Openbare ruimte is de fysieke ruimte in de stad en omliggende dorpen die voor iedereen vrij toegankelijk is. In deze ruimte vinden veel dagelijkse activiteiten plaats zoals verplaatsing van A naar B, ontmoeten, verblijven en recreëren. Plaatsen die onder de openbare ruimte vallen in Breda zijn onder andere straten, parken, pleinen, speeltuinen en de singels. In de openbare ruimte van de gemeente Breda kennen we 5 kapitaalgoederen. Het beheer en onderhoud in de openbare ruimte van de gemeente Breda heeft de volgende kapitaalgoederen:
- Wegverhardingen
- Civieltechnische kunstwerken
- Openbare verlichting
- Bomen
- Waterwegen en -voorzieningen.
Het kapitaalgoed riolering is onderdeel van de openbare ruimte. Riolering heeft bijzondere wettelijke eisen en financiering en daarom een eigen systematiek en beheer- en onderhoudsbenadering. Dit leest u in een aparte paragraaf.
In de beleidsplannen van de gemeente staat hoe doeltreffend het beheer van de voorzieningen in de openbare ruimte moet zijn.
De kapitaalgoederen openbare ruimte nader toegelicht
In 2014 is door de gemeenteraad het Beleidskader kapitaalgoederen van de openbare ruimte vastgesteld. Daarmee is een plan goedgekeurd waarmee een voorziening is ingericht van 20 miljoen euro om in de periode van 2014-2021 het achterstallig onderhoud aan wegverhardingen weg te werken. Ook is een financiële impuls gegeven om het beheer en onderhoud van alle kapitaalgoederen op peil te houden en om zo de openbare ruimte in orde te houden. Daarnaast reserveren we jaarlijks middelen voor het regulier groot onderhoud. Belangrijk voordeel van deze werkwijze is dat we vanuit de beschikbare middelen toewerken naar planmatig onderhoud, vooruit gepland en geprogrammeerd in periodes van 10 jaar.
Evaluatie en actualisatie beleidskader
In Q3 van 2021 is de evaluatie van het beleidskader klaar. Het doel hiervan is om de uitvoering van het beleidskader af te zetten tegen het afgesproken kwaliteitsniveau en tegen de thema’s: functionaliteit, veiligheid en kapitaalvernietiging. De uitkomsten van de evaluatie vormen daaropvolgend de basis voor een actualisatie van het beleidskader om daarmee de nieuwe beleidsperiode in 2022 richting te geven.
Coalitieakkoord Lef en Liefde (2018-2022)
In het coalitieakkoord Lef en Liefde (2018-2022) is voor de leefbaarheid van de stad structureel € 2,1 miljoen per jaar extra uitgetrokken voor het schoon en heel kunnen houden van de kapitaalgoederen van de openbare ruimte.
Wegverhardingen
Breda heeft ruim 10 miljoen m² wegverharding, waaronder fietspaden, hoofdwegen en voetpaden. Sinds 2015 beheren en onderhouden we de wegen op een gemiddeld Bmin-niveau. Dit niveau houdt in dat de kwaliteit van de wegen zodanig is dat er geen onaanvaardbare risico’s zijn voor de weggebruiker en schades waarvoor we aansprakelijk gesteld kunnen worden.
Uit de evaluatie van het beleidskader kapitaalgoederen in 2021 blijkt dat de kwaliteit van de verhardingen in een korte periode, tussen 2018 en 2020, achteruit is gegaan. De oorzaken hiervan worden nog nader uitgewerkt.
In 2016 is een beheerplan vastgesteld met als doel het onderhoud van de wegverhardingen voor 2022 op peil te brengen en te houden. Aandacht is besteedt om het cyclisch onderhoud van de asfaltverhardingen op orde te brengen. Waardoor duur achterstallig onderhoud (kapitaalvernietiging) wordt voorkomen. Met de leercurve over de afgelopen jaren hebben we nu inzicht in de successen en de aandachtspunten op de aanpak verworven. Deze leer- en aandachtspunten nemen we mee in het nieuwe op te stellen beheerplan.
In 2022 werken we in het actualisatieproces kapitaalgoederen nieuwe scenario’s uit, met een optimale balans tussen kosten, prestaties en risico’s. Hierin nemen we nieuwe(re) onderwerpen mee zoals beleving, klimaatbestendigheid, klimaatadaptatie, Breda stad in een park en de energietransitie.
Civieltechnische kunstwerken
De circa 500 civieltechnische kunstwerken beheren en onderhouden we op onderhoudsniveau C. Het uitgangspunt is dat bruggen en viaducten veilig zijn en dat de kwaliteit voldoende is voor economisch optimaal (snel en comfortabel) gebruik. Voor het beheer en onderhoud hebben we begin 2020 het beheerplan vastgesteld. Hierin is opgenomen dat we het onderhoud de komende vijf jaar meer risico gestuurd gaan uitvoeren in plaats van het eerdere reactieve beleid. Dit om meer grip te krijgen op de kwaliteit om zo het risico op kapitaalsvernietiging te voorkomen. Daarnaast stellen we in 2022 een plan op voor de vervangingsopgave. Daarin schetsen we ook een beeld van de investeringsmiddelen die nodig zijn voor toekomstige vervangingen.
Openbare verlichting
Veel van de circa 40.000 lantaarnpalen en armaturen zijn aan onderhoud of vervanging toe. Met het regulier onderhoud werken we aan sociaal veilig, verkeersveilig en goed werkende openbare verlichting. Daarbij zetten we de laatste jaren meer in op verduurzaming. Energievretende, versleten armaturen vervangen we door ledverlichting. In 2021 rondden we de eerste verduurzamingslag van zo’n 8400 armaturen af.
Voor de periode 2021-2030 continueren we de verduurzaming met een uitgewerkt plan. Hiermee vervangen we de resterende 25.000 armaturen door ledverlichting en vervangen we zo’n 13.500 lichtmasten voor 2030. In 2021 is de 1e tranche (2021-2024) van dit voorstel in uitvoering gegaan, in 2022 zullen we dit continueren. Eind 2022 zijn er totaal zo’n 20.000 armaturen van ledverlichting voorzien.
Bomen
Breda heeft ruim 112.000 bomen met gemiddeld een hoge leeftijd. Veel bomen moeten we vervangen. Het gemeentelijke plan bomen geeft houvast voor de herplant en vervanging van bomen. We maken onderscheid tussen waardevolle bomen, structuurbomen en omgevingsbomen. Het regulier onderhoudsplan (B-minniveau) gaat ervan uit dat de bomen vanuit de beschikbare middelen zo worden onderhouden dat ze hun aantrekkelijkheid als decor niet verliezen. Waardevolle bomen, boomgroepen en boomstructuren worden op tijd en doorlopend beheerd en onderhouden én vervangen wat afkalving bij boomstructuren voorkomt. Het investeren om te zorgen dat bestaande boomstructuren niet verder afkalven en ze hun maatschappelijk, landschappelijke, verkeersgeleidende werking en ecologische waarde niet verliezen, staat echter ook onder druk. Onder andere door klimaatveranderingen in de vorm van storm, droogte en ziekte en plagen.
Jaarlijks verdwijnen tussen de 600 en 900 bomen uit de stad omdat deze niet door de boom veiligheid controle komen. Volledige herplant daarvan is momenteel niet mogelijk. Mede op basis van de motie “achterstand op bomen inlopen” wordt voor 2022 € 0,7 miljoen uit het MIP beschikbaar gesteld om dit wel te kunnen realiseren. Een plan van aanpak wordt opgezet om de achterstand op herplant in te lopen en in de toekomst te voorkomen. Dit plan zal Q2 2022 afgerond zijn.
Een ander probleem is wortelopdruk op plaatsen waar bomen te krappe groeiplaatsen hebben. Daarvoor werken we met een zogenaamd boomwortelprotocol. Met dit protocol geven we prioriteit aan locaties en nemen we tijdelijke boombesparende maatregelen. Met de evaluatie van het gemeentelijke plan bomen maken we de financiële consequenties inzichtelijk voor het wegwerken van de wortelopdruk in de komende jaren.
Het klein en middelgroot onderhoud van de bomen is opgenomen in de exploitatie, de vervanging van de bomen betreft een investering.
Waterwegen en watervoorzieningen
Breda heeft ongeveer 290 km waterlopen, 80 km duikers en diverse vijvers, plassen, havens, overige watervoorzieningen zoals watertappunten, bluswatervoorzieningen, grondwatermeetnet en waterspeelplekken. Een ander taakveld hierbinnen is het nautisch beheer, waaronder het scheepvaartverkeer en waterrecreatie op het water vallen. Hiervoor is als basis een strategische visie over het varen in Breda opgesteld. Deze visie omschrijft naast de ambities tevens de benodigde projecten op de korte en langere termijn. Waterrecreatie wordt hierin parallel opgepakt. Met de vaststelling van het coalitieakkoord Lef en Liefde, het beheerplan waterwegen en watervoorzieningen en het vaststellen van de begroting is budget beschikbaar om het beheer en onderhoud op C-niveau te beheren en onderhouden. Dit betekent dat de waterwegen en watervoorzieningen veilig zijn. Voor waterwegen geldt vooral dat het water voldoende kan stromen en voldoende diep is om water af te voeren of om in te varen. Beheertechnisch gezien is sprake van een grote achterstand bij het op peil houden van de kwaliteit van kantbeschoeiingen en het baggeren. Deze achterstand kunnen we de aankomende periode inhalen met de beschikbare middelen en het vastgestelde kwaliteitsniveau. In het vastgestelde beheerplan staat de samenhang van het beheer en onderhoud van de waterwegen met waterschap Brabantse Delta. Afgelopen periode is een eerste stap gezet in het preventief of cyclisch beheer en onderhoud. Calamiteiten lossen we nog reactief op.