Risico’s belemmeren het bereiken van onze doelen. Het is daarom nodig de risico’s in beeld te hebben en zo goed mogelijk te bepalen. Voor een stabiel financieel beleid reserveren we een deel van ons eigen vermogen (reserves) om financiële risico’s op te vangen.
Het risicoprofiel in de jaarrekening 2020 (laatste risico-actualisatie) kende een waarde van € 67,0 miljoen. De in deze begroting geactualiseerde stand van zaken leidt tot een verlaging van het risicoprofiel met € 12,4 miljoen door het toewijzen van extra budgetten of het nemen van risicobeperkende maatregelen. Het gaat hier onder meer om het toekennen van extra Rijkscompensatie en het nemen van maatregelen om tekorten terug te dringen. Het geactualiseerde risicoprofiel komt daarmee uit op € 54,6 miljoen.
Om de risico’s van € 54,6 miljoen af te dekken heeft de gemeente in 2025 € 102,3 miljoen beschikbaar. Het weerstandsvermogen is dan € 47,7 miljoen (€ 102,3 - € 54,6 miljoen). Dit betekent dat als de risico's zich voordoen, we de beleidsuitvoering kunnen voortzetten. Bij de jaarrekening 2020 bedroeg het weerstandsvermogen € 46,3 miljoen.
De ontwikkeling van het risicoprofiel toont het volgende beeld:
- De primaire as -links (0,0-60,0)- geeft de bedragen * 1 miljoen per risicogroep weer (kolommen).
- De secundaire as -rechts (0,0-140,0)- geeft het totaal aan risico's (rode lijn) en het beschikbare vermogen * 1 miljoen (groene lijn) weer. Het verschil tussen beide lijnen is het weerstandsvermogen.
Hoe we omgaan met het weerstandsvermogen is hier grafisch weergegeven:
De rode streep is het minimale bedrag dat we aan buffers nodig hebben. Als er meer vermogen is dan dit bedrag, bepalen we hoeveel geld we nodig hebben om de financiële positie op orde te krijgen of te houden (grijze vakje). Dit meten we met financiële kengetallen (zie hieronder), zoals de netto schuldquote, solvabiliteit, grondexploitatie, belastingcapaciteit en structurele exploitatieruimte. Het kan dus betekenen dat inzet van de algemene reserve ervoor zorgt dat de kengetallen onder de vereiste waarde komen.
Vervolgens bepalen we hoeveel geld er nodig is voor de uitvoering van eerdere besluiten. Bijvoorbeeld uitgaven die volgen uit de Structuurvisie of de Omgevingsvisie. Als dat allemaal gedekt is, zijn de middelen vrij in te zetten.