Paragraaf Lokale heffingen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In deze paragraaf verantwoorden we ons beleid voor de heffingen en tarieven in 2022. Hieronder leest u meer over:

  • De algemene ontwikkelingen
  • Het beleid voor de lokale heffingen
  • De gerealiseerde inkomsten per heffing
  • De ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten
  • De kostendekkendheid van de tarieven
  • Een specificatie van de leges
  • Informatie over kwijtschelding
  • Informatie over de lokale lastendruk

Beleid lokale heffingen

Terug naar navigatie - Beleid lokale heffingen

In het Bestuursakkoord 2022-2026 staan de volgende afspraken over de lokale heffingen:

  • We willen een voorspelbare lokale lastendruk en maken hierover meerjarige afspraken.
  • De rioolheffing daalt in 2023 eenmalig met 17,5%. Vanaf 2024 wordt de heffing jaarlijks geïndexeerd met 2%.
  • De onroerendezaakbelasting (OZB) voor niet-woningen en woningen stijgt niet en blijft gelijk.
  • De afvalstoffenheffing wordt jaarlijks geïndexeerd met 2%.
  • Correct aangeboden grofvuil wordt met ingang van 1 januari 2023 weer gratis aan huis ingezameld. 
  • Het precario wordt met 25% verlaagd.
  • We verhogen de toeristenbelasting.

Algemeen
Naast de algemene belastingen die ten goede komen aan de algemene middelen van de gemeente (zoals de OZB en de toeristenbelasting) heft de gemeente ook bestemmingsbelastingen en retributies.

  • Bestemmingsbelastingen zijn belastingen waarvan de opbrengsten zijn bestemd voor specifieke taken of voorzieningen met een duidelijk algemeen belang. Voorbeelden hiervan zijn de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Voor bestemmingsbelastingen geldt dat de gemeente niet méér mag heffen dan de kosten die zij voor de betreffende taak of voorziening maakt.
  • Retributies heffen we van personen aan wie de gemeente een specifieke dienst verleent die een individueel voordeel oplevert. De belangrijkste retributies zijn de leges: vergoedingen voor diensten die de gemeente levert, zoals een paspoort of een vergunning. Ook de retributies mogen niet meer dan kostendekkend zijn.

Berekening van tarieven van heffingen

  • Rioolheffing
    Volgens de BBV-voorschriften is er een evenwicht in de lasten en baten op het gebied van de riolering. Uitgangspunt voor de begroting is het Stedelijk Waterplan 2019-2023. Dit is de basis voor het tarief dat we hanteren voor bewoners en bedrijven. Jaarlijks actualiseren we de begroting op basis van de actuele ontwikkelingen. In de uitvoering kunnen jaarlijks schommelingen plaatsvinden in de kosten en opbrengsten. Om deze schommelingen op te vangen, hebben we een voorziening ingesteld.
  • Afvalstoffenheffing
    Volgens de BBV-voorschriften is er een evenwicht in de lasten en baten op het gebied van afval. Uitgangspunt voor de begroting is het coalitieakkoord 2022-2026, aangevuld met de verwachte meerjarenontwikkeling van de opbrengsten vanuit huishoudens en autonome ontwikkelingen, zoals personeelslasten en afvalverwerkingskosten. Deze vormen de basis voor de tarieven die we hanteren voor één- en meerpersoonshuishoudens. Jaarlijks actualiseren we de begroting op basis van de actuele ontwikkelingen. In de uitvoering kunnen jaarlijks schommelingen plaatsvinden in de kosten en opbrengsten. Om deze schommelingen op te vangen, hebben we een voorziening ingesteld.
  • Parkeerbelasting
    De gemeentelijke kosten voor het opleggen van naheffingsaanslagen kunnen hoogstens bestaan uit de volgende onderdelen, voor zover die samenhangen met de inning van niet-betaalde parkeerbelastingen:
    • Vaste informatieverwerkingskosten
    • Variabele informatieverwerkingskosten
    • Kosten van afschrijving
    • Kosten van interest
    • Personeelskosten
    • Overheadkosten, die ten hoogste 50% van de personeelskosten mogen bedragen

Op basis van een raming van deze jaarlijkse kosten stelt de gemeenteraad het bedrag vast dat we per naheffing in rekening brengen.

Gerealiseerde inkomsten

Terug naar navigatie - Gerealiseerde inkomsten

De inkomsten per heffing staan in onderstaande tabel.

Bedragen x € 1.000
Realisatie 2019 Realisatie 2020 Realisatie 2021 Begroting 2022 na wijzing Realisatie 2022 Verschil B/W 2022 Verschil 2022-2021
Algemene belastingen
OZB 36.086 36.130 37.634 37.696 38.124 428 490
Parkeerbelasting 16.859 14.567 15.746 19.282 19.297 15 3.551
Precariobelasting 1.074 753 956 951 872 -79 -84
Toeristenbelasting 738 275 771 950 865 -85 94
Hondenbelasting 1.209 -3 0 0 0 0 0
Bestemmingsbelastingen
Afvalstoffenheffing 21.990 22.236 25.436 25.670 25.674 3 238
BIZ-bijdrage 573 604 603 333 334 1 -269
Reclamebelasting Ondernemersfondsen 446 423 479 399 491 92 13
Rioolheffing 19.812 19.889 20.658 21.544 21.182 -362 524
Retributies
Havengelden 97 79 98 77 95 18 -3
Leges 8.247 9.231 13.514 10.240 10.766 526 -2.748
Markt- en reclamegelden 214 209 173 205 47 -158 -126
Totaal 107.345 104.393 116.067 117.347 117.747 400 1.680

In 2022 waren onze inkomsten € 0,4 miljoen hoger dan begroot. Door de coronamaatregelen vielen de inkomsten uit vooral de precariobelasting en de toeristenbelasting € 0,16 miljoen lager uit dan verwacht. Op andere vlakken hadden we juist méér inkomsten, vooral vanuit de leges voor omgevingsvergunningen (€ 0,45 miljoen).

Ten opzichte van 2021 zijn de inkomsten met € 1,7 miljoen gestegen. Dit zijn de belangrijkste oorzaken:

  • De OZB is gestegen met € 0,5 miljoen door een jaarlijkse toename van het aantal panden.
  • De toeristenbelasting is gekoppeld aan het aantal overnachtingen. Gezien de coronabeperkingen in 2021 en begin 2022 is het verschil vooral te verklaren door een herstel in het aantal overnachtingen ten opzichte van voorgaand jaar.
  • 2% stijging van de rioolheffing.
  • 2% stijging van de afvalstoffenheffing.
  • De opbrengsten vanuit naheffingsaanslagen voor de parkeerbelasting zijn gestegen door een uitbreiding van de gebieden en de inzet van een extra scanauto.
  • De legesopbrengsten zijn ten opzichte van 2021 gedaald met € 2,7 miljoen. Dat komt doordat de legesopbrengsten voor omgevingsvergunningen in 2021 extreem hoog waren door een aantal grote bouwprojecten.

Meer toelichting vindt u bij de diverse programma’s in deze jaarrekening.

Rioolheffing
De opbrengsten zijn vooral lager dan begroot door een latere uitbreiding van het aantal woningen dan waar in de begroting rekening mee was gehouden.

Ontwikkeling gemeentelijke woonlasten

Terug naar navigatie - Ontwikkeling gemeentelijke woonlasten

De gemeentelijke woonlasten bestaan uit de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Ter vergelijking staan de tarieven van 2019 tot en met 2022 in onderstaande tabel. De OZB is een percentage van de WOZ-waarde.

 

Tarieven OZB 2019 2020 2021 2022
Eigenaar woning (waarde € 240.000,=) € 201,12 0,8380% € 186,72 0,7780% € 184,85 0,0732% € 154,32 0,0643%
Eigenaar woning (waarde € 200.000,= één pers. Hh) € 167,60 0,8380% € 155,60 0,7780% € 154,04 0,0732% € 128,60 0,0643%
Eigenaar niet-woning 0,2282% 0,2118% 0,2228% 0,2305%
Gebruik niet-woning 0,1831% 0,1724% 0,1824% 0,1861%
Rioolheffing 2019 2020 2021 2022
Waterverbruik 1- 500 m3 € 217,08 € 221,40 € 225,84 € 230,40
Waterverbruik 501- 1.001 m3 € 238,32 € 243,12 € 248,04 € 252,96
Waterverbruik 1.001- 10.000 m3 € 0,46 per m3 € 0,47 per m3 € 0,48 per m3 € 0,49 per m3
Afvalstoffenheffing 2019 2020 2021 2022
Eenpersoonshuishoudens € 207,36 € 211,56 € 234,72 € 239,40
Meerpersoonshuishoudens € 307,08 € 313,20 € 347,52 € 354,48
Totale belastingdruk eigenaar/gebruiker meer-persoons huishouden € 725,28 € 721,32 € 758,21 € 739,20
Stijging/Daling lastendruk absoluut € -8,28 € -3,96 € 36,89 € -19,01
Stijging/Daling lastendruk % -1,13% -0,55% 5,11% -2,51%
Totale belastingdruk eigenaar/gebruiker eenpersoons huishouden € 592,04 € 588,56 € 614,60 € 598,40
Stijging/Daling lastendruk absoluut € -7,20 € -3,48 € 26,04 € -16,20
Stijging/Daling lastendruk % -1,20% -0,59% 4,43% -2,64%
Totale belastingdruk huurder/gebruiker meerpersoons huishouden € 524,16 € 534,60 € 573,36 € 584,88
Stijging/Daling lastendruk absoluut € 10,44 € 10,44 € 38,76 € 11,52
Stijging/Daling lastendruk % 2,03% 1,99% 7,25% 2,01%
Totale belastingdruk huurder/gebruiker eenpersoons huishouden € 424,44 € 432,96 € 460,56 € 469,80
Stijging/Daling lastendruk absoluut € 8,40 € 8,52 € 27,60 € 9,24
Stijging/Daling lastendruk % 2,02% 2,01% 6,37% 2,01%

Kostendekkendheid tarieven

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid tarieven

Voor de bestemmingsbelastingen en retributies rekenen we de volgende kosten toe aan de tarieven:

  • Directe lasten
    De kosten voor de activiteiten die een direct verband hebben met de geleverde dienst.
  • Overhead
    De kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Deze kosten zijn toe te rekenen aan de tarieven. We werken met een uniforme opslag voor overhead. Voor de naheffingsaanslagen voor parkeren mag wettelijk gezien alleen gerekend worden met een opslagpercentage van 50%.
  • Btw
    Binnen het Btw Compensatiefonds hebben gemeenten voor bepaalde prestaties recht op een compensatie van de btw die bij hen in rekening is gebracht. Toch mag die btw ook als kostenpost worden aangemerkt en worden doorberekend in de tarieven.
  • Niet-toerekenbare kosten
    Dit zijn kosten voor de voorbereiding van beleid en algemene inspraakprocedures, de kosten van handhaving, toezicht en controle (behalve de eerste controle) en de kosten van bezwaar- en beroepsprocedures.

De werkelijke kostendekking in 2022 vindt u in onderstaande tabellen.

Bedragen x € 1.000
Bestemmingsbelastingen Retributies Totaal
Rioolheffing Afvalstoffenheffing Havengelden Markt- en reclamegelden Leges
Directe lasten -/- baten 18.422 19.313 91 346 9.297 47.469
Overhead 1.230 4.554 41 118 3.176 9.119
BTW 1.530 1.807 - - 371 3.708
Totaal lasten 21.182 25.674 132 464 12.845 60.297
Totaal baten heffingen/leges 21.182 25.674 95 47 10.766 57.763
Kostendekkendheid 100% 100% 72% 10% 84% 96%

Specificatie leges

Terug naar navigatie - Specificatie leges

 

 

 

 

Bedragen x € 1.000
Titel 1 Algemene dienstverlening Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
Directe lasten -/- baten 2.813 5.120 1.449
Overhead 476 1.906 849
BTW 86 285 -
Totaal lasten 3.375 7.311 2.298
Totaal baten heffingen/leges 3.196 7.162 407
Kostendekkendheid 95% 98% 18%

Rioolheffing
Om schommelingen in de kosten en opbrengsten op te vangen, hebben we een voorziening ingesteld. Tegenover de begrote onttrekking van € 357.911 staat een dotatie op basis van de nacalculatie aan het einde van het jaar van € 636.771 miljoen; per saldo een dotatie van € 0,28 miljoen in 2022. Deze dotatie wordt vooral veroorzaakt door lagere kapitaallasten door aanpassingen in de fasering van projecten, lagere lasten door het niet doorgaan van een stimuleringsregeling voor woningbouwverenigingen, het niet hoeven inzetten van de post calamiteiten en lagere baten uit de rioolheffing dan begroot.   

Afvalstoffenheffing
Om schommelingen in de kosten en opbrengsten op te vangen, hebben we een voorziening ingesteld. De dotatie in de voorziening bedraagt € 0,2 miljoen. Dit bedrag wordt vooral veroorzaakt door hogere opbrengsten voor oud papier en karton (OPK), lagere verwerkingskosten voor onder meer restafval en hogere formatieve lasten.

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

In de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Breda staat wie onder welke voorwaarden in aanmerking komt voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Voor dit beleid is de gemeenteraad gebonden aan de regels vanuit de Invorderingswet. Gemeenten kunnen op een paar punten afwijken van deze regeling. Zo kunnen zij uitgaan van hogere kosten om te leven dan landelijk is toegestaan. De gemeente Breda heeft de normbedragen voor bestaanskosten gesteld op 100% in plaats van 90%. Voor belastingbetalers van 65 jaar en ouder zijn de kosten van bestaan in Breda gesteld op 100% van de netto AOW-bedragen in plaats van 100% van de normbedragen voor bestaanskosten. Daarnaast zien we in Breda de bedoelde nettokosten van kinderopvang ook als uitgaven. De Bredase normen voor kwijtschelding voldoen aan de maximaal toegestane normering. In de belastingenverordeningen is geregeld of er voor de heffing kwijtschelding mogelijk is.