Toelichting niet uit de balans blijkende verplichtingen

Het Besluit Begroting en Verantwoording verplicht de gemeente om in de toelichting op de balans inzicht te geven in de financiële verplichtingen waaraan de gemeente is verbonden, voor zover die verplichtingen financiële consequenties hebben voor de toekomstige jaren en deze niet zijn opgenomen in een balanspost.

Bedragen x € 1.000
Borgstellingen of garantstellingen aan natuurlijke- en rechtspersonen Oorspronkelijke hoofdsom 31-12-2021 31-12-2022
Waarborgfonds sociale woningbouw 747.725 584.268 583.778
Gegarandeerde geldleningen voor het verkrijgen/ verbeteren van woningen 493 322 145
Overige gegarandeerde leningen 45.200 95.878 93.136
Totaalbedrag waartoe aan natuurlijke- en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt 793.418 680.468 677.059

Bij het Waarborgfonds sociale woningbouw is de helft van het bedrag verantwoord waarvoor de Gemeente Breda en het Rijk gezamenlijk garant staan. De gemeente Breda en het Rijk staan bij elke lening allebei voor 50% garant (de achtervang). Bij de overige leningen die gegarandeerd zijn staat de gemeente Breda voor 100% garant. 

Met ingang van 2017 wordt in de jaarrekening de achtervang positie bij het WSW voor de helft opgenomen van het totale bedrag waarvoor de Gemeente Breda en het Rijk gezamenlijk garant staan. De omvang van deze gegarandeerde leningen waarvoor de gemeente Breda garant staat is in 2022 marginaal afgenomen. De leningen die de gemeente rechtstreeks heeft verstrekt aan de woningbouwcorporaties zijn in de balans verantwoord en vallen ook onder garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
De post overige gegarandeerde leningen betreffen de leningen die de gemeente zelf gegarandeerd heeft via een apart garantiebesluit. Deze post is tot 2021 beperkt in omvang. Dit komt mede door landelijk opererende garantiefondsen die op specifieke beleidsterreinen garantiestellingen verlenen en daarmee een goed alternatief zijn voor directe gemeentegaranties. Voorbeelden zijn het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, Stichting Waarborgfonds Sport, Waarborgfonds Eigen Woningen, Waarborgfonds voor de Zorgsector en het Nationaal Restauratie Fonds. In 2021 is de omvang met ruim € 71 miljoen toegenomen. Deze toename is het gevolg van de verleende garantie aan BreedSaam in 2021 (ad € 38 miljoen) en het verantwoorden van de doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting overeenkomst met Building Breda uit 2008 (ad € 35 miljoen) onder deze post. De stichting Internationale School Breda is eind 2021 opgeheven (overname door SKVOB/Libréon en PCPO). De aan de stichting ISB verleende garantie is daarmee vervallen. De zekerheden die onder de verleende garanties liggen zijn van uitstekende kwaliteit waardoor het risico voor de gemeente Breda verwaarloosbaar is. De in omvang grootste posten bij de overige gegarandeerde leningen zijn nu:

Bedragen x € 1.000
31-12-2021 31-12-2022 % borgstelling
Stichting Elisabeth 3.767 3.388 100%
Internationale School Breda 0 0 100%
BreedSaam 38.000 38.000 100%
Building Breda 51.067 48.924 100%
Overige garanties 3.044 2.824 100%
Totaal 95.878 93.136

Belangen bij derden

Terug naar navigatie - Belangen bij derden

Verkoop Essent
Met de verkoop in 2009 van het Productie- en leveringsbedrijf van Essent aan RWE kreeg de gemeente Breda een belang in een aantal BV's als zekerheid voor mogelijke claims, die voortvloeien uit de transactie of rechtshandeling van de verkoop. Er resteren nog 2 BV's: Publiek belang Elektriciteitsproductie BV en CSV Amsterdam BV. De eventuele financiële opbrengsten en risico's bij deze BV's zijn nagenoeg nihil. 

Langlopende contracten
De gemeente heeft een groot aantal contracten met een meerjarig karakter:

  • Contracten voor de zorg.
    Voor een belangrijk deel van deze contracten geldt dat het of een raamovereenkomst of een zogenoemde openeindregeling is. Deze contracten kennen geen budgetafspraken, maar worden afgerekend op basis van feitelijk geleverde zorg (PxQ). Dit gebeurt in uren, trajecten, cliënten et cetera. De onderdelen waar wel vaste budgetafspraken voor gemaakt zijn, bestrijken een verplichting van € 0,3 miljoen per jaar.
    Voor de aangegane verplichtingen zijn de financiële middelen in de (meerjaren) begroting beschikbaar.
  • Contracten voor de bedrijfsvoering.
    Voor de bedrijfsvoering resteerde per 31-12-2022 € 5,8 miljoen aan contractuele verplichtingen in 2023. Contracten die doorlopen na 2022 zijn voornamelijk licentiekosten, accountantskosten, verzekeringen en kopieerkosten.
  • Overige contracten.
    Door de lijnafdelingen is in totaal een waarde van € 66 miljoen aan contracten en verplichtingen voor het jaar 2023 aangegaan.
    Voor alle aangegane verplichtingen zijn middelen opgenomen in de meerjarenramingen.

Vennootschapsbelasting 
De afgelopen jaren heeft gemeente Breda veelvuldig discussie gevoerd met de Belastingdienst over de vraag óf en op welke manier de gemeente vennootschapsbelasting dient te betalen over bepaalde activiteiten binnen gemeente Breda. De onduidelijkheid over de belastingplicht van gemeente Breda bestaat al vanaf 2016, het jaar waarin gemeenten belastingplichtig zijn gesteld voor de vennootschapsbelasting. In 2022 zijn we nogmaals in gesprek getreden met de Belastingdienst om deze discussie tot een goed einde te brengen. Zodoende hebben we op grote lijnen afspraken kunnen maken omtrent de belastingplicht van de activiteiten parkeren, bedrijfsafval, grondexploitaties en reclame. We zijn nog altijd in gesprek met de Belastingdienst om deze afspraken af te ronden. 

Over de jaren 2016 t/m 2021 werd een verschuldigd bedrag aan vennootschapsbelasting begroot van in totaal € 4,5 miljoen voor alle belastbare activiteiten binnen gemeente Breda. Op basis van de nieuwe afspraken én ter voorkoming van belastingrente zijn de aangiften vennootschapsbelasting over de jaren 2018, 2020 en 2021 aangepast. Dit heeft geleid tot een extra vpb-last van € 2,0 miljoen. In totaal bedraagt het verschuldigde bedrag aan vennootschapsbelasting € 6,5 miljoen over de jaren 2016 t/m 2021. Dit bedrag is niet definitief. We verwachten dat we medio 2023 de gesprekken met de Belastingdienst kunnen afronden.

Op basis van de verbeterde aangifte over de voorgaande jaren, heeft de Belastingdienst een voorlopige aanslag opgelegd over het jaar 2022. Hierbij is uitgegaan van een belastbaar resultaat van € 6,2 miljoen en een te betalen bedrag vennootschapsbelasting van € 1,6 miljoen. Gezien de lopende gesprekken met de Belastingdienst wordt het bedrag aan verschuldigde vennootschapsbelasting op een later moment berekend. Het belastbaar resultaat van de voorlopige aanslag achten we een reële inschatting waardoor dit bedrag als uitgangspunt wordt genomen voor 2022.  

Reclame inkomsten
In Breda treft u op diverse locaties in de gemeente halte-inrichtingen (abri’s) of vrijstaande reclamedragers (mupi's) aan met gemeentelijke en/of niet commerciële uitingen gericht aan onze inwoners en/of bezoekers aan de gemeente. Op de achterzijde van de mupi’s worden reclame-informatie geplaatst. Daarnaast zijn er sinds 2018 digitale billboards aan de invalswegen, daar wordt een deel van de schermtijd voor niet commerciële uitingen benut door de Breda Marketing. Tussen de gemeente en de eigenaar/beheerders van deze abri's, billboards en mupi's ligt contractueel vast dat zij een deel van hun reclame-inkomsten afdragen aan de gemeente voor het gebruik van de openbare ruimte.