Toelichting vaste activa

Vaste activa zijn zaken die meerjarig hun nut en waarde behouden. Uitgaven aan deze zaken worden geactiveerd en hierover wordt gedurende de gebruiksduur afgeschreven. Er is onderscheid in immateriële, materiële en financiële vaste activa. Immateriële vaste activa zijn kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief. De materiële activa zijn stoffelijk van aard; bijvoorbeeld gebouwen, computers, sportvelden en voertuigen. De financiële vaste activa zijn geldleningen, beleggingen en vorderingen op lange termijn.

Kosten van onderzoek en ontwikkeling
De kosten van onderzoek en ontwikkeling betreffen voorbereidingskosten voor 4 ontwikkelingsgebieden (Havenkwartier, Gasthuisvelden, Markoevers en Woonakker), MFA Bavel en het Talentencentrum. De geactiveerde kosten worden afgeschreven in 5 jaar. In 2023 is een bedrag van € 3 miljoen geactiveerd en € 1,7 miljoen afgeschreven.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden 
De bijdragen aan activa in eigendom van derden betreffen in het kader van monumentenzorg bijdragen aan restauraties op monumentale panden in de binnenstad. De geactiveerde bijdragen worden afgeschreven over een periode van 25 tot 30 jaar. In 2023 hebben er geen nieuwe bijdragen plaatsgevonden.

Bedragen x € 1.000
	Boekwaarde 31-12-2022	Bij: Investeringen afgelopen jaar	Af: Des- inves- teringen	Afschrijvingen ten laste van de exploitatie	Bijdragen van derden	Voorziening duurzame waardever- mindering	Boekwaarde 31-12-2023
Investeringen met economisch nut:
Gronden	61.622	1.390				-318	63.330
In erfpacht uitgegeven gronden	9.883						9.883
Woonruimten	37			11			26
Bedrijfsgebouwen	149.799	10.745	55	6.805	718	3.060	149.906
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken	2.967	1.192		756	284		3.119
Vervoermiddelen	7.761	2.819	1	1.480			9.099
Machines, apparaten en installaties	11.457	2.947		1.103			13.301
Overige mva	21.031	3.808	11	4.696	120		20.012
Subtotaal	264.557	22.901	67	14.851	1.122	2.742	268.676
Investeringen met economisch nut gedekt door heffing
Investeringen waarvoor heffingen kunnen worden geheven	146.737	18.696		4.212	643		160.578
Subtotaal	146.737	18.696	0	4.212	643	0	160.578
Investeringen met een maatschappelijk nut
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken t/m 2016	24.075			2.240			21.835
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken vanaf 2017	49.517	20.801		2.432	3.336		64.550
Subtotaal	73.592	20.801	0	4.672	3.336	0	86.385
Totaal	484.886	62.398	67	23.735	5.101	2.742	515.639

Investeringen met economisch nut
In 2023 is aan investeringen met economisch nut in totaal € 22,9 miljoen geïnvesteerd (2022: € 29,2 miljoen). 

De investeringen bij de gronden betrof met name de aankoop van een stuk grond aan de Marellenweg voor € 0,9 miljoen en aan de Moskesweg voor € 0,4 miljoen. 

De investeringen in de bedrijfsgebouwen bestaan voornamelijk uit de verduurzaming van het vastgoed (€ 0,6 miljoen), bouw van het talentencentrum (€ 7,2 miljoen), en aanpassingen in de huisvesting en brandveiligheid Stadskantoor (€ 1,5 miljoen). De bijdrage van derden is een bijdrage van € 0,7 miljoen vanuit de specifieke uitkering sport aan de bouwkosten van het Talentencentrum. Onder de duurzame waardeverminderingen is de afwaardering van de boekwaarde van de Rechtbank Sluissingel voor € 2,7 miljoen verwerkt als gevolg van een recente en lagere taxatie.

De investering bij Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (€ 0,9 miljoen) zijn voorbereidingskosten voor gebiedsontwikkeling 't Zoet, waarvoor een subsidie van € 0,3 miljoen aan subsidie ontvangen is. Bij vervoermiddelen is voor een bedrag van € 2,8 miljoen geïnvesteerd (2022: € 0,6 miljoen), waaronder twee vrachtwagens (€ 1,1 miljoen), een veegmachine (€ 0,4 miljoen) en een vrachtwagenaanhanger (€ 0,3 miljoen).

Bij de overige materiële vaste activa zijn de grote investeringen geweest investeringen in het kader van een flexibele organisatie (€ 1,3 miljoen), sportinventaris voor het Talentencentrum (€ 0,4 miljoen), beveiliging toegang stadskantoren A en B (€ 0,4 miljoen), en vervanging datacomponenten (€ 0,5 miljoen). 

Investeringen waarvoor heffingen kunnen worden geheven
Dit betreffen de investeringen in riolering. In 2019 is het Stedelijk Waterplan 2019-2023 vastgesteld wat de basis vormt voor de uit te voeren investeringen. In 2023 is in de riolering € 18,7 miljoen geïnvesteerd (€ 2022: 16,2 miljoen). In 2023 is op deze investeringen € 4,2 miljoen afgeschreven (2021: € 7,4 miljoen), het lagere bedrag wordt veroorzaakt door de in 2023 aangepaste afschrijvingstermijn van 30 naar 60 jaar. De boekwaarde van deze investeringen bedraagt ultimo 2023 € 160,5 miljoen (2022: € 147 miljoen).

Investeringen met maatschappelijk nut
Dit betreffen de investeringen in onze openbare ruimte op het gebied van wegen, parken, viaducten en dergelijke ter grootte van € 20,8 miljoen (2022: € 14,8 miljoen). De grootste investeringen in 2023 waren investeringen in het kader van Uitvoeringsprogramma Mobiliteit (€ 3,8 miljoen), Gasthuysvelden: Nieuwe Mark (€ 4,7 miljoen), verduurzaming lichtmasten openbare verlichting (€ 2,0 miljoen), de hoogspanningsverbinding 150kV (€ 1,1 miljoen) en Havenkwartier (€ 1,1 miljoen).

De onder deze post opgenomen bijdragen van derden (€ 3,3 miljoen) bestaat onder meer uit een subsidie voor het project Green Quays voor de natuur inclusief ontwikkeling van te realiseren kades en omliggende (groene) openbare ruimte (€ 1,0 miljoen), Bijdrageregeling regionale mobiliteitsprogramma's Noord Brabant (€ 0,4 miljoen), en subsidie Woningbouwimpuls (€ 1,0 miljoen).

Afschrijvingen
De jaarlijkse afschrijvingslast is bepaald conform de afschrijvingstabel in het financieel beleid. Op basis van levensduur wordt de jaarlijkse afschrijvingslast bepaald. Voor gebouwen schrijven we annuïtair af, wat wil zeggen een jaarlijks gelijkblijvende kapitaallast van rente plus afschrijving. Voor de overige activa schrijven we lineair af, waarbij de afschrijvingslast gelijk blijft, maar de rentelast gedurende de looptijd afneemt. Jaarlijks wordt beoordeeld of zich bijzondere waardeverminderingen hebben voorgedaan.

De nominale waarde van de aandelenbelangen in betreffende deelnemingen is in 2023 gestegen door de verwerving van aandelen in de BrabantRing BV. De verwervingskosten van de aandelen waren in 2023 eenmalig € 120.000. Informatie over de BrabantRing BV kunt u terugvinden in programma 2 Ondernemend Breda en in de paragraaf Verbonden partijen.

De lening aan Gemeente Moerdijk betreft een huurkoopovereenkomst voor 15.460 containers tot en met september 2032. De containers worden uiterlijk september 2032 juridisch aan de Gemeente Moerdijk overgedragen, nadat het volledige bedrag van de koopsom (oorspronkelijk € 240.386) door de Gemeente Moerdijk is voldaan. Over het nog onbetaalde deel van de koopsom is de Gemeente Moerdijk jaarlijks rente verschuldigd, die gelijk is aan de omslagrente van Gemeente Breda.

Het gaat hier om leningen aan WonenBreburg (€ 3,9 miljoen), Allee Wonen (€ 39,6 miljoen) en Laurentius (€ 4,1 miljoen). Er worden geen nieuwe leningen meer verstrekt aan woningbouwcorporaties. Afbouw van de portefeuille vindt plaats door de contractuele aflossingen. De laatste aflossingen op deze leningen zijn in 2047 (WonenBreburg), 2037(Laurentius) en 2034 (Allee Wonen).

Er zijn in 2023 geen nieuwe leningen verstrekt aan de deelnemingen. Op de leningen aan deelnemingen vinden de contractuele aflossingen plaats. De laatste aflossing op de leningen aan Chassé Theater Beheer NV vindt plaatst in 2043, de laatste aflossing door Stadsherstel NV vindt plaats in 2046. De lening aan Enexis wordt in 2080 afgelost.

Startersleningen
In 2023 is in totaal € 2,0 miljoen aan beschikbaar gesteld krediet overgemaakt aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) voor het verstrekken van nieuwe startersleningen. De gemeente heeft de uitvoering van de startersleningen uitbesteedt aan SVn en betaalt daar een beheersvergoeding voor. Daarnaast zijn in 2023 conform raadsbesluit de zogenaamde blijverleningen overgeheveld naar de nieuwe Toekomstbestendig Wonen Regeling (zie hieronder). Het gaat om een totaalbedrag van € 0,94 miljoen. Het restant van de mutatie ten opzichte van eind 2022 bestaat uit de verschuldigde beheersvergoeding over 2023, die conform de afspraak met SVn jaarlijks in mindering wordt gebracht op de vordering in het kader van de startersleningen.

Toekomstbestendig Wonen Regeling
De gemeenteraad heeft in 2021 een krediet van in totaal € 5 miljoen beschikbaar gesteld voor de Toekomstbestendig Wonen Regeling. Via deze regeling kunnen bewoners onder bepaalde voorwaarden leningen afsluiten voor het doen van investeringen om langer zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen en/of voor het treffen van energetische maatregelen in het kader van de energietransitie. Net als de startersleningen zijn ook de leningen in het kader van de Toekomstbestendig Wonen Regeling uitbesteed aan Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) en daarvoor betaalt de gemeente een beheersvergoeding die jaarlijks in mindering wordt gebracht op de uitstaande vordering. In 2023 is € 1,5 miljoen van het beschikbaar gestelde krediet overgemaakt aan SVn en daarnaast is € 0,94 miljoen aan blijversleningen overgeheveld van de startersleningen naar de leningen in het kader van de Toekomstbestendig Wonen Regeling. 

Vordering Nationaal Restauratie Fonds
De gemeente Breda heeft bij het Nationaal Restauratie Fonds een rekening-courant en revolving fund van oorspronkelijk € 1,37 miljoen. De lening loopt af in 2037.  

Leningen gemeentelijke kredietbank
Deze post betreft de door de Kredietbank van de Gemeente Breda verstrekte leningen in het kader van de schuldhulpverlening van cliënten om schulden beheersbaar te houden en op te lossen.

Leningen Sociale Zaken
In 2020 en 2021 is voor in totaal € 1,3 miljoen aan zogenaamde TOZO-leningen verstrekt. TOZO is een tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandige ondernemers die door corona in de problemen zijn gekomen. TOZO kent twee soorten voorzieningen, namelijk inkomensondersteuning (een tegemoetkoming) en leningen voor bedrijfskapitaal. Hier gaat het om laatstgenoemde voorziening. Van de TOZO-leningen is eind 2023 nog een bedrag van € 0,9 miljoen terug te vorderen. Verder zijn onder deze post verstrekte bedrijfskredieten in het kader van de Participatiewet opgenomen (stand eind 2023 € 0,8 miljoen).

Leningen BreedSaam
De gemeente Breda heeft in 2014 de overeenkomst doordecentralisatie onderwijshuisvesting voor het primair en speciaal onderwijs ondertekend. In het kader daarvan zijn de onderwijsgebouwen tegelijkertijd met het verstrekken van leningen overgedragen aan BreedSaam. Aan de doordecentralisatieovereenkomst ligt een business case ten grondslag met een aantal kaderstellende voorwaarden. Op basis daarvan wordt het risico op oninbaarheid van deze leningen nihil geacht. In 2055 wordt de laatste aflossing op de leningen aan Breedsaam gedaan.

Leningen u/g woonwagenpercelen
Voor bewoners op woonwagenpercelen, waarvoor het lastig is om een koop van het perceel van de gemeente te financieren, biedt de gemeente Breda de mogelijkheid om het perceel in eigendom te verkrijgen door middel van huurkoop. Middels deze financieringsvorm is het gelukt om 33 percelen te verkopen (in 2023: 0, in 2022: 1, in 2021: 2, in 2020: 8 , in 2019: 20, 2018: 2).

Leningen u/g Verduurzaming particuliere woningen:
In het kader van de regeling "Subsidie verduurzamen woning Doornbos-Linie en Hoge Vucht" zijn in 2019 twee leningen verstrekt ten behoeve van verduurzamingsmaatregelen. Hierna zijn géén nieuwe leningen meer verstrekt.

Leningen u/g Klimaatfonds Breda
Vanuit het Klimaatfonds zijn 7 leningen verstrekt tegen een lage rente om projecten te realiseren die bijdragen aan de klimaatdoelstelling van de stad. Het gaat om projecten op het gebied van energiebesparing, duurzame energieopwekking, mobiliteit en klimaatadaptatie. Vanaf 2021 zijn geen nieuwe leningen meer verstrekt .

Leningen u/g sportverenigingen
In 2023 is aan een sportvereniging een tweetal leningen verstrekt tot een totaal bedrag van € 65.000. De laatste aflossing op leningen aan sportverenigingen wordt in 2038 gedaan. 

Leningen u/g Starterslift Investment BV
In 2020 is een lening van € 250.000 verstrekt aan Starterslift Investment BV. Het geleende bedrag wordt gestopt in een noodfaciliteit om veelbelovende kennisintensieve startups, die getroffen zijn door de corona en die niet in aanmerking komen voor de getroffen overheidsmaatregelen, financieel te kunnen ondersteunen. De looptijd van de lening eindigt in 2024, wanneer ook het leningsbedrag volledig terugontvangen moet zijn. 

Leningen u/g horecabedrijven schrijnende gevallen:
In totaal is er aan leningen ingevolge het noodfonds Covid-19 een bedrag van € 340.360 verstrekt. Van dit bedrag stond ultimo 2022 nog € 289.645 uit aan leningen. In 2023 is er € 32.109 afgelost en €45.500 voorzien vanwege faillissementen. Ultimo 2023 staat er nog € 212.036 uit aan leningen. 

Leningen u/g Cultuur
Het betreft hier leningen aan culturele instellingen, waaronder Stichting Nieuwe Veste (boekwaarde € 2,4 miljoen) en Stichting Mezz (boekwaarde € 0,37 miljoen). De laatste aflossingen op de leningen vinden plaats in 2039 (Stichting Nieuwe Veste) en in 2030 (Stichting Mezz).