Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Beleid maken en uitvoeren is risico nemen. Er zijn veel maatschappelijke uitdagingen die vragen om nieuwe oplossingen. Hiervan is de uitkomst onzeker. Ook veranderen de omstandigheden waaronder de beleidsplannen worden uitgevoerd. Hierdoor kan het ingezette beleid andere uitkomsten opleveren dan verwacht. Daarom is risico-intelligentie nodig. Met risico-intelligentie bedoelen we risico’s (positieve en negatieve, kansen en bedreigingen) nauwkeurig inschatten. Dit is belangrijk omdat de risico’s ook groter kunnen zijn dan de gemeente aan kan. Een belangrijke indicator hiervoor is het weerstandsvermogen. Een positief weerstandsvermogen betekent dat de gemeente voldoende geld heeft om financiële tegenvallers en schade op te vangen.

Het weerstandsvermogen berekenen we als volgt: Vrij besteedbaar bedrag (weerstandscapaciteit) min het bedrag dat nodig is om risico's op te vangen (risicopositie).

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Risico’s belemmeren het bereiken van onze doelen. Het is daarom nodig de risico’s in beeld te hebben en zo goed mogelijk te bepalen. Voor een stabiel financieel beleid reserveren we een deel van ons eigen vermogen (reserves) om financiële risico’s op te vangen.

Het risicoprofiel in de jaarrekening 2020 (laatste risico-actualisatie) kende een waarde van € 67,0 miljoen. De in deze begroting geactualiseerde stand van zaken leidt tot een verlaging van het risicoprofiel met € 12,4 miljoen door het toewijzen van extra budgetten of het nemen van risicobeperkende maatregelen. Het gaat hier onder meer om het toekennen van extra Rijkscompensatie en het nemen van maatregelen om tekorten terug te dringen. Het geactualiseerde risicoprofiel komt daarmee uit op € 54,6 miljoen.

Om de risico’s van € 54,6 miljoen af te dekken heeft de gemeente in 2025 € 102,3 miljoen beschikbaar. Het weerstandsvermogen is dan € 47,7 miljoen (€ 102,3 - € 54,6 miljoen). Dit betekent dat als de risico's zich voordoen, we de beleidsuitvoering kunnen voortzetten. Bij de jaarrekening 2020 bedroeg het weerstandsvermogen € 46,3 miljoen. 

De ontwikkeling van het risicoprofiel toont het volgende beeld:

  • De primaire as -links (0,0-60,0)- geeft de bedragen * 1 miljoen per risicogroep weer (kolommen).
  • De secundaire as -rechts (0,0-140,0)-  geeft het totaal aan risico's (rode lijn) en het beschikbare vermogen * 1 miljoen (groene lijn) weer. Het verschil tussen beide lijnen is het weerstandsvermogen.

Hoe we omgaan met het weerstandsvermogen is hier grafisch weergegeven:

De rode streep is het minimale bedrag dat we aan buffers nodig hebben. Als er meer vermogen is dan dit bedrag, bepalen we hoeveel geld we nodig hebben om de financiële positie op orde te krijgen of te houden (grijze vakje). Dit meten we met financiële kengetallen (zie hieronder), zoals de netto schuldquote, solvabiliteit, grondexploitatie, belastingcapaciteit en structurele exploitatieruimte. Het kan dus betekenen dat inzet van de algemene reserve ervoor zorgt dat de kengetallen onder de vereiste waarde komen.

Vervolgens bepalen we hoeveel geld er nodig is voor de uitvoering van eerdere besluiten. Bijvoorbeeld uitgaven die volgen uit de Structuurvisie of de Omgevingsvisie. Als dat allemaal gedekt is, zijn de middelen vrij in te zetten.

Beleid: Uitgangspunten en proces

Terug naar navigatie - Beleid: Uitgangspunten en proces

Ons risicomanagementbeleid is als volgt weer te geven:

Uitgangspunt zijn de gemeentelijke doelen. Die willen we met zo min mogelijk tegenslagen bereiken. We proberen dat te doen in 4 lijnen. In elke lijn gaat het primair om het gesprek.

1e lijn: risico’s
We hebben te maken met risico’s en kansen die ontstaan door niet te beïnvloeden externe ontwikkelingen. De gemeente neemt risico’s om het maximale uit haar beleid te halen. Deze strategische risico's zijn dus niet ongewenst, integendeel. Verder zijn er te voorkomen risico’s, het directe gevolg van min of meer regulier werk. Hieronder vallen ook de zogenaamde compliance risico’s als we niet voldoen aan wet- en regelgeving. Ook zijn er schades en incidenten (bijvoorbeeld fraude) die bij de dagelijkse gang van zaken kunnen optreden.

2e lijn: prioritering risico’s: TOP RISICO's
De verzamelde risico's in de 1e lijn zijn er te veel om optimaal te beheersen. Elk half jaar maken we een selectie van maximaal 30 risico’s met de grootste impact. Dat noemen we TOP risico's, de 2e lijn.

3e lijn: nemen van MAATREGELEN
Om de geselecteerde risico’s te beheersen maken we een strategie voor het treffen van maatregelen. Dat is de 3e lijn.

4e lijn: AUDIT
Om de werking van het proces vast te stellen voert Concerncontrol jaarlijks gesprekken met de ketenmanagers en afdelingshoofden. Dit kan ertoe leiden dat we het proces aanscherpen of het systeem aanpassen.

Benodigde weerstandscapaciteit
De risico's vanwege de corona zijn door de diversiteit en omvang, niet afzonderlijk opgenomen in de bestaande risico's. 

Bedragen x € 1 miljoen
Nr. Risico`s Jaarrekening 2019 Begroting 2021 Jaarrekening 2020 Begroting 2022
Grondexploitaties
1 Vastgoedontwikkeling 15,1 15,8 15,1 14,7
2 Claims 0,7 0,6 1,1 1,1
Sociaal Domein
3 Sociaal Domein 35,4 32,8 29,6 21,6
Derden
4 Huurinkomsten en leegstand gemeentelijk vastgoed 5,5 7,8 8,1 8,1
5 Verbonden partijen (GR'en) 1,9 1,9 1,9 1,3
Projecten
6 Projecten 4,1 7,1 6,4 10,7
Overige risico's
7 Implementatie omgevingswet 2,8 0,9 0,1 p.m.
8 Klimaatrisico's 1,5 1,5 0,8 1,0
9 Bedrijfsvoering 7,5 7,5 3,0 2,6
10 Afvalstoffen 4,0 - - -
11 Cyberrisico's p.m. p.m. 0,8 0,8
12 Fiscale risico's 0,6 0,6 1,0 0,9
13 Fluctuaties gemeentefondsuitkering 1,4 1,4 1,4 1,4
14 Buffer risico's Corona - 15,0 12,5 3,8
15 Garantstellingen p.m. p.m. p.m. p.m.

De risico-inventarisatie levert honderden risico's op. De raad wil alleen een toelichting op de belangrijkste risico's. Voor het berekenen van het totale weerstandsvermogen voeren we een Monte Carlo-simulatie uit. Deze geautomatiseerde simulatie is een veel gebruikte statistische techniek die verschillende scenario's doorrekent.  De bedragen van Vastgoedontwikkeling, huurinkomsten en leegstand gemeentelijk vastgoed  en het Sociaal Domein berekenden we ook met de Monte Carlo simulatie. De andere risicobedragen berekenden we door de kans te vermenigvuldigen met het gevolg.

Een voorbeeld: Stel dat het gevolg van een risico € 20 miljoen is. De kans dat het risico voorkomt is geschat op 50%. Dan is in bovenstaande tabel € 10 miljoen opgenomen (€ 20 miljoen x 50%). Hierdoor zijn de gepresenteerde bedragen hoger dan het aandeel in de benodigde weerstandscapaciteit. 

Toprisico’s

  1. Vastgoedontwikkeling (€ 14,7 miljoen, was € 15,1 miljoen)
    De huidige methodiek van risicomanagement is gebaseerd op onze Nota Risicobereidheid en weerstandsvermogen uit 2018. De risico’s verbonden aan grondexploitaties zijn onderdeel van de totale risicopositie van de Gemeente Breda. Ze worden gedekt uit de totale weerstandscapaciteit van onze gemeente. De verwachte positieve resultaten in grondexploitaties vormen een extra buffer voor de risico’s in grondexploitaties. Omdat we in het financieel meerjarenperspectief een groot deel van die positieve resultaten al meenemen, is het effect van deze buffer inmiddels echter beperkt. Het totale risico verbonden aan het taakveld grondexploitatie bepalen we door te kijken naar de volgende risico’s:
    1. Risico’s in individuele grondexploitaties. We houden die bij op risicokaarten.
    2. Een scenario voor projectoverstijgende risico’s. Dat scenario heet stagnerende economie. Dit kenmerkt zich door een hogere rente, jaarlijks dalende prijzen voor bouwgrond en 100% vertraging bij het afwikkelen van de grondexploitatie. Onder dit scenario vallen de mogelijke effecten van  bijvoorbeeld de stikstofcrisis op onze huidige grondexploitaties.
    3. Risico’s verbonden aan onze portefeuille panden en gronden.

      Deze 3 soorten risico’s brengen we apart in beeld, waarna via Monte-Carlo simulatie wordt bepaald hoeveel weerstandsvermogen nodig is om de risico’s verbonden aan grondexploitatie af te dekken. De risicokaarten tellen op tot een gewogen risico van € 6,1 miljoen. Het scenario stagnerende economie in grondexploitaties komt eveneens uit op een gewogen risico van € 6,1 miljoen. Het gewogen risico verbonden aan onze voorraad gronden en panden bedraagt € 1,4 miljoen. Met deze input berekent de Monte Carlo-simulatie een benodigde weerstandscapaciteit voor het taakveld grondexploitatie van in totaal € 14,7 miljoen. Dat is € 0,4 miljoen minder dan berekend werd bij de Jaarrekening 2020. 
  2. Claims (blijft € 1,1 miljoen) 
    Dit zijn risico’s voor claims van bijvoorbeeld ruimtelijke ontwikkelingen, of als gevolg van handhaving. 
  3. Sociaal Domein (€ 21,6 miljoen, was € 29,6 miljoen)
    Dit risico is de optelsom van verschillende risico’s binnen het Sociaal Domein. De risico’s Sociaal Domein (benodigde weerstandscapaciteit) zijn afgenomen met € 8 miljoen. Het risico Buig/Participatie was, vanwege de lastige voorspelbaarheid van corona, opgenomen onder de Buffer risico’s corona. Omdat we langzaam uit de crisis krabbelen, en we in 2022 het nieuwe normaal verwachten, is dit risico weer opgenomen onder het risico Sociaal Domein. Het herstel van de economie en de daarmee gepaarde werkgelegenheid is rooskleuriger dan in eerste instantie werd verwacht. Toch zullen er nog gevolgen zijn voor armoedebestrijding, schuldhulpverlening en extra capaciteit om mensen weer naar werk te leiden. Speciale aandacht hierbij voor de te verwachte extra instroom in de Bbz na afloop van de Tozo-regeling. We werken aan een goede exit- overgangsstrategie van de huidige (tijdelijke) ondernemersregelingen naar nieuwe businessmodellen.

    Voor de uitvoering van de Jeugdwet is in 2022 een fors extra bedrag beschikbaar gesteld op basis van een AEF-rapport en de uitkomst van arbitrage. Hierdoor ontstaat in 2022 een financieel overschot op onze (beleids)uitvoering, en ontstaan (meer) mogelijkheden om onze rol in het stelsel duurzaam en kwalitatief beter te borgen. Een nieuw kabinet besluit over de structurele component en houdt daarbij rekening met de uitspraken van de commissie van wijzen (arbitrage).

    Door de invoering van het abonnementstarief is het aantal Wmo-hulpaanvragen gestegen. De stijging geeft structureel hogere kosten, zowel de uitvoeringskosten als de voorzieningskosten huishoudelijke verzorging. Het is nog niet duidelijk of deze aanzuigende werking tijdelijk is of dat we rekening moeten houden met een structureel hogere klantvraag. Deze onzekerheid nemen we in begrotingen op als risico. We monitoren het effect van het abonnementstarief volgens de landelijke afspraken tussen Rijk en VNG. Aan de hand van de uitkomsten spreekt de VNG straks met de minister over passende maatregelen, als de financiële gevolgen groter zijn dan begroot. Voor 2022 wordt nu de algemene reserve ingezet voor € 3,9 miljoen ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de invoering van het abonnementstarief. 

    De impact en de nasleep van de coronacrisis op onze (kwetsbare) jeugdigen en ouderen in 2022 is nog moeilijk te overzien, en kan tijdelijk nog leiden tot meer hulp- en zorgverlening en daarmee hogere kosten in 2022. 
  4. Huurinkomsten en leegstand gemeentelijk vastgoed (blijft € 8,1 miljoen)
    Er is onzekerheid over de voortgang huurinkomsten van het gemeentelijke vastgoed. Daarnaast zijn er leegstandsrisico’s bij de panden van ATEA en Stadskantoor C.
  5. Verbonden Partijen (€ 1,3 miljoen, was € 1,9 miljoen) 
    Voor gemeenschappelijke regelingen (GR'en) reserveren we vermogen. Een aantal GR'en bouwen geen eigen vermogen op en vallen bij tegenvallers direct terug op het vermogen van de deelnemende gemeenten, waaronder Breda. Breda steunt nu op het risicomanagement van GR’en.
  6. Projecten (€ 10,7 miljoen, was € 6,4 miljoen) 
    Projecten zoals het doortrekken van de Nieuwe Mark, Havenkwartier-De Strip, Talentencentrum, Doorstroomvoorziening en claims oude wijkontwikkelingsprojecten. Het gaat om claims, vertragingsrisico’s en mogelijke budgetoverschrijdingen door meerwerk en subsidierisico's. In 2020 zijn de strategische projecten Nieuwe Mark, Talentencentrum en Doorstroomvoorziening opgestart of in uitvoering genomen. Voor deze projecten zijn de risicoanalyses en de beheersmaatregelen nu geactualiseerd. Recent is het project Havenkwartier-De Strip opgestart en hiervoor is nu ook een risicoanalyse opgesteld. Dit betekent dat reële inschattingen beschikbaar zijn van de gekwantificeerde risico’s op de afzonderlijke projecten. Het totale gewogen risicobedrag voor het project Nieuwe Mark bedraagt € 5,2 miljoen, voor het project Havenkwartier-De Strip € 3,4 miljoen, voor het project Talentencentrum € 1,0 miljoen en voor het project Doorstroomvoorziening € 0,3 miljoen.
  7. Implementatie Omgevingswet (p.m., was € 0,1 miljoen) 
    Bij de vorige risico-inventarisatie werd uitgegaan van een inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2022. De inwerkingtreding van de wet is uitgesteld naar 1 juli 2022. Inmiddels is de impact van de wet duidelijker en hebben we stappen gezet om al volgens de Omgevingswet te gaan werken. Hierdoor is de structurele impact van de Omgevingswet op de diverse werkprocessen beter in te schatten. Dit heeft geleid tot het beschikbaar stellen van extra middelen en daarmee tot actualisatie van het risico.
  8. Klimaatrisico’s (€ 1,0 miljoen, was € 0,8 miljoen)
    Er zijn acties ondernomen om de klimaatrisico's te beperken, waaronder extra structurele middelen voor onderhoud groen en eikenprocessierups vanaf 2021. Daarnaast zijn er nieuwe initiatieven die zich richten op klimaatadaptief handelen, zoals klimaatadaptieve wijkdeals, het project Groene Buurtjes, verbreding subsidieregeling groene daken, uitvoeren stresstesten en risicodialogen en het Europees project Cooltowns (maatregelen hittestress). In het meerjareninvesteringsplan zijn in 2022 en 2023 middelen gereserveerd voor groene pleinen en parken 2.0. Deze maatregelen dragen bij aan de hitteproblematiek in de binnenstad. Binnen het cluster Openbare ruimte en wegen is in 2021 een vervolg gegeven aan de reeds gestarte versnelling van verduurzaming van de openbare verlichting.
  9. Bedrijfsvoering (€ 2,6 miljoen, was € 3,0 miljoen)
    Analyse van al langer bestaande knelpunten in de begroting liet zien dat er onbalans bestaat tussen werk, middelen en interne organisatie. We hebben minder middelen beschikbaar dan we jaarlijks uitgeven. De omvang en oorzaak van de tekorten zijn bekend en de oplossingsrichtingen zijn in beeld. Het college wil de balans herstellen en heeft besloten dat de kosten van de interne organisatie binnen 2 jaar met € 5,5 miljoen teruggebracht moeten worden. Vervolgacties zijn uitgezet.
    Daarnaast bestaan er nog diverse risico’s op het gebied van personeel, zoals risico’s  Wet arbeidsmarkt in balans en mogelijke extra stijging van salariskosten als gevolg van CAO-onderhandelingen. 
  10. N.v.t.
  11. Cyberrisico’s (blijft € 0,8 miljoen)
    Het dreigingsbeeld Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (IBD) geeft inzicht in de belangrijkste bedreigingen en ontwikkelingen op het gebied van informatiebeveiliging en adviseert over prioriteiten. In het dreigingsbeeld van 2021-2022 concludeert de IBD wederom dat beveiliging van informatie onvoldoende op de (politieke) agenda’s staat en het inzicht in risico’s onvoldoende integraal is. Cyberrisico’s hebben impact en kunnen leiden tot reputatie- en imagoschade. Recente gebeurtenissen laten zien dat de risico’s voor de lokale overheid manifest zijn en de gevolgen zich niet beperken tot de digitale wereld.  Aan het eind van 2020 werd de gemeente Hof van Twente getroffen door ransomware en werd de kantoorautomatisering voor een lange tijd lamgelegd. Ook de Gemeente Breda heeft waardevolle informatie te verliezen of kan schade lijden als informatie niet meer beschikbaar is. De Cyberrisicoanalyses integreren we in een intern controlesysteem, waarbij sturing op risico’s het uitgangspunt vormt. De kans dat de gemeente Breda ook te maken krijgt met cybercrime is hoog. De kans dat dit lijdt tot grote uitval van applicaties is gering. 
  12.  Fiscale risico's (€ 0,9 miljoen, was € 1,0 miljoen)
    De vennootschapsbelastinglast is tot en met 2020 nog niet zeker. We verwachten dat deze op € 0 uitkomt. Er lopen met de Belastingdienst nog enkele discussies over parkeeractiviteiten en de opbrengsten uit reclamecontracten. Dit kan leiden tot een aanvullende belastinglast van ongeveer € 2,0 miljoen over de periode 2016 - 2024. Voor beide risico’s schatten we de kans op 30 %. Wel maken we stappen in het verbeteren van fiscale beheersing binnen onze organisatie. Naast het uitvoeren van de interne monitoring laten we door een externe jaarlijks een steekproef trekken om de eventuele hiaten op te sporen. Daarbij gaan we in de 2e helft 2021 een tax control framework implementeren. Dit is vanuit onze interne behoefte om fiscaal in control te blijven maar ook als gevolg van een aangescherpt toezichtbeleid van de Belastingdienst en het afgeven van de rechtmatigheidsverklaring door ons College vanaf 2021.
  13. Fluctuaties gemeentefondsuitkering (blijft €  1,4 miljoen)
    De gemeentefondsuitkering van het Rijk varieert flink binnen een begrotingsjaar. Het is goed om hiervoor een risicobuffer op te nemen. Zo kunnen we beheerst het beleid aanpassen, als er zich onverwachte fluctuaties voordoen.
  14. Buffer risico's corona (€ 3,8 miljoen, was €  12,5 miljoen)
    Vanwege de toegenomen positiviteit met betrekking tot het beheersen van de coronacrisis is dit risico verlaagd. Echter veel effecten van de coronacrisis zijn nog moeilijk te kwantificeren voor de begrotingsperiode (2022-2025).  Denk aan de gevolgen voor onze inkomsten, zoals parkeerinkomsten en kwijtschelding gemeentelijke belastingen. We vormden niet voor elk afzonderlijk risico een buffer, maar 1 algemene buffer. De gevolgen voor de werkgelegenheid, armoedebestrijding, schuldhulpverlening en extra capaciteit om mensen weer naar werk te leiden, worden niet meer gezien als specifiek coronarisico, maar deze risico’s zijn nu weer opgenomen onder de risico’s Sociaal Domein. Dit omdat we langzaam uit de crisis krabbelen en we in 2022 het nieuwe ‘normaal’ verwachten.
  15.  Garantstellingen (p.m.)
    Garanties verlenen aan derden en het innemen van achtervangposities bij waarborgfondsen heeft risico's. Bij het niet nakomen van verplichtingen op gegarandeerde leningen wordt de gemeente aangesproken. Bij een achtervangpositie in een waarborgfonds gebeurt dit pas als het garantievermogen van de waarborgfondsen niet genoeg is. We schatten dit risico laag in. Bij een aanspraak zorgen de hypothecaire zekerheden in het voordeel van de Gemeente Breda ervoor dat het financieel verlies gering of nihil is.

Gemeente Breda heeft bij 2 waarborgfondsen een achtervangpositie:

  • het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
  • het Waarborgfonds Eigen Woningen dat de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) verstrekt

Bij beide waarborgfondsen verwachten we de komende jaren geen aanspraak op de achtervangpositie.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit
Bedragen x € 1 miljoen
Onderdeel weerstandscapaciteit 2022 2023 2024 2025
Algemene reserve (per 1-1) 92,6 82,2 90,2 98,4
Saldo perspectief 0,8 0,6 0,4 2,9
Onvoorzien 1,0 1,0 1,0 1,0
Vermogen om bezuinigingen door te voeren p.m. p.m. p.m. p.m.
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit 94,4 83,8 91,6 102,3

Met een risicopositie van € 54,6 miljoen is de beschikbare weerstandscapaciteit voldoende om de risico's af te kunnen dekken.

Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit geeft aan welk vermogen beschikbaar is om de risico's af te dekken. Dit bestaat uit de algemene reserve, de post onvoorzien en het vermogen om bezuinigingen door te voeren.

Algemene reserve
De gemeentebrede algemene reserve behoort tot de weerstandscapaciteit, voor zover deze vrij beschikbaar is. Vanaf 2021 is deze volledig vrij beschikbaar met uitzondering van een blokkering van € 16,5 miljoen voor de Noordelijke Rondweg.

Onvoorzien
De begrote post onvoorzien is € 1 miljoen per jaar.

Vermogen om bezuinigingen door te voeren
In de Bredase begroting is de beschikbare ruimte in de meerjarenbegroting bestemd voor nieuw beleid en toekomstige investeringen. Om deze reden rekenen we deze niet toe aan de beschikbare weerstandscapaciteit.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen
Rekening 2019 Rekening 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025
Door BBV voorgeschreven:
Netto schuldquote 71,51% 61,52% 72,18% 80,62% 82,42% 82,94% 76,52%
Gecorrigeerde netto schuldquote 46,25% 39,90% 51,80% 60,23% 62,52% 63,76% 58,36%
Solvabiliteitsratio 17,56% 18,41% 14,41% 13,59% 14,18% 15,01% 16,75%
Grondexploitaties 6,23% 5,07% 2,09% 0,98% 0,86% 0,87% 0,86%
Structurele exploitatieruimte -0,61% -0,97% 0,01% -0,20% 0,52% 0,12% 1,05%
Belastingcapaciteit 101,53% 99,05% 97,81% 97,68% 99,74% 101,80% 103,87%
Gemeentelijke aanvulling:
Uitleenquote 27,16% 23,20% 23,18% 23,29% 22,81% 21,91% 21,73%
Solvabiliteitsratio exclusief doorleningen 23,00% 23,84% 18,21% 16,84% 17,39% 18,21% 20,33%
Ratio weerstandsvermogen 1,2 1,7 1,8 2,1 2,2 2,3 2,5
Onbenutte belastingcapaciteit 23,67% 35,22% 39,78% 43,36% 42,38% 41,08% 39,78%

Door het BBV voorgeschreven financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Door het BBV voorgeschreven financiële kengetallen

Netto schuldquote waarde uitstekend (0% tot 90%)
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast tegenover de eigen middelen. Het geeft een indicatie over hoeveel de rentelasten en aflossingen drukken op de exploitatie. In de referentiewaarde ‘uitstekend valt’ 0% tot 90 %. In tegenstelling tot bij het solvabiliteitspercentage houden we bij de berekening van de netto schuldquote rekening met doorgeleende gelden. Het solvabiliteitspercentage ligt onder de grens van de signaleringswaarde, echter laat de netto schuldquote zien dat dat de lasten die samenhangen met netto schuld passen binnen een acceptabele bandbreedte.

Solvabiliteitsratio signaleringswaarde (kleiner dan 20%)
Solvabiliteit drukken we uit in een percentage van eigen vermogen tegenover totaal vermogen wat inzicht geeft in de mate waarin we in staat zijn om aan onze verplichtingen te voldoen. Dit kengetal wordt gedempt doordat we grote geldleningen hebben verstrekt aan woningcorporaties en aan BreedSaam wegens de doordecentralisatie onderwijshuisvesting. We zien dat, als gevolg van de toenemende schuldpositie benodigd voor de investeringen in de stad, ons solvabiliteitspercentage daalt. We hebben aandacht voor de dalende tendens van de afgelopen jaren, maar kiezen nu voor onze investeringsagenda om de stad niet stil te laten staan. Vanaf 2022 stijgt het solvabiliteitspercentage. 

Grondexploitaties (kleiner dan 20%)
Uit de kengetallen blijkt dat we qua waarde in de categorie ‘uitstekend’ vallen. De boekwaarde van de grondexploitaties verdienen we terug bij de doorverkoop van grond. Het kengetal laat zien dat we voor de baten van de organisatie niet in grote mate afhankelijk zijn van de opbrengsten uit grondverkopen. In het verleden zijn er flinke afboekingen geweest op de grondposities. De kans op herhaling van een risico met deze omvang is klein.

Structurele exploitatieruimte signaleringswaarde (kleiner dan 0%)
Dit kengetal geeft informatie in welke mate we structurele lasten kunnen afdekken met structurele baten. De begroting is vanaf 2021 structureel sluitend. Hierbij moeten we ook bezien dat onttrekkingen aan reserves bijna helemaal zijn aangemerkt als incidentele middelen.

Belastingcapaciteit signaleringswaarde (groter dan 100%)
Dit kengetal geeft inzicht of de gemeente veel belasting heft of dat er mogelijkheden zijn om de belastingen te verhogen.

Door de Gemeente Breda aangevulde financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Door de Gemeente Breda aangevulde financiële kengetallen

Uitleenquote
Als een gemeente geld uitleent, gaat dit niet zonder risico. Het kan zijn dat de andere partijen de leningen niet kunnen afbetalen. De uitleenquote geeft de verhouding weer tussen de uitgeleende gelden en de totale inkomsten. De ontwikkeling van dit kengetal geeft aan welk risico de gemeente loopt over haar uitstaande geldleningen.

Solvabiliteitsratio exclusief doorleningen
Omdat de Gemeente Breda in verhouding tot andere gemeentes grote leningen heeft verstrekt aan woningcorporaties en aan BreedSaam, geeft dit een dempend effect op de solvabiliteitsratio. Daarom wordt hier ook het solvabiliteitsratio weergegeven zonder deze leningen.  Dit kengetal geeft een realistischer beeld van de financiële positie van de Gemeente Breda.

Ratio weerstandsvermogen
Dit kengetal geeft de verhouding tussen het weerstandsvermogen en de risico's weer en laat zien in hoeverre we voldoende weerstandsvermogen hebben om risico's af te dekken.

Onbenutte belastingcapaciteit
Bij de onbenutte belastingcapaciteit wordt gekeken naar de 3 belangrijkste inkomsten van de gemeente: OZB, afvalstoffenheffing en rioolrechten. Dit kengetal geeft weer hoeveel ruimte de gemeente heeft om extra belastingen te heffen voor zover is toegestaan. De onbenutte belastingcapaciteit bij de OZB is zo groot als het verschil tussen het gehanteerde tarief en het tarief om tot een artikel 12 gemeente gerekend te worden. Het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 is gebaseerd op het gewogen landelijk gemiddelde van de WOZ-waarde gecorrigeerd voor onderdekking, met een opslag van 20%.