Verkoop Essent
Met de verkoop in 2009 van het Productie- en leveringsbedrijf van Essent aan RWE kreeg de gemeente Breda een belang in een aantal BV's als zekerheid voor mogelijke claims, die voortvloeien uit de transactie of rechtshandeling van de verkoop. Er resteren nog 2 BV's: Publiek belang Elektriciteitsproductie BV en CSV Amsterdam BV. De eventuele financiële opbrengsten en risico's bij deze BV's zijn nagenoeg nihil.
Langlopende contracten
De gemeente heeft een groot aantal contracten met een meerjarig karakter:
- Contracten voor de zorg.
Voor een belangrijk deel van deze contracten geldt dat het of een raamovereenkomst of een zogenoemde openeindregeling is. Deze contracten kennen geen budgetafspraken, maar worden afgerekend op basis van feitelijk geleverde zorg (PxQ). Dit gebeurt in uren, trajecten, cliënten et cetera. De onderdelen waar wel vaste budgetafspraken voor gemaakt zijn, bestrijken een verplichting van € 0,3 miljoen per jaar.
Voor de aangegane verplichtingen zijn de financiële middelen in de (meerjaren) begroting beschikbaar.
- Contracten voor de bedrijfsvoering.
Voor de bedrijfsvoering resteerde per 31-12-2022 € 5,8 miljoen aan contractuele verplichtingen in 2023. Contracten die doorlopen na 2022 zijn voornamelijk licentiekosten, accountantskosten, verzekeringen en kopieerkosten.
- Overige contracten.
Door de lijnafdelingen is in totaal een waarde van € 66 miljoen aan contracten en verplichtingen voor het jaar 2023 aangegaan.
Voor alle aangegane verplichtingen zijn middelen opgenomen in de meerjarenramingen.
Vennootschapsbelasting
De afgelopen jaren heeft gemeente Breda veelvuldig discussie gevoerd met de Belastingdienst over de vraag óf en op welke manier de gemeente vennootschapsbelasting dient te betalen over bepaalde activiteiten binnen gemeente Breda. De onduidelijkheid over de belastingplicht van gemeente Breda bestaat al vanaf 2016, het jaar waarin gemeenten belastingplichtig zijn gesteld voor de vennootschapsbelasting. In 2022 zijn we nogmaals in gesprek getreden met de Belastingdienst om deze discussie tot een goed einde te brengen. Zodoende hebben we op grote lijnen afspraken kunnen maken omtrent de belastingplicht van de activiteiten parkeren, bedrijfsafval, grondexploitaties en reclame. We zijn nog altijd in gesprek met de Belastingdienst om deze afspraken af te ronden.
Over de jaren 2016 t/m 2021 werd een verschuldigd bedrag aan vennootschapsbelasting begroot van in totaal € 4,5 miljoen voor alle belastbare activiteiten binnen gemeente Breda. Op basis van de nieuwe afspraken én ter voorkoming van belastingrente zijn de aangiften vennootschapsbelasting over de jaren 2018, 2020 en 2021 aangepast. Dit heeft geleid tot een extra vpb-last van € 2,0 miljoen. In totaal bedraagt het verschuldigde bedrag aan vennootschapsbelasting € 6,5 miljoen over de jaren 2016 t/m 2021. Dit bedrag is niet definitief. We verwachten dat we medio 2023 de gesprekken met de Belastingdienst kunnen afronden.
Op basis van de verbeterde aangifte over de voorgaande jaren, heeft de Belastingdienst een voorlopige aanslag opgelegd over het jaar 2022. Hierbij is uitgegaan van een belastbaar resultaat van € 6,2 miljoen en een te betalen bedrag vennootschapsbelasting van € 1,6 miljoen. Gezien de lopende gesprekken met de Belastingdienst wordt het bedrag aan verschuldigde vennootschapsbelasting op een later moment berekend. Het belastbaar resultaat van de voorlopige aanslag achten we een reële inschatting waardoor dit bedrag als uitgangspunt wordt genomen voor 2022.
Reclame inkomsten
In Breda treft u op diverse locaties in de gemeente halte-inrichtingen (abri’s) of vrijstaande reclamedragers (mupi's) aan met gemeentelijke en/of niet commerciële uitingen gericht aan onze inwoners en/of bezoekers aan de gemeente. Op de achterzijde van de mupi’s worden reclame-informatie geplaatst. Daarnaast zijn er sinds 2018 digitale billboards aan de invalswegen, daar wordt een deel van de schermtijd voor niet commerciële uitingen benut door de Breda Marketing. Tussen de gemeente en de eigenaar/beheerders van deze abri's, billboards en mupi's ligt contractueel vast dat zij een deel van hun reclame-inkomsten afdragen aan de gemeente voor het gebruik van de openbare ruimte.