Toelichting vaste activa

Vaste activa zijn zaken die meerjarig hun nut en waarde behouden. Uitgaven aan deze zaken worden geactiveerd en hierover wordt gedurende de gebruiksduur afgeschreven. Er is onderscheid in immateriële, materiële en financiële vaste activa. Immateriële vaste activa zijn kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief. De materiële activa zijn stoffelijk van aard; bijvoorbeeld gebouwen, computers, sportvelden en voertuigen. De financiële vaste activa zijn geldleningen, beleggingen en vorderingen op lange termijn.

Kosten van onderzoek en ontwikkeling
De kosten van onderzoek en ontwikkeling betreffen voorbereidingskosten voor 4 ontwikkelingsgebieden (Havenkwartier, Gasthuisvelden, Markoevers en Woonakker), MFA Bavel en het Talentencentrum. De geactiveerde kosten worden afgeschreven in 5 jaar. In 2022 is een bedrag van € 1,5 miljoen geactiveerd en € 1,4 miljoen afgeschreven.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden
De bijdragen aan activa in eigendom van derden betreffen in het kader van monumentenzorg bijdragen aan restauraties op monumentale panden in de binnenstad. De geactiveerde bijdragen worden afgeschreven over een periode van 25 tot 30 jaar. In 2022 hebben er geen nieuwe bijdragen plaatsgevonden. In 2022 is voor een bedrag van € 0,57 miljoen afgewaardeerd, omdat de bijdragen niet voldeden aan de voorwaarden die het BBV hieraan stelt. Verder is op de boekwaarde van het beginsaldo van € 0,76 miljoen is in 2022 € 0,14 miljoen afgeschreven, zodat de boekwaarde ultimo 2022 nog € 0,05 miljoen bedraagt. Dit betreft nog één post; de bijdrage aan molen De Korenbloem in Ulvenhout. 

 Investeringen met economisch nut
 In 2022 is aan investeringen met economisch nut in totaal € 29,2 miljoen geïnvesteerd (2021: € 28,4 miljoen). 

Tussen de gronden en bedrijfsgebouwen heeft in de kolom vermeerderingen een financieel-administratief technische verschuiving van € 5,7 miljoen plaatsgevonden, waardoor de feitelijke vermeerderingen van de gronden € 3,8 miljoen is geweest. De grootste investering betrof de aankoop van een stuk landbouwgrond nabij de Veenstraat in Bavel voor € 2,8 miljoen. Verder is onder deze post de grond Lijndonk Tervoort vanuit de voorraad verspreidliggende gronden geactiveerd voor € 0,8 miljoen. Voorts is als vermeerdering opgenomen de grond voor het Levensbos voor € 0,5 miljoen, zodat deze post als aparte post onder de gronden is komen te staan. Onder de desinvesteringen is voor hetzelfde bedrag de Bredestraat verminderd t.b.v. het Levensbos. Onder de desinvesteringen is ook de afwaardering van de boekwaarde van de Grintweg voor € 0,4 miljoen verwerkt als gevolg van de verkoop van deze grond aan het Waterschap. 

De investeringen in de bedrijfsgebouwen bestaan voornamelijk uit de nieuwbouw doorstroomvoorziening aan de Slingerweg (€ 1,9 miljoen), ontwerp en bouw van het talentencentrum (€ 13,8 miljoen), en aanpassingen in de huisvesting Stadskantoor (€ 0,8 miljoen). De bijdrage van derden is een bijdrage van € 1,3 miljoen vanuit de specifieke uitkering sport aan de bouwkosten van het Talentencentrum.

De investering bij Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (€ 0,7 miljoen) zijn voorbereidingskosten voor gebiedsontwikkeling Corbion. Bij vervoermiddelen is voor een bedrag van € 0,6 miljoen geïnvesteerd (2021: € 2,0 miljoen), waaronder een waterstofvrachtwagen (€ 0,1 miljoen), en een hydraulische arm en doorzaaimachine (€ 0,1 miljoen). Bij de overige materiële vaste activa zijn grote investeringen geweest investeringen in het kader van een flexibele organisatie (€ 0,9 miljoen), inventaris en Wifi Stadskantoren A en B (€ 0,8 miljoen), en vervanging Breda.nl (€ 0,3 miljoen). 

Besloten is om de Gasthuisvelden 11 (voormalige belastingkantoor) te slopen. Dit besluit heeft tot gevolg, dat dit gebouw per balansdatum moet worden gewaardeerd tegen de directe opbrengstwaarde, zijnde de grondwaarde huidige bestemming minus de kosten voor sloop van het huidige gebouw. De directe opbrengstwaarde is per balansdatum € 1,3 miljoen lager dan de boekwaarde, derhalve is de voorziening duurzame waardevermindering voor dit gebouw verhoogd met € 1,3 miljoen.

Investeringen waarvoor heffingen kunnen worden geheven
Dit betreffen de investeringen in riolering. In 2019 is het Stedelijk Waterplan 2019-2023 vastgesteld wat de basis vormt voor de uit te voeren investeringen. In 2022 is in de riolering € 16,2 miljoen geïnvesteerd (€ 2021: 16,9 miljoen). In 2022 is op deze investeringen € 7,4 miljoen afgeschreven (2021: € 6,9 miljoen). De boekwaarde van deze investeringen bedraagt ultimo 2022 € 147 miljoen (2021: € 138 miljoen).

Investeringen met maatschappelijk nut
Dit betreffen de investeringen in onze openbare ruimte op het gebied van wegen, parken, viaducten en dergelijke ter grootte van € 14,8 miljoen (2021: € 14,1 miljoen). De grootste investeringen in 2022 waren investeringen in het kader van Uitvoeringsprogramma Mobiliteit (€ 4,2 miljoen), Gasthuysvelden: 3e fase Mark (€ 2,9 miljoen), verduurzaming lichtmasten openbare verlichting (€ 1,4 miljoen), en groene pleinen en parken (€ 1,1 miljoen). 

De onder deze post opgenomen bijdragen van derden (€ 2,8 miljoen) bestaat onder meer uit een Europese subsidie voor het project Green Quays voor de natuur inclusief ontwikkeling van te realiseren kades en omliggende (groene) openbare ruimte (€ 1,3 miljoen), SPUK E20 Verkeersveiligheidsmaatregelen 2020-2021 (€ 0,5 miljoen), en subsidie Woningbouwimpuls (€ 0,4 miljoen).

Afschrijvingen
De jaarlijkse afschrijvingslast is bepaald conform de afschrijvingstabel in het financieel beleid. Op basis van levensduur wordt de jaarlijkse afschrijvingslast bepaald. Voor gebouwen schrijven we annuïtair af, wat wil zeggen een jaarlijks gelijkblijvende kapitaallast van rente plus afschrijving. Voor de overige activa schrijven we lineair af, waarbij de afschrijvingslast gelijk blijft, maar de rentelast gedurende de looptijd afneemt. Jaarlijks wordt beoordeeld of zich bijzondere waardeverminderingen hebben voorgedaan.

De nominale waarde van de aandelenbelangen in betreffende deelnemingen zijn in 2022 niet gewijzigd. 

De lening aan Gemeente Moerdijk betreft een huurkoopovereenkomst voor 15.460 containers tot en met september 2032. De containers worden uiterlijk september 2032 juridisch aan de Gemeente Moerdijk overgedragen, nadat het volledige bedrag van de koopsom (oorspronkelijk € 240.386) door de Gemeente Moerdijk is voldaan. Over het nog onbetaalde deel van de koopsom is de Gemeente Moerdijk jaarlijks rente verschuldigd, die gelijk is aan de omslagrente van Gemeente Breda.

Het gaat hier om leningen aan WonenBreburg (boekwaarde € 4,3 miljoen), Allee Wonen (boekwaarde € 41,3 miljoen) en Laurentius (boekwaarde € 4,5 miljoen). Er worden geen nieuwe leningen meer verstrekt aan woningbouwcorporaties. Afbouw van de portefeuille vindt plaats door de contractuele aflossingen.

Er zijn in 2022 geen nieuwe leningen verstrekt aan de deelnemingen. Op de leningen aan deelnemingen vinden de contractuele aflossingen plaats.

Startersleningen
De gemeenteraad heeft voor de startersleningen Breda kredieten beschikbaar gesteld van in totaal € 5,7 miljoen in de jaren 2009, 2013, 2014 en 2017. In 2019 heeft de gemeenteraad, naast de al bestaande Blijverslening, ook de Verzilverlening beschikbaar gesteld. € 0,7 miljoen van de eerder € 0,95 beschikbaar gestelde krediet voor de Blijverslening is overgeheveld naar de Verzilverlening. Tevens is voor alle drie de leningen in totaal € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld die naar behoefte wordt verdeeld over de drie leningen. De uitvoering van de Startersleningen, Blijversleningen en Verzilverleningen zijn grotendeels uitbesteed aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Het verschil tussen beginsaldo en eindsaldo 2022 betreft de beheersvergoeding over 2022. 

Vordering Nationaal Restauratie Fonds:
De gemeente Breda heeft bij het Nationaal Restauratie Fonds een rekening-courant en revolving fund van oorspronkelijk € 1,37 miljoen. De lening loopt af in 2037.  

Leningen gemeentelijke kredietbank:
Deze post betreft de door de Kredietbank van de Gemeente Breda verstrekte leningen in het kader van de schuldhulpverlening van cliënten om schulden beheersbaar te houden en op te lossen.

Leningen Sociale Zaken
In 2020 is voor bijna € 1 miljoen aan zogenaamde TOZO-leningen verstrekt. In 2021 is nog eens € 0,3 miljoen verstrekt. TOZO is een tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandige ondernemers die door de corona in de problemen zijn gekomen. TOZO kent twee soorten voorzieningen, namelijk inkomensondersteuning (een tegemoetkoming) en leningen voor bedrijfskapitaal. Hier gaat het om laatstgenoemde voorziening. Van de TOZO-leningen is ultimo 2022 nog een bedrag van € 1,1 miljoen terug te vorderen. Verder zijn onder deze post verstrekte bedrijfskredieten in het kader van Participatiewet opgenomen (stand ultimo 2022 € 1,0 miljoen).

Leningen BreedSaam
De gemeente Breda heeft in 2014 de overeenkomst doordecentralisatie onderwijshuisvesting voor het primair en speciaal onderwijs ondertekend. In het kader daarvan zijn de onderwijsgebouwen tegelijkertijd met het verstrekken van leningen overgedragen aan BreedSaam. Aan de doordecentralisatieovereenkomst ligt een business case ten grondslag met een aantal kaderstellende voorwaarden. Op basis daarvan wordt het risico op oninbaarheid van deze leningen nihil geacht.

Leningen u/g woonwagenpercelen
Voor bewoners op woonwagenpercelen, waarvoor het lastig is om een koop van het perceel van de gemeente te financieren, biedt de gemeente Breda de mogelijkheid om het perceel in eigendom te verkrijgen door middel van huurkoop. Middels deze financieringsvorm is het gelukt om 33 percelen te verkopen (in 2022: 1, in 2021: 2, in 2020: 8 , in 2019: 20, 2018: 2).

Leningen u/g Verduurzaming particuliere woningen:
In het kader van de regeling "Subsidie verduurzamen woning Doornbos-Linie en Hoge Vucht" zijn in 2019 twee leningen verstrekt ten behoeve van verduurzamingsmaatregelen. Hierna zijn géén nieuwe leningen meer verstrekt.

Leningen u/g Klimaatfonds Breda
Vanuit het Klimaatfonds zijn 7 leningen verstrekt tegen een lage rente om projecten te realiseren die bijdragen aan de klimaatdoelstelling van de stad. Het gaat om projecten op het gebied van energiebesparing, duurzame energieopwekking, mobiliteit en klimaatadaptatie. Vanaf 2021 zijn geen nieuwe leningen meer verstrekt .

Leningen u/g sportverenigingen
In 2022 zijn aan twee sportverenigingen nieuwe leningen vertrekt van € 120.000 en € 135.000 verstrekt voor de renovatie van de toplaag van tennisbanen en de aanleg van een kunstgras voetbalveld. In 2021, 2020 en 2019 waren ook al leningen verstrekt aan vijf andere sportverenigingen.

Leningen u/g Starterslift Investment BV
In 2020 is een lening van € 250.000 verstrekt aan Starterslift Investment BV. Het geleende bedrag wordt gestopt in een noodfaciliteit om veelbelovende kennisintensieve startups, die getroffen zijn door de corona en die niet in aanmerking komen voor de getroffen overheidsmaatregelen, financieel te kunnen ondersteunen. De looptijd van de lening eindigt in 2024, wanneer ook het leningsbedrag volledig terugontvangen moet zijn. 

Leningen u/g horecabedrijven schrijnende gevallen:
In 2021 zijn ingevolge het noodfonds Covid-19 aan 26 horecabedrijven leningen verstrekt om tijdelijk acute financiële nood op te kunnen vangen. In 2022 is hier nog 1 lening bijgekomen, waardoor in totaal aan leningen ingevolge het noodfonds Covid-19 een bedrag van € 340.630 is verstrekt. Hiervan is ultimo 2022 € 32.850 terugontvangen en is een bedrag van € 18.135 voorzien wegens een faillissement.

Leningen u/g Cultuur
Het betreft hier leningen aan culturele instellingen, waaronder Stichting Nieuwe Veste (boekwaarde € 2,5 miljoen) en Stichting Mezz (boekwaarde € 0,4 miljoen).