Paragraaf Financiering

Treasuryfunctie: taken en beleid

Terug naar navigatie - Treasuryfunctie: taken en beleid

Treasury zorgt voor de financiering, het cashmanagement en het renterisicobeheer binnen de gemeente Breda. Het doel is om vreemd vermogen aan te trekken tegen zo laag mogelijke kosten en om de organisatie te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s. Ons financieringsbeleid schrijft voor dat we maximaal financieren met kortlopende leningen. Het rentetarief op kortlopende leningen (geldmarkt) is bijna altijd lager dan op langlopende leningen (kapitaalmarkt). We volgen de wettelijke kaders voor het renterisicobeheer (kasgeldlimiet en renterisiconorm). Deze staan in de Wet financiering decentrale overheden (FIDO). 

De commissie BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) publiceerde in 2016 de notitie Rente 2017. Het doel daarvan is om realistisch te ramen en te komen tot een transparante rentetoerekening. De toegestane rentevergoeding over de reserves en voorzieningen (bespaarde rente) is gemaximeerd. De werkelijke rentelast wordt via het renteomslagpercentage verdeeld over de investeringen. Dit percentage was voor 2022 0,75%.

Renteontwikkeling

Terug naar navigatie - Renteontwikkeling

Door de oorlog in Oekraïne en de stijgende energieprijzen als gevolg daarvan is de inflatie in 2022 tot ruim 14% gestegen, om richting het einde jaar van het weer onder de 10% te zakken. De ECB en andere centrale banken hebben de rente verhoogd om de inflatie te bestrijden. De beleidsrente van de ECB (herfinancieringsrente) is in meerdere stappen verhoogd van 0% naar 2,5%. Op de geld- en kapitaalmarkt zijn de rentetarieven ook fors gestegen. De 3-maands Euribor-rente is in de loop van 2022 van -0,5% naar 2% opgelopen. Op de kapitaalmarkt is de 10-jaars benchmarkrente opgelopen van 0,3% naar 3,1%.

Financieringsbeleid

Terug naar navigatie - Financieringsbeleid

In 2022 was onze financieringsbehoefte zeer beperkt, mede door de ontvangst van subsidies die pas in latere jaren worden uitgegeven. In de eerste helft van 2022 zijn enkele kasgeldleningen afgesloten (tarief -0,48%), maar na mei had de gemeente Breda een overschot aan liquide middelen. In 2022 hebben we daarom ook geen langlopende leningen aangetrokken. Het overschot aan liquide middelen is uitgezet bij de schatkist van het Rijk conform de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden. De vergoeding op de schatkistrekening was in 2022 tot medio september 0%, waarna de tarieven zijn opgelopen.

De gemeentelijke langlopende leningenportefeuille (opgenomen geldleningen) bestaat uit 2 deelportefeuilles. Een deel van de opgenomen geldleningen is bedoeld voor de financiering van gemeentelijke investeringen. Een ander deel is doorgeleend aan Bredase woningbouwcorporaties. De aflossingen op deze leningen bedroegen respectievelijk € 25,5 miljoen en € 2,2 miljoen. De omvang van beide portefeuilles daalde van bijna € 429 miljoen naar € 401 miljoen (eind 2022).

De opgenomen leningen voor de woningbouw dateren uit het verleden en zijn onder dezelfde condities doorgeleend aan de woningbouwcorporaties. Dit deel van de portefeuille neemt jaarlijks af door reguliere aflossingen. De gemiddelde rente blijft hoog, omdat leningen uit het verleden hogere rentetarieven hebben. Deze deelportefeuille nam in omvang af met € 2,2 miljoen tot € 49,8 miljoen.

In onderstaande tabel ziet u de ontwikkeling van de opgenomen en uitgegeven geldleningen.

Portefeuille langlopende leningen (> 1 jaar) Restant hoofdsom 1-1-2022 Gem. rente Nieuw opgenomen/ uitgegeven leningen Aflossingen op leningen Restant hoofdsom 31-12-2022 Gem. rente Mutaties
Opgenomen leningen tbv Gem. Breda 376.761.758 1,75% 0 25.376.742 351.385.016 1,70% -25.376.742
Opgenomen leningen tbv woningbouw 52.069.301 3,32% 0 2.230.783 49.838.518 3,31% -2.230.783
Totaal opgenomen langlopende leningen 428.831.059 1,97% 0 27.607.525 401.223.534 1,90% -27.607.525
Uitgegeven leningen tbv derden 92.722.468 3,35% 255.000 3.351.942 89.625.526 3,35% -3.096.942
Uitgegeven leningen tbv woningbouw 57.859.421 3,32% 8.020.904 49.838.517 3,23% -8.020.904
Totaal uitgegeven langlopende leningen 150.581.889 3,60% 255.000 11.372.846 139.464.043 3,30% -11.117.846
Netto langlopende schuld (totaal opg. - uitg. leningen) 278.249.170 -255.000 16.234.678 261.759.491 -16.489.679
Portefeuille kortlopende leningen (< 1 jaar) 0 -0,48% pm pm 0 -0,48% 0
Totaal kortlopende en netto langlopende schuld 278.249.170 261.759.491 -16.489.679

Verstrekte geldleningen en garanties

Terug naar navigatie - Verstrekte geldleningen en garanties

De gemeente Breda had eind 2022 een totaal aan verstrekte geldleningen van € 139,5 miljoen. Het overgrote deel hiervan is voor:

  • BreedSaam: € 69,8 miljoen (€ 72 miljoen).
  • De woningbouwcorporaties: € 49,8 miljoen (€ 58,2 miljoen).
  • Chassé Theater Beheer NV: € 12,8 miljoen (€ 13,5 miljoen).

De kredietrisico's op deze leningen zijn minimaal. De leningen aan de woningbouwcorporaties zijn gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Bij de overige leningen hebben we bijna overal hypothecaire zekerheid verkregen. Op alle leningen is regulier afgelost en bleven de effecten van de coronapandemie ook in 2022 uit.

De omvang van direct verleende garanties aan rechtspersonen is € 93,1 miljoen. Bijna overal hebben we hypothecaire zekerheid verkregen. Ondanks de coronapandemie is regulier afgelost op gegarandeerde leningen. 

De gemeente is achtervang bij 2 waarborgfondsen: WSW en Waarborgfonds Eigen Woningen. We staan indirect garant voor de leningen die het waarborgfonds garandeert. De gemeente wordt aangesproken als het waarborgfonds niet aan haar verplichtingen kan voldoen. De zekerheidsstructuur en de financiële positie van deze waarborgfondsen zijn goed. Daardoor loopt de gemeente weinig risico. De omvang van de uitstaande leningen waarvoor we garant staan bij het WSW nam licht toe met bijna € 5 miljoen.

Bedragen x € 1.000
Borgstellingen of garantstellingen aan natuurlijke- en rechtspersonen Oorspronkelijke hoofdsom 31-12-2021 31-12-2022
Waarborgfonds sociale woningbouw 747.725 584.268 583.778
Gegarandeerde geldleningen voor het verkrijgen/ verbeteren van woningen 493 322 145
Overige gegarandeerde leningen 45.200 95.878 93.136
Totaalbedrag waartoe aan natuurlijke- en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt 793.418 680.468 677.059

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

Renterisico is het risico dat de rentelast van een gemeente ineens fors stijgt. Dit kan gebeuren als veel lopende schulden vervallen en opnieuw gefinancierd moeten worden tegen een fors hogere rente. De wetgever stelt daarom een grens aan het maximale jaarlijkse renterisico voor een gemeente (Wet FIDO). Deze grens bestaat uit de kasgeldlimiet (norm voor leningen < 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen > 1 jaar). Deze 2 normen bepalen onze speelruimte om verantwoord en goedkoop te financieren. Beide normen zijn gekoppeld aan (een percentage van) de omvang van de begroting.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Met de kasgeldlimiet voorkomt het Rijk dat een gemeente te veel financiert met kortlopende leningen (met een looptijd < 1 jaar) en zo te veel renterisico loopt. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van de totale begrotingsomvang en maximeert de omvang van de opgenomen kortlopende geldleningen. Breda mocht in 2022 gemiddeld niet meer dan € 61 miljoen aan kortlopende geldmiddelen aantrekken. 

Omdat de inkomsten en uitgaven in de tijd niet altijd gelijk lopen, mag een gemeente de kasgeldlimiet 2 aaneengesloten kwartalen overschrijden. Daarna moet de omvang van de kortlopende leningen weer onder de kasgeldlimiet komen, bijvoorbeeld door kortlopende leningen om te zetten naar langlopende leningen. De tabel hieronder laat zien dat de kasgeldlimiet in 2022 geen enkel kwartaal is overschreden. 

Bedragen x € 1 miljoen
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Omvang begroting per 1 januari 2022 - de grondslag 722 722 722 722
Toegestane kasgeldlimiet:
- in % van de grondslag 8,5% 8,50% 8,50% 8,50%
- omvang kasgeldlimiet 61 61 61 61
Toets kasgeldlimiet:
Gemiddeld overschot vlottende middelen 29 21 29 37
Gemiddeld opgenomen vlottende schuld 14 15 0 0
Toegestane kasgeldlimiet 61 61 61 61
Onderschrijding (+) / overschrijding ( - ) van kasgeldlimiet 76 67 90 98

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

De renterisiconorm voorkomt dat een te groot deel van de totale gemeentelijke schuld (met een looptijd > 1 jaar) in eenzelfde jaar vervalt en opnieuw gefinancierd moet worden tegen een mogelijk fors hogere rente. Het Rijk stelt de renterisiconorm op 20% van de gemeentelijke begroting. Dat dwingt een spreiding van minimaal 5 jaar af van de schuld in de vervalkalender. Breda mocht in 2022 maximaal € 144 miljoen aan langlopende schulden opnieuw financieren en/of aan een renteherziening onderhevig laten zijn. 

De tabel laat zien dat we in 2022, net als in eerdere jaren, voldeden aan de norm. De gemeentelijke schuldportefeuille heeft een gemiddeld lange looptijd. Daardoor zijn de jaarlijkse aflossingsbedragen relatief laag en overschrijden we de renterisiconorm niet. De schuldportefeuille heeft genoeg spreiding om het renterisico te beperken. In Breda is de netto-rentelast minder dan 0,5% van de begroting.

Bedragen x € 1 miljoen
2019 2020 2021 2022
Begrotingsomvang 642 595 688 722
Renterisiconorm (20% van de begroting) 128 119 138 144
Aflossingen op de vaste schuld 97 69 28 28
Ruimte (+) onder risiconorm 31 50 110 117

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Sinds eind 2013 is schatkistbankieren verplicht voor decentrale overheden. Gemeenten mogen niet meer beleggen, maar moeten overtollige middelen bij de schatkist afstorten. Een drempelbedrag is vrijgesteld om het dagelijkse betalingsverkeer niet te verstoren. De drempelwaarde is per 1 juli 2021 gewijzigd naar 2% van de begroting (tot € 500 miljoen) plus 0,2% van het meerdere. Voor Breda is de drempel € 10,444 miljoen.

De gemeente heeft geen structurele overtollige middelen en stort tijdelijke overschotten af. Dat gebeurt automatisch als het saldo van de gemeentelijke rekeningenstructuur bij de BNG Bank de € 2 miljoen (credit) overschrijdt. Het drempelbedrag is in 2022 in geen van de kwartalen overschreden.

Bedragen x € 1.000
Berekening en benutting drempelbedrag schatkistbankieren Drempel Drempel Drempel Drempel
Drempelbedrag 2022 is 2% van Begroting over eerste € 500M + 0,2 % over het meerdere. 10.444 10.444 10.444 10.444
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 944 839 1.195 732
Ruimte onder het drempelbedrag 9.500 9.605 9.249 9.712
Overschrijding van het drempelbedrag 0 0 0 0

Treasuryresultaat

Terug naar navigatie - Treasuryresultaat

Het treasuryresultaat is het verschil tussen de netto rentelast en de doorbelasting daarvan naar de taakvelden en grondexploitaties. Het resultaat in 2022 komt uit op € 39.618. Dat is € 47.000 meer dan geraamd bij de begroting. Het verschil bestaat vooral uit een hogere rentetoerekening aan de activa en kleinere afwijkingen op de overige kosten- en opbrengstenposten.

Werkelijke rentelasten en -baten Jaarrekening 2021 gem rente % Jaarrekening 2021 bedrag Begroting 2022 rente % Begroting 2022 bedrag Jaarrekening 2022 rente % Jaarrekening 2022 bedrag
Rente vaste schulden: OG-gemeente 1,75% 6.350.196 1,88% 6.000.000 1,70% 5.998.683
Rente vaste schulden: OG-woningbouw 3,32% 1.964.827 3,30% 1.878.000 3,31% 1.888.767
Rente nieuwe langlopende schulden (2021/2022) 0,25% 92.000
Rente nieuwe kortlopende schulden (2022) -0,49% -132.879 -0,50% -250.000 -0,48% -181.666
Overige financieringslasten (saldo) -76.131 -29.521
Totaal werkelijke rentelasten 8.106.013 7.720.000 7.676.263
Externe rentebaten UG/gemeente 3,35% 3.137.717 3,30% 3.037.000 3,35% 3.049.374
Externe rentebaten UG/woningbouw 3,32% 1.974.069 3,26% 1.943.000 3,32% 1.738.048
Totaal werkelijke rentebaten 5.111.786 4.980.000 4.787.422
Saldo werkelijke rentelasten minus -baten 2.994.227 2.740.000 2.888.841
Bij: Rente over eigen vermogen (reserves) 1,00% 1.371.200 0,75% 1.092.000 0,75% 1.077.830
Bij: Rente over voorzieningen 1,00% 604.840 0,75% 456.000 0,75% 395.152
Saldo rentelasten over eigen vermogen en voorzieningen 1.976.040 1.548.000 1.472.982
Totaal toe te rekenen rentelast 4.970.267 4.288.000 4.361.823
Toe te rekenen aan grondexploitaties 1,52% 852.623 1,45% 815.843 1,52% 691.715
Resteert toe te rekenen aan taakvelden (vaste activa) 4.117.644 3.472.000 3.670.108
De toegerekende rente aan taakvelden via renteomslag ad 1,00% 4.866.587 0,75% 3.464.000 0,75% 3.709.726
Resultaat treasury 748.943 -8.000 39.618
Saldo werkelijke rentelasten minus - baten / omvang van de begroting 0,44% 0,40%