Klimaatbegroting 2023 (-2026)

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer

In hoofdstuk 1 vindt u de samenvatting van deze klimaatbegroting. Daarin presenteren we onder meer de resultaten van alle thema’s. Hierbij laten we zien hoe we de gezamenlijke doelen voor 2030 kunnen halen. Daarbij hebben we 3 varianten uitgewerkt: een variant op basis van de middelen uit de concept-begroting 2023 en 2 varianten waarmee we de landelijke en Europese tussendoelen halen.

In hoofdstuk 2, de inleiding, lichten we de stand van zaken van het klimaatbeleid toe. Een versnelling blijkt nodig om de tussendoelen voor 2030 te kunnen halen.

In hoofdstuk 3 komen de resultaten van alle thema’s verder uitgewerkt aan bod. Verder hebben we per thema aangegeven hoe we de doelen via de genoemde projecten kunnen realiseren. Het gaat om de thema’s Gebouwde Omgeving, Duurzaam Ondernemen, Duurzame Energieproductie, Duurzame Overheid en Verkeer en vervoer

In hoofdstuk 4 geven we een meerjarendoorkijk voor de periode tot 2026, waarin we aangeven hoe we met de verschillende thema’s gezamenlijk onze doelen willen realiseren.

Ten slotte geven we in hoofdstuk 5 aan hoe we de doelen mede realiseren via de Omgevingsvisie en omgevingsplannen.

1. Samenvatting

Terug naar navigatie - 1. Samenvatting

De energietransitie is een grote opgave, die nodig is om klimaatverandering te beperken, minder afhankelijk te zijn van andere landen, de energielasten beheersbaar te houden en te zorgen voor een comfortabele en gezonde woon- en leefruimte. Ons doel is om in 2044 CO2 -neutraal te zijn. 
Gemeente Breda stelt nu als tussendoel voor 2030 : 55% CO2-reductie in 2030 t.o.v. 1990, in lijn met de actuele landelijke en Europese ambities. We zullen daarvoor onze CO2-reductie moeten versnellen (zie figuur 1).

Figuur 1 Werkelijke CO2 -uitstoot in de periode 2010–2019 en de doelstellingen voor 2030 (49% CO2 -reductie) en 2044 (CO2 -neutraal). Het beoogde resultaat van de 3 varianten in de klimaatbegroting is weergegeven in de figuur.
Bron CO2 -uitstoot 2010-2019: Klimaatmonitor RWS.

Gemeenten krijgen in de klimaataanpak een grote rol met enerzijds de Transitievisie Warmte (TVW) en de wijkenergieplannen (WEP) en anderzijds de Regionale Energiestrategie (RES). In de gebouwde omgeving gaat het om de verduurzaming van woningen en bedrijven en de bedrijfsvoering via onder meer een individuele aanpak, een gebiedsaanpak en een gemeentebreed isolatieprogramma. We zetten daarbij sterk in op de transitie naar een aardgasvrije samenleving.

Verder pakken we het opwekken van duurzame energie mede op in het kader van de RES. Grote opgaven zijn de verduurzaming van het warmtenet en de aanpak van netwerkcongestie, wat een belangrijke randvoorwaarde is voor de uitvoering van de energietransitie. Daarnaast gaan we aan de slag om het verkeer en het vervoer te verduurzamen. Ten slotte willen we ook met onze eigen bedrijfsvoering het goede voorbeeld geven.

In deze klimaatbegroting laten we zien wat we in Breda de komende 4 jaar willen bereiken, wat we daarvoor gaan doen en welke kosten daarmee gemoeid zijn. Verder geven we in dit document een doorkijk naar de tussendoelen voor 2030.

Resultaten van de thema’s
In figuur 2 ziet u de resultaten van alle klimaatthema’s. Figuur 3 laat zien hoe we gezamenlijk de doelen voor 2030 kunnen halen. We hebben 3 varianten uitgewerkt: 

  • Variant 1: we gaan uit van de middelen uit de concept-begroting 2023, waarmee we 44% CO2 -reductie bereiken in 2030.
  • Variant 2: we gaan uit van extra inspanningen en middelen om in 2030 de landelijke en Europese doelen van 49% CO2 -reductie te bereiken.
  • Variant 3: we gaan uit van meer extra inspanningen en middelen om in 2030 de landelijke en Europese doelen van 55% CO2 -reductie te bereiken.

Ook gaan we in op de doelstelling voor de opwekking van duurzame energie.

2023 Concept-begroting 2023 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Kosten UPK CO2-reductie UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK
[€/jaar] [kton/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [€/jaar] [kton/jaar]
Gebouwde Omgeving 1.766.371 9,1 1.766.371 9,1 1.916.371 9,5
Duurzaam Ondernemen 137.158 16,5 188.357 16,6 263.357 16,9
Duurzame Overheid 123.665 0,4 198.665 0,5 263.597 0,5
Mobiliteit 187.966 1,2 329.864 1,2 329.864 1,2
Duurzame Energie 376.130 376.130 376.130
Coordinatie en algemeen 251.231 251.231 251.231
totaal 2.842.521 27,2 3.110.618 27,4 3.400.550 28,1

Figuur 2 Klimaatbegroting 2023.

Toelichting
Figuur 2 geeft een prognose voor het bereiken van de doelen voor 2023 in de bovengenoemde 3 varianten. In het Uitvoeringsprogramma Klimaat (UPK) 2023 stellen we de verdeling van de uren en de out-of-pocket-kosten definitief vast. De post ‘kosten UPK’ bestaat uit de proceskosten (uren voor het UPK) en de onderzoekskosten (geen investeringskosten). Voor uren van andere gemeentelijke beleidsafdelingen (dan Milieubeheer) is een extra bedrag nodig van € 231.446. 

De CO2 -reductie voor Duurzame Energie is niet meegerekend bij het thema. Duurzame energie wordt in de Klimaatmonitor namelijk opgenomen in de CO2 -uitstoot per gebruikte hoeveelheid energie. Daarmee is duurzame energie meteen verwerkt in de overige thema’s. Ons doel is om te voldoen aan de afspraken uit de RES. Hieraan geven we invulling met het thema Duurzame Energie.

Figuur 3 Prognose totale CO2-reductie in Breda in de periode 2023–2030.

Toelichting
De ontwikkeling van de Transitievisie Warmte en de wijkenergieplannen leidt niet meteen tot een grote CO2 -reductie in 2023. In de jaren na 2023 neemt de CO2 -reductie geleidelijk toe. Vóór 2030 moeten de eerste wijken volledig zijn aangepakt.

2. Inleiding

Terug naar navigatie - 2. Inleiding

De energietransitie is een grote opgave, die nodig is om klimaatverandering te beperken, minder afhankelijk te zijn van andere landen, de energielasten beheersbaar te houden en te zorgen voor een comfortabele en gezonde woon- en leefruimte. Ons doel is om in 2044 CO2 -neutraal te zijn. De tussendoelen zijn landelijk en op Europees niveau bepaald op 49% CO2 -reductie in 2030 (ten opzichte van 1990). Recent is dit doel verhoogd tot 55%. Dit willen we bereiken door een forse energiebesparing én door het resterende energieverbruik duurzaam op te wekken.

Om de CO2-reductiedoelen te halen zullen we moeten versnellen (zie figuur 4). 

Figuur 4 Werkelijke CO2-uitstoot in de periode 2010–2019 en de doelstellingen voor 2030 (49% CO2-reductie) en 2044 (CO2 -neutraal). Het beoogde resultaat van de 3 varianten in de klimaatbegroting is weergegeven in de figuur. 
Bron CO2-uitstoot 2010-2019: Klimaatmonitor RWS.

Figuur 5 Verdeling van de CO2-uitstoot in Breda over de verschillende sectoren.
Bron: Klimaatmonitor RWS.

Klimaatbeleid
Breda heeft haar klimaatbeleid (uit 2008) nader beschreven in de actsheet klimaatmitigatie, die onderdeel is van de actsheets duurzaamheid (2021). In deze klimaatbegroting hebben we vervolgens in beeld gebracht hoe we deze kunnen invullen en wat hiervoor nodig is. Op basis hiervan zijn de projecten beschreven in het UPK.

Uit onze eigen evaluaties blijkt dat we een achterstand hebben bij het uitvoeren van het klimaatbeleid (zie figuur 4). We moeten dus versnellen richting 2030 om de beleidsdoelen, het landelijke klimaatbeleid en de Klimaatwet te halen. Alle activiteiten op het gebied van klimaatbeleid komen samen in deelthema’s. Per deelthema toetsen we de geplande activiteiten aan de beleidsdoelen. De deelthema’s sluiten aan bij de 5 thema’s van het UPK:

  • Gebouwde omgeving.
  • Duurzaam ondernemen.
  • Duurzame overheid.
  • Mobiliteit.
  • Duurzame energieproductie.

De ontwikkelingen op deze thema’s gaan snel: inzichten veranderen en nieuwe technische en maatschappelijke ontwikkelingen dienen zich aan. De regelgeving verandert bijvoorbeeld ingrijpend door de nieuwe Omgevingswet. De aanpak van de klimaatproblemen bestaat vooral uit:

  • Energiebesparing.
  • Opwekken energie uit duurzame bronnen.
  • CO2 -compensatie.

Onze doelen zijn:

  • Energiebesparing: onze energiebehoefte is in 2044 50% gedaald ten opzichte van 2008.
  • Het opwekken van energie uit duurzame bronnen: in 2044 benutten we de mogelijkheden maximaal, de rest compenseren we.
  • CO2 -compensatie: benutten van bronnen van buiten de stad en de regio. 
    We volgen het landelijk beleid voor CO2 -reductie en monitoring. CO2 -compensatie is hier nu geen onderdeel van. We streven ernaar om de resterende CO2 -uitstoot te compenseren. Dit is overigens geen middel om minder te doen aan energiebesparing of duurzame opwek – dit blijft ons uitgangspunt voor de CO2 -reductie. In 2030 nemen we hierover een nieuw beleidsstandpunt in, conform ons eerdere besluit. We doen dit eerder als dat moet van het Rijk of van Europa.

Figuur 6 Klimaatdoel Breda

Het uitgangspunt in deze doelen is de zogenoemde trias energetica, een drie-stappen-strategie voor een energiezuinig ontwerp. Deze strategie is op meerdere thema’s toe te passen. Bijvoorbeeld op de bebouwde omgeving:

  • Beperk de energievraag: bouw goed geïsoleerd en luchtdicht, en zorg voor warmteterugwinning (uit douchewater en ventilatielucht).
  • Wek zo veel mogelijk je eigen duurzame energie op.
  • Gebruik fossiele brandstof alleen als dit niet anders kan en als dit de meest efficiënte oplossing is voor de resterende energiebehoefte. Ga voor hoog rendement en gebruik bijvoorbeeld lagetemperatuurverwarming.

Reductie van de CO2 -uitstoot
Het Nationaal Klimaatakkoord gaat uit van 49% CO2 -reductie in 2030 en 95% in 2050, beide ten opzichte van 1990. Uit het Klimaatakkoord komen programma’s en acties voort om deze doelen te realiseren. De Europese Unie heeft haar doelstelling in 2021 verhoogd naar 55% CO2 -reductie in de Europese Klimaatwet. Dat is vertaald naar nationaal beleid. Nationaal wordt zelfs ingezet op 60% CO2 -reductie, omdat de ervaring is dat een deel van de projecten niet tijdig de gewenste resultaten geeft. De minister heeft een voorstel voor aanscherping van de Klimaatwet naar de Tweede Kamer gestuurd.

In deze Klimaatbegroting geven we aan wat er nodig is om aan die nieuwe beleidsdoelstelling te voldoen. Het Europese doel van 55% CO2 -reductie in 2030 is scherper dan ons huidige tussendoel voor 2030 op weg naar een CO2 -neutrale gemeente in 2044. Gemeente Breda stelt als tussendoel voor 2030: 55% CO2 -reductie in 2030 t.o.v. 1990. Dit sluit aan op de Europese Klimaatwet en het landelijk voorstel Klimaatwet.. Vaak is dit namelijk een voorwaarde om Europese subsidie en ondersteuning te kunnen blijven krijgen. Daarnaast is het een voorwaarde om aangesloten te mogen blijven bij onder meer het Convenant of Mayors met haar ondersteuningsmogelijkheden. Hiernaast verwachten we dat ondersteuning ook landelijk gezien steeds meer aan deze doelstelling gekoppeld gaat worden.

De totale CO2 -uitstoot in Breda daalde tussen 2010 en 2019 gemiddeld met 22,7 kiloton per jaar. Sinds 2017 ligt de CO2 -uitstoot in Breda weer onder die uit het referentiejaar 1990. Om de doelstelling van 49% CO2 -reductie in 2030 te halen, had de daling tussen 2010 en 2019 op 26,5 kiloton per jaar moeten liggen. In 2018 en 2019 was de CO2 -reductie gemiddeld 38,1 kiloton per jaar. Om de doelstelling van 49% CO2 -reductie te halen, moet de CO2 -reductie tot 2030 gemiddeld 29,4 kiloton per jaar zijn. In deze klimaatbegroting beschrijven we onder meer hoe we de achterstand vóór 2030 kunnen inlopen.

Opwekken van duurzame energie
Als onderdeel van de nationale CO2 -reductie is er een doelstelling vastgelegd voor het aandeel hernieuwbare energie. In 2030 moet minstens 27% van het totale energieverbruik bestaan uit energie vanuit natuurlijke bronnen, zoals zon en wind. Voor duurzame elektriciteit ligt dat aandeel op 70% in 2030.

In 2021 is de RES West-Brabant vastgesteld. De afspraken die daarin gemaakt zijn, sluiten aan op de landelijke doelstellingen voor duurzame opwek in 2030. In de RES West-Brabant is de totale doelstelling voor het opwekken van duurzame energie toegewezen aan de gemeenten. Voor Breda is de doelstelling om uiterlijk in 2030 in totaal 864 TJ (240 GWh) duurzame energie extra op te wekken. Gemiddeld gaat het om een stijging van 30 GWh per jaar. In deze klimaatbegroting houden we die doelstelling aan. Dat is een wijziging ten opzichte van voorgaande jaren.

Uitvoeringsprogramma Klimaat (UPK)
Alle projecten die Breda uitvoert op het gebied van CO2 -reductie, zijn gebundeld in het Uitvoeringsprogramma Klimaat (UPK). Met de projecten die nu gepland staan, is de uitstoot in 2030 waarschijnlijk 49% lager dan in 1990. Dat is afhankelijk van hoe volledig en succesvol deze projecten zijn. We houden jaarlijks de voortgang bij en toetsen of we de verwachtingen halen (in de jaarrekening). Op basis daarvan zijn er elk jaar nieuwe kansrijke of verbeterde projecten. Daar werken we samen aan met partners in de stad. De projecten staan in het UPK, dat we deels financieel ondersteunen. Ondersteuning gebeurt op basis van de verhouding tussen CO2 -reductie en kosten, professionaliteit, haalbaarheid en andere doelen.

Financiële instrumenten
Energieprojecten kosten geld, maar leveren ook wat op voor de eindgebruikers: zij kunnen hun woon- en bedrijfslasten beheersbaar houden. Daarnaast biedt de kostenbesparing door energiebesparing en de opwekking van duurzame energie lokaal en nationaal economische kansen. Dit geldt onder meer voor de installatietechniek en de bouw.

Bij woningeigenaren is een gebrek aan geld een van de belangrijkste redenen is om (nog) geen energetische maatregelen te treffen. Daarom heeft de gemeente de Maatwerklening uitgewerkt. Die ontzorgt de eigenaar-bewoners zo veel mogelijk in het hele proces dat ze moeten doorlopen, van de inventarisatie van de benodigde maatregelen tot en met de financiering. De Maatwerklening is ook bedoeld om verduurzaming bereikbaar te maken voor minder vermogende eigenaar-bewoners, waarbij het uitgangspunt is dat de woonlasten gelijk blijven. 
Vanuit het Klimaatfonds kunnen duurzaamheidsprojecten gefinancierd worden die niet in aanmerking komen voor leningen op de markt, bijvoorbeeld door hun (bescheiden) omvang en risicoprofiel. Deze leningen kunnen aangevraagd worden door bedrijven, verenigingen en andere collectieven. Door de Maatwerklening en de leningen uit het Klimaatfonds aan te bieden, vullen we het gat op voor initiatiefnemers die niet in aanmerking komen voor reguliere financieringen en ontzorgen we mensen die willen verduurzamen. 

Andere ontwikkelingen
Ook andere ontwikkelingen hebben invloed op het klimaatbeleid van de gemeente. De belangrijkste zijn: 

  • Het Klimaatakkoord.
  • De stijging van de gas- en elektriciteitsprijzen in 2021 en 2022.
  • Het besluit om kolencentrales te sluiten (dat vanwege de oorlog in Oekraïne voorlopig is uitgesteld).
  • Het besluit omtrent de beëindiging van de gaswinning in Groningen. 

Deze ontwikkelingen hebben invloed op onze activiteiten. Het sluiten van de Amercentrale heeft grote invloed op de verduurzaming van de warmtelevering aan de stad. Daarbij moeten we ook extra warmteaansluitingen aanleggen om de stad aardgasvrij te maken. We zoeken actief naar andere mogelijke bronnen. Tot die tijd stookt de centrale door op houtsnippers.
We hebben diverse taken vanuit landelijke programma’s, zoals de RES en aardgasvrije wijken. De gemeente staat daarbij voorop als regisseur. We werken daarbij aan de Transitievisie Warmte, die aangeeft welke andere duurzame bronnen er zijn voor specifieke wijken in de stad als vervanging van aardgas. De doelen en aanpak uit de RES vertalen we naar een aandeel voor de gemeente Breda. 

3. Conclusies gezamenlijke acties alle thema's

Terug naar navigatie - 3. Conclusies gezamenlijke acties alle thema's

De resultaten voor 2023 staan per thema in onderstaande tabel.

2023 Concept-begroting 2023 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Kosten UPK CO2-reductie UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK
[€/jaar] [kton/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [€/jaar] [kton/jaar]
Gebouwde Omgeving 1.766.371 9,1 1.766.371 9,1 1.916.371 9,5
Duurzaam Ondernemen 137.158 16,5 188.357 16,6 263.357 16,9
Duurzame Overheid 123.665 0,4 123.665 0,5 188.597 0,5
Mobiliteit 187.966 1,2 329.864 1,2 329.864 1,2
Duurzame Energie 376.130 376.130 376.130
Coordinatie en algemeen 251.231 251.231 251.231
totaal 2.842.521 27,2 3.035.618 27,4 3.325.550 28,1

Figuur 7 Klimaatbegroting 2023

De tabel geeft een prognose voor het bereiken van de doelen voor 2023 in bovengenoemde 3 varianten. In het UPK stellen we de verdeling van de uren en de out-of-pocket-kosten definitief vast. De post ‘kosten UPK’ bestaat uit de proceskosten (uren voor het UPK) en de onderzoekskosten (geen investeringskosten). Voor uren van andere gemeentelijke beleidsafdelingen (dan Milieubeheer) is een extra bedrag nodig van € 231.446. 

De CO2 -reductie voor Duurzame Energie is niet meegerekend bij het thema. Duurzame energie wordt in de Klimaatmonitor namelijk opgenomen in de CO2 -uitstoot per gebruikte hoeveelheid energie. Daarmee is duurzame energie meteen verwerkt in de overige thema’s. Ons doel is om te voldoen aan de afspraken uit de RES. Hieraan geven we invulling met het thema Duurzame Energie.

Figuur 8 Prognose van de totale CO2-reductie in Breda in de periode 2023-2030.

De ontwikkeling van de Transitievisie Warmte en de wijkenergieplannen leidt niet meteen tot een grote CO2 -reductie in 2023. In de jaren na 2023 neemt de CO2 -reductie geleidelijk toe. Vóór 2030 moeten de eerste wijken volledig zijn aangepakt.

In figuur 7 staat een overzicht van de resultaten van alle thema’s. Hieraan is te zien welke kosten en uren in welke mate leiden tot minder CO2 -uitstoot. Binnen deze klimaatbegroting hebben we ook begrotingen gemaakt voor de jaren 2024, 2025 en 2026. Die zijn terug te vinden in hoofdstuk 3.

Kosten en CO2 -reductie voor acties in 2023
Figuur 4 geeft per thema een prognose voor het bereiken van de doelen voor 2023. De benodigde proces- en onderzoekskosten zijn in het UPK opgenomen (met een uurtarief van € 74,66 voor de proceskosten). In de post ‘kosten UPK’ zijn geen investeringskosten opgenomen.

Het doel is om tot 2030 jaarlijks gemiddeld 29,4 kiloton CO2 minder uit te stoten (zie figuur 4). De doelstelling wordt gemiddeld over de jaren 2023-2030 gehaald bij de variant ‘49% CO2 -reductie’. We hebben bewust gezorgd voor een lichte overprogrammering, omdat we weten dat niet alle projecten 100% zullen slagen. De CO2 -reductie wordt behaald door onze energiebehoefte te verlagen en tegelijkertijd te zorgen voor een transitie van fossiele naar duurzame brandstoffen.

Voor het beleidsdoel ‘55% CO2 -reductie’ in 2030 moet het gelijknamige pakket worden gekozen. De jaarlijkse CO2 -reductie moet dan tot 2030 gemiddeld 34,1 kiloton per jaar zijn. Dit pakket bevat extra acties op de thema’s Gebouwde Omgeving en Duurzaam Ondernemen. Die zorgen ervoor dat het doel van 55% CO2 -reductie net wordt gehaald (zie de kolom ‘gemiddeld’ in figuur 7).

De ontwikkeling van de Transitievisie Warmte en de wijkenergieplannen leidt niet meteen tot een grote CO2 -reductie. In de jaren na 2023 neemt deze reductie toe. Als de Transitievisie Warmte en de wijkenergieplannen volledig worden uitgevoerd, halen we de doelstellingen van de 49% CO2 -reductie in 2030.

Hieronder werken we de 3 varianten uit figuur 7 verder uit.

Variant 1: Concept-begroting 2023, variant op basis van de beschikbare middelen 
De projecten in deze variant richten zich op een effectieve inzet van de budgetten om te komen tot een CO2-reductie. De budgetten staan onder het kopje Milieubeheer in de begroting 2023. Voor 2023 stellen we een aanvullende dekking voor van € 266.110 als overheveling uit het Klimaatfonds.

Op verschillende thema’s starten we een mix van projecten op. Voor het thema Gebouwde Omgeving starten we 2 extra wijkenergieplannen, naast de 3 wijkenergieplannen die in 2022 al gestart zijn. Deze mix van projecten levert resultaten op in 2023, 2024 en later. Andere projecten vormen een voorbereiding op activiteiten en groter draagvlak voor deelname aan toekomstige projecten. Daarbij richten we ons voor een groot deel op de wijkenenergieplannen. Binnen het huidige budget starten we in 2023 om 2 extra wijken aardgasvrij(ready) te maken.

Door variant 1 uit te voeren, bereiken we in 2023 een CO2 -reductie van 27,2 kiloton. Over de periode 2023-2030 is de jaarlijkse CO2 -reductie gemiddeld 26,1 kiloton. In 2030 komen we daarmee uit op een CO2 -reductie van 44%. Om uit te komen op een gemiddelde jaarlijkse reductie van 29,4 kiloton CO2 zijn veel meer inspanningen nodig.

De totale kosten voor variant 1 zijn € 2.842.521. Vanuit andere gemeentelijke beleidsvelden (dan Milieubeheer) is nog een aanvullende ureninzet nodig van € 231.446.

Variant 2: Beleidsdoel 49% in 2030
Deze variant bestaat uit alle acties van variant 1 plus aanvullende activiteiten om de bestaande gebouwde omgeving (gebouwen en mkb) sneller te verduurzamen. Het gaat om deze projecten:

  • Thema Gebouwde Omgeving: woningen en gebouwen sneller energiezuinig maken en voorbereiden op de transitie naar duurzame brandstoffen.
  • Thema Duurzame Overheid: beperken van de hoeveelheid woon-werkverkeer per auto.

Met variant 2 halen we in 2030 het beleidsdoel van 49% CO2 -reductie. De totale kosten van deze variant zijn € 3.110.618. Dat is € 268.097 meer dan variant 1.

Variant 3: Beleidsdoel 55% in 2030
Om in 2030 de doelstelling van 55% CO2 -reductie in 2030 te halen, zijn extra acties nodig t.o.v. variant 1. Deze projecten zijn vooral gericht op:

  • Thema Gebouwde Omgeving: extra inzet op het gebied van communicatie en draagvlak ontwikkelen, adviseren van woningeigenaren en sociale energietransitie (verdere verdieping t.a.v. sociale aspecten rond energietransitie.
  • Thema Duurzame Overheid: extra inzet om de hoeveelheid woon-werkverkeer per auto te beperken.

Met variant 3 halen we in 2030 het beleidsdoel van 55% CO2 -reductie. De totale kosten voor deze variant zijn € 3.400.550. Dat is € 558.029 meer dan variant 1.

Gedeelde verantwoordelijkheid binnen de gemeente
De klimaatdoelen zijn een gedeelde verantwoordelijkheid van de gemeente en haar partners. De CO2 -reductie moet een integraal onderdeel zijn van het beleid en de aanpak binnen verschillende werkvelden in de organisatie. Zij nemen hier de integrale verantwoordelijkheid voor. Daarvoor moeten de kosten en uren van de door meerdere beleidsvelden in de organisatie zelf worden gedekt.

Doorkijk naar 2030
Deze klimaatbegroting is een concrete, voortschrijdende doorkijk naar de komende 4 jaar en naar de periode tot 2030. Dit document is ook belangrijk voor de betrokken partners bij de klimaatopgave. Het is de basis voor de besluitvorming over de begroting 2023. Veel acties hebben pas na enkele jaren effect. Deze klimaatbegroting maakt dit per deelthema duidelijk. Veel acties lopen meerdere jaren door. Dat is terug te zien in de begroting voor de periode 2023-2026 (zie hoofdstuk 4).

3.1 Deelthema gebouwde omgeving

Terug naar navigatie - 3.1 Deelthema gebouwde omgeving

CO2-uitstoot gebouwde omgeving in ton per jaar

Figuur 9 De CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving. Daaronder vallen in dit deelthema alleen woningen. De lichtblauwe lijn is de prognose. Voor 2021 zijn er nog geen cijfers in de Klimaatmonitor. Dit is een schatting op basis van de trend van de 3 voorgaande jaren.

Opgave: alle woningen in de gemeente Breda zijn in 2044 CO2-neutraal en hebben in 2050 aardgasloze, duurzame energievoorzieningen.

Tussendoel: in 2030 zijn 11.000 woningen aardgasvrij of aardgasvrij-ready, 2.500 woningen koen niet meer op gas
Middelen: de Transitievisie Warmte, de wijkenergieplannen, energiebesparing stimuleren, sociale transitie (regelen van de haalbaarheid en betaalbaarheid).

De Transitievisie Warmte is in 2022 vastgesteld en krijgt elke 5 jaar een update. Als uitwerking hiervan zijn we gestart met wijkenergieplannen in 3 gebieden en overige acties: 

  • In Prinsenbeek gaat het dorpsplatform zelf aan de slag.
  • In de Hoge Vucht en Doornbos-Linie heeft de gemeente grotendeels zelf de regie, samen met woningcorporaties. (Hier heeft het project Volkshuisvestingsfonds een aanjaagfunctie.)
  • Pilot-projecten met ‘spikkelbezit’ en VvE's zijn gestart. De resultaten hiervan worden in 2023 gebruikt bij de grootschalige aanpak, met ondersteuning van gelden uit het Volkshuisvestingsfondstra energiebesparing vindt plaats bij corporatiewoningen en vindt een overgang plaats naar duurzame infrastructuur (verbindingen).
  • Gemeentebrede aanpak stimulering energiebesparing door onder andere acties van Bredase energiecoöperaties.
  • Een isolatiefonds zal verder worden ontwikkeld , dit fonds is revolverend.
  • Vereenvoudigen van subsidieaanvragen voor particulieren en bedrijven.
  • Opschalen naar 5 wijkenergieplannen.

Conclusie gebouwde omgeving
Het thema Gebouwde Omgeving draagt in absolute zin flink bij aan de CO2-uitstoot in de stad. Om een evenredig aandeel CO2-reductie te halen, moet dit thema per jaar 10,95 kiloton CO2 reduceren. Zeker op termijn, als de wijkenergieplannen op stoom komen. De CO2-reductie was voor de periode 2014-2019 gemiddeld 8,05 kiloton per jaar. Dat is 35% van de totale jaarlijkse reductie in Breda. De laatste jaren neemt de CO2-reductie geleidelijk toe. 

Begroting 2023

  • De CO2-reductie is in 2023 9,12 kiloton, als we alle acties van variant 1 uitvoeren.
  • De maatregelen bij variant 1 en variant 2 zijn gelijk en bedragen € 1.766.371, inclusief de uren vanuit het UPK.
  • De maatregelen bij variant 3 bedragen € 1.916.371, inclusief de uren vanuit het UPK.
  • Voor de Transitievisie Warmte en de wijkenergieplannen gebruiken we de bijdrage van het Rijk, die we in 2022 hebben ontvangen. Het is belangrijk dat we minimaal de gestarte wijken voort kunnen zetten, in ieder geval tot en met 2026. In de klimaatbegroting doen we het voorstel om daarvoor gelden vanuit de Reserve Klimaatfonds in te zetten. Verder ontvangen we de komende jaren een bijdrage vanuit het Rijk, conform het landelijke coalitieakkoord.

Figuur 10 Prognose van de CO2-reductie voor de periode 2023-2030 op basis van acties uit het UPK. De stippellijnen geven het evenredige aandeel CO2-reductie aan voor het thema Gebouwde Omgeving voor de doelstellingen 49% (rood) en 55% (groen).

We halen de gemiddelde doelstelling van 10,9 kiloton CO2-reductie per jaar. Bij variant 3 is de CO2-reductie iets hoger. De gemiddelde jaarlijkse CO2-reductie is 10,7 kiloton voor variant 1, 15,4 kiloton voor variant 2 en 18,18 kiloton voor variant 3. Dit hangt samen met de grote taakstelling van het Klimaatakkoord binnen dit thema, vooral voor de uitvoering van de Transitievisie Warmte en de wijkenergieplannen. Daarvan zijn de effecten pas op langere termijn zichtbaar (na 2024). Deze projecten (en bijbehorende effecten) zijn meegenomen in de onderlinge weging en het voorstel voor de keuze van de projecten. Dat geldt ook voor het Volkshuisvestingsfonds. 

De tabellen hieronder geven aan op welke acties voor 2023, 2024, 2025 en 2026 de prognose voor de CO2-reductie is gebaseerd.

Overzicht uren, kosten en CO2-reductie
2023 Concept-begroting 2023 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK
[h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar]
16.950 695.000 9,12 16.950 695.000 9,12 16.950 845.000 9,53
Samenwerken met woningcorporaties 1.000 25.000 0,00 1.000 25.000 0,00 1.000 25.000 0,00
Samenwerken met VvE's 1.000 50.000 0,30 1.000 50.000 0,30 1.000 50.000 0,30
Communicatie + energieloket 2.000 125.000 0,13 2.000 125.000 0,13 2.000 125.000 0,13
Aandacht sociale energietransitie 2.000 75.000 0,20 2.000 75.000 0,20 2.000 75.000 0,20
Gemeentebrede begeleiding bewoners 1.000 150.000 0,39 1.000 150.000 0,39 1.000 300.000 0,80
Interne uren andere afdelingen 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00
Coördinatie Gebouwde omgeving 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00
Inpassing openbare ruimte 600 0 0,00 600 0 0,00 600 0 0,00
Financieringsconstructies 0 25.000 0,00 0 25.000 0,00 0 25.000 0,00
Bewonersinitiatief Prinsenbeek 300 80.000 0,52 300 80.000 0,52 300 80.000 0,52
Gebiedsaanpak Hogevucht / Doornbos 3.000 100.000 1,04 3.000 100.000 1,04 3.000 100.000 1,04
Gebiedsaanpak 2 WEP voorbereiding 2.050 65.000 0,00 2.050 65.000 0,00 2.050 65.000 0,00
Gebiedsaanpak 2 WEP uitvoering 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Extra gebiedsaanpak voorbereiding 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Extra gebiedsaanpak uitvoering 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Autonome ontwikkeling 0 0 6,53 0 0 6,53 0 0 6,53
Overzicht uren, kosten en CO2-reductie
2024 Concept-begroting 2024 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK
[h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar]
18.775 790.000 10,36 18.775 716.500 10,36 19.800 1.332.500 12,49
Samenwerken met woningcorporaties 1.000 25.000 0,00 1.000 25.000 0,00 1.000 100.000 0,60
Samenwerken met VvE's 1.000 50.000 0,30 1.000 50.000 0,30 2.000 125.000 0,75
Communicatie + energieloket 2.000 125.000 0,13 2.000 125.000 0,13 2.000 125.000 0,20
Aandacht sociale energietransitie 2.000 75.000 0,20 2.000 75.000 0,20 1.000 300.000 0,80
Gemeentebrede begeleiding bewoners 1.000 150.000 0,39 1.000 150.000 0,39 1.000 300.000 0,80
Interne uren andere afdelingen 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00
Coördinatie 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00
Inpassing openbare ruimte 600 0 0,00 600 0 0,00 600 0 0,00
Financieringsconstructies 0 25.000 0,00 0 25.000 0,00 0 25.000 0,00
Bewonersinitiatief Prinsenbeek 1.025 70.000 1,04 1.025 32.500 1,04 1.025 32.500 1,04
Volkshuisvestingsfonds 2.050 140.000 2,09 2.050 6.500 2,09 2.050 65.000 2,09
Gebiedsaanpak 2 WEP voorbereiding 4.100 130.000 0,00 4.100 227.500 0,00 4.100 227.500 0,00
Gebiedsaanpak 2 WEP uitvoering 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Extra gebiedsaanpak voorbereiding 0 0 0,00 0 0 0,00 1.025 32.500 0,00
Extra gebiedsaanpak uitvoering 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Autonome ontwikkeling 0 0 6,20 0 0 6,20 0 0 6,20
Overzicht uren, kosten en CO2-reductie
2025 Concept-begroting 2025 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK
[h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar]
26.250 815.000 11,61 36.500 1.140.000 11,61 38.550 1.730.000 13,67
Samenwerken met woningcorporaties 1.000 25.000 0,00 1.000 25.000 0,00 1.000 100.000 0,60
Samenwerken met VvE's 1.000 50.000 0,30 1.000 50.000 0,30 2.000 125.000 0,75
Communicatie + energieloket 2.000 125.000 0,13 2.000 125.000 0,13 2.000 125.000 0,13
Aandacht sociale energietransitie 2.000 75.000 0,20 2.000 75.000 0,20 1.000 300.000 0,80
Gemeentebrede begeleiding bewoners 1.000 150.000 0,39 1.000 150.000 0,39 1.000 300.000 0,80
Interne uren andere afdelingen 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00
Coördinatie 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00
Inpassing openbare ruimte 600 0 0,00 600 0 0,00 600 0 0,00
Financieringsconstructies 0 25.000 0,00 0 25.000 0,00 0 25.000 0,00
Bewonersinitiatief Prinsenbeek 2.800 75.000 1,04 2.800 75.000 1,04 2.800 75.000 1,04
Volkshuisvestingsfonds 5.600 150.000 2,09 5.600 150.000 2,09 5.600 150.000 2,09
Gebiedsaanpak 2 WEP voorbereiding 2.050 65.000 0,00 12.300 390.000 0,00 12.300 390.000 0,00
Gebiedsaanpak 2 WEP uitvoering 4.200 75.000 1,57 4.200 75.000 1,57 4.200 75.000 1,57
Extra gebiedsaanpak voorbereiding 0 0 0,00 0 0 0,00 2.050 65.000 0,00
Extra gebiedsaanpak uitvoering 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Autonome ontwikkeling 0 0 5,89 0 0 5,89 0 0 5,89
Overzicht uren, kosten en CO2-reductie
2026 Concept-begroting 2026 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK
[h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar]
28.400 825.000 12,88 44.900 1.392.500 12,88 47.325 1.987.500 16,51
Samenwerken met woningcorporaties 1.000 25.000 0,00 1.000 25.000 0,00 1.000 100.000 0,60
Samenwerken met VvE's 1.000 50.000 0,30 1.000 50.000 0,30 2.000 125.000 0,75
Communicatie + energieloket 2.000 125.000 0,13 2.000 125.000 0,13 2.000 125.000 0,13
Aandacht sociale energietransitie 2.000 75.000 0,20 2.000 75.000 0,20 1.000 300.000 0,80
Gemeentebrede begeleiding bewoners 1.000 150.000 0,39 1.000 150.000 0,39 1.000 300.000 0,80
Interne uren andere afdelingen 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00
Coördinatie 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00 2.000 0 0,00
Inpassing openbare ruimte 600 0 0,00 600 0 0,00 600 0 0,00
Financieringsconstructies 0 25.000 0,00 0 25.000 0,00 0 25.000 0,00
Bewonersinitiatief Prinsenbeek 2.800 75.000 1,04 2.800 75.000 1,04 2.800 75.000 1,04
Volkshuisvestingsfonds 5.600 150.000 2,09 5.600 150.000 2,09 5.600 150.000 2,09
Gebiedsaanpak 2 WEP voorbereiding 0 0 0,00 12.300 455.000 0,00 12.300 455.000 0,00
Gebiedsaanpak 2 WEP uitvoering 8.400 150.000 3,13 12.600 262.500 3,13 12.600 262.500 3,13
Extra gebiedsaanpak voorbereiding 0 0 0,00 0 0 0,00 1.025 32.500 0,00
Extra gebiedsaanpak uitvoering 0 0 0,00 0 0 0,00 1.400 37.500 1,57
Autonome ontwikkeling 0 0 5,60 0 0 5,60 0 0 5,60

Figuur 11 Begroting gebouwde omgeving 2023–2026.

Toelichting
Met ‘autonome ontwikkeling’ bedoelen we de CO2-reductie die niet direct wordt beïnvloed door acties vanuit het UPK. De kosten voor het UPK bestaan uit proceskosten (uren) en onderzoekskosten.

Het aantal wijkenergieplannen varieert over de jaren en per variant. Zo kunnen we de uitvoering hiervan tot en met 2026 garanderen met de gelden vanuit het Klimaatfonds en het Rijk.

  • In variant 1 starten we in 2023 2 nieuwe wijkenergieplannen die in de jaren daarna worden uitgevoerd. In de jaren 2024-2026 zijn er geen nieuwe wijkenergieplannen gepland.
  • In variant 2 starten we 2 gebiedsplannen in 2023, 3 gebiedsplannen in 2024, 4 gebiedsplannen in 2025 en 3 gebiedsplannen in 2026. Dit betreft de uitvoering van de Transitievisie Warmte.
  • In variant 3 starten we 2 gebiedsplannen in 2023, 4 gebiedsplannen in 2024, 4 gebiedsplannen in 2025 en 3 gebiedsplannen in 2026.

3.2 Deelthema duurzaam ondernemen

Terug naar navigatie - 3.2 Deelthema duurzaam ondernemen

CO2-uitstoot duurzaam ondernemen in ton per jaar

Figuur 12 CO2-uitstoot duurzaam ondernemen. Lichtblauwe lijn zijn prognoses.                 Verdeling CO2-uitstoot

Opgave: alle utiliteitsgebouwen en bedrijventerreinen in de gemeente Breda zijn in 2044 CO2-neutraal en hebben in 2050 aardgasloze duurzame energievoorzieningen.

Deze opgave vindt plaats via de volgende visies en programma’s: Transitievisie Warmte 2022 (met 5-jarige update), Bedrijventerrein uitvoeringsplannen voor verbetering van het vestigingsklimaat (Economische Visie Breda, binnen programma Verrassende Stad)), energiebesparing en stimulering energieproductie), (regionale) visie op bedrijventerreinen. 
Utiliteitsgebouwen (gebouw met maatschappelijk doel, zoals scholen) nemen we mee in de wijk of het bedrijventerrein waarop ze staan. 
Middelen zijn beschikbaar vanuit partners Green Deal Bedrijventerreinen en via inzet gelden uit Europa.

Specifieke acties voor 2023 en verder zijn:

  • Oplossen van de netwerkschaarste. De capaciteitsbeperking van het elektriciteitsnet wordt een steeds groter probleem. Dit vraagt om een gebiedsgerichte aanpak. In 2023 werken we uit hoe we dit voor bedrijventerreinen kunnen aanpakken.
  • Vanaf 1 januari 2023 moeten kantoren minstens energielabel C halen. In 2023 zetten we ons extra in om de achterstand hierin op te lossen.
  • We zetten specifiek in op energiebesparing bij het mkb .
  • Zon op bedrijfsdaken (zie ook het thema Duurzame Energie).

Conclusie duurzaam ondernemen
De CO2-reductie in de periode 2014-2019 was jaarlijks gemiddeld 15,1 kiloton. Dat is 43% van de totale jaarlijkse CO2-reductie in Breda. Duurzaam Ondernemen draagt als thema redelijk bij aan de CO2-reductie in de stad. In 2019 en 2020 is de CO2-uitstoot binnen dit thema flink gedaald.

We zien al een versnelling voor Duurzaam Ondernemen. Voortgaan op dezelfde weg is nodig en leidt tot minimaal 49% CO2-reductie in 2030. De gemiddelde verwachte reductie tot en met 2030 is voor variant 1 12,32 kiloton, voor variant 2 12,58 kiloton en voor variant 3 13,04 kiloton per jaar. De afgelopen jaren hebben we al veel energie gestoken in de CO2-reductie van ondernemingen. Voortgaan op dezelfde weg vraagt extra inspanningen; het laaghangende fruit is geplukt.

Begroting 2023

  • De CO2-reductie voor de periode 2023-2030 is jaarlijks gemiddeld 12,32 kiloton bij variant 1. Dat is meer dan het gelijke aandeel van Duurzaam Ondernemen in het totaal. Een groot deel daarvan (11,54 kiloton) is het gevolg van landelijke ontwikkelingen en Europees beleid.
  • De kosten voor de gemeente Breda bedragen € 137.158 per jaar (inclusief uren). De aanvullende kosten voor variant 2 bedragen € 51.199, die voor variant 3 zijn € 126.199. Deze kosten worden veroorzaakt door energieadviezen en de stimulering van energiebesparing binnen het mkb, inclusief proceskosten om dit te organiseren .

Een doorkijk naar 2030:

Figuur 13 Prognose van de CO2-reductie binnen het thema Duurzaam Ondernemen tot 2030. De prognose is gebaseerd op lopende projecten en de doorvertaling naar 2030. De stippellijnen geven het evenredig aandeel CO2-reductie aan voor Duurzaam Ondernemen in 2030.

Enkele projecten lopen niet meer door na 2024. Voor de autonome ontwikkeling gaan we ervan uit dat de hoge CO2-reductie na 2025 jaarlijks afneemt met 0,5 kiloton. De totaal voorspelde CO2-reductie in 2023 is met 12,77 kiloton hoger dan nodig (10,72 kiloton). In de jaren daarna neemt de CO2-reductie af. Voor de komende jaren moeten we een tandje bijzetten om het niveau op peil te houden. De daling van de effecten van de autonome ontwikkeling compenseren we na 2024 door landelijk of gemeentelijk beleid en een bijbehorende aanpak.

In onderstaande tabel ziet u de onderverdeling naar projecten en kosten.

Overzicht uren, kosten en CO2-reductie
2023 Concept-begroting 2023 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK
[h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [h/jaar] [€/jaar] [kton/jaar]
470 117.000 16,51 620 157.000 16,64 620 232.000 16,89
Green Deal zorginstellingen 200 6.000 0,23 200 6.000 0,23 200 6.000 0,23
Vervolg intensivering energietoezicht 20 16.000 0,32 20 16.000 0,32 20 16.000 0,32
Duurzame evenementen 200 35.000 0,30 200 35.000 0,30 200 35.000 0,30
CO2 reductie middels label C regelgeving 50 25.000 0,40 50 25.000 0,40 50 25.000 0,40
Bedrijvendag duurzaamheid 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Energieadvies MKB 0 35.000 0,12 150 75.000 0,25 150 150.000 0,50
Autonome ontwikkeling 0 0 15,14 0 0 15,14 0 0 15,14
Overzicht uren, kosten en CO2-reductie
2024 Concept-begroting 2024 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK
[u/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [kton/jaar]
270 83.000 15,63 420 158.000 16,00 420 283.000 16,38
Green Deal zorginstellingen 200 7.000 0,23 200 7.000 0,23 200 7.000 0,23
Vervolg intensivering energietoezicht 20 16.000 0,32 20 16.000 0,32 20 16.000 0,32
Duurzame evenementen 0 35.000 0,30 0 35.000 0,30 0 35.000 0,30
CO2 reductie middels label C regelgeving 50 25.000 0,40 50 25.000 0,40 50 25.000 0,40
Bedrijvendag duurzaamheid 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Energieadvies MKB 0 0 0,00 150 75.000 0,37 150 200.000 0,75
Autonome ontwikkeling 0 0 14,38 0 0 14,38 0 0 14,38
Overzicht uren, kosten en CO2-reductie
2025 Concept-begroting 2025 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK
[u/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [kton/jaar]
270 47.000 14,61 420 122.000 14,86 420 247.000 15,36
Green Deal zorginstellingen 200 6.000 0,23 200 6.000 0,23 200 6.000 0,23
Vervolg intensivering energietoezicht 20 16.000 0,32 20 16.000 0,32 20 16.000 0,32
Duurzame evenementen 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
CO2 reductie middels label C regelgeving 50 25.000 0,40 50 25.000 0,40 50 25.000 0,40
Bedrijvendag duurzaamheid 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Energieadvies MKB 0 0 0,00 150 75.000 0,25 150 200.000 0,75
Autonome ontwikkeling 0 0 13,66 0 0 13,66 0 0 13,66
Overzicht uren, kosten en CO2-reductie
2026 Concept-begroting 2026 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK Uren UPK Kosten UPK CO2-reductie UPK
[u/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [kton/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [kton/jaar]
220 22.000 13,53 370 97.000 13,78 370 222.000 14,28
Green Deal zorginstellingen 200 6.000 0,23 200 6.000 0,23 200 6.000 0,23
Vervolg intensivering energietoezicht 20 16.000 0,32 20 16.000 0,32 20 16.000 0,32
Duurzame evenementen 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
CO2 reductie middels label C regelgeving 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Bedrijvendag duurzaamheid 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Energieadvies MKB 0 0 0,00 150 75.000 0,25 150 200.000 0,75
Autonome ontwikkeling 0 0 12,98 0 0 12,98 0 0 12,98

Figuur 14 Begroting voor het thema Duurzaam Ondernemen 2023-2026.

Toelichting
Met ‘autonome ontwikkeling’ bedoelen we de CO2-reductie die niet direct wordt beïnvloed door acties vanuit het UPK. De kosten voor het UPK bestaan uit proceskosten (uren) en onderzoekskosten.

3.3 Deelthema duurzame energieproductie

Terug naar navigatie - 3.3 Deelthema duurzame energieproductie

In eerdere klimaatbegrotingen is de doelstelling van het thema Duurzame Energie uitgedrukt in CO2-uitstoot. Dat hebben we vanaf nu veranderd om 2 redenen:

  • De monitoring van duurzame energie door Rijkswaterstaat vindt plaats in terrajoule (TJ) opgewekte duurzame energie.
  • De taakstelling van Breda voor het opwekken van duurzame energie is sinds 2021 vastgelegd in de RES.

Daarom is vanaf deze klimaatbegroting de taakstelling van de RES leidend. De opwekking van duurzame energie wordt in de CO2-reductie van de andere thema’s meegenomen door een lagere CO2-uitstoot per gebruikte eenheid brandstof.

Opgave: de opgave vanuit de RES West-Brabant is een totale opwek van 280 GWh aan duurzame elektriciteit per jaar.

Middelen: de RES is vastgesteld in 2021 met een 2-jarige update. De gemeenten pakken het regionale uitvoeringsprogramma decentraal op. We maken de boven- en ondergrondse infrastructuur voor de aanleg van duurzame energievoorzieningen tijdig beschikbaar. In 2023 komen er 7 windmolens in productie. Het percentage duurzame energie in Breda stijft daardoor fors. Naast de grootschalige opwek van energiebronnen die we in de RES regelen, is er ook kleinschalige opwek, onder andere zonne-energie. Dit pakken we regulier op. 

In Breda pakken we kleinschalige projecten voor zon op particuliere daken op (geen bijdrage aan de RES). Breda levert daarnaast een eigen bijdrage aan de RES. 

De duurzame energieproductie omvat het duurzaam opwekken van elektriciteit en warmte. Denk bij duurzame warmte aan projecten als Verduurzaming Amerwarmtenet, geothermie en de Energiehub Nieuwveer, die we in 2023 verder uitwerken.
Belangrijk hierbij is de ontwikkeling van een lokale bronnenstrategie voor warmtebronnen en de verdeling daarvan. In 2023 maken we de resultaten hiervan inzichtelijk in de leidraad voor het gemeentelijke warmtevraagstuk.

Mogelijkheden voor versnelling en het oplossen van knelpunten:

  • Duurzame warmteproductie voor stadsverwarming, energiehub (geothermie, zonthermie).
  • Projecten voor warmte-koude-opslag (aquathermie met WKO); studie naar het potentieel van de Mark voor aquathermie.
  • Studie naar de mogelijkheden van riothermie (warmte uit afvalwater) in Breda.
  • Zon op grote daken.
  • Windmolens.
  • Onderzoek naar innovatieve oplossingen voor de transportschaarste op het elektriciteitsnet.
  • Onderzoek naar de toepassing van batterijen op straat- of buurtniveau.

Conclusie duurzame energie
De opwek van duurzame energie werd tot en met 2021 gemonitord met de gegevens uit de Klimaatmonitor. De bijdrage die Breda levert aan de landelijke toename van duurzame energie, is vastgelegd in de RES. Vanaf 2022 wordt de Bredase bijdrage aan de opwek van duurzame energie gemonitord via de RES.

Om de doelstelling van de RES te halen, moet Breda jaarlijks 30 GWh duurzame energie méér opwekken. Duurzame warmte heeft het hoogste verbruik per jaar. Als we inzetten op een groter aandeel duurzame warmte, heeft dat het grootste effect.

Begroting 2023

  • De bijdrage aan de duurzame energie-opwek is in 2023 110 GWh. Dat is hoog vergeleken met andere jaren door een toename van het aantal windmolens.
  • De gemiddelde toename van duurzame opwek is in de periode 2023-2030 30 GWh per jaar. Daarmee realiseren we in 2030 de doelstelling van 280 GWh duurzame energie-opwek.
  • De compensatie van duurzame energie zit niet in het beleid tot 2030.
  • Voor de uitvoering van de RES ontvangen we in 2023 in principe een bijdrage vanuit het Rijk.
  • In alle varianten realiseren we de RES-doelstelling van 280 GWh. De kosten zijn dus ook gelijk en bedragen € 376.130, inclusief de uren voor het UPK.

Duurzame elektriciteit
In figuur 15 ziet u de prognose van de opwek van duurzame energie voor de periode 2023-2030. Deze prognose is gebaseerd op het bestaande opgestelde vermogen en de acties vanuit de RES. De prognose laat de jaarlijkse nieuwe opwek van duurzame energie zien. De stippellijn geeft de ambitie van de RES aan, die start op 40 GWh (bestaand) plus 30 GWh (het doel voor 2023), dus in totaal 70 GWh. Daarna loopt het vermogen geleidelijk op tot 280 GWh. Na 2023 kan ook de monitoring van de RES worden opgenomen in de grafiek.

Figuur 15 Prognose van de opwek van duurzame energie voor de periode 2023-2030 op basis het bestaande opgestelde vermogen en de acties uit de RES. 

Duurzame warmte
Voor duurzame warmte is de opgave 4.900 GWh per jaar. Dat is de som van de regionale en lokale bronnen. In 2023 werken we het regionale verdelingsvraagstuk voor de opwek van duurzame warmte verder uit. Voor Breda is nu nog geen doelstelling bekend. In 2023 stellen we een bronnenstrategie op voor de lokale opwek van duurzame warmte.

De onderverdeling naar projecten en kosten voor warmte en elektriciteit staat in de tabellen hieronder.

Overzicht uren, kosten en opwek DE
2023 Concept-begroting 2023 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Uren UPK Kosten UPK Opwek DE Uren UPK Kosten UPK Opwek DE Uren UPK Kosten UPK Opwek DE
[u/jaar] [€/jaar] [TJ/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [TJ/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [TJ/jaar]
3.000 152.150 337,39 3.000 152.150 337,39 3.000 152.150 337,39
Solar Scan 50 3.150 2,59 50 3.150 2,59 50 3.150 2,59
LECsea 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Green Deal Geothermie Brabant. 100 0 0,00 100 0 0,00 100 0 0,00
Energieopslag 50 0 0,00 50 0 0,00 50 0 0,00
Amer warmteregio 600 30.000 0,00 600 30.000 0,00 600 30.000 0,00
Strategisch projectencluster windenergie 500 0 334,80 500 0 334,80 500 0 334,80
Ontwikkeling bovenregionaal warmtenetwerk 200 20.000 0,00 200 20.000 0,00 200 20.000 0,00
RES West Brabant 600 19.000 0,00 600 19.000 0,00 600 19.000 0,00
Transportschaarste 600 40.000 0,00 600 40.000 0,00 600 40.000 0,00
Energiehub 300 40.000 0,00 300 40.000 0,00 300 40.000 0,00
Autonome ontwikkeling 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Overzicht uren, kosten en opwek DE
2024 Concept-begroting 2024 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Uren UPK Kosten UPK Opwek DE Uren UPK Kosten UPK Opwek DE Uren UPK Kosten UPK Opwek DE
[u/jaar] [€/jaar] [TJ/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [TJ/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [TJ/jaar]
2.500 152.150 91,39 2.500 152.150 91,39 2.500 152.150 91,39
Solar Scan 50 3.150 2,59 50 3.150 2,59 50 3.150 2,59
LECsea virtueel smart warmtenet Hoogeind/Moleneind 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Green Deal Geothermie Brabant. 100 0 0,00 100 0 0,00 100 0 0,00
Energieopslag 50 0 0,00 50 0 0,00 50 0 0,00
Amer warmteregio 600 30.000 0,00 600 30.000 0,00 600 30.000 0,00
Strategisch projectenclusre winenergie 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Ontwikkeling bovenregionaal warmtenetwerk 200 20.000 0,00 200 20.000 0,00 200 20.000 0,00
RES West Brabant 600 19.000 88,80 600 19.000 88,80 600 19.000 88,80
Transportschaarste 600 40.000 0,00 600 40.000 0,00 600 40.000 0,00
Energiehub 300 40.000 0,00 300 40.000 0,00 300 40.000 0,00
Autonome ontwikkeling 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Overzicht uren, kosten en opwek DE
2025 Concept-begroting 2025 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Uren UPK Kosten UPK Opwek DE Uren UPK Kosten UPK Opwek DE Uren UPK Kosten UPK Opwek DE
[u/jaar] [€/jaar] [TJ/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [TJ/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [TJ/jaar]
2.500 112.150 91,39 2.500 112.150 91,39 2.500 112.150 91,39
Solar Scan 50 3.150 2,59 50 3.150 2,59 50 3.150 2,59
LECsea virtueel smart warmtenet Hoogeind/Moleneind 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Green Deal Geothermie Brabant. 100 0 0,00 100 0 0,00 100 0 0,00
Energieopslag 50 0 0,00 50 0 0,00 50 0 0,00
Amer warmteregio 600 30.000 0,00 600 30.000 0,00 600 30.000 0,00
Strategisch projectenclusre winenergie 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Ontwikkeling bovenregionaal warmtenetwerk 200 20.000 0,00 200 20.000 0,00 200 20.000 0,00
RES West Brabant 600 19.000 88,80 600 19.000 88,80 600 19.000 88,80
Transportschaarste 600 0 0,00 600 0 0,00 600 0 0,00
Energiehub 300 40.000 0,00 300 40.000 0,00 300 40.000 0,00
Autonome ontwikkeling 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Overzicht uren, kosten en opwek DE
2026 Concept-begroting 2026 Beleidsdoel 49% in 2030 Beleidsdoel 55% in 2030
Uren UPK Kosten UPK Opwek DE Uren UPK Kosten UPK Opwek DE Uren UPK Kosten UPK Opwek DE
[u/jaar] [€/jaar] [TJ/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [TJ/jaar] [u/jaar] [€/jaar] [TJ/jaar]
2.500 112.150 91,39 2.500 112.150 0,00 2.500 112.150 0,00
Solar Scan 50 3.150 2,59 3.150 3 0,00 3 0 0,00
LECsea virtueel smart warmtenet Hoogeind/Moleneind 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Green Deal Geothermie Brabant. 100 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Energieopslag 50 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Amer warmteregio 600 30.000 0,00 30.000 0 0,00 0 0 0,00
Strategisch projectenclusre winenergie 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Ontwikkeling bovenregionaal warmtenetwerk 200 20.000 0,00 20.000 0 0,00 0 0 0,00
RES West Brabant 600 19.000 88,80 19.000 89 0,00 89 0 0,00
Transportschaarste 600 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00
Energiehub 300 40.000 0,00 40.000 0 0,00 0 0 0,00
Autonome ontwikkeling 0 0 0,00 0 0 0,00 0 0 0,00

Figuur 16 Begroting duurzame energie 2023-2026.

Toelichting
Het effect van de activiteiten van de RES ligt de komende jaren op het gewenste niveau. De doorlooptijd van projecten is vaak 3 tot 5 jaar. De opwek van duurzame energie neemt na 2023 minder toe. Dat komt door het afronden van het project WindA16.
Met ‘autonome ontwikkeling’ bedoelen we de CO2-reductie die niet direct wordt beïnvloed door acties vanuit het UPK. De kosten voor het UPK bestaan uit proceskosten (uren) en onderzoekskosten.

3.4 Deelthema duurzame overheid

Terug naar navigatie - 3.4 Deelthema duurzame overheid

De CO2-uitstoot van de gemeentelijke organisatie vindt u binnen het thema Duurzaam Ondernemen. Dit thema hebben we apart opgenomen vanwege de belangrijke voorbeeldfunctie van de overheid.

Opgave: de ambitie uit 2008 om als gemeentelijke organisatie in 2020 CO2-neutraal te zijn, is niet haalbaar gebleken. Op basis van deCO2-prestatieladder zou er een nieuw voorstel worden gedaan. Dat is de volgende ambitie geworden: alle gemeentelijke gebouwen, de openbare ruimte, de uitvoering van werken en het bedrijfsmatig vervoer en woon- werkvervoer van de gemeente Breda zijn in 2044 CO2-neutraal en hebben in 2050 aardgasloze duurzame energievoorzieningen.

Middelen: vanaf 2023 passen we de managementtool CO2-prestatieladder van SKAO toe om meer systematisch toe te werken naar een CO2-reductie. Buiten de scope van de managementtool vallen de GWW-werken in de openbare ruimte, het bedrijfsrestaurant, het woon-werkverkeer van medewerkers en de inkoop van facilitaire zaken, waar ook aandacht aan wordt besteed binnen het thema Duurzame Overheid. 

Betrokken afdelingen zijn: Vastgoedbeheer, Wijkzaken, Wagenpark en Bedrijfsvoering.

We zien deze mogelijkheden voor een versnelling:

  • Reductie van het energieverbruik voor openbare verlichting en stedelijk waterbeheer (riolen en gemalen) en verduurzamen naar CO2-neutraal.
  • Onderzoek naar de mogelijkheden voor het opwekken van duurzame energie in de openbare ruimte.
  • Verdere verduurzaming en vermindering van de (zakelijke) mobiliteit van gemeenteambtenaren.
  • Onderzoek naar het tegengaan van voedselverspilling en afval in het bedrijfsrestaurant. Dit is onderdeel van het traject van Breda Circulair, een organisatie die horecaondernemers ditzelfde aanbiedt.
  • Aanpak vastgoedbeheer mede samen oplopend met gebiedsgerichte aanpak Transitievisie Warmte Breda.

Het thema Duurzame Overheid houdt verband met de onderdelen Duurzaam Ondernemen, Duurzame Energie en Mobiliteit. Door hiermee aan de slag te gaan, geeft Breda het goede voorbeeld voor andere sectoren. Onder Duurzame Overheid valt het verduurzamen van de gemeentelijke organisatie. Daarbij hebben we een nieuwe doelstelling geformuleerd om aan te sluiten bij het doel om in 2044 CO2-neutraal te zijn. In 2022 hebben we onze CO2-uitstoot vastgesteld met de CO2-prestatieladder. Daarbij kwamen we uit op 13,5 kiloton. Dat betekent dat we streven naar een jaarlijkse reductie van 0,614 kiloton.

De CO2-prestatieladder heeft ons inzicht gegeven in onze CO2-footprint en in de taken per organisatieonderdeel in de aanloop naar 2030. De 3 grootste bronnen van CO2-uitstoot zijn het elektriciteitsverbruik van de openbare ruimte en het gemeentelijk vastgoed, het gasverbruik van het gemeentelijk vastgoed en het dieselverbruik door ons wagenpark. Deze onderwerpen geven we dan ook de meeste aandacht in de eerste 3 jaar van de certificering. We zouden onze footprint met 69% kunnen reduceren door in ons contract voor Nederlandse in plaats van Europese wind te kiezen. Omdat dit als een vorm van compensatie gezien kan worden, overwegen we deze optie niet tot 2030, conform ons eerdere besluit.

Conclusie duurzame overheid</