Toelichting eigen vermogen en voorzieningen

Passiva

Terug naar navigatie - Passiva

Aan de passiva kant van de balans staan het vermogen en de schulden van de gemeente gerangschikt. Hieronder wordt ingegaan op de verschillende bestanddelen.

Nog te bestemmen resultaat

Terug naar navigatie - Nog te bestemmen resultaat

Het resultaat bedraagt € 14,8 miljoen positief. Voor een bedrag van € 13,46 miljoen wordt voorstellen voor resultaatbestemming gedaan.

Bedragen x € 1 miljoen
Programma Onderwerp Voorstel resultaat- bestemming
1 Laaggeletterdheid regio (WEB) 0,10
1 Transformatiefonds Jeugd 0,23
1 Regeling vrijwilligersorganisaties corona 0,08
1 Verbouwing Riethil 12(tijdelijke) dak- en thuislozenopvang 0,57
1 Regionale aanpak huiselijk geweld 0,45
1 Restant corona compensatie huiselijk geweld 0,18
1 Perspectief op Werk Regio West-Brabant 1,15
1 Schuldenafkoopfonds 0,23
1 Vervanging schuldhulpverlening-portaal 0,07
1 Bredapas 0,13
1 Frictiekosten Atea 0,16
1 "Ondertussenmiddelen" Wet Inburgering 0,21
1 Uitvoeringskosten Tozo i.v.m. besluiten vanuit 2020 0,90
1 Invoeringsbudget nieuwe Wet Inburgering 0,25
2 Rijkscompensatie cultuur corona 2020 0,70
2 Verkenning samenwerking de Baronie 0,10
2 Internationalisering 0,10
2/3 Versnellingsopgave wonen (in reserve) 4,45
3 Werkzaamheden Bolbergseweg (vorm. Grex Gilzerwouwerbeek) 0,44
4 Veilige steden 0,03
4 Experiment Pilot Gesloten Coffeeshops 0,13
4 Samenwerkingsconvenant interventieteams 0,05
4 Donorwet 0,03
4 Meerinkomsten leges 1,12
5 Inhuur Concerncontrol voor controle coronamaatregelen 0,09
5 Huisvesting in 2021 (uit post onvoorzien 2020) 0,13
5 Decembercirculaire 2020 1,40
Totaal 13,46

Per saldo leidt dit tot een storting in de algemene reserve van € 1,3 miljoen.

Terug naar navigatie - Reserves fin
Bedragen x €1.000
Reserves Balans 31-12-2019 Storting reserve Onttrekkingen reserve Resultaatbestemming 2019 Balans 31-12-2020
Reserves.
Algemene reserve. 75.601 32.913 -13.234 -1.832 93.448
Bestemmingsreserves. 51.091 7.396 -38.484 8.852 28.856
Totaal Reserves. 126.693 40.309 -51.718 7.020 122.304

De kolom resultaatbestemming betreft de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2020.

Terug naar navigatie - Algemene reserves

Algemene reserves

Bedragen x €1.000
Algemene reserves Balans 31-12-2019 Storting reserve Onttrekkingen reserve Resultaatbestemming 2019 Balans 31-12-2020
Algemene reserve. 75.601 32.913 -13.234 -1.832 93.448

Algemene reserve
De Algemene reserve heeft een bufferfunctie voor het opvangen van schommelingen en onvoorziene gebeurtenissen. De reserve maakt deel uit van de weerstandscapaciteit. Het is de financiële buffer van de begroting. Jaarlijks wordt een deel van het treasuryresultaat (bespaarde rente) aan de reserve toegevoegd. De rekening resultaten vloeien in principe naar de algemene reserve.

De algemene reserve omvat een vrij gedeelte (algemene reserve) en een geblokkeerd gedeelte (reserve sociaal domein). 

Conform eerdere besluitvorming zijn in de jaarrekening 2020, naast de resultaatbestemming 2019 ad  € 1,8 miljoen (cf besluit 711882) de volgende toevoegingen aan en onttrekkingen uit de algemene reserve verwerkt:

Bedragen x € 1.000
Onttrekkingen Toevoegingen
Rentetoevoeging (cf. besluit BBV-2019-2803) 1.863
Operatie collectiebeheer Bredaas Museum (cf. besluit 45523 & 2e berap 2017) -85
Aanpassing winstneming grondbedrijf / woonopgave (cf. besluit coalitieakkoord 2018-2022) 200
Voorfinanciering dotatie voorziening VRI's (cf. besluit 2019-2861) 500
Restitutie voorfinanciering bestemmingsreserve sportinvesteringen (cf. besluit coalitieakkoord 2018-2022) 450
Extra dotatie om reserves op peil te houden ivm renteverlaging 2% naar 1,25% (cf. besluit BBV-2019-2803) 1.400
Maatregelen middellange termijn Corona (cf. besluit 783771) 2.277
Vrijval exploitatieruimte (cf. besluit 711882) 199
Vrijval investeringsreserve (cf. besluit 711882) 29.000
Aanwending ten behoeve voorziening verlies aankoop voormalig CSM-terrein (cf. besluit 1096863) 8.800
Onttrekking reserve sociaal domein in verband met tekort sociaal domein (cf. besluit coalitieakkoord 2018-2022) 1.542
Totaal 13.234 32.912

De reserve sociaal domein heeft als doel om diverse ambities, opgenomen in de Voorjaarsnota 2016, in het sociaal domein te kunnen financieren. Tevens dient de reserve als risicobuffer voor o.a. Buig, 3 D's en frictiekosten Atea. Zoals besloten in het coalitieakkoord is in 2020 is nog € 1,5 miljoen onttrokken uit de reserve sociaal domein ter dekking van het tekort in het sociaal domein. In het coalitieakkoord is ook afgesproken om de reserve sociaal domein op te heffen ná 2020. Daarom zal bij de resultaatbestemming 2020 worden voorgesteld het restant van de reserve sociaal domein van € 0,2 miljoen vrij te laten vallen ten gunste van de algemene reserve.

Terug naar navigatie - Bestemmingsreserve

Bestemmingsreserve

Bedragen x €1.000
Bestemmingsreserves Saldo per 31-12-2019 Storting reserve Onttrekkingen reserve Resultaatbestemming 2019 Saldo per 31-12-2020
Bestemmingsreserves.
780100 Begrotingsreserve 1.356 221 -522 0 1.055
780104 Reserve parkeerbedrijf 1.122 0 -433 0 689
780200 Exploitatiereserve (grtbk) 1.915 2.291 -5.889 7.734 6.052
780210 Investeringsreserve: algemeen 33.017 2.090 -29.959 1.118 6.266
780230 Reserve Bodemfonds 3.099 427 0 0 3.526
780231 Reserve Klimaatfonds 862 266 -44 0 1.085
780232 Reserve investeringen sportverenigingen 1.027 0 -173 0 854
780233 Reserve versnellingsopgave wonen 8.693 0 -1.464 0 7.229
780234 Reserve vrouwenopvang 0 2.100 0 0 2.100
Totaal Bestemmingsreserves. 51.091 7.396 -38.484 8.852 28.856

Begrotingsreserve
De begrotingsreserve is in het verleden gevoed uit winstuitkeringen en afkoopsommen, en wordt aangewend om het wegvallen van jaarlijks grote winstuitkeringen geleidelijk in de begroting op te vangen. Het betreft resultaten die over meerdere jaren zijn gereserveerd voor specifieke doelen. Jaarlijks vindt rentetoevoeging plaats om met behulp van dit extra volume de afloop van de bijdrage aan de exploitatie zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen. De begrotingsreserve wordt, conform het door de raad vastgestelde meerjarig beleidskader reserves, vanaf 2016 ook ingezet voor het oplossen van een dekkingsverschil voor de NS-fietsenstallingen. Het saldo op de begrotingsreserve (€ 1,1 miljoen eind 2020) betreft de beschikbare middelen voor de exploitatie van de NS-Fietsenstallingen. De basis voor deze stortingen en onttrekkingen vormen de afspraken die hierover aan de hand van de business case met de NS zijn gemaakt voor de periode tot en met 2027. De bijdrage van de gemeente Breda bedraagt in totaal maximaal € 6 miljoen gedurende de gehele looptijd. In hoeverre de gereserveerde middelen in de begrotingsreserve beschikbaar moeten blijven voor de NS-fietsenstallingen wordt bekeken tijdens de voorziene evaluatie in 2023 van de business case. Conform het vaststellingsbesluit van de begroting 2020 (besluit BBV-2019-2803) zijn in de jaarrekening € 0,2 miljoen aan toevoegingen en € 0,5 miljoen aan onttrekkingen verwerkt.

Reserve parkeren
De reserve parkeerbedrijf betreft een in het verleden ingestelde bestemmingsreserve met als doel de tarieven te egaliseren. Vanaf 2018 is vanwege de positieve resultaten afgezien van dotaties. Bij de begroting 2020 is besloten de reserve in de periode 2020 t/m 2022 tot nul af te bouwen ten gunste van de exploitatie. Conform het vaststellingsbesluit van de begroting 2020 (besluit BBV-2019-2803) is in de jaarrekening de begrote onttrekking van € 0,4 miljoen verwerkt, zodat er ultimo 2020 nog een bedrag van € 0,7 miljoen op deze reserve staat. Dit bedrag wordt in de jaren 2021 en 2022 verder afgebouwd naar nul.

Exploitatiereserve
Via de exploitatiereserve worden geoormerkte bedragen zoals budgetoverhevelingen tijdelijk vastgehouden om in volgende jaren te worden ingezet. Bij de bestuursrapportage wordt aangeven welke bedragen voor overheveling in aanmerking komen. Vooruitlopend op de resultaatbestemming neemt het college hierover een besluit. De definitieve bedragen worden bij de jaarrekening en resultaatbestemming vastgesteld. Conform eerdere besluitvorming zijn in de jaarrekening 2020 de volgende toevoegingen aan en onttrekkingen uit de exploitatiereserve verwerkt:

Bedragen x € 1.000
Onttrekkingen Toevoegingen
Resultaatbestemming 2019 (cf. besluit 711882) 7.734
Egalisatie kosten verkiezingen (cf. besluiten BBV-2019-2803 en 1070733) 535
Versterkingsplan aanpak dak- en thuislozen (cf. besluit 1070733) 993
Budgetoverheveling Maatschappelijke Ondersteuning (cf. besluit 1070733) 700
Diverse overige toevoegingen (cf. diverse besluiten) 93
Inzet voor Logistics community Brabant (cf. besluit BBV-2019-2803) 873
Vrijval temporiseren frictiekosten (cf. besluit 711882) 199
Vrijval budgetoverhevelingen voorgaande jaren (cf. diverse besluiten) 4.817
Totaal 5.889 10.055

Na verwerking van bovenstaande mutaties bedraagt de exploitatiereserve ultimo 2020 € 6,1 miljoen. Dit bedrag is volledig geoormerkt voor onder meer geluidsmaatregelen HSL-Zuid (€ 2,2 miljoen), versterkingsplan aanpak dak- en thuisloosheid (€ 0,9 miljoen), budgetoverheveling Maatschappelijke Ondersteuning (€ 0,7 miljoen), verkiezingen (€ 1,0 miljoen), budgetoverheveling 2019 sociale woningbouw (€ 0,4 miljoen), transitievisie warmte (€ 0,2 miljoen), inzet voor Logistics community Brabant (€ 0,3 miljoen) en overige (€ 0,4 miljoen).

Investeringsreserve
Deze reserve dient ter financiering van kapitaallasten voor toekomstige investeringen. Bij besluitvorming is het van belang dat bij aanvang van de kredietvotering voor het specifieke project het volledige bedrag van de investering dat gedekt wordt uit de reserve in de reserve beschikbaar moet zijn. Onttrekking aan de reserve vindt daarmee gedurende de gehele afschrijvingsperiode plaats. Bij Voorjaarsnota en/of Begroting worden middelen beschikbaar gesteld voor dekking kapitaallasten van toekomstige investeringen. Daarnaast wordt aan deze reserve rente toegevoegd in verband met de door deze reserve te dekken rentelasten van de meerjarige kapitaallasten.

In 2019 is uit beoordeling van de reserves gebleken dat een deel van de investeringsreserve geen bestedingsdoel kent. Bij de resultaatbestemming 2019 is daarom voorgesteld om € 29 vrij te laten vallen en deze toe te voegen aan de algemene reserve. Deze vrijval is volledig verwerkt in de jaarrekening 2020.

Conform eerdere besluitvorming zijn in de jaarrekening 2020 de volgende toevoegingen aan en onttrekkingen uit de investeringsreserve verwerkt:

Bedragen x € 1.000
Onttrekkingen Toevoegingen
Resultaatbestemming 2019 (cf. besluit 711882) 1.118
Rentetoevoeging (cf. besluit BBV-2019-2803) 427
Aanpassingen stadskantoor (cf. besluit BBV-2020-3104) 1.600
Faunapassages (cf. besluit BBV-2019-2670) 63
Vrijval investeringsreserve (cf. besluit 711882) 29.000
Dekking omkatting (cf. besluit BBV-2019-2803) 900
Inzet voor herplant bomen (cf. besluit coalitieakkoord 2018-2022) 40
Dekking kapitaallasten investeringen 19
Totaal 29.959 3.208

Na verwerking van bovenstaande mutaties bedraagt de investeringsreserve ultimo 2020 € 6,3 miljoen. Dit bedrag is volledig geoormerkt voor dekking van de kapitaallasten voor de kredieten voor aanpassing stadskantoor, doorstroomvoorziening, Heilig Hartkerk, faunapassages, Claas Persoonsstraat en brand- en dakveiligheid.

Reserves bodemfonds 
Het bodemfonds is een reserves ter versterking van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. Bodemsanering wordt via de exploitatie verwerkt, omdat dit niet is aan te merken als een investering. De ontwikkelingen in de stad zijn onzeker, de inzet is maatwerk en is niet elk jaar hetzelfde. Met het vormen van deze reserve worden de pieken en dalen in de uitgaven opgevangen. De reserve is in het verleden gevormd middels de doeluitkering-gelden tot en met 2020. Vanaf 2021 wordt de reserve afgebouwd met onttrekkingen ter dekking van tekorten van exploitatielasten in het kader van bodemsaneringen.

De reserve is in 2020 conform besluit BBV-2019-2803 gevoed met het de doeluitkering 2020 van € 0,4 miljoen. Na verwerking van deze dotatie bedraagt de reserve bodemfonds ultimo 2020 € 3,5 miljoen. Voor de jaren 2021-2024 zijn onttrekkingen voorzien voor diverse projecten voor een bedrag van € 2,2 miljoen.

Reserve klimaatfonds
Ook het klimaatfonds is een reserve ter versterking van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. Jaarlijks wordt het uitvoeringsprogramma klimaat opgesteld, dat deel uitmaakt van de gemeentelijke begroting. Er wordt een register bijgehouden van de inkomsten en uitgaven uit de reserve Klimaatfonds, onder verwijzing naar de overeenkomsten die zijn gesloten. Jaarlijks wordt door het college een evaluatie van het uitvoeringsprogramma klimaat vastgesteld en ter kennisname aan de raadscommissie voorgelegd. Hierin wordt de evaluatie van het investeringsprogramma klimaat opgenomen. In 2016 is gestart wordt met energiezuinige projecten.

De reserve Klimaatfonds wordt gevoed door de Gemeentelijke participatie in project windturbines Hazeldonk. Hieruit ontvangt de gemeente Breda éénmalig een bijdrage van € 225.000 in 2014 (waarvan € 75.000 voor bedrijvenvereniging LCHM) en vervolgens 20 jaar lang jaarlijks € 247.500 (waarvan € 43.500 voor het grondbedrijf). Met eventuele inkomsten uit toekomstige revolverende projecten kan de reserve een groter investeringsvolume genereren, wat ingezet kan worden voor de grote investeringsopgave op het gebied van klimaat.

Conform eerdere besluitvorming (besluit 42845) is in de jaarrekening 2020 de jaarlijkse bijdrage toegevoegd aan de reserve en is in totaal € 43.500 onttrokken aan de reserve op basis van de gerealiseerde exploitatiekosten integratie projecten klimaat. Hierna bedraagt de reserve klimaatfonds ultimo 2020 € 1,1 miljoen. Naast de jaarlijkse dotaties aan de reserve uit de jaarlijkse bijdragen uit project windturbines Hazeldonk, worden voor de jaren 2021-2024 onttrekkingen voorzien voor diverse projecten voor een bedrag van € 1,7 miljoen (waaronder de energietransitie voor € 0,8 miljoen in 2021).

Reserve investeringen sportverenigingen
Conform besluitvorming in het bestuursakkoord ‘Lef en Liefde’ is er een bestemmingsreserve van € 1,8 miljoen ingesteld om een bijdrage te kunnen leveren aan sportvoorzieningen via de investeringsregeling (zogenoemde 1/3-regeling). Hierbij doet de gemeente een bijdrage (van 1/3-deel) aan sportverenigingen die investeren in sportvoorzieningen. De reserve is gevoed vanuit het bestuursakkoord 2018-2022. De onttrekking aan de reserve is afhankelijk van de aanvragen van sportverenigingen. Raming was evenredig verdeeld over vier jaar. In 2020 en 2021 is de raming aangepast op de werkelijke/goedgekeurde aanvragen vanuit sportverenigingen.

Aan het begin van het jaar was er nog € 1,0 miljoen beschikbaar in de reserve. In 2020 is (cf. raadsbesluit BBV-2019-2803) in totaal een bedrag van € 0,2 miljoen onttrokken voor diverse bijdrages aan sportvoorzieningen. Ultimo 2020 resteert nog een bedrag van € 0,8 miljoen in deze reserve. Verwachting is, dat de reserve in 2021 volledig wordt uitgenut.

Reserve Versnellingsopgave Wonen
Bij het Coalitieakkoord zijn incidentele middelen voor de Versnellingsopgave wonen beschikbaar gesteld (€ 14 miljoen). Deze middelen worden voor € 13,2 miljoen gedekt uit incidentele winstnemingen van het Grondbedrijf. De rest uit het meerjarenpersepctief en de algemene reserve. Het doel van de bestemmingsreserve is om de te realiseren middelen beschikbaar te houden voor de Versnellingsopgave Wonen. De winstnemingen van het grondbedrijf worden in deze reserve gestort, de bestedingen worden uit de reserve onttrokken. 

Op basis van deze uitgangspunten is bij resultaatbestemming 2018 een bedrag van € 9,6 miljoen aan de reserve toegevoegd. In 2019 is voor de versnellingsopgave wonen € 0,9 miljoen uitgegeven, zodat begin 2020 € 8,7 miljoen in de reserve beschikbaar was. De begrote onttrekking in 2020 bedroeg € 3,2 miljoen, de werkelijke onttrekking bedraagt € 1,5 miljoen. Dit is € 1,7 miljoen lager. In 2020 is volop ingezet op het realiseren van harde plancapaciteit, de gelden voor de locatiegebonden subsidies ad € 1,5 miljoen zijn in 2020 niet benut, maar zijn naar verwachting in 2021 te besteden. Naar verwachting is de reserve eind 2023 volledig uitgenut.

Reserve vrouwenopvang
Bij de bestuursrapportage 2020 (besluit 981381) is besloten een reserve vrouwenopvang in te stellen. De reserve is bestemd voor een noodzakelijke vernieuwing van de vrouwenopvangvoorziening aan de Assumburgstraat in Breda. De reserve is eenmalig gevoed met een bedrag van € 2,1 miljoen vanuit restanten van verleende subsidies voor vrouwenopvang (rijksmiddelen DUVO) over de jaren 2015-2017.
In het eerste/tweede kwartaal van 2021 worden verschillende scenario's uitgewerkt door het bestuur van Safegroep, die worden besproken met desbetreffende Wethouder. Daarna worden de plannen concreet gemaakt.

Terug naar navigatie - Voorzieningen fin
Bedragen x €1.000
Voorzieningen Balans 31-12-2019 Stortingen voorzieningen Onttrekkingen voorzieningen Balans 31-12-2020
Voorzieningen..
Onderhoudsvoorzieningen 38.407 14.948 16.471 36.884
Personeelsvoorzieningen 10.070 1.256 1.274 10.052
Overige voorzieningen 2.377 11.368 197 13.548
Totaal Voorzieningen.. 50.854 27.572 17.942 60.484

De post voorzieningen op de balans bestaan uit drie groepen, te weten voorzieningen voor groot onderhoud aan vastgoed en kapitaalgoederen, voorzieningen voor personeel en overige voorzieningen. Hieronder worden deze drie groepen nader toegelicht.

Onderhoudsvoorzieningen
Deze onderhoudsvoorzieningen bestaan uit voorzieningen voor groot onderhoud aan de openbare ruimte en gebouwen. Het verloop van de onderhoudsvoorzieningen was in 2020 als volgt:

Bedragen x € 1.000
Stand 1-1-2020 Verminderingen Aanwendingen Toevoegingen Stand 31-12-2020
Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedbeheer 22.716 1.600 6.224 5.244 20.136
Onderhoudsvoorziening parkeergarages en fietsenstallingen 2.873 75 753 3.551
Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedontwikkeling 3.864 3 320 4.181
Onderhoudsvoorziening openbare ruimte 4.590 5.708 7.231 6.113
Onderhoudsvoorziening verkeerregelinstallaties 123 1.471 1.400 52
Onderhoudsvoorziening verharding achterstallig onderhoud 4.241 1.390 2.851
Totaal 38.407 1.600 14.871 14.948 36.884

Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedbeheer
De voorziening heeft tot doel de meerjarige groot onderhoudskosten van de gebouwen die in eigendom zijn van de afdeling Vastgoedbeheer te egaliseren. Hieronder vallen onder andere gebouwen op het gebied van Sport, Welzijn, Brede Scholen, Bedrijfsvoering, Welzijn en Cultuur, sportinventaris, buitensportvelden, en het centraal Busstation. De basis voor de vorming en het beheer van de voorzieningen voor gebouwen vastgoedbeheer zijn de zogenaamde meerjaren onderhoudsplannen zoals deze in het systeem Planon worden bijgehouden. De MJOP's zijn gebaseerd op het door de Raad vastgesteld gemiddelde onderhoudsniveau 3 op 6. De onderhoudsplannen worden jaarlijks geactualiseerd en vormen de basis voor de jaarlijkse dotatie aan de voorziening teneinde over voldoende middelen te beschikken voor de uitvoering van het (projectmatig) groot onderhoud. Aan de onderhoudsvoorzieningen voor gebouwen vastgoedbeheer wordt gedoteerd conform de begroting. De voorziening is dekkend t/m 2029. Na 2031 komt de onderhoudsvoorziening negatief te staan. Risico's zijn de panden van ATEA en het verouderende gebouwenbestand.

Als gevolg van de investeringen in bouwkundige aanpassingen van Stadskantoor A en B is in de komende periode minder onderhoud nodig. Hierdoor is (conform besluit BBV-2040-3104) € 1,6 miljoen vrijvallen uit de onderhoudsvoorziening en is ditzelfde bedrag gedoteerd aan de investeringsreserve om zo in te kunnen zetten ter dekking van de kapitaallasten. Verder is er voor een bedrag van € 5,8 miljoen onttrokken voor de werkzaamheden die zijn verricht op basis van de meerjarenonderhoudsplannen. Bij het onderhoud aan gebouwen is voor circa € 3,3 miljoen aan gepland onderhoud doorgeschoven naar 2021. Dit komt onder andere doordat werk gecombineerd wordt met verduurzamingsmaatregelen. Bij het onderhoud aan sportvelden is voor circa € 0,2 miljoen aan gepland onderhoud doorgeschoven naar 2021 vooral vanwege vertragingen door de corona.
Op de overige onderdelen was sprake van een onderbesteding van circa € 0,6 miljoen euro, voornamelijk door een administratieve correctie die niet meer nodig was en lagere uitgaven op sportinventaris.

Onderhoudsvoorziening parkeergarages en fietsenstallingen
De voorziening heeft tot doel de meerjarige groot onderhoudskosten van de gebouwen van de afdeling Parkeren te egaliseren. Het gaat hierbij om de parkeergarages en de fietsenstallingen. De basis voor de vorming en het beheer van de voorzieningen voor deze gebouwen zijn de zogenaamde meerjaren onderhoudsplannen zoals deze in het systeem Planon worden bijgehouden. De MJOP's zijn gebaseerd op het door de Raad vastgesteld gemiddelde onderhoudsniveau 3 op 6. De onderhoudsplannen worden jaarlijks geactualiseerd en vormen de basis voor de jaarlijkse dotatie aan de voorziening teneinde over voldoende middelen te beschikken voor de uitvoering van het (projectmatig) groot onderhoud. Aan de onderhoudsvoorzieningen voor gebouwen vastgoedbeheer wordt gedoteerd conform de begroting. De voorziening is toereikend tot en met 2029. In 2020 was de aanwending (€ 75.000) lager dan begroot (€ 575.000): als gevolg van corona zijn grote werkzaamheden vooruit geschoven naar volgende jaren en er wordt ook gekeken om onderhoudswerkzaamheden binnen hetzelfde pand te bundelen.

Onderhoudsvoorziening gebouwen vastgoedontwikkeling
Deze voorziening is gevormd ten behoeve van de voorraad panden van het grondbedrijf aan het Havenkwartier, de Woestenbergseweg en Gashuisvelden. Op korte termijn ontbreekt voor deze panden een reëel en stellig voornemen tot ontwikkeling; de panden dienen wel onderhouden te worden. De hoogte van de dotatie is gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplanning. De doorberekening is gemaakt tot 2029. Hierbij wordt uitgegaan van een doorlopende exploitatie, waarbij aanvullend rekening wordt gehouden met inmiddels genomen besluiten voor sloop en / of herontwikkeling. Met een jaarlijkse dotatie van € 320.000 is de voorziening volgens de meerjarenonderhoudsplanning tot en met 2029 toereikend om het geplande groot onderhoud uit te kunnen voeren. In 2020 is de uitvoering van het planmatig onderhoud op deze panden fors achtergebleven bij het vooraf geplande onderhoud. Reden hiervoor is, dat het perspectief van het gros van de panden nog niet duidelijk is. Voor de panden in de Speelhuislaan en Belcrumweg geldt dat hier thans de plannen voor worden voorbereid voor een cultuurcluster, waarbij in 2021 een beslissing wordt genomen of de panden wel of niet in eigendom blijven. Voor de panden aan de Veilingkade wordt ook in 2021 een besluit genomen, of deze nog tot 2023 of nog langer in stand gehouden moeten worden. Indien de gemeente de panden in eigendom houdt en nog langer moet exploiteren, zal het planmatig onderhoud uitgevoerd worden en zal dit jaar bij de actualisatie van de meerjarenonderhoudsplanning kritisch worden bezien of de voorziening hiervoor toereikend zal zijn. Voor het pand Gasthuisvelden 11 is in juni 2020 door het college een besluit genomen dat de exploitatie vanaf 1-1-2023 niet voortgezet zal worden en gesloopt zal worden.  Met deze wetenschap is het planmatig onderhoud in 2020 op deze panden dat gepland was niet uitgevoerd of in elk geval zeer gereduceerd. Er is daarom terughoudend omgegaan met het onderhoud. 

Onderhoudsvoorziening openbare ruimte
In 2014 is besloten om de kosten van planmatig onderhoud en instandhouding van kapitaalgoederen in de openbare ruimte (te weten: wegverhardingen; openbare verlichting; civieltechnische kunstwerken; waterwegen; bomen in openbaar gebied) niet langer als investering te beschouwen maar als exploitatie. Om de kosten regelmatig over de exploitatiejaren te verdelen is deze onderhoudsvoorziening gevormd.
Op basis van het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) is een wijziging doorgevoerd in de verwerking van de investeringen in bomen en openbare verlichting. In het verleden financierden we deze vanuit de onderhoudsvoorziening, maar op grond van het BBV moeten we deze activeren. Voor bomen en openbare verlichting loopt de taak binnen de voorziening in 2021 af en wordt gebruikt voor afronding van projecten. Het meerjarig verloop van de voorziening van 2021 is hierop aangepast. Vanaf 2021 zijn investeringen gevoteerd voor de vervanging van bomen (investeringsplan BG 2021) en openbare verlichting (bestuursvoorstel zaaknummer 701108).

De basis voor de voorziening voor het onderhoud aan de openbare ruimte ligt vast in periodiek te actualiseren beleidskaders c.q. beheerplannen. De berekeningen van de benodigde dotaties zijn gebaseerd op meerjarenplanningen over 10 jaar. Basis voor de meerjarenplanning zijn de beheerplannen per kapitaalgoed. De meerjarenplanning wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van de uitgevoerde inspecties en gerealiseerde projecten in februari / maart. De voorziening is tot en met 2029 toereikend voor het geplande onderhoud.

In december 2018 is het beleidskader beheer kapitaalgoederen openbare ruimte door de gemeenteraad vastgesteld en is de benodigde dotatie aan de voorziening op basis van het gekozen onderhoudsniveau aangepast; op basis hiervan is in 2020 € 7,2 miljoen gedoteerd aan de voorziening. Voor 2020 was een onderhoudsprogramma voorzien voor € 5,8 miljoen. Eind 2020 is hiervan voor een bedrag van € 5,7 miljoen uitgevoerd.

Onderhoudsvoorziening verkeerregelinstallaties
Voor het in stand houden van verkeersregelinstallaties is in 2015 besloten tot het instellen van een specifieke onderhoudsvoorziening. Het meerjaren onderhoudsplan verkeersregelinstallaties wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van uitgevoerde inspecties en gerealiseerde projecten, afhankelijk van de ouderdom, vervanging, reparatie en noodzaak van de onderdelen van de verkeerregelinstallaties in Breda. Bij het jaarlijks opstellen van de planning wordt ook goed gekeken naar infrastructurele projecten en werkzaamheden vanuit de afdeling Uitvoering om de werkzaamheden gelijktijdig op te pakken (werk met werk maken). 

In verband met de aanpassing van de software van de regeltoestellen van de verkeerregelinstallaties moeten al deze regeltoestellen op 1 januari 2024 zijn vervangen. Mochten deze verkeerregelinstallaties na 1 januari 2024 nog aanwezig zijn en uitvallen, kunnen deze verkeerregelinstallaties niet meer worden gerepareerd. Dit zorgt direct voor verkeersonveilige situaties op de wegen van Breda, wat ten alle tijden moet worden voorkomen. Het gevolg hiervan is dat een aantal verkeerregelinstallaties eerder moeten worden gerenoveerd, maar
omdat het niet toegestaan is dat de bestaande voorziening een negatieve stand vertoont, dient de dotering aan de voorziening verkeerregelinstallaties voor de periode 2020-2026 te worden geherprogrammeerd. De totale onderhoudslasten blijft voor de komende 8 jaar gelijk, maar in de jaren 2020 tot en met 2023 worden extra stortingen gedaan in de voorziening, die in de jaren 2024 tot en met 2026 worden gecompenseerd door de verlaging van de geplande stortingen. In 2020 heeft dit geleid tot een extra dotatie van € 0,5 miljoen bovenop de reguliere dotatie van € 0,9 miljoen. 

Voor 2020 was een onderhoudsprogramma voorzien voor € 1,1 miljoen. Eind 2020 is hiervan voor een bedrag van € 1,5 miljoen uitgevoerd. De hogere aanwending is het gevolg van bijdragen bijdrage aan enkele projecten als de Zuidelijke Rondweg en Backer en Ruebweg waaraan meer kosten zijn uitgegeven dan verwacht. 

Onderhoudsvoorziening verharding achterstallig onderhoud
In 2014 is besloten een bedrag te reserveren voor het inlopen van achterstallig onderhoud van verhardingen. Wanneer het kwaliteitsniveau weer op peil is, wordt de dekking van toekomstig (instandhoudings)onderhoud via de onderhoudsvoorziening openbare ruimte geregeld. Naar verwachting zijn er 8 jaar en totaal € 20 miljoen nodig (vanaf 2014) om het achterstallig onderhoud weg te werken. Voor 2020 was een onderhoudsprogramma voorzien voor € 1,16 miljoen. Eind 2020 is hiervan voor een bedrag van € 1,6 miljoen uitgevoerd. In 2021 moet het achterstallig onderhoud zijn weggewerkt en zal de voorziening komen te vervallen. 

Personeelsvoorzieningen
De personeelsvoorzieningen omvatten een voorziening voor nog te verwachten kosten voor voormalig personeel en een voorziening voor de zogenaamde APPA-voorziening (voorziening voor Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers). Het verloop van de personeelsvoorzieningen was in 2020 als volgt:

Bedragen x € 1.000
Stand 1-1-2020 Aanwendingen Toevoegingen Stand 31-12-2020
Voorziening voormalig personeel 1.344 636 128 836
Voorziening Wet APPA 8.726 638 1.128 9.216
Totaal 10.070 1.274 1.256 10.052

Voorziening voormalig personeel
Deze voorziening is gevormd ten behoeve van de nog verwachte kosten voor voormalig personeel. Het gaat om voormalige medewerkers waarvan om diverse redenen voortijdig afscheid is genomen, maar waarvan nog kosten doorlopen. Om de diverse afdelingen niet meerjarig met deze kosten te belasten worden deze in het jaar van uitdiensttreding in een keer ten laste van de afdeling gebracht en later vanuit deze voorziening afgewikkeld. Indien een medewerker onvrijwillig wordt ontslagen (niet wegens strafontslag, ouderdomspensioen of arbeidsongeschiktheid) ontstaat er op basis van de werkloosheidswet recht op een uitkering zolang de onvrijwillige werkloosheid bestaat. Afhankelijk van de ontslaggrond kan deze wettelijke uitkering aanvullend en aansluitend worden verhoogd/verlengd op basis van onze eigen rechtspositieregeling. De hoogte en duur van de totale uitkeringslast is vooraf wel globaal in te schatten. Maar is uiteindelijk wel afhankelijk van de vraag of, en zo ja hoe snel de betreffende medewerker elders werk kan vinden. Daarnaast wordt de hoogte van de uitkering ook beïnvloed door de inflatie en de salarisontwikkelingen na het ontslag. Of, en zo ja hoeveel uitkeringen per jaar worden toegekend is vooraf niet in te schatten. Dit kan wel indien het ontslag wordt veroorzaakt door de uitvoering van een reorganisatieplan. Uit historisch verloop komt naar voren, dat het volume jaarlijks niet gelijkblijvend is. De Gemeente Breda kiest er derhalve voor om de ww-verplichtingen via een personeelsvoorziening te laten lopen.

Jaarlijks wordt een analyse gemaakt van de toekomstige verplichtingen. Tot en met eind 2024 is de voorziening voldoende voor het afwikkelen van de bestaande verplichtingen.

Voorziening Wet APPA
De voorziening bevat pensioenreserveringen en wachtgelden van voormalige politieke ambtsdragers (wethouders). De APPA-voorziening wordt jaarlijks aangepast op basis van de extern opgestelde actuariële berekeningen van de pensioenverplichtingen aan (voormalige) politieke ambtsdragers. Conform de meest actuele berekeningen (eind 2020) bedraagt de pensioenverplichting € 8,6 miljoen en de wachtgeldverplichting ongeveer € 0,6 miljoen, bij elkaar € 9,2 miljoen. 

Overige voorzieningen
De groep overige voorzieningen bestaat uit een voorzieningen voor riolering, verlieslatende contracten, verlies Juzt en van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel. Het verloop van de personeelsvoorzieningen was in 2020 als volgt:

Bedragen x € 1.000
Stand 1-1-2020 Aanwendingen Toevoegingen Stand 31-12-2020
Voorziening riolering 1.527 1.638 3.165
Voorziening verlieslatende contracten 8.800 8.800
Voorziening verlies Juzt 820 820
Voorziening van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel 850 197 110 763
Totaal 2.377 197 11.368 13.548

Voorziening riolering
De voorziening riolering is bedoeld voor de egalisatie van de tarieven voor rioolheffing en opvangen van financiële tegenvallers. De voorziening wordt betrokken in het Stedelijk Waterplan 2019-2023.  Er worden dotaties of onttrekkingen begroot met als doel om aan het eind van de periode van het Stedelijk Waterplan 2019-2023 uit te komen op een stand van 0. Daarnaast wordt aan het eind van ieder jaar het resultaat riolering ten laste of ten gunste van de voorziening gebracht ter egalisatie. De toevoeging in 2020 van € 1,6 miljoen betreft het resultaat op het product riolering in 2020. 

Voorziening verlieslatende contracten
Conform raadsbesluit 1096863 is in 2020 een voorziening verlieslatende contracten voor € 8,8 miljoen gevormd ten behoeve van een deel van de dekking voor de aankoop van het voormalig CSM-terrein samen met de Provincie Noord-Brabant (ieder voor een aandeel van 50%). Om een tweetal redenen is het noodzakelijk om een voorziening te treffen. Enerzijds is het beoogde programma, bestaande uit een functiemix van wonen, bedrijven en leisure, nog niet verder onderzocht en uitgewerkt. Aanpassingen aan het programma kunnen omvangrijke positieve, maar ook negatieve consequenties hebben op het resultaat. Anderzijds moet het casco voor het terrein nog verder uitgewerkt worden, oftewel de ontsluiting van het terrein richting het station, centrum en de Noordelijke Rondweg. Ook de Zoete Delta dient verder uitgewerkt worden. Dit kan effecten hebben op het ruimtegebruik en de ontwikkelingsmogelijkheden van het terrein. Op basis van het Besluit Begroting Verantwoording (BBV) wordt derhalve een voorziening getroffen ter hoogte van het verschil gebaseerd op de huidige bestemming versus de bestemming die voorzien is. Bij de eigendomsoverdracht in januari 2021 moet een voorziening ‘duurzame waardevermindering’ getroffen worden ter grootte van het verschil tussen de vigerende waarde (bedrijventerrein) en de koopsom van € 21,9 miljoen, oftewel € 17,6 miljoen, waarmee voor de gemeente de voorziening € 8,8 miljoen bedraagt.  

Voorziening verlies Juzt
Uit een business case komt naar voren, dat voor de gemeente Breda in het kader van de opheffing van Juzt een verlies is te verwachten van € 0,8 miljoen. Voor het te verwachten verlies is in de rekening van 2020 een verliesvoorziening gevormd.

Voorziening van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel
Deze voorziening is, ingevolge het BBV,  bestemd voor van derden (niet zijnde andere overheidsinstellingen) verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden en die beschikbaar zijn voor het volgende begrotingsjaar. Onder deze voorziening zijn middelen toegevoegd voor van derden ontvangen afkoopksommen ten behoeve van parkeervoorzieningen (€ 0,5 miljoen), bijdrage project wind A16 (€ 0,16 miljoen), bijdrage social return (€ 0,06 miljoen) en bijdrage ZonMw (€ 0,05 miljoen)