De openbare ruimte is de fysieke ruimte in de dorpen en wijken die voor iedereen vrij toegankelijk is. In deze ruimte vinden veel dagelijkse activiteiten plaats zoals verplaatsing van A naar B, ontmoeten, verblijven en recreëren. Plaatsen die onder de openbare ruimte vallen, zijn onder andere straten, parken, pleinen, speeltuinen en de singels. We hebben in Breda 6 kapitaalgoederen waarvoor we de financiële verantwoording in beeld brengen:
- Wegverhardingen
- Civieltechnische kunstwerken
- Openbare verlichting
- Bomen
- Waterwegen en -voorzieningen
- Riolering*
*Het kapitaalgoed riolering is onderdeel van de openbare ruimte. Toch gelden voor de riolering bijzondere wettelijke eisen en financieringen, en een eigen systematiek en benadering van het beheer en onderhoud. Daarom is de riolering een apart onderdeel van deze paragraaf.
In 2014 heeft de gemeenteraad het Beleidskader kapitaalgoederen van de openbare ruimte vastgesteld. Daarmee hebben zij een voorziening van € 20 miljoen gecreëerd om in de periode tot 2021 het achterstallig onderhoud aan wegverhardingen op te lossen. Ook hebben zij een financiële impuls gegeven om het beheer en onderhoud van alle kapitaalgoederen op peil te brengen en om zo de openbare ruimte op orde te houden.
Jaarlijks zijn er middelen beschikbaar voor het regulier, groot onderhoud en voor vervanging. Een belangrijk voordeel van deze werkwijze is dat we vanuit de beschikbare middelen toewerken naar planmatig onderhoud in periodes van 10 jaar. Daarin zijn bijstellingen gedaan op basis van meerdere evaluatiemomenten (2018, 2021). Onder andere stedelijke groei, maatschappelijke ontwikkelingen, (klimaat-en energie)transities en veranderende marktomstandigheden maken dat tussentijdse evaluatiemomenten wenselijk zijn.
Evaluatie en actualisatie kapitaalgoederen en beleidskader
In 2021 is de laatste evaluatie van het beleidskader afgerond. Daarmee hebben we de uitvoering van het beleidskader afgezet tegen het afgesproken kwaliteitsniveau en tegen de thema’s functionaliteit, veiligheid en kapitaalvernietiging. Met de uitkomsten van de evaluatie actualiseren we het beleidskader voor de nieuwe bestuursperiode (2022-2026). Deze actualisatie wordt in 2 delen uitgevoerd.
- We actualiseren de kapitaalgoederen en stellen de kwaliteiten en de daarvoor beschikbare middelen per onderdeel opnieuw vast. Daarbij bepalen we hoe (aanvullende) middelen verdeeld en besteed worden om de afgesproken kwaliteit te halen, te behouden en welke aandachtspunten daarbij van toepassing zijn. Deze actualisatie staat gepland in 2023.
- De actualisatie van het beleidskader van de kapitaalgoederen heeft wat meer voeten in de aarde. We nemen daarin de ontwikkelingen binnen Breda, de verschillende transities in de openbare ruimte en de veranderende beheerinzichten en -systematiek mee. Dat vraagt meer dan alleen een update van de huidige opzet. Daarom pakken we deze actualisatie breder op. Zo wordt de actualisatie onderdeel van een breder perspectief met de vorming van waarden en principes wat betreft de openbare ruimte van de dorpen en wijken van Breda. Dit nieuwe beleidskader wordt naar verwachting in 2024 vastgesteld.
Bestuursakkoord Dichtbij doen, samen sterk vooruit (2022-2026)
In het bestuursakkoord is € 14,5 miljoen gereserveerd om de basis van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte op orde te brengen en de kwaliteit daarvan structureel te verhogen. De dorpen en wijken moeten naar een verzorgde standaard die aansluit op de begrippen schoon, heel en veilig. Daarbij willen we er ook voor zorgen dat iedereen onbezorgd naar buiten kan, of iemand nu te voet, met een kinderwagen of met een rolstoel op pad gaat. De openbare ruimte wordt daarnaast klimaatadaptiever ingericht. We stimuleren vergroening en biodiversiteit in de bestaande en de nieuwe buitenruimte. We vragen extra aandacht voor de vervangingsopgave van de civieltechnische kunstwerken, zoals bruggen en viaducten.
Wegverhardingen
Breda heeft ruim 10 miljoen m2 wegverharding, waaronder hoofdwegen, fietspaden en voetpaden. Sinds 2015 beheren en onderhouden we de wegen op een gemiddeld B-min-niveau. Dit houdt in dat er geen onaanvaardbare risico’s zijn voor de weggebruiker en dat er geen schades ontstaan waarvoor we aansprakelijk gesteld kunnen worden. In 2016 hebben we een beheerplan vastgesteld om het onderhoud van de wegverhardingen vóór 2022 op peil te brengen en te houden. Dit plan was er vooral op gericht om het cyclisch onderhoud van de asfaltverhardingen op orde te brengen om duur achterstallig onderhoud (kapitaalvernietiging) te voorkomen.
Uit de weginspectie in 2020 is gebleken dat de onderhoudskwaliteit van klinkers en tegels in korte tijd (2018-2020) sterk achteruit is gegaan. Daarbij hebben we achterstalligheid en achterstanden vastgesteld. Dit komt onder meer door onze nadruk op asfaltverhardingen, in combinatie met enkele hete en droge zomers en beperkingen in de levering en capaciteit bij het uitwerken en realiseren van projecten. Ook de toenemende complexiteit door werk met werk en participatiedoelstellingen hebben hieraan bijgedragen.
Bij de jaarrekening 2021 hebben we € 3,2 miljoen beschikbaar gesteld om de achterstalligheid in 2 jaar te kunnen oplossen. In 2022 hebben we al voor € 1,7 miljoen aan achterstalligheid weggewerkt. Het restant pakken we in 2023 aan. Voor het aanpakken van de achterstand bij klinkers en tegels is geen extra budget beschikbaar gesteld.
De weginspectie is in 2022 met een nieuwe aanpak uitgevoerd. Jaarlijks wordt nu de helft van de stad geïnspecteerd. Daardoor gelden de uitkomsten nog niet voor de hele stad. Wel is zichtbaar geworden dat we de achterstalligheid aan het inlopen zijn. De achterstanden zijn echter nog niet verdwenen. Dit is vooral zichtbaar in de woongebieden waar klinkers en tegels liggen. Minstens 40% van de achterstanden en achterstalligheid op die plaatsen heeft een directe relatie met boomwortelopdruk.
In 2023 werken we aan de actualisatie van de kapitaalgoederen. Daarbij zoeken we een gezonde balans tussen kosten, prestaties en risico’s voor verhardingen van asfalt, klinkers en tegels.
Civieltechnische kunstwerken
De circa 530 civieltechnische kunstwerken in de dorpen en wijken van Breda beheren en onderhouden we op onderhoudsniveau C. Het uitgangspunt daarbij is dat vooral bruggen, viaducten en tunnels functioneel en veilig zijn met een kwaliteit die voldoende is voor snel en comfortabel gebruik.
Voor het beheer en onderhoud hebben we in 2020 een beheerplan vastgesteld. Hierin is vastgelegd dat we het onderhoud in 5 jaar tijd meer risico-gestuurd gaan uitvoeren. Inmiddels blijkt dat het beheer nog steeds vooral ad hoc wordt uitgevoerd. Zo hebben we in 2022 tijdens aanvullende inspecties constructieve uitdagingen geconstateerd bij 5 objecten. Hiervoor moeten we budget en uitvoeringscapaciteit zoeken, zodat ze binnen 1 jaar kunnen worden aangepakt. We moeten dus enerzijds stappen zetten om de basis op orde te krijgen. Anderzijds is gebleken dat het nodig is om nader constructief onderzoek uit te voeren voor een deel van onze kunstwerken. Daarop aansluitend speelt het vraagstuk voor een strategisch vervangings- of levensduurplan voor onze civieltechnische kunstwerken. Daar kunnen we de inzichten uit de aanvullende constructieve onderzoeken voor gebruiken.
Openbare verlichting
In 2020 zijn we gestart met het verduurzamen van onze lantaarnpalen en armaturen. De eerste fase is in 2022 afgerond. Daarbij zijn 8.400 lampen vervangen door een led-armatuur. Ook 2.800 versleten lichtmasten zijn vervangen. In 2022 hebben we een nieuwe aanbesteding uitgevoerd voor de tweede fase van dit project. Hieruit blijkt onder meer dat de prijzen gestegen zijn, waardoor het een uitdaging wordt om het project binnen budget uit te voeren. De prijsstijgingen hebben bovendien een negatief effect op de stroomkosten voor de openbare verlichting. Dit heeft ook effect op het reguliere beheer en onderhoud van de openbare verlichting. Een deel daarvan was al toe aan vernieuwing. Dat is voor een deel meegenomen in de verduurzamingsaanpak. Bij uitstel of afstel stijgen de beheerkosten voor het bestaande, conventioneel verlichte deel van de gemeente.
Bomen
Breda heeft ruim 110.000 bomen met een hoge gemiddelde leeftijd. Het regulier onderhoudsplan (B-min-niveau) gaat ervan uit dat de bomen vanuit de beschikbare middelen zo worden onderhouden dat ze hun aantrekkelijkheid als decor niet verliezen, hittestress helpen tegengaan en dat ze hun landschappelijke, ecologische en (verkeers)geleidende waarde optimaal waarmaken. Waardevolle bomen, boomgroepen en boomstructuren worden op tijd en doorlopend beheerd, onderhouden en vervangen, conform het gemeentelijk bomenplan. De evaluatie van dit plan loopt gelijk op met de actualisatie van de kapitaalgoederen in 2023.
Door de hoge gemiddelde leeftijd van onze bomen, zijn er veel aan vervanging toe. Jaarlijks vervangen we maar een beperkt deel van de oude bomen. Alleen gevaarlijke oude en zieke bomen kappen we vanwege de veiligheid. Dat betekent dat er een grote vervangingsgolf ontstaat. Het budget voor het herplanten van bomen is nog niet helemaal besteed, maar ook de achterstand is nog niet helemaal ingelopen. Dat komt door een combinatie van capaciteitstekort en de beperkte mogelijkheid om nieuwe bomen te laten leveren. In 2023 lopen we de achterstand bij het herplanten helemaal in. Daarvoor zetten we de beschikbare investering van € 700.000 in. De impact van de grootschalige vervanging(sgolf) van oude bomen wordt in 2023 in beeld gebracht en komt terug in het geactualiseerde gemeentelijke bomenplan (2023).
Waterwegen en watervoorzieningen
Breda heeft ongeveer 290 kilometer waterlopen, 80 kilometer duikers en vele vijvers, plassen, havens en andere watervoorzieningen, zoals watertappunten, bluswatervoorzieningen, een grondwatermeetnet en waterspeelplekken. Een ander taakveld hierbinnen is het nautisch beheer, waaronder het scheepvaartverkeer en waterrecreatie vallen. We werken aan een strategische visie over het varen in Breda. De basis daarvoor is de bouwstenennotitie.
Deze visie omschrijft naast onze ambities ook de benodigde projecten op de korte en langere termijn. Waterrecreatie wordt hierin parallel opgepakt. Door de vaststelling van het vorige coalitieakkoord Lef en Liefde (2018-2022), het beheerplan waterwegen en watervoorzieningen (2019) en de begroting 2019 is budget beschikbaar gekomen om het beheer en onderhoud op C-niveau uit te voeren. Dit betekent dat de waterwegen en watervoorzieningen veilig zijn. Voor waterwegen geldt daarbij vooral dat het water voldoende kan stromen en voldoende diep is om water af te voeren of om in te varen.
De baggerwerkzaamheden zijn nog niet volledig op het afgesproken niveau. Dit werk halen we stapsgewijs in met de beschikbare middelen en het vastgestelde kwaliteitsniveau. De afgelopen periode hebben we daarnaast een eerste stap gezet in het preventief en cyclisch beheer en onderhoud. Calamiteiten lossen we nog reactief op.