heeft een achtervangfunctie bij 2 waarborgfondsen: het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en het Waarborgfonds Eigen Woningen. De gemeente staat indirect garant voor leningen die door het waarborgfonds zijn gegarandeerd. De gemeente wordt pas aangesproken als het waarborgfonds niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. De zekerheidsstructuur en de financiële positie van deze waarborgfondsen zijn goed. Daardoor lopen we weinig risico.
Renterisicobeheer
Terug naar navigatie - RenterisicobeheerDe wetgever heeft in de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) eisen gesteld aan het maximum aan renterisico, dat een gemeente in 1 jaar mag lopen. Deze eisen komen tot uitdrukking in de kasgeldlimiet (voor leningen met een looptijd tot 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). Deze normen bepalen de speelruimte voor de gemeente om verantwoord en goedkoop te financieren. Beide normen zijn gerelateerd aan de begrotingsomvang.
Kasgeldlimiet
Terug naar navigatie - KasgeldlimietDe kasgeldlimiet is 8,5% van de totale begroting. Een gemeente mag tot de kasgeldlimiet met kortlopende geldleningen gefinancierd zijn. Het beleid om bij een normale rentestructuur maximaal kortlopend te financieren bracht de laatste jaren veel (eenmalig) voordeel. De rente op de geldmarkt was (en is) extreem laag. Ook voor 2022 streven we naar maximale benutting van de kasgeldlimiet. Bij de begroting 2022 houden we rekening met een rente van -0,5% voor kortlopende leningen en een aan te trekken omvang van € 50 miljoen. We ramen inkomsten van € 250.000. Als de kortlopende rente 1% stijgt dan betekent dit een renterisico in de begroting van € 500.000. De kans op een dergelijke rentestijging wordt op nihil ingeschat.
Renterisiconorm
Terug naar navigatie - RenterisiconormDe renterisiconorm is wettelijk vastgesteld op 20% van de begrotingsomvang. Van de langlopende schuld mag maximaal dat bedrag aan een renteherziening onderhevig zijn. De renterisiconorm zorgt ervoor dat de gemiddelde looptijd van de schuldportefeuille minimaal 5 jaar is. De renterisiconorm spreidt het vervallen van schuld in de tijd en vermindert het renterisico.
De renterisiconorm wordt de komende jaren niet overschreden. Dit komt met name door de opbouw van de leningenportefeuille. Ruim 44% van de leningenportefeuille is langlopend gefinancierd met 40- en 50-jarige leningen, veelal fix- leningen waar niet op wordt afgelost. De jaarlijkse aflossingen zijn daardoor relatief beperkt in omvang.
Bij de langlopende schuld die in 2022 opnieuw moet worden gefinancierd (€ 37 miljoen) is het renterisico € 370.000 per procent rentestijging boven het ingezette percentage van 0,25%. De kans op een dergelijke rentestijging wordt op nihil ingeschat.
Renterisiconorm
Bedragen x € 1 miljoen | |||||
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
Begrotingsnormering (raming) | 691 | 680 | 672 | 677 | |
Renterisiconorm (20% van de begroting) | 138 | 136 | 134 | 135 | |
Aflossing op de vaste schuld | 19 | 27 | 24 | 31 | |
Ruimte onder risiconorm | 119 | 109 | 110 | 104 | |
Schatkistbankieren
Terug naar navigatie - SchatkistbankierenSinds eind 2013 is schatkistbankieren voor decentrale overheden verplicht. Gemeenten hebben een rekening-courant-verhouding met het Rijk en stallen daar de overtollige middelen. Om het cashmanagement van een gemeente niet te verstoren heeft het Rijk bepaalde middelen uitgezonderd, zoals het drempelbedrag. Dit was tot 1 juli 0,75% van de begroting (tot € 500 miljoen) plus 0,2% van het meerdere. Per 1 juli 2021 is de drempelwaarde verhoogd tot 2% van de begroting (tot € 500 miljoen) plus 0,2% van het meerdere. De drempelwaarde van de Gemeente Breda is in 2022 dus ruim 10 miljoen bij een begroting van ruim € 650 miljoen. Gemeente Breda heeft geen structurele overtollige middelen en gebruikt de rekening-courant-verhouding met het Rijk alleen voor het afstorten van tijdelijke overschotten. Het afstorten gebeurt automatisch als het saldo van de gemeentelijke rekeningenstructuur bij de BNG bank de € 2 miljoen (credit) overschrijdt.
Treasuryresultaat
Terug naar navigatie - TreasuryresultaatToerekening van rente
De rentetoerekening in de begroting staat hieronder. De werkelijk te betalen rentelasten en -baten worden geraamd. Deze netto-rentelast van € 2,7 miljoen (raming begroting 2021 € 2,9 miljoen) is minder dan 0,4 % van de omvang van de begroting 2022.
Werkelijke rentelasten en -baten 2022 | Rente % | Bedrag | |||
Rente vaste schulden: OG-gemeente | 1,88% | 6.000.000 | |||
Rente vaste schulden: OG-woningbouw | 3,30% | 1.878.000 | |||
Rente nieuwe langlopende financiering (2021/2022) | 0,25% | 92.000 | |||
Rente nieuwe kortlopende schulden (2022) | -0,50% | -250.000 | |||
Overige financieringslasten (saldo) | 0 | ||||
Totaal werkelijke rentelasten | 7.720.000 | ||||
Externe rentebaten UG/woningbouw | 3,30% | 1.943.000 | |||
Externe rentebaten UG/gemeente | 3,37% | 3.037.000 | |||
Totaal werkelijke rentebaten | 4.980.000 | ||||
Saldo werkelijke rentelasten minus -baten | 2.740.000 | ||||
Bij: Rente over eigen vermogen (reserves) | 0,75% | 1.092.000 | |||
Bij: Rente over voorzieningen | 0,75% | 456.000 | |||
Saldo rentelasten over eigen vermogen en voorzieningen | 1.548.000 | ||||
Totaal toe te rekenen rentelast | 4.288.000 | ||||
Toe te rekenen aan grondexploitaties | 1,45% | 815.843 | |||
Resteert toe te rekenen aan taakvelden (vaste activa) | 0,75% | 3.472.000 | |||
De toegerekende rente aan taakvelden via renteomslag | 0,75% | 3.464.000 | |||
Resultaat treasury | -8.000 | ||||
Het treasury resultaat over 2022 ramen we op - € 8.000. Dit resultaat ontstaat door afronding van het berekende renteomslag percentage.