Paragraaf Financiering

Treasuryfunctie: taken en beleid

Terug naar navigatie - Treasuryfunctie: taken en beleid

Treasury zorgt voor de financiering, het cashmanagement en het renterisicobeheer binnen de gemeente Breda. Het doel is om vreemd vermogen aan te trekken tegen zo laag mogelijke kosten en om de organisatie te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s. Ons financieringsbeleid schrijft voor dat we maximaal financieren met kortlopende leningen. Het rentetarief op kortlopende leningen (geldmarkt) is bijna altijd lager dan op langlopende leningen (kapitaalmarkt). We volgen de wettelijke kaders voor het renterisicobeheer (kasgeldlimiet en renterisiconorm). Deze staan in de Wet financiering decentrale overheden (FIDO). 

De commissie BBV heeft in 2023 de rentenotitie 2023 gepubliceerd. De belangrijkste wijziging betreft de rentetoerekening aan de grondexploitaties. Vanaf 2016 was de rentetoerekening gebaseerd op het gemiddelde rentepercentage over het vreemde vermogen. Dit in verband met de invoering van de vennootschapsbelasting voor grondexploitaties. Vanaf 2025 kan de rentetoerekening aan de grondexploitaties ook via de renteomslag plaatsvinden. De werkelijke rentelast wordt via het renteomslagpercentage verdeeld over de investeringen. Dit percentage was voor 2023 0,75%.

Renteontwikkeling

Terug naar navigatie - Renteontwikkeling

Door de oorlog in Oekraïne en de stijgende energieprijzen die daarmee samenhingen, is de inflatie in 2022 tot ruim 14% gestegen. Richting het einde van het jaar zakte die weer onder de 10%. De ECB en andere centrale banken hebben de rente verhoogd om de inflatie te bestrijden. De beleidsrente van de ECB (herfinancieringsrente) is in meerdere stappen verhoogd van 0% naar 2,5%. In 2023 heeft de ECB de beleidsrente in 6 stappen verder opgehoogd naar 4,5%. Op de geld- en kapitaalmarkt zijn de rentetarieven dan ook fors gestegen. De 3-maands Euribor-rente is in de loop van 2022 van -0,5% naar 2% opgelopen en in 2023 verder gestegen tot bijna 4%. Op de kapitaalmarkt fluctueerde de 10-jaars benchmarkrente in 2023 tussen de 2,91 % en 3,99%.

Financieringsbeleid

Terug naar navigatie - Financieringsbeleid

In 2023 was onze financieringsbehoefte zeer beperkt, mede door de ontvangst van subsidies die pas in latere jaren worden uitgegeven. In de eerste helft van 2022 zijn enkele kasgeldleningen afgesloten (tarief: -0,48%), maar na mei had de gemeente een overschot aan liquide middelen. In 2022 en ook in 2023 hebben we daarom geen langlopende leningen aangetrokken. Het overschot aan liquide middelen is uitgezet bij de schatkist van het Rijk conform de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden. De vergoeding op de schatkistrekening was in 2022 tot medio september 0%, waarna de tarieven zijn opgelopen.

De gemeentelijke langlopende leningenportefeuille (opgenomen geldleningen) bestaat uit 2 deelportefeuilles. Een deel van de opgenomen geldleningen is bedoeld voor de financiering van gemeentelijke investeringen. Een ander deel is doorgeleend aan Bredase woningcorporaties. De aflossingen op deze leningen bedroegen respectievelijk € 21,7 miljoen en € 2,3 miljoen. De omvang van beide portefeuilles daalde van € 401 miljoen naar € 377 miljoen (eind 2023).

De opgenomen leningen voor de woningbouw dateren uit het verleden en zijn onder dezelfde condities doorgeleend aan de woningcorporaties. Dit deel van de portefeuille neemt jaarlijks af door reguliere aflossingen. De gemiddelde rente blijft hoog, omdat leningen uit het verleden hogere rentetarieven hebben. Deze deelportefeuille nam in omvang af met € 2,5 miljoen tot € 47,6 miljoen.

In onderstaande tabel ziet u de ontwikkeling van de opgenomen en uitgegeven geldleningen.

Portefeuille langlopende leningen (> 1 jaar) Restant hoofdsom 1-1-2023 Gem. rente Nieuw opgenomen/ uitgegeven leningen Aflossingen op leningen Restant hoofdsom 31-12-2023 Gem. rente Mutaties
Opgenomen leningen tbv Gem. Breda 351.385.016 0 21.740.899 329.644.117 1,76% -21.740.899
Opgenomen leningen tbv woningbouw 49.838.518 0 2.188.154 47.650.364 3,31% -2.188.154
Totaal opgenomen langlopende leningen 401.223.534 0 23.929.053 377.294.481 1,95% -23.929.053
Uitgegeven leningen tbv derden 89.322.929 65.000 3.323.996 86.063.933 3,36% -3.258.996
Uitgegeven leningen tbv woningbouw 50.141.114 2.490.750 47.650.364 3,30% -2.490.750
Totaal uitgegeven langlopende leningen 139.464.043 65.000 5.814.746 133.714.297 3,34% -5.749.746
Netto langlopende schuld (totaal opg. - uitg. leningen) 261.759.491 -65.000 18.114.307 243.580.184 -18.179.307
Portefeuille kortlopende leningen (< 1 jaar) 0 pm pm 0 0
Totaal kortlopende en netto langlopende schuld 261.759.491 243.580.184 -18.179.307

Verstrekte geldleningen en garanties

Terug naar navigatie - Verstrekte geldleningen en garanties

De gemeente Breda had eind 2023 een totaal aan verstrekte geldleningen van € 133,7 miljoen. Het overgrote deel hiervan is voor:

  • BreedSaam: € 67,6 miljoen (€ 69,8 miljoen)
  • de woningbouwcorporaties: € 47,6 miljoen (€ 49,8 miljoen)
  • Chassé Theater Beheer NV: € 12,1 miljoen (€ 12,8 miljoen)

De kredietrisico's op deze leningen zijn minimaal. De leningen aan de woningbouwcorporaties zijn gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Bij de overige leningen hebben we bijna overal hypothecaire zekerheid verkregen. Op alle leningen is regulier afgelost.

De omvang van direct verleende garanties aan rechtspersonen is € 90,2 miljoen. Bijna overal hebben we hypothecaire zekerheid verkregen. Er is regulier afgelost op gegarandeerde leningen. 

De gemeente is achtervang bij 2 waarborgfondsen: WSW en Waarborgfonds Eigen Woningen. We staan indirect garant voor de leningen die het waarborgfonds garandeert. De gemeente wordt aangesproken als het waarborgfonds niet aan haar verplichtingen kan voldoen. De zekerheidsstructuur en de financiële positie van deze waarborgfondsen zijn goed. Daardoor loopt de gemeente weinig risico. De omvang van de uitstaande leningen waarvoor we garant staan bij het WSW nam toe met bijna € 20 miljoen.

Bedragen x € 1.000
Borgstellingen of garantstellingen aan natuurlijke- en rechtspersonen Oorspronkelijke hoofdsom 31-12-2022 31-12-2023
Waarborgfonds sociale woningbouw 747.725 583.778 603.079
Gegarandeerde geldleningen voor het verkrijgen/ verbeteren van woningen 493 145 148
Overige gegarandeerde leningen 110.424 93.136 90.247
Totaalbedrag waartoe aan natuurlijke- en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt 858.642 677.059 693.474

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

Renterisico is het risico dat de rentelast van een gemeente ineens fors stijgt. Dit kan gebeuren als veel lopende schulden vervallen en opnieuw gefinancierd moeten worden tegen een fors hogere rente. De wetgever stelt daarom een grens aan het maximale jaarlijkse renterisico voor een gemeente (Wet Financiering Decentrale Overheden). Deze grens bestaat uit de kasgeldlimiet (norm voor leningen < 1 jaar) en de renterisiconorm (voor leningen > 1 jaar). Deze 2 normen bepalen onze speelruimte om verantwoord en goedkoop te financieren. Beide normen zijn gekoppeld aan (een percentage van) de omvang van de begroting.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Met de kasgeldlimiet voorkomt het Rijk dat een gemeente te veel financiert met kortlopende leningen (met een looptijd < 1 jaar) en zo te veel renterisico loopt. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van de totale begrotingsomvang en maximeert de omvang van de opgenomen kortlopende geldleningen. Breda mocht in 2023 gemiddeld niet meer dan € 64 miljoen aan kortlopende geldmiddelen aantrekken. 

Omdat de inkomsten en uitgaven in de tijd niet altijd gelijk lopen, mag een gemeente de kasgeldlimiet 2 aaneengesloten kwartalen overschrijden. Daarna moet de omvang van de kortlopende leningen weer onder de kasgeldlimiet komen, bijvoorbeeld door kortlopende leningen om te zetten naar langlopende leningen. De tabel hieronder laat zien dat de kasgeldlimiet in 2023 geen enkel kwartaal is overschreden. 

Bedragen x € 1 miljoen
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Omvang begroting per 1 januari 2023 - de grondslag 755 755 755 755
Toegestane kasgeldlimiet:
- in % van de grondslag 8,5% 8,50% 8,50% 8,50%
- omvang kasgeldlimiet 64 64 64 64
Toets kasgeldlimiet:
Gemiddeld overschot vlottende middelen 1
Gemiddeld opgenomen vlottende schuld 18 11 0
Toegestane kasgeldlimiet 64 64 64 64
Onderschrijding (+) / overschrijding ( - ) van kasgeldlimiet 65 46 53 64

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

De renterisiconorm voorkomt dat een te groot deel van de totale gemeentelijke schuld (met een looptijd > 1 jaar) in eenzelfde jaar vervalt en opnieuw gefinancierd moet worden tegen een mogelijk fors hogere rente. Het Rijk stelt de renterisiconorm op 20% van de gemeentelijke begroting. Dat dwingt een spreiding van minimaal 5 jaar af van de schuld in de vervalkalender. Breda mocht in 2023 maximaal € 151 miljoen aan langlopende schulden opnieuw financieren en/of aan een renteherziening onderhevig laten zijn. 

De tabel laat zien dat we in 2023, net als in eerdere jaren, voldeden aan de norm. De gemeentelijke schuldportefeuille heeft een gemiddeld lange looptijd. Daardoor zijn de jaarlijkse aflossingsbedragen relatief laag en overschrijden we de renterisiconorm niet. De schuldportefeuille heeft genoeg spreiding om het renterisico te beperken. In Breda is de netto-rentelast minder dan 0,5% van de begroting.

Bedragen x € 1 miljoen
2020 2021 2022 2023
Begrotingsomvang 595 688 722 755
Renterisiconorm (20% van de begroting) 119 138 144 151
Aflossingen op de vaste schuld 69 28 28 24
Ruimte (+) onder risiconorm 50 110 117 127

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Sinds eind 2013 is schatkistbankieren verplicht voor decentrale overheden. Gemeenten mogen niet meer beleggen, maar moeten overtollige middelen bij de schatkist afstorten. Een drempelbedrag is vrijgesteld om het dagelijkse betalingsverkeer niet te verstoren. De drempelwaarde is per 1 juli 2021 gewijzigd naar 2% van de begroting (tot € 500 miljoen) plus 0,2% van het meerdere. Voor Breda is de drempel € 10,4 miljoen.

De gemeente heeft geen structurele overtollige middelen en stort tijdelijke overschotten dagelijks af. Dat gebeurt automatisch als het saldo van de gemeentelijke rekeningenstructuur bij de BNG Bank positief is. Het drempelbedrag is in 2023 in geen van de kwartalen overschreden.

Bedragen x € 1.000
Berekening en benutting drempelbedrag schatkistbankieren Drempel Drempel Drempel Drempel
Drempelbedrag 2022 is 2% van Begroting over eerste € 500M + 0,2 % over het meerdere. 10.444 10.444 10.444 10.444
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 709 144 168 132
Ruimte onder het drempelbedrag 9.735 10.300 10.276 10.312
Overschrijding van het drempelbedrag 0 0 0 0

Treasuryresultaat

Terug naar navigatie - Treasuryresultaat

Het treasuryresultaat is het verschil tussen de netto rentelast en de doorbelasting daarvan naar de taakvelden en grondexploitaties. Het resultaat in 2023 komt uit op € -235.787. Dat is ruim € 340.000 meer dan we hadden geraamd bij de begroting. Het verschil bestaat vooral uit een hogere rentetoerekening aan de activa en kleinere afwijkingen op de overige kosten- en opbrengstenposten.

Werkelijke rentelasten en -baten Jaarrekening 2022 rente % Jaarrekening 2022 bedrag Begroting 2023 rente % Begroting 2023 bedrag Jaarrekening 2023 rente % Jaarrekening 2023 bedrag
Rente vaste schulden: OG-gemeente 1,70% 5.998.683 1,79% 5.997.689 1,70% 5.958.225
Rente vaste schulden: OG-woningbouw 3,31% 1.888.767 3,10% 1.673.334 3.26% 1.614.457
Rente nieuwe langlopende schulden (2021/2022) 0,50% 196.864
Rente nieuwe kortlopende schulden (2022) -0,48% -181.666 0,00% -64.897
Overige financieringslasten (saldo) -29.521 -42.575
Totaal werkelijke rentelasten 7.676.263 7.867.888 7.465.210
Externe rentebaten UG/gemeente 3,35% 3.049.374 3,36% 2.939.931 3,36% 2.944.010
Externe rentebaten UG/woningbouw 3,32% 1.738.048 3,10% 1.668.973 3,30% 1.614.639
Totaal werkelijke rentebaten 4.787.422 4.608.904 4.558.649
Saldo werkelijke rentelasten minus -baten 2.888.841 3.258.984 2.906.561
Bij: Rente over eigen vermogen (reserves) 0,75% 1.077.830 0,75% 1.077.833 0,75% 1.248.665
Bij: Rente over voorzieningen 0,75% 395.152 0,75% 395.153 0,75% 427.588
Saldo rentelasten over eigen vermogen en voorzieningen 1.472.982 1.472.986 1.676.253
Totaal toe te rekenen rentelast 4.361.823 4.731.970 4.582.814
Toe te rekenen aan grondexploitaties 1,52% 691.715 1,45% 447.000 1,56% 457.350
Resteert toe te rekenen aan taakvelden (vaste activa) 3.670.108 4.284.968 4.125.463
De toegerekende rente aan taakvelden via renteomslag ad 0,75% 3.709.726 0,75% 3.705.698 0,75% 3.889.015
Resultaat treasury 39.618 -579.270 -236.448
Saldo werkelijke rentelasten minus - baten / omvang van de begroting 0,40% 0,40%