Paragraaf Lokale heffingen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In deze paragraaf verantwoorden we ons beleid voor de heffingen en tarieven in 2023. Hieronder leest u meer over:

  • de algemene ontwikkelingen
  • het beleid voor de lokale heffingen
  • de gerealiseerde inkomsten per heffing
  • de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten
  • de kostendekkendheid van de tarieven
  • een specificatie van de leges
  • informatie over kwijtschelding
  • informatie over de lokale lastendruk

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

Op 7 december 2022 heeft de gemeenteraad de tarieven voor het belastingjaar 2023 vastgesteld. Uitzondering hierop zijn de verordening toeristenbelasting, die op 14 december 2022 is vastgesteld en de verordening parkeerbelasting, die de raad op 21 december 2022 heeft vastgesteld.

Beleid lokale heffingen

Terug naar navigatie - Beleid lokale heffingen

In het Bestuursakkoord 2022-2026 staan de volgende afspraken over de lokale heffingen:

  • De lastendruk ontwikkelt zich de komende jaren op een voorspelbare manier.
  • De onroerendezaakbelasting (ozb) voor niet-woningen en woningen blijft gelijk.
  • De toeristenbelasting stijgt.
  • De afvalstoffenheffing is 100% kostendekkend en wordt jaarlijks geïndexeerd met 2%. 
  • De rioolheffing wordt eenmalig met 17,5% verlaagd en wordt jaarlijks geïndexeerd met 2%. Bij de doorrekening houden we rekening met maatregelen voor klimaatadaptatie binnen het rioleringsprogramma en met een heffing die 100% kostendekkend is.

Algemeen
Naast de algemene belastingen die ten goede komen aan de algemene middelen van de gemeente (zoals de ozb en de toeristenbelasting) heft de gemeente ook bestemmingsbelastingen en retributies.

  • Bestemmingsbelastingen zijn belastingen waarvan de opbrengsten zijn bestemd voor specifieke taken of voorzieningen met een duidelijk algemeen belang. Voorbeelden hiervan zijn de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Voor bestemmingsbelastingen geldt dat de gemeente niet méér mag heffen dan de kosten die zij voor de betreffende taak of voorziening maakt.
  • Retributies heffen we van personen aan wie de gemeente een specifieke dienst verleent die een individueel voordeel oplevert. De belangrijkste retributies zijn de leges: vergoedingen voor diensten die de gemeente levert, zoals een paspoort of een vergunning. Ook de retributies mogen niet meer dan kostendekkend zijn.

Berekening van tarieven van heffingen

  • Rioolheffing
    Volgens de BBV-voorschriften is er een evenwicht in de lasten en baten op het gebied van de riolering. Uitgangspunt voor de begroting is het Stedelijk Waterplan 2019-2023. Dit is de basis voor het tarief dat we hanteren voor bewoners en bedrijven. Jaarlijks actualiseren we de begroting op basis van de actuele ontwikkelingen. In de uitvoering kunnen jaarlijks schommelingen plaatsvinden in de kosten en opbrengsten. Om deze schommelingen op te vangen, hebben we een voorziening ingesteld.
  • Afvalstoffenheffing
    Volgens de BBV-voorschriften is er een evenwicht in de lasten en baten op het gebied van afval. Uitgangspunt voor de begroting is het coalitieakkoord 2022-2026, aangevuld met de verwachte meerjarenontwikkeling van de opbrengsten vanuit huishoudens en autonome ontwikkelingen, zoals personeelslasten en afvalverwerkingskosten. Deze vormen de basis voor de tarieven die we hanteren voor één- en meerpersoonshuishoudens. Jaarlijks actualiseren we de begroting op basis van de actuele ontwikkelingen. In de uitvoering kunnen jaarlijks schommelingen plaatsvinden in de kosten en opbrengsten. Om deze schommelingen op te vangen, hebben we een voorziening ingesteld.
  • Parkeerbelasting
    De gemeentelijke kosten voor het opleggen van naheffingsaanslagen kunnen hoogstens bestaan uit de volgende onderdelen, voor zover die samenhangen met de inning van niet-betaalde parkeerbelastingen:
    • vaste informatieverwerkingskosten
    • variabele informatieverwerkingskosten
    • kosten van afschrijving
    • kosten van interest
    • personeelskosten
    • overheadkosten, die ten hoogste 50% van de personeelskosten mogen bedragen

Op basis van een raming van deze jaarlijkse kosten stelt de gemeenteraad het bedrag vast dat we per naheffing in rekening brengen.

Gerealiseerde inkomsten

Terug naar navigatie - Gerealiseerde inkomsten

De inkomsten per heffing (7 jaargangen) staan in onderstaande tabel.

Bedragen x € 1.000
Realisatie 2020 Realisatie 2021 Realisatie 2022 Begroting 2023 na wijzing Realisatie 2023 Verschil B/W 2023 Verschil 2023-2022
Algemene belastingen
OZB 36.130 37.634 38.124 39.715 40.058 343 1.934
Parkeerbelasting 14.567 15.746 19.297 18.184 22.305 4.121 3.008
Precariobelasting 753 956 872 861 954 93 82
Toeristenbelasting 275 771 865 1.370 1.319 -51 454
Hondenbelasting -3 0 0 0 1 1 1
Bestemmingsbelastingen
Afvalstoffenheffing 22.236 25.436 25.674 26.404 26.605 201 931
BIZ-bijdrage 604 603 334 591 609 18 274
Reclamebelasting Ondernemersfondsen 423 479 491 468 476 8 -15
Rioolheffing 19.889 20.658 21.182 17.969 17.692 -278 -3.490
Retributies
Havengelden 79 98 95 77 77 0 -18
Leges 9.231 13.514 10.766 9.537 11.463 1.926 697
Markt- en reclamegelden 209 173 47 664 0 -664 -47
Totaal 104.393 116.067 117.747 115.841 121.557 5.716 3.810

In 2023 waren onze inkomsten € 5,7 miljoen hoger dan begroot. Dit komt door hogere opbrengsten vanuit de parkeerbelasting (€ 4,1 miljoen) en de leges voor omgevingsvergunningen (€ 1,6 miljoen). Ten opzichte van 2022 zijn de inkomsten met € 3,8 miljoen gestegen. Dit zijn de belangrijkste oorzaken:

  • De ozb is gestegen door een jaarlijkse toename van het aantal panden. Daarnaast is het tarief gebaseerd op de waarde zoals die bekend was in oktober 2022. In de periode oktober-december 2022 zijn de herwaarderingen nog in volle gang. De fors gestegen WOZ-waarden hebben effect op onze inkomsten.
  • Het tarief voor de toeristenbelasting is in 2023 verhoogd van € 2,75 naar € 3,95.
  • Een uitwerking van het bestuursakkoord “Dichtbij doen, samen sterk vooruit” is een verlaging van het tarief op rioolheffing van 17,5%. Dit zorgt in 2023 voor een lagere opbrengst van € 3,5 miljoen.
  •  2% stijging én woninguitbreiding zorgen voor een positief effect van € 0,9 miljoen voor de afvalstoffenheffing
  • De opbrengsten vanuit de naheffingsaanslagen voor de parkeerbelasting zijn gestegen met € 3 miljoen. Dit komt door een uitbreiding van de gebieden en de inzet van een extra scanauto.
  • De legesopbrengsten zijn ten opzichte van 2022 gestegen met € 0,7 miljoen. Dat komt doordat we na corona weer leges zijn gaan heffen voor de Drank- en horecawet en voor evenementen. Ook waren er meer leges vanuit de omgevingsvergunningen.

Meer toelichting vindt u bij de diverse programma’s in deze jaarrekening.

Rioolheffing
De opbrengsten zijn vooral lager dan begroot door een latere uitbreiding van het aantal woningen dan waar in de begroting rekening mee was gehouden.

Ontwikkeling gemeentelijke woonlasten

Terug naar navigatie - Ontwikkeling gemeentelijke woonlasten

De gemeentelijke woonlasten bestaan uit de ozb, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De ozb is een percentage van de WOZ-waarde. Ter vergelijking staan de tarieven van 2020 tot en met 2023 in onderstaande tabel.

Tarieven OZB 2020 2021 2022 2023
Eigenaar woning (waarde € 240.000) € 186,72 0,0778% € 175,68 0,0732% € 154,32 0,0643% € 138,96 0,0579%
Eigenaar woning (waarde € 200.000, één pers. Hh) € 155,60 0,0778% € 146,40 0,0732% € 128,60 0,0643% € 115,80 0,0579%
Eigenaar niet-woning 0,2118% 0,2228% 0,2305% 0,2305%
Gebruik niet-woning 0,1724% 0,1824% 0,1861% 0,1861%
Rioolheffing 2020 2021 2022 2023
Waterverbruik 1- 500 m3 € 221,40 € 225,84 € 230,40 € 190,08
Waterverbruik 501- 1.001 m3 € 243,12 € 248,04 € 252,96 € 208,80
Waterverbruik 1.001- 10.000 m3 € 0,47 per m3 € 0,48 per m3 € 0,49 per m3 € 0,40 per m3
Afvalstoffenheffing 2020 2021 2022 2023
Eenpersoonshuishoudens € 211,56 € 234,72 € 239,40 € 244,20
Meerpersoonshuishoudens € 313,20 € 347,52 € 354,48 € 361,56
Totale belastingdruk eigenaar/gebruiker meer-persoons huishouden € 721,32 € 749,04 € 739,20 € 690,60
Stijging/Daling lastendruk absoluut € -3,96 € 27,72 € -9,84 € -48,60
Stijging/Daling lastendruk % -0,55% 3,84% -1,31% -6,57%
Totale belastingdruk eigenaar/gebruiker eenpersoons huishouden € 588,56 € 606,96 € 598,40 € 550,08
Stijging/Daling lastendruk absoluut € -3,48 € 18,40 € -8,56 € -48,32
Stijging/Daling lastendruk % -0,59% 3,13% -1,41% -8,07%
Totale belastingdruk huurder/gebruiker meerpersoons huishouden € 534,60 € 573,36 € 584,88 € 551,64
Stijging/Daling lastendruk absoluut € 10,44 € 38,76 € 11,52 € -33,24
Stijging/Daling lastendruk % 1,99% 7,25% 2,01% -5,68%
Totale belastingdruk huurder/gebruiker eenpersoons huishouden € 432,96 € 460,56 € 469,80 € 434,28
Stijging/Daling lastendruk absoluut € 8,52 € 27,60 € 9,24 € -35,52
Stijging/Daling lastendruk % 2,01% 6,37% 2,01% -7,56%

Kostendekkendheid tarieven

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid tarieven

Voor de bestemmingsbelastingen en retributies rekenen we de volgende kosten toe aan de tarieven:

  • Directe lasten
    De kosten voor de activiteiten die een direct verband hebben met de geleverde dienst.
  • Overhead
    De kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Deze kosten zijn toe te rekenen aan de tarieven. We werken met een uniforme opslag voor overhead. Voor de naheffingsaanslagen voor parkeren mag wettelijk gezien alleen gerekend worden met een opslagpercentage van 50%.
  • Btw
    Binnen het Btw Compensatiefonds hebben gemeenten voor bepaalde prestaties recht op een compensatie van de btw die bij hen in rekening is gebracht. Toch mag die btw ook als kostenpost worden aangemerkt en worden doorberekend in de tarieven.
  • Niet-toerekenbare kosten
    Dit zijn kosten voor de voorbereiding van beleid en algemene inspraakprocedures, de kosten van handhaving, toezicht en controle (behalve de eerste controle) en de kosten van bezwaar- en beroepsprocedures.

De werkelijke kostendekking in 2023 vindt u in onderstaande tabellen.

Bedragen x € 1.000
Bestemmingsbelastingen Retributies Totaal
Rioolheffing Afvalstoffenheffing Havengelden Markt- en reclamegelden* Leges
Directe lasten -/- baten 14.724 20.520 135 105 10.031 45.514
Overhead 1.273 4.735 20 - 3.371 9.399
BTW 1.694 1.452 - - 359 3.505
Totaal lasten 17.692 26.707 155 105 13.760 58.418
Totaal baten heffingen/leges 17.692 26.707 77 - 11.467 55.942
Kostendekkendheid 100% 100% 50% 0% 83% 96%
* markten zijn geprivatiseerd

Specificatie leges

Terug naar navigatie - Specificatie leges
Bedragen x € 1.000
Titel 1 Algemene dienstverlening Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
Directe lasten -/- baten 3.076 5.484 1.471
Overhead 465 2.019 887
BTW 76 283 -
Totaal lasten 3.617 7.785 2.358
Totaal baten heffingen/leges 3.401 7.610 456
Kostendekkendheid 95% 98% 18%

Rioolheffing
Om schommelingen in de kosten en opbrengsten op te vangen, hebben we een voorziening ingesteld. Tegenover de begrote onttrekking van € 357.911 staat een dotatie op basis van de nacalculatie aan het einde van het jaar van € 636.771; per saldo een dotatie van € 0,28 miljoen. Deze dotatie wordt vooral veroorzaakt door lagere kapitaallasten door aanpassingen in de fasering van projecten, lagere lasten door het niet doorgaan van een stimuleringsregeling voor woningbouwverenigingen, het niet hoeven inzetten van de post calamiteiten en lagere baten uit de rioolheffing dan begroot.   

Afvalstoffenheffing
Om schommelingen in de kosten en opbrengsten op te vangen, hebben we een voorziening ingesteld. De dotatie in de voorziening bedroeg € 0,04 miljoen. 

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

In de regeling Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Breda staat wie onder welke voorwaarden in aanmerking komt voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Voor dit beleid is de gemeenteraad gebonden aan de regels vanuit de Invorderingswet. Gemeenten kunnen op een paar punten afwijken van deze regeling. Zo kunnen zij uitgaan van hogere kosten om te leven dan landelijk is toegestaan. De gemeente Breda heeft de normbedragen voor bestaanskosten gesteld op 100% in plaats van 90%. Voor belastingbetalers van 65 jaar en ouder zijn de kosten van bestaan in Breda gesteld op 100% van de netto AOW-bedragen in plaats van 100% van de normbedragen voor bestaanskosten. Daarnaast zien we in Breda de bedoelde nettokosten van kinderopvang ook als uitgaven. De Bredase normen voor kwijtschelding voldoen aan de maximaal toegestane normering. In de belastingenverordeningen is geregeld of er voor de heffing kwijtschelding mogelijk is.